• No results found

voorleesblad voor peuters en kleuters

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "voorleesblad voor peuters en kleuters"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VERSCHIJNT WEKELIJKS

losse nummers 80 cent abonneeprijs 65 cent België 11 F

Kijk, Bobo viert feest!

Zie je hoe vrolijk hij eruit ziet?

Straks gaat hij op de toeter blazen…

Dat zal me een pret worden:

voorleesblad voor peuters en kleuters

(2)

YX el Krabbel

em

PEET

k

dj

1e

Ze

2

- DN _ |

NR

1)

£ NE Nad

ee

Se

ER

d )

1. Dido, het hondje van Bobo's buurvrouw, is een grote lekker- bek. Vooral kluiven lust hij graag! „Als jij met de hond gaat wande- len, Bobo, wil je dan ook wat boodschappen voor mij halen?”

vraagt Mama Konijn. Dat wil Bobo wel. En Dido ook! Want van de slager krijgt hij dan altijd een lekkere kluif!

Boemsi

Bobo Konijn en

Mama Papa Oma Tsjoek-Tsjoek

Zijn

S rn

ed CAAS

2. Onderweg komen ze de slager tegen. „Kijk! Daar is die kleine lekkerbek!’ zegt de slager tegen Dido en hij aait hem. Dido springt vrolijk tegen de slager op. „Waf... waf!" blaft hij. „Nee.

Vandaag heb ik geen kluiven. Misschien morgen welf" zegt de slager. Maar Dido heeft juist nu trek in kluiven!

A

4 stÀn S

ss AN

3. Als de slager al bijna de straat is uitgefietst, trekt Dido nog hard aan zijn halsband. „Toe nouf roept Bobo. „Je hebt toch gehoord wat de slager zei? Vandaag geen kluif" Maar ja, als hondjes trek hebben in kluiven dan zijn ze altijd erg ongeduldig. Want van de

slager krijgt hij toch altijd een kluif!

11-2

4, Zo snel als zijn pootjes zich maar kunnen bewegen rent Dido over de straat. „Niet doen. Kalm aan nou, Dido! roept Bobo.

Maar het hondje luistert niet eens! Bobo kan de halsband bijna niet meer vasthouden. „Woef! blaft Dido. Even later komen ze in

een straat met allemaal bomen en struiken!

(3)

5. Dan gebeurt het. „Whammm..…” Dido glipt nog net door een gat in de struiken. Maar Bobo is daar te groot voor. „Oooo!’ Bobo moet de riem loslaten. „Dido... Didooof' roept hij. Maar alles wat hij nog ziet is het eindje van Dido's halsband dat achter de struik

verdwijnt. „Wat nou?” denkt Bobo.

a)

Á

ie aL mk

ME _TN

7. Wat verdrietig loopt Bobo terug naar huis. Maar plotseling ziet hij Dido! Hij springt tegen een mevrouw op die een tas vol met worstjes in de hoogte houdt. Dido is zo vaak om de mevrouw heen gedraaid dat haar benen met de riem vastzitten. „Weg!

Koest! roept de mevrouw heel kwaad.

ane ST Ser.

ee ie ee

EA ns el

Ze

6. Dan gaat Bobo naar het hondenbewaarhuis om Dido te zoe- ken! Daar ziet hij wel twintig verschillende honden zitten. „Aha! Jij komt zeker een hondje uitzoeken!’ zegt de oppasser. „Neef zegt Bobo. „Ik zoek mijn eigen hond! Dido heet hijf De oppasser

schudt zijn hoofd. „Die heb ik hier nooit gezien!”

GES

8. „Maar dat is ondeugend, Didof zegt Bobo tegen het honde.

„Honden horen aan een lijntje zegt de mevrouw als Bobo de halsband rond haar benen losmaakt. Dat weet Bobo ook wel. „Hij heeft natuurlijk trek in een worstje’ zegt Bobo. „Kom maar mee,

Dido. Dan krijg je er thuis eentje!" „Woef, woef?’ blaft Dido blij.

11-3

(4)

STUNTEL

1. Heintje zit net lekker in het zonnetje in _ 2. Maar dat vindt oom Stuntel onzin. „Flau 8 a „ „Flau- 3. End E laar gaan ze, hoor, het park weer uit.

heeg en) eat aan komt wekulf roept hij. „Jongens als jij moeten fit „We gaan fardiopenr ge gal Stuntei er” at doe je, Hein?” vraagt oom blijven, en niet liggen luieren? Hij pakt achterom. „Loop mij maar achterna, Hein!”

untel. „Ik zit lekker in het zonnetje! Heintje bij zijn voeten vast. „Kom meer Flap holt natuurlijk ook mee Ha, dat

lacht Heintje terug. zegt hij streng. wordt leuk!” denkt hij. ik

5. Hij doet gewoon net of er niks gebeurd is! Oom Stuntel loopt meteen weer verder. „Vooruit, Heintje! roept hij. „Wat sta je toch te treuzelen? Loop mij toch gewoon achternaf" Dat doet Heintje, maar hij denkt intussen: „Ik zal zelf toch maar een beetje beter

uitkijken dan die malle oom van met’

4. Ze hollen een tijdje over straat. Maar als ze vlak bij het hoekje van de straat zijn, gebeurt er iets. Van dé andere kant komt een juffrouw aanwandelen, met een hondje aan de lijn. En... oom Stuntel struikelt over die lijn! „Hahaf' lacht Heintje. „Houdt u nu al

rustpauze, oom?” Maar oom, zegt niks!

(5)

Stuntel botst tegen een meneer op. BENG! Het is net op een hoek waar een groot nieuw huis wordt gebouwd, en die meneer stond daar te werken. „Kan je niet uitkijken! roept de meneer. „O,

7. Die meneer is natuurlijk behoorlijk boos, dat kan je wel aan zijn gezicht zien. Oom Stuntel begint uit te leggen dat hij er echt niets aan kon doen, en gaat erbij zitten. Maar o! Wáár gaat hij nu pre- cies op zitten? Heintje ziet het al: een stapel balken, die klaar pardon hoor!” stamelt oom Stuntel. staat om omhoog gehesen te worden!

8. „Stop roept Heintje nog. Maar het is al te laat… WOEPS! Daar vliegt oom Stuntel met de stapel balken de lucht in. „Help!

roept oom Stuntel. „lemand haalt de grond weg!” O, die oom toch!

eN EE

9. Steeds hoger en hoger gaat het, en ein- 10. Tja, dat moet dan maar. „Pfff..” zucht delijk zijn ze bovenaan. „Hoe... hoe moet ik oom Stuntel even later. „Ik ben blij dat ik nu weer naar beneden?” stamelt oom Stun- weer beneden ben, hoorf” Heintje lacht.

tel. „Gewoon, met de trap! lacht een „Oom...” zegt hij zachtjes. „Zullen we nu werkman. maar lekker in het zonnetje gaan zitten?”

11-5

(6)

zoelen met JSobo

Deze week is er weer een hele bladzij vol met leuke puzzeltjes. Kijk maar: de drie motorrijders lijken precies op elkaar, maar toch is er eentje anders! En als je met je vinger langs de lijntjes gaat, weet je precies welk hondje straks met de bal gaat spelen, wie er met de pantoffel gaat slepen en wie er op het botje gaat knabbelen! Als je met je potlood langs de stippeltjes gaat, komt er een heel lief diertje tevoorschijn: een schildpad!

AA )

(7)

woabbels eigen Wlearplaat

Vier hoedjes op een rijtje… ze zijn allemaal precies hetzelfde, maar ze zijn nog niet afgetekend! Doe jij dat? En dan mag je ze ook mooi kleuren. Allemaal verschillend, dan wordt het vast heel mooi!

Daaronder staan vier speelgoedblokken. Met strepen, met een rondje met een driehoek en met een vierkantje. Kleur je de witte blokken precies zo?

KON AUD

11-7

(8)

DE BOLLEBAASJES ZIJN WEER BEZIG!

De Bollebaasjes gaan vissen! Nou ja, niet allemaal… het dikke Bollebaasje zit natuurlijk al weer te eten! Maar an- dere Bollebaasjes vissen wel. Kijk maar eens hoe slim één Bollebaasje dat doet: hij heeft geen hengel, maar een hooivork. Wat denk je, zal hij nu ook vier visjes van- gen? Opaatje vist natuurlijk ook. Maar oei, zie je waar zijn aas gebleven is? Als dat maar goed afloopt! In het

bootje zit een Bollebaasje die twee dingen tegelijk doet:

hij vist en… hij slaapt. En o, wat handig: op zijn hengel zit een belletje. Als er dan een visje aan komt, gaat het bel- letje vanzelf rinkelen. Slim, hè? Een ander Bollebaasje heeft een kikker gevangen… zie je hoe verschrikt ze el- kaar aankijken? Kijk maar goed!

(9)

en / . 0

(o) |

Jana

En

he

. WA

N/Z , el Ú/

Ale

ree S= 5

Ga. en

an Si \ la, Wig

zE

(10)

Bobbies goudvis

Op de televisie heeft Bobbie gezien dat er in zee alle- maal verschillende soorten vissen wonen. Haringen, schollen, kabeljauwen.…. Maar zo'n mooie vis als Jozef, zijn goudvis, heeft Bobbie op de televisie nog nooit gezien. „Omdat jij maar alleen bent, mag je niet in de grote zee zwemmen?” zegt Bobbie tegen Jozef. „Want de zee is zo groot dat je zo zou verdwalen.” Toch vindt Bobbie dat Jozefs huis erg klein is! „Jozef is altijd zo stil. Ik denk dat hij het geen fijn huis vindt! zegt Bobbie tegen zijn mama. „Wat voor huis moet Jozef dan heb- ben?” vraagt mama. „Zo groot als de zee!" zegt Bob- bie. „Als die dan in de huiskamer staat, letten we goed op hem zodat hij nooit de weg kan kwijtraken!” Bob- bies moeder moet daar erg om lachen.

Op een dag, als Bobbie uit school komt, ziet hij in een dierenwinkel een grote viskom staan. „Da's mooi,”

denkt hij. „Dat is een goed huis voor Jozef! Vlug loopt hij de winkel binnen. „Wat kost dat grote vissenhuis?”

vraagt hij aan de winkelmeneer. „Dertig gulden! zegt de man. „Oei! Zoveel geld heeft mama vast niet! Maar als het maar voor één vis is, is het dan goedkoper?”

De winkelmeneer schudt zijn hoofd. Verdrietig loopt Bobbie naar huis toe.

Als hij alles aan mama vertelt, kijkt die eens in haar portemonnee. „Tjaf zegt ze. „Jozef mag best een gro- tere kom hebben. Maar dan moeten we er nog wel even voor sparen! Jozef moet dus nog even geduld hebben?”

Een weekje later ligt Bobbie 's nachts na te denken

hoe hij Jozef vast een beetje kan helpen. Plotseling

heeft hij een ideetje.

(11)

Voorzichtig sluipt hij zijn slaapkamer uit naar de huis- kamer. Het licht durft hij niet aan te doen, omdat an- ders mama misschien wakker wordt! Dan pakt hij een stoel en schuift die voor de viskom. „Hee, Jozef! Ben je wakker?” Bobbie kan Jozef in het donker niet goed zien. Heel voorzichtig pakt hij de viskom op en loopt ermee naar de badkamer. „Die badkuip is vast groot genoeg voor jou!’ zegt hij tegen de goudvis. Hij stopt het stopje in het gat, draait de kraan open en laat het water met een brede straal in de kuip lopen. Dan gaat Bobbie op de grond zitten en met de vissekom in zijn handen wacht hij tot de badkuip vol met water is. „Blijf maar slapen, hoor Jozef. Morgen zie je je nieuwe huis well’ zegt Bobbie. Omdat de badkuip erg groot is en het heel lang duurt voordat die vol is… valt Bobbie ook in slaap! Maar opeens schrikt hij weer wakker. „Wat is dat nou?” zegt een verschrikte stem. In de deurope- ning staat mama. En o! Het water stroomt over de badkuiprand, allemaal op de vloer! Bobbie schrikt heel erg. „Eh... ik.” hakkelt hij, maar verder kan hij niets zeggen. Bobbie kijkt in de viskom en schrikt dan heel erg. „Jozef is wegf’ roept hij. Met zijn handje roert hij door het water in de kom. „Vannacht zat hij daar nog inf zegt Bobbie. Maar mama schudt haar hoofd. „Nee hoor. Jozef is in de keuken. Het is een verrassing. Ga maar kijken" Vlug holt Bobbie naar de keuken toe, doet het licht aan en… „Jozef! roept hij. Op de aan- recht staat een nieuwe goudvissenkom, en… daar zwemt Jozef! Hoe. hoe kan dat nouf” vraagt Bobbie aan mama. „Vannacht zat hij nog in de kleine komf

„Nee hoor! zegt mama. „Daar heb ik Jozef gister- avond uitgehaald! Jij hebt de hele nacht met de lege goudvissenkom op je schoot zitten slapen!" O, wat is Bobbie blij! Hij wil de nieuwe goudvissenkom meteen optillen en mee naar de kamer nemen. Maar die is veel te zwaar! „Laat die nog maar even staan! zegt mama.

„Eerst moeten we de badkamer opruimen! Dat vindt Bobbie ook. En dan zegt hij: „Die badkuip was toch niet zo'n goed plannetje. Jozef zou daar helemaal niet naar buiten kunnen kijken! Nee hoor, die nieuwe kom

is véél beter!’ zegt hij dan. ok ok ok ok ok ok ok ok ok ok ok ok ok ok ok ok ok ok ok DR ok ok ok ok ok ok ok ok ok ok ok ok ok ok kk ok ok

®

© _BOBO BON

® n, of de gegevens

erva „ overnemen 0 velop sturen Bo

8 naar:

Bon invulle de en

frankeer! Jan Bl ockxstraat

p een vel papier

bo, Postbu

7, 2000 Antwerpen.

gobo oel 74-03Â

en in een

s 400, Amsterdam

invullen)

.

® (nier eigen naam en adres inV en nn ie

En

E

hd - Ln

haas

za nl Prov:

a

nn

….

@ Adres: A

® plaats:

mr ng per post een B

® \k ontvang

gaen

® peze kleuter wordt

| -

e ©

° na

Prov: mi

3 maas

jongen/ meisie ©

© plaats:

© Leeftijd:

pe ing ouder:

:

Handteken

n

ers acceptgiroka: 8 e re ES en se eije pad hee de toegezonden

end sad e pladenman, de be kwartaal (13 nrs.) en agja 8 : vo, De °

.: gei ent per week of ‘oi Penbieding Is geldis tot zl

® gobo-abonneeprijs 65 cl

le

e seiaië 5

RN A ED OA ED AD OI 9 CED CR Ea ED Ca FTD ED

De winnares van de Bobo plezierkaart wedstrijd nr. 1 is Iris Hogenboom uit Haarlem,

zij krijgt die mooie knuffelezel als prijs.

Een warme Bobo-das speciaal voor jou geweven van héél zacht materiaal.

Waar je nog lang plezier van kunt hebben!

Ja hoor, jij krijgt die mooie Bobo-das helemaal voor niets als je nù een nieuw abonneetje opgeeft.

En dat is ook een kunstje van niets, want er is altijd wel een kleuter in de buurt die Bobo nog niet heeft, maar wel dolgraag wil hebben. Vul maar gauw de bon in, dan heb jij ten- minste snel je Bobo-das thuis. Dag kou!

(12)

1. „Wat een heerlijk weertje is het tochf” zucht Simmie tegen zijn 2. „Kun je niet ergens anders graven?” zegt Rongrong tegen het vriendje Rongrong. „Er gaat toch maar niets boven lekker luieren jongetje. „Wij willen hier uitrusten!’ „Pff, gaan jullie maar ergens op het gras in het zonnetje!’ „Hee! Wat is dat nou?” roept Rong- anders liggen, hoor!” zegt het jongetje. „Ik ben wormen aan het

rong. „Ik krijg allemaal kluiten aarde op mijn hoofd!” zoeken en ik ga niet weg omdat jullie dat zo graag willen”

oe Did 3

rt sh

(Lo

\

‘ —

>

3. „Kunnen we hier nu niets tegen doen, Simmie?” vraagt Rong- 4. „Help! Een reuzewormf’ gilt het jongetje. En hij loopt weg, zo rong. „Als hij zo graag wormen wil hebben, weet ik wel iets waar hard als hij maar kan. Het potje met wormen laat hij ook nog val- hij erg van zal schrikken!’ zegt Simmie. Hij steekt zijn slurf in de len. „Ziezo, arme wormpjes!’ zegt Rongrong. „Nog eventjes en

grond en vlak voor het jongetje komt die weer tevoorschijn. dan mogen jullie weer fijn in het lekkere gras gaan kruipen!

11-12

(13)

ee verschrikkelijk hard hier,

nn en en weet je wat de poolvos doet? en

D Ee Hij zoekt, heel slim,

5 5 een grote yak op,

Ee en schuilt er fijn op zijn gemak!

Sef Gezellig daar zo met zn tweetjes…

en _ ____ Het is een heel erg lieve yak!

(14)

1. Pukkie en Wanda zijn bij Neptunus om er een grote, mooie pa- rel te halen voor de Sprookjeskoningin. Met haar toverstokje heeft Wanda zichzelf en Pukkie betoverd. Nu kunnen ze onder water lopen. Maar. als ze bij Neptunus komen, zegt die verdrie-

tig: „De parel is weg! Zoëven lag hij hier nog?”

2. Pukkie en Wanda gaan de parel meteen zoeken. Ze kijken overal: achter de waterplantjes, en onder de stenen, overal. Maar nergens, nergens is de parel. En nèt willen ze weer teruggaan, als ze iets raars zien: daar, een heel klein inktvisje! Maar wat kijkt die

verdrietig! Ach. al zijn acht armpjes zitten in de knoop.…!

se G u

&” Pd n

{ 455 Ee

Pp Bij

3. „Kom maar, ik help je wel even! zegt Wanda vriendelijk. Maar 4. „lets leuks?” vraagt Wanda. „Jar knikt het inktvisje. „Ik heb hem tjonge, wat gaat dat moeilijk. met het toverstokje gaat het veel

makkelijker! „Hoe komen al jouw armen nu opeens in de knoop?”

vraagt Pukkie verbaasd. „Ik holde zo hard.…” zegt het inktvisje. „Ik wilde vlug naar Neptunus toe om iets leuks te vertellen!”

heel goed geholpen! Hij had een heel mooie parel zomaar laten slingeren, nou, en toen heb ik hem netjes opgeruimd. Daar, in de schelp" O, o, wat moeten Pukkie en Wanda nu lachen… „En die

parel zoeken wij juist! roepen ze. „Die parel was voor ons!”

3 5 E Twins. Eenun EE Abonnementsopgaven: Schrijf naar postbus 400, Amsterdam of bel 020-5411345 dan wel één van de onder „inlichtingen, klachten,

7 ni % u enz.” vermelde nummers. Abonnementsprijzen: 65 cent per week of f 8,45 per kwartaal (13 weken). Losse nummers: 80 cent, ver- Krijgbaar bij kiosk, boek- en tijdschriftenhandel, supermarkt en warenhuis. Prijzen en condities buiten Nederland en België worden op aan- vraag verstrekt. Verkoop en distributie. Medianet bv, Postbus 400, Amsterdam. Betalingen. Wie het blad via de bladenman/ weder- verkoper ontvangt, kan de betaling met hem (per week, maand of kwartaal) regelen. Komt het blad per post, dan wordt voor de betaling per kwartaal een stortings/acceptgirokaart toegestuurd. Inlichtingen, klachten enz. Abonnees die het blad via de bladenman/wederver- koper ontvangen, kunnen zich tot de volgende servicepunten wenden: Amsterdam, Parnassusweg 215, tel: 020/736211-736212.

Alkmaar, De Laat 12-14, tel.: 02200/16077-12587. Arnhem, Boulevard Heuvelink 147, tel.: 085/451551-451553. Breda, Jorisstraat

(15)

SPROOGKHIESLAND?

(Ozn

5. Ze lopen meteen naar de schelp toe. „Hier is het” wijst het inktvisje. Pukkie gluurt naar binnen. „Ja! Ja, ik zie hem liggen?

roept hij. Voorzichtig steekt hij een hand uit, en dan pakt hij de pa- rel. Zo vlug ze kunnen, gaan ze weer terug naar Neptunus.

mis us es dd e s 5 ie

6. „Neptunus! Neptunus! We hebben de parel? roepen ze al uit de verte. Nu, je kan begrijpen dat Neptunus verschrikkelijk blij is. Hij wil meteen alles weten. Gelukkig is hij helemaal niet boos. „Het inktvisje wilde alleen maar goed zijn best doen, en dat is toch aar-

dig!" zegt hij. „Wat zal de Sprookjeskoningin blij zijn?”

8. Pukkie houdt de parel vast, en hij past er erg goed op! „Daar is het strand alweer!" wijst Wanda. „En kijk, de Sprookjeskoningin en de hofdames staan al te wachten! Wat is de Sprookjeskoningin blij als ze de mooie parel ziet! „Jullie hebben verschrikkelijk goed

je best gedaan, hoor!” zegt zij. „Heel, heel hartelijk bedankt!”

20, tel: 01600/52250-52251. Den Haag, Stationsweg 76, tel: 070/632944-632947. Eindhoven, Stratumsedijk 23 h, tel: 040/112625. Enschede, Brinkstraat 121, tel.: 05420/15828.

Groningen, Ged. Kattendiep 29, tel: 050/125650. Leeuwarden, Verlengde Schrans 26, tel: 05100/26330. Roermond, Willem || Singel 33a, tel: 04750/13343. Rotterdam, Brandersplaats 1 2-13. tel.:010/132090. Utrecht, Bartoklaan 21 ‚tel.:030/938941. Vlissingen, Grote Markt 14, tel: 01184/3939. Voor abonnees die het blad per post ontvangen: Afdeling Postabonnementen BOBO, Postbus 299, Haarlem, tel.: 023/339040. Adreswijzigingen. Drie weken tevoren opgeven aan de bladenman/wederverkoper of de Afdeling Postabonnementen (zie inlichtingen, klachten enz.) Advertenties. Admedia bv, Postbus 7902, Amsterdam, tel.: 020/541 1345. Verdeler voor België NV Tijdschriften Uitgevers Mij, Jan Blockxstraat 7, 2000 Antwerpen, tel: 03-382380. Postrekening nr. 834.05. Prijs per nummer 11 F; verkrijgbaar bij de verkoper en in de boek- en dagbladhandel. Agency for Canada Dutch Magazine and Book Import Cy. 129 Huronstreet Oshawa — Ont. Att. Mr G. Altena. © 1974 Oberon bv. Haarlem, Holland. Halfjaar-verzamelbanden (om zelf oude nummers van BOBO in te binden) zijn op aanvrage ver- krijgbaar bij de bladenman/wederverkoper à f 6,95. Ziet u de bladenman/wederverkoper niet, dan kunt u ook bestellen door overschrijving van f 6,95 + f 1,- verzendkosten (totaal dus f 7,95) op girorekening nr. 9229 t.n.v. Medianet bv, Extra Uitgaven, Amsterdam. Duidelijk bij betaling vermelden: „Verzamelband BOBO'".

„Voorzichtig hoor! zegt Pukkie. De rug van de schildpad is ook zó glad. Daar is het laddertje van het bootje al. „Dag! En nog wel bedankt!” roepen Pukkie en Wanda als ze naar boven klimmen.

(16)

1. Je weet natuurlijk allang, dat Appel zo graag mooie hoeden opheeft. Snuffel staat er net naar te kijken, en… hij is een beet- je jaloers! „Waarom heeft Appel zulke mooie hoeden, en

waarom heb ik geen mooie kleren?” denkt hij.

3. Dan hoort Snuffel opeens een geluidje van buiten. „Miauw!

Miauwf’ klinkt het zachtjes. Het is een klein poesje, dat heel nieuwsgierig het erf van Jimmies boerderij is opgetrippeld.

„Woef? blaft Snuffel boos.

EK ep

eg k

|

5. Maar o! Die domme Snuffel is helemaal vergeten, dat hij Jimmies sjaal nog om zijn nek heeft! En ja hoor, daar gebeurt het al: Snuffel struikelt over de lange sjaal. Boem! Daar ligt hij

op zijn snufferd. „Oeif zucht hij.

2. Snuffel loopt meteen de boerderij binnen, en gaat op zoek naar mooie kleren. Kijk, daar hangt een fijne lange sjaal. Snuf- fel probeert 'm meteen. „Zie je wel, hoe mooi dat staat!” denkt

hij trots. „Een echte sjaal voor mijf

Eed

: STe

4. Je weet, dat hondjes altijd erg graag kleine poesjes achter- na zitten. Snuffel ook! „Woef! Wat doet die hier?” blaft hij. En hij rent naar buiten om het kleine poesje weg te jagen. „Woef!

Woef! Wegwezen!’

NN

Vd

RA AAL me

6. Gelukkig, Jimmie is in de buurt. Hij wikkelt die lastige sjaal meteen weer van Snuffels nek af. „Hm... ik geloof dat jij die sjaal veel beter kan dragen?” bromt Snuffel. „Preciesf lacht

Jimmie. „Dat lijkt mij ook het beste!”

de 7 |

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Jij was de dief, zegt Jip. Wat moet ik dan doen? zegt Janneke. Jij moet sluipen, zegt Jip. Dieven sluipen al- tijd. Janneke probeert te sluipen. Janneke doet de kast

„Als ik maar geen klappen krijg, fluisterde Raffel, die helemaal boven op de pantoffel was gaan liggen.. Eindelijk vond de meneer zijn pantof- fel in de

Gelukkig maar dat hij zelf Bissy het veegkonijn de klokhuizen al heeft opgeruimd.. Ze ook appels gekocht

„Het is zijn peperbus, anders had hij dat ding niet muzikanten trapt bij het niezen in de grote trom.. „Lopen, oomf' roept

En toch is het een schitterend boek, waar sommige kinderen van zullen smullen. „Met zo'n boek moet je gaan

Hij hoort door zijn gefluit zijn vriend Willem niet aankomen.. „Ha, die Stuntelf roept

Reactie op onbestrafte overtredingen boek Peter Mascini epub.. Reis naar het einde van de

Maar Klein-Scherpoog wilde graag bij zijn vader zijn, als hij uit jagen ging.. Ik zal het