• No results found

Gebruiksaanwijzing Wasmachine

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gebruiksaanwijzing Wasmachine"

Copied!
88
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gebruiksaanwijzing

Wasmachine

(2)

Inhoud

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ...  5

Bediening van de wasmachine ...  12

Bedieningspaneel... 12

Hoe werkt het display?... 13

Legendaoverzicht bedieningspaneel... 14

GuideLine ...  15

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ...  17

Ingebruikneming van het apparaat...  18

Beschermfolie en reclamestickers verwijderen ... 18

Tips om energie en water te besparen...  20

1. Het wasgoed onder de loep ...  21

2. Trommel vullen ...  22

3. Programma kiezen ...  23

4. Wasmiddel doseren...  25

Wasmiddellade... 25

Capsuledosering ... 27

5. Programma starten ...  29

6. Einde van het programma - Trommel leeghalen ...  30

Centrifugeren ...  31

Eindcentrifugetoerental in het wasprogramma ... 31

Voorprogrammering ...  32

Programma-overzicht ...  33

Extra functies...  36

Kort... 36

Extra water ... 36

Voorwas... 36

Inweken ... 36

Welke extra functies bij welke wasprogramma's? ... 37

Programmaverloop...  38

(3)

Inhoud

Programmaverloop wijzigen ...  40

Programma wijzigen of trommel bijvullen/wasgoed verwijderen ... 40

Programma afbreken ... 40

Programma onderbreken... 40

Textielbehandelingssymbolen ...  41

Wasmiddelen ...  42

Het juiste wasmiddel ... 42

Wateronthardingsmiddel ... 42

Doseerhulp ... 42

Middelen voor het nabehandelen van het wasgoed ... 42

Aanbevelingen voor Miele-wasmiddelen ... 44

Wasmiddeladviezen conform verordening (EU) Nr. 1015/2010... 45

Reiniging en onderhoud...  46

Ommanteling en bedieningspaneel reinigen ... 46

Wasmiddellade reinigen ... 46

Hygiëne Info(trommel reinigen)... 48

Watertoevoerzeefje reinigen ... 48

Wat moet u doen, wanneer . . ...  49

Hulp bij problemen ... 49

Het lukt niet om een wasprogramma te starten ... 49

Het programma wordt afgebroken en een controlelampje in het display brandt.. 50

Symbool in de tijdweergave tijdens het programma ... 51

In het display brandt een controlelampje aan het einde van het programma ... 51

Algemene problemen met de wasmachine ... 52

Een tegenvallend wasresultaat... 54

De deur kan niet open ... 55

Het openen van de deur bij verstopte afvoer en/of stroomuitval ... 56

Afdeling Klantcontacten ...  58

Reparaties ... 58

(4)

Inhoud

Wasmachine stellen ... 64

Stelvoeten naar buiten draaien en vastzetten ... 64

Onder een werkblad plaatsen ... 65

Was-droogzuil ... 65

Het waterbeveiligingssysteem... 66

Watertoevoer ... 68

Waterafvoer ... 70

Elektrische aansluiting ... 71

Technische gegevens...  73

Productkaart voor huishoudelijke wasmachines... 74

Verbruiksgegevens...  76

Testprogramma's selecteren ... 77

Programmeerfuncties ...  78

Programmeerfunctie selecteren en instellen ... 78

Programmeerfunctie bewerken en opslaan... 79

Programmeerniveau verlaten... 79

 Toetssignaal ... 79

 Code... 80

 Uitschakeling display... 80

 Memory ... 81

 Extra voorwastijd Katoen ... 81

 Inweektijd ... 81

 Behoedzaam wassen ... 81

 Temperatuurverlaging... 82

 Extra water... 82

 Stand Extra water ... 82

 Maximaal spoelniveau ... 82

 Afkoeling van het waswater ... 83

 Kreukbeveiliging ... 83

 Lichtsterkte achtergrondverlichting gedimd... 83

 Inschakeltoon ... 83

Na te bestellen accessoires ...  84

Wasmiddelen... 84

Speciale wasmiddelen ... 84

Textielonderhoudsmiddel ... 85

Additieven... 85

Reinigings- en onderhoudsmiddelen voor het apparaat ... 85

(5)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze wasmachine voldoet aan de geldende veiligheidsvoor- schriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.

Lees daarom de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de wasmachine in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het on- derhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan de wasmachine.

In overeenstemming met de norm IEC 60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de wasma- chine en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te volgen.

Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha- de die daarvan het gevolg is.

Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.

Efficiënt gebruik

 Deze wasmachine is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of daarmee vergelijkbaar gebruik.

 Deze wasmachine is uitsluitend bestemd voor gebruik binnens- huis.

 Deze wasmachine is uitsluitend bestemd voor het wassen van tex-

(6)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

 Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit apparaat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verant- woordelijk persoon.

Wanneer er kinderen in huis zijn

 Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de was- machine komen als ze constant onder toezicht staan.

 Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasmachine alleen dan zon- der toezicht gebruiken, als ze weten hoe ze het apparaat veilig moe- ten bedienen en als ze weten wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het niet goed bedienen.

 Kinderen mogen de wasmachine niet zonder toezicht reinigen of onderhouden.

 Zijn er kinderen in de buurt van de wasmachine, houd ze dan goed in de gaten en zorg ervoor dat ze er niet mee gaan spelen.

Technische veiligheid

 Volg de aanwijzingen in de hoofdstukken: “Installatie” en “Tech- nische gegevens”.

 Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar

beschadigd is. Een beschadigde wasmachine mag niet worden ge-

plaatst en niet in gebruik worden genomen.

(7)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

 Vergelijk vóórdat u de wasmachine aansluit de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.

 De wasmachine kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als deze op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.

 De elektrische veiligheid van de wasmachine is uitsluitend ge- waarborgd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman/vakvrouw inspecteren.

Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die het ge- volg is van een ontbrekende of beschadigde aarddraad.

 De wasmachine mag niet met een verlengsnoer, een stekkerdoos of iets dergelijks op het elektriciteitsnet worden aangesloten in ver- band met gevaar voor oververhitting.

 Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij ga- randeren, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan onze producten stellen.

 Zorg ervoor dat u altijd bij de stekker kunt komen om de spanning

van de wasmachine te halen.

(8)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

 Reparaties aan de wasmachine mogen alleen door vakmensen van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de gebruiker opleveren, waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.

 Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet de kabel door een erkend vakman/vakvrouw worden vervangen.

 Wanneer er een storing wordt verholpen en wanneer de wasma- chine wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische spanning op de wasmachine staan. Dat is het geval, als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:

– als de stekker uit de contactdoos is getrokken of

– als de desbetreffende zekering van de huisinstallatie is uitgescha- keld of

– als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld.

 Het Miele waterbeveiligingssysteem beschermt tegen waterscha- de, als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

– als water en elektriciteit op de juiste wijze zijn aangesloten

– en als de wasmachine in geval van schade onmiddellijk wordt ge- repareerd.

 De waterdruk moet ten minste 100 kPa bedragen, maar mag de 1.000 kPa niet overschrijden.

 Deze wasmachine mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een schip) worden gebruikt.

 Breng geen wijzigingen aan de wasmachine aan die niet uitdruk-

kelijk door Miele zijn toegestaan.

(9)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Nog meer aanwijzingen voor het gebruik

 Plaats uw wasmachine niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen.

 Verwijder voordat u de wasmachine in gebruik neemt de trans- portbeveiliging aan de achterzijde van het apparaat. Zie hoofdstuk:

“Installatie”, paragraaf: “Transportbeveiliging verwijderen”. Wanneer u de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij het centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasmachine en aan de meubels/appa- raten die ernaast staan.

 Sluit de kraan af als u langere tijd afwezig bent (bijv. tijdens vakan- ties), zeker als er zich in de buurt van de wasmachine geen afvoer in de vloer bevindt, bijvoorbeeld een putje.

 Denk eraan dat er water kan overstromen.

Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of wasbak hangt, of het water snel genoeg wegstroomt. Zorg er daar- om ook voor dat de afvoerslang niet weg kan glijden. Wanneer de slang niet goed vastzit kan deze door de kracht van het wegstro- mende water uit de wastafel of wasbak worden gedrukt.

 Let erop dat u voorwerpen zoals spijkers, naalden, munten en pa-

perclips niet meewast. Deze kunnen namelijk onderdelen van de

wasmachine beschadigen (bijv. kuip, wastrommel). Beschadigde on-

derdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het wasgoed ver-

(10)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

 Als u het wasmiddel op de juiste manier doseert, is het niet nodig dat u de wasmachine ontkalkt. Mocht dat toch nodig zijn, gebruik daar dan een speciaal ontkalkingsmiddel voor op basis van natuurlijk citroenzuur. Miele adviseert het Miele-ontkalkingsmiddel. Dit is ver- krijgbaar op internet onder shop.miele.nl, bij uw Miele-vakhandelaar of bij Miele Nederland. Volg de adviezen voor het gebruik van ontkal- kingsmiddelen strikt op.

 Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is behandeld, moet eerst grondig in helder water worden uitgespoeld, vóórdat het in de wasmachine wordt gewassen.

 Gebruik in deze wasmachine nooit oplosmiddelhoudende reini- gingsmiddelen zoals wasbenzine. Dit om te voorkomen dat onderde- len van het apparaat beschadigd raken, dat er giftige dampen ont- staan, dat er brand uitbreekt of zich een explosie voordoet.

 Zorg ervoor dat ook het oppervlak van de wasmachine nooit in aanraking komt met een oplosmiddelhoudend reinigingsmiddel zoals wasbenzine. Dit om beschadigingen aan het kunststof oppervlak te voorkomen.

 Wilt u textielverf in de wasmachine gebruiken, kies dan textielverf die daar geschikt voor is, gebruik niet meer verf dan strikt nodig is en neem de aanwijzingen van de textielverffabrikant precies in acht.

 Ontkleuringsmiddelen kunnen door hun chemische samenstelling corrosie veroorzaken en mogen daarom niet in de wasmachine wor- den gebruikt.

 Komt er vloeibaar wasmiddel in de ogen terecht, spoel de ogen

dan met veel water schoon. Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt,

neem dan direct contact op met een arts. Personen die een gevoeli-

ge of beschadigde huid hebben, kunnen het vloeibare wasmiddel

maar beter niet aanraken.

(11)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Accessoires

 Alleen originele Miele-accessoires mogen worden aan- of inge- bouwd. Worden er andere accessoires aan- of ingebouwd, dan kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en pro- ductaansprakelijkheid.

 Drogers en wasmachines van Miele kunnen als was-droogzuil worden geplaatst. Hiervoor is een specifiek tussenstuk (WTV) nodig dat kan worden nabesteld. Let erop dat het tussenstuk bij uw Miele- droger en Miele-wasmachine past.

 Wilt u een Miele-sokkel plaatsen, dan kunt u deze nabestellen. Let er dan wel op dat de sokkel bij uw wasmachine past.

Worden de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet opge-

volgd, dan kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha-

de die daarvan het gevolg is.

(12)

Bediening van de wasmachine

Bedieningspaneel



      

a Display

Het bedieningspaneel bestaat uit de tijdweergave en verschillende sen- sortoetsen. De functie van alle sen- sortoetsen wordt hierna uitgelegd.

b Sensortoetsen temperatuur Met deze toetsen kunt u de ge- wenste temperatuur instellen.

c Sensortoetsen toerentallen Met deze toetsen kunt u het ge- wenste centrifugetoerental instellen.

d Sensortoetsen voor extra functies Met de extra functies kunt u het ge- kozen programma nog beter afstem- men op uw wasgoed.

Als u een programma heeft gekozen, zijn de sensortoetsen van de extra functies, die u ook kunt kiezen, ge- dimd.

e Controlelampjes

 brandt bij storingen in de wa- tertoevoer en de waterafvoer

 brandt, als er te veel wasmid- del gedoseerd is

 brandt ter herinnering aan de hygiëne-info

 knippert, zolang de trommel bijgevuld kan worden; brandt, als de deur van de wasmachi- ne vergrendeld is

f Sensortoetsen CapDosing

 CapDosing van textielonder- houdsmiddelen (bijv. wasver- zachters, impregneermiddelen)

 CapDosing van additieven (bijv.

wasmiddelversterkers)

(13)

Bediening van de wasmachine

g Tijdweergave

Wanneer u een programma start, geeft het display in uren en minuten aan hoelang het programma gaat duren.

Wanneer u een programma start met voorprogrammering, geeft het dis- play pas na afloop van de voorge- programmeerde tijd aan hoelang het programma gaat duren.

h Sensortoetsen   

De tijdsaanduiding geeft de voorge- programmeerde tijd aan.

Nadat het programma is gestart, wordt de voorgeprogrammeerde tijd in het display afgeteld.

Na afloop van de voorgeprogram- meerde tijd start het programma au- tomatisch en geeft de tijdsaandui- ding aan hoelang het programma vermoedelijk gaat duren.

 Als u sensortoets  aantipt, wordt een latere starttijd voor het programma gekozen (voor- programmering). Als u een tijd- stip gekozen heeft, gaat  fel branden.

 Door sensortoets  aan te tip- pen, verhoogt u de voorgepro- grammeerde tijd.

j Optische interface

De optische interface gebruikt Miele voor servicedoeleinden.

k Programmakeuzeschakelaar Voor het kiezen van een programma en het uitschakelen van het appa- raat. U schakelt de wasmachine in door een programma te kiezen en uit door de programmakeuzeschakelaar op  te zetten.

Hoe werkt het display?

De sensortoetsen , , , ,  en  reageren op aanraking met de vinger- toppen. U kunt een keuze maken, zolang de desbetreffende sensortoets verlicht is.

Een fel verlichte sensortoets betekent:

momenteel gekozen

Een gedimde sensortoets betekent: kan gekozen worden

(14)

Bediening van de wasmachine

Legendaoverzicht bedieningspaneel

DE NL

90 - 20 (Temperaturangabe in °C) 90–20 (temperatuurweergave in °C)

kalt (Temperaturangabe) koud (temperatuurweergave)

1400 - 600 (Drehzahlangabe in U/min) 1400–600 (toerentalweergave in omw/min)

 (Spülstop)  (spoelstop)

 (ohne Schleudern)  (zonder centrifugeren)

Kurz Kort

Wasser plus Extra water

Vorwäsche Voorwas

Einweichen Inweken

Start/Stop Start/Stop

Baumwolle  Katoen 

Baumwolle Katoen

Pflegeleicht Kreukherstellend

Feinwäsche Fijne was

Wolle  Wol 

Oberhemden Overhemden

Express 20 Express 20

Dunkles/Jeans Donker wasgoed/Jeans

Outdoor Outdoor

Imprägnieren Impregneren

Pumpen/Schleudern Pompen/Centrifugeren

Nur Spülen/Stärken Alleen spoelen/Stijven

(15)

GuideLine

Deze wasmachine heeft een speciaal bedieningspaneel voor blinden en slechtzienden. Elke bediening van de sensortoetsen wordt akoestisch onder- steund met een toon.

Het bedieningspaneel bestaat uit 2 de- len. Rechts is de programmakeu- zeschakelaar en in het midden het be- dieningspaneel.

Programmakeuzeschakelaar

Rondom de ronde programmakeu- zeschakelaar staan de 12 wasprogram- ma's. Op de 12 uur-positie bevindt zich de stand voor het uitschakelen van de wasmachine. Als de programmakeu- zeschakelaar op een wasprogramma wordt gedraaid, dan wordt de wasma- chine automatisch ingeschakeld, wat wordt bevestigd met een inschakelge- luid. De afzonderlijke programma's zijn gekenmerkt met een stip.

Met de klok mee staan de volgende programma's op de programmakeu- zeschakelaar:

– Express 20

– Donker wasgoed / Jeans – Outdoor

– Impregneren

Bedieningspaneel

Het bedieningspaneel bestaat uit sen- sortoetsen. De sensortoetsen reageren op aanraking. Bij aanraking klinkt een akoestische bevestiging. Hierna wordt het bedieningspaneel van rechts naar links verklaard.

Sensortoets Start / Stop

De sensortoets Start / Stop wordt ge- kenmerkt door een grote cirkel met daaromheen stippen. Om een waspro- gramma te starten, raakt u het midden van de cirkel aan. De start wordt beves- tigd met een korte toon en het vastklik- ken van de deurvergrendeling is hoor- baar.

Sensortoetsen voorprogrammering

  

Deze 3 sensortoetsen bevinden zich boven de sensortoets Start / Stop.

De middelste sensortoets , geken- merkt met streep – ruit – streep, scha- kelt de voorprogrammering in of uit. Het inschakelen van de voorprogrammering wordt bevestigd met een korte toon.

Het uitschakelen van de voorprogram- mering wordt bevestigd met een snelle, dubbele toon.

De sensortoets rechts  , gekenmerkt

(16)

GuideLine

Sensortoets Caps

Er zijn 3 sensortoetsen voor caps. De sensortoetsen zijn per cap verschillend gekenmerkt. Ze worden van boven naar beneden verklaard.

– Sensortoets  (textielonderhouds- middelen) is gekenmerkt met een bloem.

– Sensortoets  (additieven) is ge- kenmerkt met een driehoek.

– Sensortoets  (wasmiddel) is ge- kenmerkt met een druppel.

Het selecteren van een cap wordt be- vestigd met een korte toon. De boven- ste cap  wordt bevestigd met een hoge toon, de onderste cap  met een lage toon. Het deselecteren van een cap wordt bevestigd met een snel- le, dubbele toon.

Sensortoetsen extra functies Er zijn 4 sensortoetsen voor extra functies. De sensortoetsen zijn per extra functie verschillend gekenmerkt. Ze worden van boven naar beneden ver- klaard.

– Sensortoets Kort is gekenmerkt met een dubbele pijl naar rechts.

– Sensortoets Extra water is geken- merkt met een plus.

– Sensortoets Met voorwas is geken- merkt met een gegolfde lijn.

– Sensortoets Inweken is gekenmerkt met een wastobbe.

Het selecteren van een extra functie wordt bevestigd met een korte toon.

Sensortoetsen toerental

Er zijn 6 sensortoetsen voor het toeren- tal. De sensortoetsen zijn gekenmerkt met een kleine cirkel. Het hoogste toe- rental, 1400 omw/min, staat bovenaan.

Het laagste toerental,  (zonder centri- fugeren), staat onderaan. De toon van de akoestische bevestiging verschilt per gekozen toerental. Hoe hoger de toon, hoe hoger het geselecteerde toerental.

Sensortoetsen temperatuur

Er zijn 6 sensortoetsen voor de tempe- ratuur. De sensortoetsen zijn geken- merkt met een plus. De hoogste tempe- ratuur, 90 °C, staat bovenaan. De laag- ste temperatuur, koud, staat onderaan.

De toon van de akoestische bevestiging verschilt per gekozen temperatuur. Hoe hoger de toon, hoe hoger de geselec- teerde temperatuur.

Verdere hulpmiddelen

Audiogebruiksaanwijzing

Bij de wasmachine wordt een audioge- bruiksaanwijzing geleverd. De audioge- bruiksaanwijzing verklaart de belangrijk- ste stappen en wasprogramma's.

(17)

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Het verpakkingsmateriaal

De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak- kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas- ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.

Door hergebruik van verpakkingsmateri- aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.

Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Het afdanken van een apparaat

Oude elektrische en elektronische ap- paraten bevatten meestal waardevolle materialen. Ze bevatten ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en vei- lig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone huisafval doet of er niet goed mee omgaat, kun- nen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude apparaat daarom nooit bij het gewone afval.

Lever het apparaat in bij een gemeente- lijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vak- handelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te danken apparaat. Bewaar het afgedankte apparaat buiten het bereik van kinderen.

(18)

Ingebruikneming van het apparaat

Schade door onjuist plaatsen en aansluiten.

Het onjuist plaatsen en aansluiten van de wasmachine leidt tot ernstige materiële schade.

Lees het hoofdstuk: “Installatie”.

Beschermfolie en reclamestic- kers verwijderen

 Verwijder:

– de beschermfolie van de deur – alle reclamestickers (voor zover aan-

wezig) van de voorkant en het boven- blad.

Stickers die u na het openen van de deur ziet zitten (bijv. het typeplaatje), mag u niet verwijderen.

Bochtstuk uit de trommel ver- wijderen

In de trommel bevindt zich een bocht- stuk voor de afvoerslang.

 Pak de deur bij de greep vast en trek deze open.

 Zwaai de deur dicht.

Iedere wasmachine wordt in de fabriek op zijn werking getest. Het is mogelijk dat er als gevolg van deze tests wat water in de trommel achterblijft.

(19)

Ingebruikneming van het apparaat

Eerste wasprogramma starten

 Draai de kraan open.

 Draai de keuzeschakelaar op Katoen.

De wasmachine is nu ingeschakeld en in het display gaat de temperatuur 60 °C branden.

 Tip sensortoets Start/Stop aan.

Het programma wordt gestart en in het display brandt het symbool .

Na 10 minuten worden de displayele- menten donker en gaat sensortoets Start/Stop knipperen.

Na afloop van het programma Na afloop van het programma wordt de kreukbeveiliging ingeschakeld. In het display brandt het symbool , in de tijdweergave staat : en de trommel

 Pak de deur bij de greep vast en trek deze open.

Tip: laat de deur op een kiertje open, zodat de trommel kan drogen.

 Draai de keuzeschakelaar nadat het programma beëindigd is op .

De wasmachine is weer uitgeschakeld en de eerste ingebruikneming is vol- tooid.

Energiebesparing

– 10 minuten na het begin van de kreukbeveiliging worden de displaye- lementen donker en gaat sensortoets Start/Stop knipperen.

– 15 minuten na beëindiging van de kreukbeveiliging wordt de wasmachi- ne helemaal uitgeschakeld en de ver-

(20)

Tips om energie en water te besparen

Energie- en waterverbruik

– Maak bij ieder programma dat u kiest gebruik van de maximale beladings- capaciteit van de trommel.

Het energie- en waterverbruik is dan, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst.

– Bedenk dat het apparaat dankzij de beladingsautomaat bij een geringe belading minder water en energie verbruikt.

– Gebruik het programma Express 20 voor kleinere hoeveelheden licht ver- vuild wasgoed.

– Moderne wasmiddelen maken het mogelijk om op lagere temperaturen te wassen, bijv. op 20 °C. Maak ge- bruik van deze mogelijkheid.

– Voor de hygiëne in de wasmachine adviseren wij u om zo nu en dan een programma met een temperatuur van meer dan 60 °C te starten. Het con- trolelampje  gaat branden om u daaraan te herinneren.

Gebruik van wasmiddelen

– Gebruik hoogstens zoveel wasmiddel als op de wasmiddelverpakking staat aangegeven.

– Controleer bij het doseren van het wasmiddel hoe vuil het wasgoed is.

– Reduceer bij geringere beladingshoe- veelheden de wasmiddelhoeveelheid.

Gebruik bij halve belading ca. ⅓ min- der wasmiddel.

Juiste keuze van de extra functies (Kort, Inweken, Voorwas)

Kies voor:

– licht verontreinigd wasgoed zonder zichtbare vlekken een wasprogram- ma met de extra functie Kort;

– normaal tot sterk verontreinigd was- goed met zichtbare vlekken een was- programma zonder extra functie;

– zeer sterk verontreinigd wasgoed een wasprogramma met de extra functie Inweken;

– wasgoed waar veel stof of zand in zit een wasprogramma met de extra functie Voorwas.

Tip voor machinaal drogen Wilt u het wasgoed na afloop in de droogautomaat drogen, kies dan het hoogste centrifugetoerental dat voor dit wasgoed mogelijk is.

(21)

1. Het wasgoed onder de loep

 Maak de zakken leeg.

Schade door voorwerpen.

Voorwerpen zoals spijkers, munten en paperclips kunnen het wasgoed en onderdelen van de automaat be- schadigen.

Controleer voordat u gaat wassen of er voorwerpen in het wasgoed zitten.

Zo ja, verwijder deze dan.

Wasgoed sorteren

 Sorteer het wasgoed naar kleur en naar de symbolen in het onderhouds- etiket, dat zich in de kraag of in de zij- naad bevindt.

Tip: donkergekleurd wasgoed geeft bij de eerste wasbeurten vaak iets af. Was licht en donker wasgoed daarom apart.

Tip: vlekken (van bloed, ei, koffie, thee, etc.) kunt u vaak eenvoudig verwijde- ren. Miele heeft hiervoor een speciale vlekkenwijzer samengesteld. U vindt de vlekkenwijzer via de internet-link naar de huishoudelijke apparaten.

Schade door oplosmiddelhou- dende reinigingsmiddelen

Wasbenzine, vlekkenmiddeltjes enz.

kunnen kunststof onderdelen be- schadigen.

Wanneer u het wasgoed van tevoren met een oplosmiddelhoudend reini- gingsmiddel, bijv. wasbenzine, be- handelt, let er dan op dat het middel niet met kunststof onderdelen in aan- raking komt.

Gevaar voor explosie door oplos- middelhoudende reinigingsmiddelen.

Bij gebruik van oplosmiddelhouden- de reinigingsmiddelen kan een ex- plosief mengsel ontstaan.

Gebruik geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen in de wasmachi- ne.

Algemene tips

– Verwijder bij vitrage de haakjes en het loodband of wikkel de vitrage in een doek.

(22)

2. Trommel vullen

Deur openen

 Leg uw hand in de greep van de deur en trek de deur open.

Controleer of er zich dieren of voor- werpen in de trommel bevinden, voordat u het wasgoed erin stopt.

Bij een maximale belading is het ener- gie- en waterverbruik, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. Wordt de maximale beladings- capaciteit overschreden, dan vallen de wasresultaten tegen en gaat het was- goed sneller kreuken.

 Leg de was uitgevouwen en losjes in de trommel.

Leg wasgoed van verschillende groot- te in de trommel. Daardoor wordt een beter wasresultaat bereikt en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.

Tip: houdt u zich aan de maximale be- ladingscapaciteit van de verschillende wasprogramma's.

Deur sluiten

 Let erop dat er niets tussen deur en manchet beklemd raakt.

 Zwaai de deur dicht.

(23)

3. Programma kiezen

Programmakeuze

Als u de keuzeschakelaar op een pro- gramma draait, wordt de wasmachine ingeschakeld.

 Draai de keuzeschakelaar op het ge- wenste programma.

In de tijdsaanduiding verschijnt de ver- moedelijke duur van het programma en in het display gaan de voorgeprogram- meerde temperatuur en het voorgepro- grammeerde centrifugetoerental bran- den.

Temperatuur en centrifugetoerental kiezen

De voorgeprogrammeerde tempera- tuur en het voorgeprogrammeerde centrifugetoerental van het program- ma gaan fel branden. De temperaturen en toerentallen, die u bij het program- ma kunt kiezen, zijn gedimd.

De in de wasmachine bereikte tempera- turen kunnen afwijken van de gekozen temperaturen. De combinatie van ener- giegebruik en wastijd zorgt voor een optimaal wasresultaat.

 Raak de sensortoets van de ge- wenste temperatuur aan. Die gaat fel branden.

 Raak de sensortoets van het ge- wenste centrifugetoerental aan. Dat gaat fel branden.

(24)

3. Programma kiezen

Extra functies kiezen

De extra functies die u bij het pro- gramma kunt kiezen, zijn gedimd.

 Tip de sensortoets van de gewenste extra functie aan. Deze gaat fel bran- den.

Tip: u kunt bij een programma meerde- re extra functies kiezen.

Meer informatie over de extra functies vindt u in het hoofdstuk “Extra

functies”

(25)

4. Wasmiddel doseren

Wasmiddellade

U kunt alle wasmiddelen gebruiken, die geschikt zijn voor niet-professionele wasautomaten. Volg de gebruiks- en doseertips op de verpakking van het wasmiddel op.

Wasmiddel doseren

 Trek de wasmiddellade naar buiten en doseer de wasmiddelen in de vakjes.

 Wasmiddel voor de voorwas

 Wasmiddel voor de hoofdwas en het inweken

Wasverzachter, appreteermiddel, Stijfsel of capsule

Wasverzachter gebruiken

 Doseer wasverzachter of stijfsel in vakje . Doseer niet hoger dan de pijl.

Het middel wordt automatisch met het laatste spoelwater in de trommel ge- spoeld. Aan het einde van het waspro- gramma blijft er een klein beetje water in vakje  staan.

Als u meermaals stijfsel heeft ge- bruikt, reinig dan de wasmiddellade.

Reinig de zuighevel extra goed.

(26)

4. Wasmiddel doseren

Tips voor de dosering

Controleer bij het doseren van het was- middel hoe vuil het wasgoed is en hoe- veel wasgoed u heeft. Verminder de hoeveelheid wasmiddel bij een kleinere hoeveelheid wasgoed (bijv. bij een halve trommel de hoeveelheid wasmiddel met

⅓ verminderen).

Te weinig wasmiddel:

– Heeft als effect, dat het wasgoed niet schoon en na verloop van tijd grauw en hard wordt.

– Bevordert schimmelvorming in de wasmachine.

– Heeft als effect, dat vet niet volledig verwijderd wordt.

– Bevordert kalkaanslag op de verwar- mingselementen.

Te veel wasmiddel:

– Heeft als effect dat het wasgoed niet goed gereinigd, gespoeld en gecen- trifugeerd wordt.

– Heeft als effect dat er meer water wordt verbruikt door een automatisch ingeschakelde extra spoelgang.

– Versterkt de belasting voor het milieu.

Gebruik van vloeibaar wasmiddel bij een programma met voorwas Als een voorwas geprogrammeerd is, kan in de hoofdwas geen vloeibaar wasmiddel gebruikt worden.

Gebruik waspoeder voor de hoofdwas.

Tabs of pods gebruiken

Leg tabs of pods met wasmiddel altijd direct bij het wasgoed in de trommel.

Tabs of pods kunt u niet via de wasmid- dellade gebruiken.

Meer informatie over wasmiddelen en de dosering ervan vindt u in het hoofd- stuk: “Wasmiddel doseren”.

(27)

4. Wasmiddel doseren

Capsuledosering

Er zijn capsules met drie verschillende soorten inhoud:

 = Textielonderhoudsmiddelen (bijv. wasverzachters, impreg- neermiddelen)

 = Additieven (bijv. wasmiddel- versterkers)

 = Wasmiddelen (alleen voor de hoofdwas)

Een capsule bevat altijd de juiste hoe- veelheid voor één wasbeurt.

Deze capsules zijn verkrijgbaar via de Miele-webshop, bij Miele of bij de Miele-vakhandelaar.

Gevaar voor de gezondheid door capsules.

De inhoudsstofffen in capsules kun- nen gevaarlijk zijn voor de gezond- heid als u ze inslikt of als ze met de huid in contact komen.

Bewaar de capsules buiten het be- reik van kinderen.

Capsuledosering inschakelen

 Tip de sensortoets van de gebruikte capsule aan.

Capsule plaatsen

 Open de wasmiddellade.

 Open het klepje van vakje /.

 Druk de capsule er stevig in.

(28)

4. Wasmiddel doseren

 Sluit het klepje en druk het stevig dicht.

 Sluit de wasmiddellade.

Als u de capsule in de wasmiddella- de plaatst, gaat de capsule open. Als u de capsule ongebruikt weer uit de wasmiddellade verwijdert, kan er rei- nigingsmiddel uit lopen.

Gooi een geopende capsule weg.

De inhoud van een capsule wordt op het juiste tijdstip toegevoegd.

Het water stroomt bij capsuledose- ring uitsluitend via de capsule in vak- je .

Giet geen extra wasverzachter in vakje .

 Verwijder de lege capsule na afloop van het wasprogramma.

Om technische redenen blijft er altijd wat water in de capsule zitten.

Capsuledosering uitschakelen/

wijzigen

 U kunt de capsuledosering uitscha- kelen door de fel verlichte sensor- toets aan te tippen.

 U kunt de capsuledosering wijzigen door een van de andere capsuletoet- sen aan te tippen.

(29)

5. Programma starten

Programma starten

 Tip de knipperende sensortoets Start/

Stop aan.

De deur wordt vergrendeld (dit ziet u aan symbool  in het display) en het wasprogramma wordt gestart.

Heeft u de start voorgeprogrammeerd, dan geeft het display aan hoelang het nog duurt voordat het gekozen pro- gramma begint. Deze voorgeprogram- meerde tijd wordt in het display afge- teld. Pas na afloop van deze tijd start het programma en geeft het display aan hoelang het programma waarschijnlijk gaat duren.

Energiebesparing

Na 10 minuten worden de displayele- menten donker en gaat sensortoets Start/Stop knipperen.

 Tip sensortoets Start/Stop aan, om de displayelementen weer in te scha- kelen (dat heeft geen invloed op een lopend programma).

(30)

6. Einde van het programma - Trommel leeghalen

Programma-einde

In de tijdsaanduiding staat 0:00. In het display brandt nog steeds het symbool

. De deur is tijdens de kreukbeveili- ging vergrendeld.

 Tip sensortoets Start/Stop aan.

De deur wordt ontgrendeld en het sym- bool  in het display dooft.

 Open de deur.

 Neem het wasgoed uit de trommel.

Energiebesparing

– 10 minuten na het begin van de kreukbeveiliging worden de displaye- lementen donker en gaat sensortoets Start/Stop knipperen.

– 15 minuten na beëindiging van de kreukbeveiliging wordt de wasmachi- ne helemaal uitgeschakeld en de ver- grendeling van de deur opgeheven.

Achtergebleven wasgoed kan bij de volgende wasbeurt krimpen of af- geven.

Verwijder al het wasgoed uit de trommel.

 Controleer of er voorwerpen in de manchet van de deur zijn achterge- bleven.

Tip: Laat de deur op een kiertje open, zodat de trommel kan drogen.

 Draai de keuzeschakelaar op . De wasmachine is nu uitgeschakeld.

 Heeft u een capsule gebruikt, verwij- der deze dan uit de wasmiddellade.

Tip: Laat de wasmiddellade op een kiertje openstaan, zodat de lade kan drogen.

(31)

Centrifugeren

Eindcentrifugetoerental in het wasprogramma

Wanneer u een programma kiest, is in het display altijd het optimale centrifu- getoerental voor dit programma fel ver- licht.

In sommige wasprogramma's kan een hoger centrifugetoerental worden geko- zen.

In de tabel staat het hoogst mogelijke centrifugetoerental.

Programma Omw./min

ECO 40-60 1400

Katoen 1400

Kreukherstellend 1200

Fijne was 900

Wol  1200

Overhemden 900

Express 20 1200

Donker wasgoed / Jeans 1200

Outdoor 900

Impregneren 1200

Pompen / Centrifugeren 1400 Alleen Spoelen / Stijven 1200

Het centrifugeren tussen de spoelgangen

Spoelstop kiezen

 Tip sensortoets  (spoelstop) aan.

Het wasgoed blijft na de laatste spoel- gang in het water liggen. Daardoor kreukt het wasgoed minder wanneer u het niet direct uit de trommel haalt.

Na afloop van een programma In het display is de sensortoets met het optimale centrifugetoerental ver- licht. U kunt het toerental wijzigen.

Sensortoets Start/Stop knippert.

 Eindcentrifugeren starten:

Tip de knipperende sensortoets Start/

Stop een keer aan.

Eindcentrifugeren vindt nu plaats.

 Het programma beëindigen:

Tip de knipperende sensortoets Start/

Stop twee keer aan.

Het water wordt afgepompt.

Het centrifugeren tussen de spoelgangen en het eindcentri- fugeren overslaan

 Druk op sensortoets .

Na de laatste spoelgang wordt het wa- ter afgepompt en wordt de kreukbeveili- ging ingeschakeld.

(32)

Voorprogrammering

Met de voorprogrammering kunt u de start van een programma minimaal 1 uur en maximaal 7 uur van tevoren in- stellen. Dat kunt u bijvoorbeeld doen om gebruik te maken van een voordelig nachttarief.

Voorprogrammering kiezen

U kunt de voorprogrammering niet kie- zen bij de programma's Pompen / Centrifugeren en Impregneren.

 Kies het gewenste wasprogramma.

 Raak de sensortoets  aan.

De sensortoets  licht fel op.



 Raak de sensortoets  of  zo vaak aan, totdat de voorgeprogrammeerde tijd in de tijdsaanduiding verschijnt.

Elke keer dat de sensortoets wordt aan- geraakt, wordt de tijd met 1 uur ver- lengd of verkort.

Voorgeprogrammeerde tijd starten

 Tip de knipperende sensortoets Start/

Stop aan.

De voorgeprogrammeerde tijd start en loopt af in de tijdsaanduiding.

Starttijdstip wijzigen

 Tip sensortoets Start/Stop aan.

Het aflopen van de voorgeprogram- meerde tijd wordt afgebroken en het symbool  in het display dooft.

 Tip sensortoets  of  zo vaak aan, totdat de voorgeprogrammeerde tijd in de tijdsaanduiding verschijnt.

 Tip de knipperende sensortoets Start/

Stop aan.

Starttijdstip wissen

 Tip sensortoets Start/Stop aan.

Het aflopen van de voorgeprogram- meerde tijd wordt afgebroken en het symbool  in het display dooft.

 Tip de fel verlichte sensortoets  aan.

Het starttijdstip wordt gewist en sensor- toets  dooft. In de tijdsaanduiding verschijnt de progammaduur.

 Tip de knipperende sensortoets Start/

Stop aan, om het wasprogramma te starten.

(33)

Programma-overzicht

ECO 40-60 maximaal 8,0 kg

Wasgoed Normaal vervuild katoenen wasgoed

Tip – Voor katoenen wasgoed is dit programma het meest efficiënt voor wat betreft het energie- en waterverbruik.

– Bij  is de bereikte wastemperatuur lager dan 60 °C. Het was- resultaat is gelijk aan dat van het programma Katoen 60 °C.

Opmerking voor consumenten en testinstituten:

Als ECO 40–60 wordt gekozen, is het labelprogramma Katoen  geselec- teerd. Dit is herkenbaar aan de fel brandende temperatuuraanduiding 60.

Door de sensortoets 40 aan te raken (brandt gedimd), wordt het labelprogramma Katoen  geactiveerd.

Katoen 90 °C tot koud maximaal 8,0 kg

Wasgoed T-shirts, ondergoed, tafellinnen enzovoort, wasgoed van katoen, lin- nen of mengweefsels

Tip Voor wasgoed dat aan bijzonder hoge hygiënische eisen moet vol- doen, moet een temperatuur van 60 °C of hoger worden gekozen.

Kreukherstellend 60 °C tot koud maximaal 3,5 kg

Wasgoed Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreukherstel- lend behandeld katoen

Tip Kies bij kreukgevoelig wasgoed een lager eindcentrifugetoerental.

Fijne was 40 °C tot koud maximaal 2,0 kg

Wasgoed Kwetsbaar wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels en vis- cose

Vitrage die volgens de fabrikant in de wasmachine kan worden ge- wassen.

(34)

Programma-overzicht

Wol  40 °C tot koud maximaal 2,0 kg

Wasgoed Wasgoed van wol en wasgoed waar o.a. wol in zit

Tip Let bij kreukgevoelig wasgoed op het eindcentrifugetoerental.

Overhemden 60 °C tot koud maximaal 2,0 kg

Wasgoed Overhemden en blouses van katoen en mengweefsels Tip – Behandel kragen en manchetten vóór als dat nodig is.

– Gebruik voor zijden overhemden en blouses het programma Fijne was.

Express 20 40 °C tot koud maximaal 3,5 kg

Wasgoed Katoenen wasgoed dat nauwelijks gedragen of vrijwel niet vuil is Tip De extra functie Kort is automatisch ingesteld.

Donker wasgoed / Je- ans

60 °C tot koud maximaal 3,0 kg

Wasgoed Zwart en ander donker wasgoed van katoen, mengweefsels of jeansstof

Tip – Was dit wasgoed binnenstebuiten.

– Jeansstoffen geven vaak iets af wanneer ze de eerste paar keer worden gewassen. Was lichte en donkere jeansstoffen daarom apart.

Outdoor 40 °C tot koud maximaal 2,5 kg

Wasgoed Outdoorjacks en -broeken met membranen als Gore-Tex®, SYMPA- TEX®, WINDSTOPPER® enzovoort.

Tip – Doe ritssluitingen en sluitingen met klittenband dicht.

– Gebruik geen wasverzachter.

– U kunt dit wasgoed wanneer dat nodig is nabehandelen met het programma Impregneren. Het is beter om dit niet na iedere was- beurt te doen.

(35)

Programma-overzicht

Impregneren 40 °C maximaal 2,5 kg

Wasgoed Voor het nabehandelen van microvezels, skikleding of tafellinnen die voornamelijk uit synthetische vezels bestaan, om zo de water- en vuilwerende werking te verhogen

Tip – Het wasgoed moet net gewassen en gecentrifugeerd of gedroogd zijn.

– Om een optimaal effect te bereiken moet u het wasgoed ther- misch nabehandelen. Dit kan door het te strijken of door het in de droger te drogen.

Pompen / Centrifugeren –

Tip – Alleen pompen: kies  – Let op het ingestelde toerental

Alleen Spoelen / Stijven maximaal 8,0 kg

Wasgoed – Wasgoed dat met de hand is gewassen en moet worden ge- spoeld

– Tafellakens, servetten en beroepskleding die moeten worden ge- steven

Tip – Let bij kreukgevoelig wasgoed op het eindcentrifugetoerental.

– Het te stijven wasgoed moet net zijn gewassen, maar mag niet met wasverzachter zijn nabehandeld.

– Een bijzonder goed spoelresultaat met 2 spoelgangen krijgt u door de extra functie Extra water in te schakelen.

(36)

Extra functies

Met de extra functies kunt u het geko- zen programma nog beter afstemmen op uw wasgoed.

U kunt de extra functies kiezen of uit- schakelen met de desbetreffende sen- sortoetsen in het display.

 Druk de sensortoets voor de ge- wenste extra functies in.

Deze toets licht fel op.

Niet alle extra functies kunnen bij alle wasprogramma's worden gekozen.

Een extra functie, die voor het waspro- gramma niet mogelijk is, is niet gedimd verlicht en kan niet door aanraking ge- activeerd worden.

Kort

Voor licht verontreinigd wasgoed zon- der zichtbare vlekken.

De wastijd is korter.

Extra water

De waterstand wordt bij het was- en spoelproces verhoogd. In het program- ma Alleen Spoelen / Stijven wordt een tweede spoelgang uitgevoerd.

U kunt andere functies voor sensor- toets Extra water kiezen, zie het hoofd- stuk “Programmeerfuncties”.

Voorwas

Voor wasgoed dat door stof en zand sterk is verontreinigd.

Inweken

Voor sterk verontreinigd wasgoed met eiwithoudende vlekken.

– U kunt een inweektijd instellen van 30 minuten en 2 uur in stappen van 30 minuten.

– Vanuit de fabriek is een tijd van 30 minuten ingesteld.

Voor het wijzigen van de inweektijd zie het hoofdstuk “Programmeerfuncties”, paragraaf “Inweektijd”.

(37)

Extra functies

Welke extra functies bij welke wasprogramma's?

Kort Extra water Voorwas Inweken

ECO 40-60    

Katoen    

Kreukherstellend    

Fijne was    

Overhemden    

Express 20  – – –

Donker wasgoed / Jeans    

Outdoor    

Alleen Spoelen / Stijven –  – –

 = Deze functie kan worden geko- zen

 = Deze functie wordt automatisch ingeschakeld

– = Deze functie kan niet worden gekozen

(38)

Programmaverloop

Hoofdwas Spoelen Centrifu-

geren Water-

stand

Wasrit- me

Water- stand

Spoel- gangen

ECO 40-60    2-52,3

Katoen    2-51,2,3

Kreukherstellend    2-42,3

Fijne was    2-42,3

Wol     2 

Overhemden    3-43

Express 20    1 

Donker wasgoed / Jeans    3-52,3

Outdoor    3-43

Impregneren –   1 

Pompen / Centrifugeren – – – – 

Alleen Spoelen / Stijven    0-15

Voor de legenda zie de volgende bladzijde.

(39)

Programmaverloop

 = lage waterstand

 = gemiddelde waterstand

 = hoge waterstand

 = intensief ritme

 = normaal ritme

 = behoedzaam ritme

 = handwasritme

 = wordt uitgevoerd – = wordt niet uitgevoerd

De wasmachine beschikt over een vol- ledig elektronische besturing met bela- dingsautomaat. De wasmachine be- paalt zelf de benodigde waterhoeveel- heid, afhankelijk van de hoeveelheid wasgoed en het absorptievermogen er- van.

Het programmaverloop van de hier ver- melde programma's slaat op het basis- programma met maximale belading.

Nadere bijzonderheden over het programmaverloop

Kreukbeveiliging:

de trommel draait nog maximaal 30 mi- nuten na afloop van het programma om kreukvorming te voorkomen.

Uitzondering: het programma Wol  heeft geen kreukbeveiliging.

De wasmachine kan op elk moment worden geopend.

1)Bij een temperatuur van 60 °C en ho- ger wordt er 2 keer gespoeld. Bij een temperatuur van minder dan 60 °C wordt er 3 keer gespoeld.

2)Een extra spoelgang wordt uitge- voerd, wanneer:

– er te veel schuim in de trommel zit – er een lager eindcentrifugetoerental is

ingesteld dan 700 omw/min

3 Een extra spoelgang wordt uitge- voerd, wanneer:

– u de extra functie Extra water heeft gekozen, als bij de programmeer- functies de optie  of  is geacti- veerd.

5 Een extra spoelgang wordt uitge- voerd, wanneer:

(40)

Programmaverloop wijzigen

Programma wijzigen of trom- mel bijvullen/wasgoed verwij- deren

Is een programma eenmaal gestart, dan kunt u geen ander programma meer kiezen.

U kunt dan ook de deur niet meer ope- nen.

Als u het programma wilt wijzigen of de trommel wilt bijvullen/wasgoed wilt ver- wijderen, moet u het programma afbre- ken.

Programma afbreken

U kunt een wasprogramma ieder mo- ment afbreken, nadat u het heeft ge- start.

 Tip sensortoets Start/Stop aan.

Het water wordt afgepompt, de tijds- aanduiding springt op :. Zodra het symbool  in het display dooft, is het programma afgebroken en kunt u de deur openen.

Als het programma afgebroken is een nieuw programma kiezen

 Open de deur.

 Sluit de deur.

 Controleer of er nog wasmiddel in de wasmiddellade zit. Is dat niet het ge- val, doseer dan voldoende wasmid- del.

 Draai de keuzeschakelaar op het ge- wenste programma en start het pro- gramma met sensortoets Start/Stop.

Trommel leeghalen na afbreken pro- gramma

Als u het wasgoed doornat wilt verwij- deren:

 Open de deur.

 Neem het wasgoed uit de trommel.

Als u het wasgoed gecentrifugeerd (vochtig) wilt verwijderen:

 Open de deur.

 Sluit de deur.

 Draai de programmakeuzeschakelaar op Pompen / Centrifugeren.

Tip: Let op het ingestelde toerental.

 Tip sensortoets Start/Stop aan.

Het wasgoed wordt gecentrifugeerd en kan na het centrifugeren vochtig uit de trommel verwijderd worden.

Programma onderbreken

 Draai de keuzeschakelaar op .

De wasmachine wordt uitgeschakeld.

 U kunt het programma voortzetten door de keuzeschakelaar op het ge- starte wasprogramma te draaien.

Tip: als in de tijdsaanduiding  ver- schijnt, staat de keuzeschakelaar op de verkeerde positie.

(41)

Textielbehandelingssymbolen

Wassen

Het getal in de wastobbe geeft de maximale wastemperatuur aan.

 Normaal programma

 Mild programma

 Zeer mild programma

 Handwas

 Niet wassen

Voorbeelden voor de programmakeuze Programma Symbolen in het on-

derhoudsetiket

Katoen 

Kreukherstel- lend



Fijne was 

Wol  

Express 20 

Drogen

De punten geven de globale tempera- tuur aan.

 Op een normale temperatuur

 Op een lagere temperatuur

 Niet drogen in de automaat Strijken & mangelen De punten verwijzen naar de punten op de regelaar van het strijkijzer en geven de temperatuur aan.

 Ca. 200 °C

 Ca. 150 °C

 Ca. 110 °C

Strijken met stoom kan het was- goed onherstelbaar bescha- digen.

 Niet strijken/mangelen Chemisch reinigen

 Reiniging met chemische oplos- middelen. De letters verwijzen naar het reinigingsmiddel.

 Nat reinigen

 Niet chemisch reinigen

(42)

Wasmiddelen

Het juiste wasmiddel

U kunt alle wasmiddelen gebruiken die geschikt zijn voor huishoudwasmachi- nes. Tips voor het gebruik en voor de dosering van de wasmiddelen kunt u vinden op de wasmiddelverpakking.

De dosering is afhankelijk van:

– De mate waarin het wasgoed is ver- ontreinigd.

– De hoeveelheid wasgoed.

– De waterhardheid.

Wanneer u de hardheidsgraad in uw regio niet weet, informeer daar dan naar bij uw waterleidingbedrijf.

Wateronthardingsmiddel

Heeft het water een hardheidsgraad van II of III, dan kunt u een wateronthar- dingsmiddel gebruiken om wasmiddel te besparen. De juiste dosering vindt u op de verpakking. Doseer eerst het wasmiddel en dan pas het onthardings- middel.

Het wasmiddel kunt u dan doseren zo- als bij water met een hardheidsgraad van I.

Waterhardheid

Hardheids- graad

Totale hard- heid in mmol/l

Duitse hard- heid °dH Zacht (I) 0 – 1,5 0 – 8,4 Gemiddeld (II) 1,5 – 2,5 8,4 – 14

Hard (III) > 2,5 > 14

Doseerhulp

Gebruik voor het doseren van het was- middel de attributen die door de was- middelfabrikant als hulp bij het doseren zijn geleverd, bijv. doseerbolletjes. Ge- bruik die vooral bij vloeibare wasmidde- len.

Navulpakken

Koop zoveel mogelijk navulpakken om het afval te reduceren.

Middelen voor het nabehande- len van het wasgoed

Wasverzachters

Met wasverzachters wordt uw wasgoed extra zacht en minder statisch.

Synthetische stijfsels

Met synthetische stijfsels krijgt u het wasgoed beter in model.

Stijfsels

Met gewone stijfsels wordt uw wasgoed stevig.

(43)

Wasmiddelen

Apart spoelen met wasver- zachter, appreteermiddel of stijfsel

Stijfsel moet zijn voorbereid zoals be- schreven op de verpakking.

Tip: bij het spoelen met wasverzachter de extra functie Extra water inschake- len.

 Doseer wasverzachter in vakje  of plaats een capsule met wasverzach- ter.

 Doseer vloeibaar stijfsel in vakje  en poedervormig of half-vloeibaar stijfsel in vakje .

 Kies het programma Alleen spoelen/

Stijven.

 Wijzig het centrifugetoerental indien nodig.

 Tip bij gebruik van een capsule de Cap  - toets aan.

 Tip de toets Start/Stop aan.

Kleuren en ontkleuren

Schade door ontkleuringsmidde- len.

Ontkleuringsmiddelen veroorzaken corrosie in de wasmachine.

Geen ontkleuringsmiddelen in de wasmachine gebruiken.

Het gebruik van kleurmiddelen in de wasmachine is alleen bij huishoudelijk gebruik van het apparaat toegestaan.

Het zout dat bij het kleuren gebruikt wordt, tast het roestvrij staal aan bij veelvuldig gebruik. Houdt u zich strikt aan de aanwijzingen van de verffabri- kant als u textiel in de wasmachine wilt verven.

(44)

Wasmiddelen

Aanbevelingen voor Miele-wasmiddelen

De Miele-wasmiddelen zijn speciaal voor dagelijks gebruik in Miele-wasmachines ontwikkeld. Meer informatie over deze wasmiddelen vindt u in het hoofdstuk

“Wasmiddelen”.

Miele-wasmiddelen Miele-capsules

UltraWhite UltraColor   

ECO 40-60   –  

Katoen   –  

Kreukherstellend –  –  

Fijne was –    –

Wol  – –  – –

Overhemden   –  

Express 20 –  –  –

Donker wasgoed / Jeans –    –

Outdoor – –  – –

Impregneren – – –  –

Alleen Spoelen / Stijven –/– –/– –/– /– –/–

 Advies  Speciale wasmiddelen (bijv. WoolCare)

– geen advies  Textielonderhoudsmiddelen (bijv. was- verzachters)

 Additieven (bijv. Booster)

(45)

Wasmiddelen

Wasmiddeladviezen conform verordening (EU) Nr. 1015/2010

De adviezen gelden voor de temperaturen zoals aangegeven in het hoofdstuk:

“Programma-overzicht”.

Universele Color- Fijn- en wol- Speciale wasmiddelen

ECO 40-60   – –

Katoen   – –

Kreukherstellend –  – –

Fijne was – –  –

Wol  – –  

Overhemden   – –

Express 20 – 1 – –

Donker wasgoed / Je- ans

– 1 – 

Outdoor – –  

 Advies 1 Vloeibaar wasmiddel

– geen advies 2 Waspoeder

(46)

Reiniging en onderhoud

Ommanteling en bedieningspa- neel reinigen

Gevaar voor elektrische schok door netspanning.

Als de wasmachine uitgeschakeld is, staat het apparaat onder spanning.

Neem vóórdat u de wasmachine een reinigings- of onderhoudsbeurt geeft de spanning van het apparaat.

Schade door binnendringend water.

Door de druk van een waterstraal kan er water in de wasmachine ko- men en onderdelen beschadigen.

Spoel de wasmachine niet met een waterstraal af.

 Reinig ommanteling en paneel met een vochtige doek en een mild reini- gingsmiddel of sopje en droog beide onderdelen daarna met een zachte doek.

 Reinig de trommel met een middel voor roestvrij staal.

Schade door reinigingsmiddelen.

Oplosmiddelhoudende reinigings- middelen, schuurmiddelen, glas- of allesreinigers kunnen kunststof op- pervlakken en andere onderdelen be- schadigen.

Gebruik geen van deze reinigings- middelen.

Wasmiddellade reinigen

Wanneer er met lage temperaturen en vloeibare wasmiddelen gewassen wordt, raakt de wasmiddellade sneller verontreinigd.

 Reinig daarom regelmatig de hele wasmiddellade.

Wasmiddellade verwijderen

 Trek de wasmiddellade naar buiten totdat u weerstand voelt, druk de ont- grendelingsknop in en neem de lade uit het apparaat.

 Reinig de wasmiddellade met warm water.

(47)

Reiniging en onderhoud

Zuighevel en kanaal van vakje /

reinigen

Vloeibaar stijfsel gaat vastplakken.

De zuighevel in vakje / werkt niet meer en het vakje kan overlo- pen.

Als u vaker vloeibaar stijfsel gebruikt heeft, maak dan de zuighevel zeer grondig schoon.

1. Trek de zuighevel uit vakje  en rei- nig de hevel onder de warme kraan.

Reinig ook het buisje waarop de zuighevel aangesloten is.

2. Zet de zuighevel weer op het buisje.

 Reinig het kanaal voor de wasver- zachter met warm water en een bor- steltje.

Ruimte wasmiddellade reinigen

 Verwijder wasmiddelresten en kalk- aanslag van de inspuiters van de wasmiddellade. Gebruik daarvoor

(48)

Reiniging en onderhoud

Hygiëne Info (trommel reinigen)

Wanneer er regelmatig met lage tempe- raturen en/of een vloeibaar wasmiddel wordt gewassen, bestaat het gevaar dat er zich in de wasmachine ziektekiemen en geurtjes ontwikkelen. Reinig de was- machine met het programma Katoen 90 °C. Reinig de trommel uiterlijk wan- neer het controlelampje  brandt.

Watertoevoerzeefje reinigen

De wasmachine heeft één zeefje ter be- scherming van de watertoevoerklep. Dit zeefje, dat zich in de schroefkoppeling van de toevoerslang bevindt, moet u ongeveer 1 keer per halfjaar controle- ren. Wanneer de watertoevoer vaak wordt onderbroken moet u vaker con- troleren.

 Draai de kraan dicht.

 Schroef de toevoerslang van de kraan.

 Trek het rubberen dichtingsringetje 1 uit de groef.

 Pak het kunststof zeefje 2 met een combinatietang of punttang aan de opstaande rand in het midden vast en trek het eruit.

 Plaats alles in omgekeerde volgorde terug.

Draai de schroefkoppeling vast op de waterkraan en draai de kraan open.

Draai de schroefkoppeling nog wat vaster aan wanneer de aansluiting lekt.

Het zeefje moet nadat het is gerei- nigd weer worden teruggeplaatst.

(49)

Wat moet u doen, wanneer . . .

Hulp bij problemen

De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen krijgen kunt u zelf oplossen. In al die gevallen hoeft u de afdeling Klantcontacten niet in te schakelen en kunt u tijd en kosten besparen.

De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te verhelpen. Bedenk echter het volgende:

Reparaties mogen uitsluitend door erkende vakmensen worden uitgevoerd.

Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor de gebruiker.

Het lukt niet om een wasprogramma te starten

Probleem Oorzaak en oplossing

Het display blijft donker. Er staat geen stroom op het apparaat.

 Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit.

 Controleer of de zekering in orde is.

De wasmachine is in het kader van de energiebespa- ring automatisch uitgeschakeld.

 Schakel de wasmachine met de keuzeschakelaar weer in.

In de tijdsaanduiding staat afwisselend  en



De deur zit niet goed dicht en kon daardoor niet wor- den vergrendeld.

 Sluit de deur nogmaals.

 Start het programma opnieuw.

Verschijnt de foutmelding opnieuw, neem dan con- tact op met Miele.

(50)

Wat moet u doen, wanneer . . .

Het programma wordt afgebroken en een controlelampje in het display brandt

Probleem Oorzaak en oplossing

Het storingslampje  brandt, in de tijdsaan- duiding staat afwisse- lend  en  en de zoe- mer klinkt.

De watertoevoer is niet optimaal of zelfs geblok- keerd.

 Controleer of de kraan ver genoeg is openge- draaid.

 Controleer of er knikken in de toevoerslang zitten.

 Controleer of de waterdruk hoog genoeg is.

Het zeefje in de watertoevoerslang is verstopt.

 Reinig het zeefje.

Het storingslampje  brandt, in de tijdsaan- duiding staat afwisse- lend  en  en de zoe- mer klinkt.

De waterafvoer is niet optimaal of zelfs geblokkeerd.

De waterafvoerslang ligt te hoog.

 Reinig filters en afvoerpomp.

 Bedenk dat de maximale opvoerhoogte 1 m is.

Het storingslampje  brandt, in de tijdsaan- duiding staat afwisse- lend  en  en de zoe- mer klinkt.

Het waterbeveiligingssysteem heeft gereageerd.

 Draai de kraan dicht.

 Neem contact op met Miele.

In de tijdsaanduiding staan afwisselend  en

 en de zoemer klinkt.

Er is sprake van een defect.

 Maak de wasmachine spanningsvrij. Trek de stek- ker uit het stopcontact of schakel de hoofdschake- laar uit.

 Wacht minstens 2 minuten voordat u de wasma- chine weer op het elektriciteitsnet aansluit.

 Schakel de wasmachine weer in.

 Start het programma opnieuw.

Verschijnt de melding weer, neem dan contact op met Miele.

(51)

Wat moet u doen, wanneer . . .

Symbool in de tijdweergave tijdens het programma

Melding Oorzaak en oplossing

 brandt De programmakeuzeschakelaar is na de start van het programma op een andere stand gezet.

 Zet de programmakeuzeschakelaar op het pro- gramma dat eerder is ingesteld.

Het programma is afgebroken.

 Open de deur.

 Sluit de deur.

In het display brandt een controlelampje aan het einde van het programma

Probleem Oorzaak en oplossing

Controlelampje  brandt.

Er heeft zich tijdens het wasprogramma te veel schuim gevormd.

 Gebruik de volgende keer minder wasmiddel en neem de doseeraanwijzingen op de wasmiddelver- pakking in acht.

Het controlelampje  brandt.

Er is al langere tijd geen wasprogramma met een temperatuur van boven de 60 °C gedraaid.

 Start het programma Katoen 90 °C met het Miele- machinereinigingsmiddel of een universeel was- poeder.

De wasmachine wordt gereinigd en er ontstaan geen kiemen en geurtjes.

(52)

Wat moet u doen, wanneer . . .

Algemene problemen met de wasmachine

Probleem Oorzaak en oplossing

De wasmachine stinkt. Controlelampje  werd genegeerd. Er is al langere tijd geen wasprogramma met een temperatuur van boven de 60 °C gedraaid.

 Start het programma Katoen 90°C en gebruik daarvoor het Miele-machinereinigingsmiddel of een poedervormig universeel wasmiddel. Zo voor- komt u dat zich in de wasmachine ziektekiemen en geurtjes ontwikkelen.

De deur en de wasmiddellade zijn na het wassen ge- sloten.

 Laat de deur en de wasmiddellade op een kiertje openstaan, zodat deze kunnen drogen.

De wasmachine trilt tij- dens het centrifugeren.

De stelvoeten staan niet gelijk en zijn niet met een contramoer vastgeschroefd.

 Stel de wasmachine stevig en schroef de stelvoe- ten met een contramoer vast.

De wasmachine heeft het wasgoed niet nor- maal gecentrifugeerd en het wasgoed is nog nat.

Bij het eindcentrifugeren heeft de machine een grote onbalans herkend en het centrifugetoerental automa- tisch gereduceerd.

 Vul de trommel altijd met groot en klein wasgoed om het wasgoed beter in balans te krijgen.

Het apparaat maakt een

pompend geluid. Dat is geen storing!

Wanneer het water wordt afgepompt zijn dit soort geluiden normaal.

In de wasmiddellade blijft vrij veel wasmiddel achter.

Er staat onvoldoende druk op het water.

 Reinig het zeefje in de watertoevoer.

 Kies eventueel de extra functie Extra water.

Poedervormige wasmiddelen in combinatie met ont- hardingsmiddelen hebben de neiging te gaan plak- ken.

 Reinig de wasmiddellade en doseer voortaan eerst het wasmiddel en dan pas het onthardingsmiddel in het juiste vakje.

(53)

Wat moet u doen, wanneer . . .

Algemene problemen met de wasmachine

Probleem Oorzaak en oplossing

De wasverzachter wordt niet volledig inge- spoeld of er blijft te veel water in vakje  staan.

De zuighevel zit niet goed of is verstopt.

 Reinig de zuighevel. Zie hoofdstuk: “Reiniging en onderhoud”, paragraaf: “Wasmiddellade reinigen”.

Aan het einde van het programma zit er nog vocht in de capsule.

Het buisje in de wasmiddellade, waar de capsule op wordt gestoken, is verstopt.

 Reinig het buisje.

Dat is geen storing.

Om technische redenen blijft er altijd wat water in de capsule zitten.

Het wasverzachter-/

capsulevakje staat on- der water

De sensortoets  werd niet geactiveerd.

 Bedien de sensortoets  bij het eerstvolgende capsulegebruik.

De lege capsule is na de laatste wasbeurt niet verwij- derd.

 Verwijder een capsule na gebruik en gooi deze weg.

Het afvoerbuisje in de wasmiddellade, waar de cap- sule op wordt gestoken, is verstopt.

 Reinig het buisje.

(54)

Wat moet u doen, wanneer . . .

Een tegenvallend wasresultaat

Probleem Oorzaak en oplossing

Het wasgoed wordt met een vloeibaar wasmid- del niet schoon.

In vloeibare wasmiddelen zitten geen bleekmiddelen.

Fruit-, koffie- of theevlekken zijn er dan moeilijk uit te krijgen.

 Gebruik poedervormige wasmiddelen met een bleekmiddel.

 Gebruik een passende capsule of strooi vlekken- zout in vakje .

 Doseer vloeibaar wasmiddel en vlekkenzout nooit bij elkaar in het wasmiddelvakje.

Op het gewassen was- goed zitten witte, was- middelachtige bestand- delen.

Het wasmiddel bevat niet in water op te lossen be- standdelen ter ontharding van het water, nl. zeolieten.

Deze bestanddelen hebben zich op het textiel vast- gezet.

 Probeer de resten met een borstel te verwijderen wanneer het wasgoed droog is.

 Was donker textiel voortaan met een vloeibaar wasmiddel. Deze middelen bevatten geen zeolie- ten.

 Was dit textiel met het programma Donker was- goed / Jeans.

Op het gewassen was- goed zitten witte, was- middelachtige bestand- delen.

Het wasmiddel bevat niet in water op te lossen be- standdelen ter ontharding van het water, nl. zeolieten.

Deze bestanddelen hebben zich op het textiel vast- gezet.

 Probeer de resten met een borstel te verwijderen wanneer het wasgoed droog is.

 Was donker textiel voortaan met een vloeibaar wasmiddel. Deze middelen bevatten geen zeolie- ten.

 Was dit textiel met het programma Donker was- goed/Jeans.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasmachine alleen dan zon- der toezicht gebruiken, als ze weten hoe ze het apparaat veilig moe- ten bedienen en als ze weten wat voor gevaar

 Deze wasmachine heeft vanwege speciale eisen (ten aanzien van onder meer de temperatuur, de vochtigheid, de chemische besten- digheid, de slijtvastheid en vibraties) een

 Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen be- handeld is, moet voordat het in de wasmachine en droogkast wordt gewassen, grondig in zuiver water worden uitgespoeld.. 

Als u een programma heeft gekozen, zijn de sensortoetsen van de extra functies, die u ook kunt kiezen, ge- dimd..

ort ingeschakeld g voor consumenten iksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het in- e water,

Als de wasmachine op warm water moet worden aangesloten, dan kunnen de instellingen Water hoofdwas, Water voorwas en Water spoelen worden inge- steld op warm (zie het hoofdstuk

Als de wasmachine op warm water moet worden aangesloten, dan kunnen de instellingen Water hoofdwas, Water voorwas en Water spoelen worden inge- steld op warm (zie het hoofdstuk

 Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen be- handeld is, moet voordat het in de wasmachine en droogkast wordt gewassen, grondig in zuiver water worden uitgespoeld.. 