DE TOEKOMST VAN HET ACHTERWATERSCHAP
Landschapsarchitectonische voorverkenning
In opdracht van:
College van Rijksadviseurs
& Waterschap Rivierenland
Door:
LOLA landscape architects
DE TOEKOMST VAN HET ACHTERWATERSCHAP
Landschapsarchitectonische voorverkenning
11 februari 2016
De afbeeldingen in dit rapport zijn ter ondersteuning van het onderzoek en zijn niet beoogd als ontwerp of als eindbeeld. Aan de kaarten en teksten kunnen geen rechten worden ontleend.
Inhoudsopgave
Voorwoord
1. Inleiding
1.1
De kades van Nederland
1.2
Landelijke opgave
1.3
De kades van het Achterwaterschap
2. Dijkportret
2.1
Historie Achterwaterschap
2.2
Ontwikkelingsgeschiedenis
2.3
Landschapsanalyse
2.4
Het bestaande kadeprofiel
2.5
Veldwaarnemingen
2.6
Gesprekken stakeholders
3. Opgave
3.1
Kadeversterking
3.2
Ecologische verbindingszone
3.3
Cultuurhistorie en recreatie
4. Ontwerp
4.1
Ontwerp uitgangspunten
4.2
De Adaptieve Dijk
4.3
Alternatief Blauwgrasland
4.4
Alternatief Bloemrijk
4.5
Alternatief Paling
5. Conclusies
5.1
De kades van het Achterwaterschap
5.2
De kades van Nederland
Bijlage
Methodiek
7 9 9 10 13 16 20 32 34 36 40 40 42 46 46 48 54 60 66 66 68Voorwoord
De toegevoegde waarden van het Achterwaterschap
Voorliggende landschapsarchitectonische voorverkenning over de versterkingsopgave van het Achterwaterschap is een coproductie van Waterschap Rivierenland en het College van Rijksadviseurs (CRa). De voorverkenning is samengesteld door LOLA Landscape Architects in vervolg op hun boek Dijken van Nederland, waarin ze een typologie van waterkeringen lanceren. Het bureau is met dit ontwerpend onderzoek in staat gesteld om bepaalde onderdelen van het dijkenboek in een praktijksituatie toe te passen. Het concept van het “dijkportret” bijvoorbeeld, als format voor het beschrijven en karteren van de kenmerken van een dijkvak, is hier voor het eerst uitgewerkt. Wat het Waterschap en de Rijksadviseur voor Landschap en Water in dit project bindt is de belangstelling voor de vraag welke maatschappelijke en landschappelijke meerwaarde verborgen zit in een noodzakelijke maatregel voor hoogwaterveiligheid. Die uitdaging wordt voor het stelsel van primaire keringen langs de rivieren en de kust al wat langer onderzocht en uitgewerkt maar is ook voor de regionale keringen – en in het bijzonder de veenkades van laag Nederland – van groot belang. In het specifieke geval van het Achterwaterschap is met het ontwerpend onderzoek de maatregel voor hoogwaterveiligheid ook verbonden met maatregelen voor waterkwaliteit en natuur.
Deze voorverkenning is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het ministerie van OCW. Het departement heeft het CRa gevraagd om mee te denken over de wijze waarop de bescherming van cultureel erfgoed kan meeliften met de verbetering van de ruimtelijke hardware van Nederland, bijvoorbeeld in het kader van de energietransitie en het waterbeheer. Het inzicht dat door LOLA wordt gegeven betreft dus ook de mogelijkheden om de cultuurhistorie van het Achterwaterschap in de westelijke Alblasserwaard in te zetten als inspiratiebron voor het ontwerp van de te nemen maatregelen.
We spreken niet alleen graag onze waardering uit voor de resultaten die zijn opgetekend in deze rapportage maar vragen de betrokkenen om na te gaan in hoeverre de processtap “voorverkenning” ook in andere projecten bestaansrecht zou kunnen krijgen.
Eric Luiten
Rijksadviseur voor Landschap en Water Roelof Bleker
<Nieuw Lekkerland
Groote- of Achterwaterschap
De Alblas
<Oud-Alblas
<Kooiwijk
<Alblasserdam
<Brandwijk
<Molenaarsgraaf
<Streefkerk
<Kinderdijk
<Groot Ammers
<De Donk
<- projectgrens
<
- invloedszone
1. Inleiding
Nederland telt duizenden kilometers aan kades: door mensenhanden opgeworpen grondlichamen, bedoeld om watergangen op hun plek te houden. Omdat veel van de watergangen kades hoger liggen dan het omringende landschap, zijn veel van de kades ook regionale waterkeringen. Veel aandacht gaat doorgaans uit naar de primaire
waterkeringen, maar dat ook regionale waterkeringen kwetsbaar kunnen zijn werd duidelijk in 2003, toen een veenkade in Wilnis afschoof en het dorp blank zette. Een soortgelijke doorbraak vond plaats aan de Rottekade in Rotterdam.
Door deze doorbraken werd de aandacht enigszins verlegd naar de hoedanigheid en de waterveiligheid van dit soort kades, die vaak uit veen of klei op veen bestaan. Hierdoor is er de mogelijkheid dat in het geval van een lang aanhoudende droge periode de dijk gaat ‘drijven’ op de ondergrond,afschuift of wegzakt. Veel van de kades zijn daarom afgekeurd. Niet zozeer op hoogte, maar op stabiliteit.
1.2 Landelijke opgave
Er ligt een grote landelijke opgave om deze kades te versterken. Veel van de versterkingen zijn al uitgevoerd of in uitvoering. Een gangbare methode lijkt het aanbrengen van een zogenaamde ‘lange berm’; een steunberm die moet voorkomen dat de kade afschuift. De lengte van de steunberm varieert, maar kan tientallen meters in beslag nemen, afhankelijk van de technische eigenschappen van de bodem en het water. Hoe breder de steunberm, des te meer gevolgen het heeft voor de inrichting én het gebruik van het aangrenzende land.
Het denken over dijken en kades in Nederland is in verandering. Dachten we een tijd lang over dijken als alleen onze waterkeringen, nu is de gedachte dat dijken juist meer zijn dan waterkeringen alleen. Het zijn ook onze wegen, onze parken, onze woonlinten en natuurlijke verbindingen en onze herinneringen. Met andere woorden: de dijk is van ons allemaal. En precies hetzelfde geldt voor de kades van Nederland. Hoe kan een kade meer zijn dan een kade alleen, hoe kan de kade van ons allemaal zijn, en hoe kan een kadeversterking hieraan bijdragen? De onderzoeksvraag voor deze voorverkenning luidt als volgt:
Hoe kan een kadeversterking een integrale bijdrage leveren aan gebiedseigen thema’s zoals cultuurhistorie, het watersysteem, de recreatie, de ecologie en de leefbaarheid, en wat voor alternatieven zijn hierbij denkbaar?
Veenkades en dijken (zwart) Het Achterwaterschap (geel).
1.3 De kades van het
Achterwaterschap
Het Achterwaterschap is een bijna 13 kilometer lang middeleeuws afwateringskanaal in het veenweidegebied van de Alblasserwaard. De kades van het Achterwaterschap zijn grotendeels afgekeurd: deels op hoogte en deels op stabiliteit. Binnen deze voorverkenning en de hiervoor gestelde onderzoeksvraag, is het Achterwaterschap hét onderwerp van onderzoek. Aan de hand van de voorgenomen kadeversterking van het Achterwaterschap zijn drie verschillende alternatieven ‘zienswijzen’ ontwikkeld op een integrale manier het verband leggen tussen de versterking van de kade en het behoud en de ontwikkeling van het aangrenzende landschap.
Het Achterwaterschap werd in de Middeleeuwen aangelegd zodat de steeds verder dalende veengebieden blijvend konden afwateren op de rivier. Het is tevens de boezem voor de omliggende polders, die hier direct op afwateren. De kades van het Achterwaterschap liggen op een slappe ondergrond van veen en voldoen niet meer aan de gestelde veiligheidseisen tegen doorbraak en/of overstroming. De Provincie Zuid-Holland en het Waterschap Rivierenland hebben de verantwoordelijkheid om voor 2030 deze kades te versterken. De planning is om deze kadeversterking tegelijkertijd te laten lopen met het realiseren van een ecologische verbinding langs het Achterwaterschap.
Landschapsarchitectonische voorverkenning
De Ablasserwaard is een typisch voorbeeld van een dalend veenweidegebied met hoge cultuurhistorische waarden zoals het Unesco Werelderfgoed Kinderdijk en de monumentale Oude Hollandse Waterlinie. Vanuit het College van Rijksadviseurs is de vraag gesteld hoe de kadeversterking van het Achterwaterschap een bijdrage kan leveren aan het behouden en het beleefbaar maken van deze cultuurhistorie van het gebied. De kadeversterking biedt tevens kansen
voor behalen van andere geplande beleidsdoelen, zoals de aanleg van ecologische verbindingen, het verbeteren van het watersysteem, en het versterken van de lokale economie en de leefbaarheid.
Voor velen is het versterken van een kade wellicht een kwestie van klei schuiven. Maar de toepassing van een steunberm raakt het grondgebied van anderen. En om de eerder genoemde kansen ook daadwerkelijk te kunnen benutten, is een vooronderzoek nodig dat die kansen inzichtelijk maakt. Dit is het doel van deze landschapsarchitectonische voorverkenning. Deze voorverkenning staat helemaal vooraan in het proces van de kadeversterking, nog vóór de daadwerkelijke verkenningsfase. De afbeeldingen in dit rapport zijn ter ondersteuning van het onderzoek en zijn niet beoogd als ontwerp of als eindbeeld. De Toekomst van het Achterwaterschap
In het onderzoek wordt het Dijkportret als een middel toegepast. Het is een middel om een volledig beeld van een dijk of kade te scheppen, in dit geval het Achterwaterschap. Het Dijkportret wordt opgebouwd uit een beschrijving van achtereenvolgens de geschiedenis, de gebiedsontwikkeling, een beschrijving van het landschap en opbouw van de huidige kade. Dit gedeelte is goeddeels een kaart- en literatuurstudie, aangevuld met kennis vanuit Waterschap Rivierenland.
Onderdeel van het Dijkportret zijn ook veldwaarnemingen en gesprekken met belanghebbenden. Beide voorzien in de informatie die een kaart- en literatuurstudie niet kunnen geven. Het gaat bij de veldwaarnemingen over de beleving van het landschap: de aard, vorm en grootte ervan. Uit de gesprekken met de belanghebbenden komen juist de kwaliteiten, bedreigingen en kansen naar voren.
In het 3e hoofdstuk wordt de opgave voor het
Achterwaterschap beschreven. Hierna wordt in hoofdstuk 4 de ontwerpprincipes uitgelegd en drie alternatieve
denkrichtingen geschetst voor een integrale benadering van de kadeversterking. In hoofdstuk 5 zijn er conclusies getrokken voor de vervolgstappen in het proces van de kadeversterking.
grasland grasland grasland grasland grasland grasland boezem boezem grasland bouwland bouwland bouwland grasland grasland grasland bouwland onontgonnen onontgonnen bouwland eerste ontginning vanaf de oeverwallen richting het veen (10de eeuw). Tweede fase zijdwendes.
Zijdwendes, dwars op de rivierrichting. Eerste dijkring (1277).
Achterkades parallel aan de rivier. Projectgebied Achterwaterschap
Kanaal Achterwaterschap gegraven, om water van de Giessen, op het meest westelijke punt bij Kinderdijk op de Lek te lozen(1365).
2.1 Historie Achterwaterschap
Het Achterwaterschap is één van de karakteristieke boezemwateren van de Alblasserwaard. De Alblasserwaard is een rivierpolder van het westelijke riviergebied en is geheel omsloten door rivieren. Op de hogere oeverwallen van de rivieren en voormalige veenriviertjes waren al in de Romeinse tijd mensen gevestigd. Vanaf deze hoger gelegen delen ging men in de 10de eeuw de lager gelegen veengronden ontginnen. Dit gebeurde in die tijd op grote schaal in de veenlandschappen van Nederland en wordt daarom ook de Grote Ontginning genoemd .
Het veen werd ontgonnen in smalle stroken en in gebruik genomen door de boeren. Haaks op de rivieren werden sloten gegraven om het drassige veenland te ontwateren. De ontwatering van het veen had als gevolg dat het veen inklonk, de bodem daalde en het land moest worden beschermd tegen overstromingen. Dit werd gedaan doormiddel van zijdwendes (dijken die dwars op de richting van de rivier stonden), waarmee het land werd beschermd tegen overstromingen. Daarna werden parallel op de rivier achterkades aangelegd die het land beschermde tegen water uit de lager gelegen veenkoepel. Het tracé van de dan toekomstige Achterwaterschap is hierin reeds te herkennen. Na een tweede fase van zijdwendes werd in 1277 onder leiding van Floris V met een totale dijkring om de waard begonnen, waarmee uiteindelijk een waterstaatkundige eenheid werd gecreëerd en de Alblasserwaard ontstond. Er ontstonden twee waterschappen: De Overwaard en de Nederwaard. Het waterschap van de Overwaard waterde af via het veenriviertje de Giessen; het waterschap de Nederwaard via het riviertje de Alblas. Bij hoge rivierstanden werden de sluisdeuren gesloten. Omdat ook in de wijdere omgeving gebieden werden ingepolderd kregen de rivieren steeds minder ruimte. De rivierpeilen stegen daardoor. Er ontstonden zo problemen om het overtollige water uit de Alblasserwaard
weg te laten stromen naar de rivier. In 1367 besloot men om voor het gebied van de Overwaard een kanaal te graven dwars door de Nederwaard naar Kinderdijk omdat de ebstanden op de rivier bij Kinderdijk het laagst waren. Dit is de huidige Achterwaterschap.
Met de ontginning van het gebied werden duizenden kilometers watergangen gegraven om het moerasland te draineren en in cultuur te brengen: een heel fijnmazig stelsel van parallelle sloten. Er ontstond een zogeheten ‘slagenlandschap’. Als gevolg van deze drainage klonk het veen in en de bodem daalde. Ondertussen bleven de rivierpeilen stijgen. Dit leidde rond 1450 onherroepelijk tot nieuwe problemen met de afwatering. Verder naar het westen kon men niet voor een nieuw lozingspunt. Dus moest er iets anders worden verzonnen. Vanaf dat moment werden de eerste poldermolens gebouwd. Na 1450 stonden er in totaal zo’n 350 molens om het water uit de polders omhoog te malen naar de Giessen en de Alblas. Die functioneerden dan als ‘lage boezems’. Langs de lage boezems van de Overwaard en de Nederwaard werden dijken (‘boezemkaden’) aangebracht om het waterniveau in het boezemstelsel omhoog te brengen, zonder dat het terug zou lopen naar de polders. Als gevolg van het verhoogde peil in de boezems kon het water toch bij lage rivierstanden via de sluizen bij Kinderdijk weglopen. Maar ook daarna bleven de rivierpeilen stijgen. Rond 1730 lukte de afwatering met dit systeem niet meer goed. De beide waterschappen besloten daarom om ook de beide Lage Boezems te gaan bemalen om het water uiteindelijk in de rivier te kunnen krijgen. Daartoe werden bij Kinderdijk aan weerszijden van de beide Lage Boezems stukken land als Hoge Boezems ingericht, omgeven door dijken. Deze kon men volpompen naar een hoger niveau van ca. 1.00 meter boven het peil van de Lage Boezems. Langs de Lage Boezems werden daartoe aan beide kanten molens gebouwd, acht voor de
2. Dijkportret Achterwaterschap
PAPENDRECHT SLIEDRECHT GORINCHEM DORDRECHT RIDDERKERK Streefkerk Nieuw-Lekkerland Vuilendam Nieuwpoort Giessen-Oudekerk Bleskensgraaf Meerkerk ALBLASSERDAM Krimpen aan de Lek Ammersche Boez em Otterlandsche Vliet Groote of Achterwaterschap Giessen Beneden Merwede Boven Merwede LekDe oeverwallen van de rivier hebben een ondergrond van klei, midden in de polder liggen de lager gelegen veengebieden. Het Achterwaterschap ligt bijna volledig in het veengebied.
PAPENDRECHT SLIEDRECHT GORINCHEM DORDRECHT RIDDERKERK Streefkerk Nieuw-Lekkerland Lekkerkerk Vuilendam Nieuwpoort Giessen-Oudekerk Bleskensgraaf Meerkerk ALBLASSERDAM Krimpen aan de Lek Ammersche Boez em Otterlandsche Vliet Groote of Achterwaterschap Giessen Beneden Merwede Boven Merwede Lek
Nederwaard en acht voor de Bovenwaard. Vanaf dat moment kreeg de Alblasserwaard een getrapte bemaling: eerst vanuit de poldersloten naar de Lage Boezems, vervolgens vanuit de Lage Boezems naar de Hoge Boezems.
De voormalige lagergelegen rivieren zijn door de voortdurende ontwatering van het veen, de hogere delen in het landschap geworden, en het veen is steeds lager komen te liggen, een inversie van het landschap.
De boezemkades in de regio zijn te herkennen en in te delen naar de ontwikkeling die de boezem heeft doorgemaakt. Er is een onderscheid te maken tussen natuurlijke veenstromen en de gegraven veenstromen. Het Achterwaterschap is zoals eerder aangegeven een gegraven veenstroom. Een nader onderscheid is er te maken tussen bebouwde en onbebouwde veenkades, waarbij het Achterwaterschap een onbebouwde veenkade is.
Gegraven veenstroom met onbebouwde kades.
(afbeelding uit: Dijken van Nederland 2014, LOLA)
Gegraven veenstroom met bebouwde kades
natuurlijke veenstroom
gegraven veenstroom met bebouwde kades gegraven veenstroom met onbebouwde kades
kanaal tiendweg rivierdijk
De 2 boezemgebieden en type kades.
(bewerking van waterhuishouding omstreeks 1900 blz. 249 Polderatlas 2009, Steenbergen e.a. en type kades uit landschapsvisie regionale keringen 2015, HNS.)
Afwateringsgebied Overwaard Afwateringsgebied Nederwaard Projectgrens PAPENDRECHT SLIEDRECHT GORINCHEM
DORDRECHT
RIDDERKERK Streefkerk Nieuw-Lekkerland Vuilendam Nieuwpoort Giessen-Oudekerk Bleskensgraaf Meerkerk ALBLASSERDAM Krimpen aan de Lek Ammersche Boez em Otterlandsche Vliet Groote of Achterwaterschap GiessenBeneden Merwede
Boven Merwede
Lek
OVERWAARD
NEDERWAARD
Voor de19de eeuw
De hogere delen uit het landschap werden als eerste bewoond. De Donk langs het Achterwaterschap is dan ook één van de oudste bewoonde plekken van de Alblasserwaard. In de kaart van de Oude Hollandse Waterlinie is te zien dat de kade van het Achterwaterschap als inundatiedijk werd gebruikt. In 1672 werd een deel van de polder onderwater gezet om de Franse soldaten van Lodewijk XIV tegen te houden.
Op de kaart uit 1685 zijn de oost-west georiënteerde kamers (landschappelijke structuren) van kades en zijdewendes te zien. De grenzen van de kamers zijn herkenbaar aan deze kades maar ook aan de wegen, beplantingen en bebouwing die in de loop der jaren op de uiteenlopende kades werden aangelegd en nog steeds zichtbaar en kenmerkend zijn voor de Alblasserwaard. Deze kamers zijn ruimtelijk gezien overheersender dan de verkaveling, doordat de streek minder waterrijk is en smallere sloten kent dan andere veenweidegebieden.
De Alblasserwaard omstreeks 1650.
De donk
Eeuwenoude nederzetting langs het Achterwaterschap
2.2 Ontwikkelingsgeschiedenis
23
Deel van het Achterwaterschap omstreeks 1856.
Oud Hollandse waterlinie omstreeks 1672. Kaart omstreeks 1850.
Deel van het Achterwaterschap omstreeks 1895. Eendenkooien
Eendenkooien Er zijn omstreek 1856 vele eendenkooien te zien.
Eendenkooien
40 jaar later is het met ongeveer de helft afgenomen.
Kamersstructuur Stelsel van dijken en kades vormen gesloten kamers, waarbinnen het veen verder daalt, en de kamerstructuur steeds zichtbaarder wordt.
Vanaf de 19de eeuw
Er ontstaan bebouwingslinten op de oeverwallen en veenkades, op de kaart uit 1850 is dit goed te zien. Het Achterwaterschap heeft zich duidelijk ontwikkeld als de achterkant van de polder, met onbebouwde kades. Er zijn vele eendenkooien die aan het Achterwaterschap liggen. Een eendenkooi werd gebruikt om eenden te vangen voor consumptie. Opmerkelijk is dat veertig jaar later het aantal eendenkooien met de helft is afgenomen. Het landschap rondom het Achterwaterschap is open, in de buurt van de bebouwingslinten zijn langs de kavelpercelen veel grienden te vinden. De Alblasserwaard ontwikkelt zich als een belangrijk melkveehouderijgebied waar lange tijd de melk over water werd vervoerd. Molenaars die een centje bij wilde verdienen, gingen vis verhandelen. Er is een actieve palingkwekerij in Groot-Ammers die op deze manier is ontstaan. In 1960 zijn er nog maar enkele eendenkooien te vinden langs de kades. Er is voor de rest bijna niets veranderd in bijna 70 jaar tijd. Dat er niets veranderd is zeer typisch voor het Achterwaterschap door zijn gehele bestaansperiode heen. De stads- en dorpsuitbreiding in de Alblasserwaard rukt op na de oorlog en er ontstaat een stedenband op de oeverwal van de Merwede.
Op de kaart uit 1975 is te zien dat er voor het eerst een verharde weg op de kade is aangelegd. Verder worden er meer uitbreidingswijken steeds verder in de polder gebouwd. Tussen 1975 en 1990 krijgt het landschap rond het Achterwaterschap een grote make-over in het kader van de ruilverkaveling. Er worden nieuwe bebouwingslinten aangelegd met grotere boerderijen. De historische kavelpatronen blijven goeddeels behouden.
Op de kaart van 2015 is te zien dat de linten dichter bebouwd zijn geworden en een steeds groter ruimtelijk contrast vormen
De binnenkant van een eendenkooi, er waren vele eendenkooien in de 19eeuw die actief werden gebruikt.
In de polder werd er veel op paling gevist. In Groot-Ammers is nog een palingkwekerij actief. De melkopbrengst uit de melkveehouderij werd vroeger over water verscheept naar de woonkernen.
met de open polder en de onbebouwde kades van het Achterwaterschap. Ook is te zien dat er langs de kades op uitstekken natuurgebiedjes gerealiseerd zijn. Uitstekken zijn de achterzijden van kavels waar honderden jaren geleden klei verwijderd is, voor de realisatie van de kades
De stedelijke uitbreidingen in het gebied vinden rond 1960 plaats bij Alblasserdam, onderdeel van de stedelijke rivierband. (kaartbeeld 1960).
In de jaren ‘80 komen worden nieuwe boerderij linten aangelegd, Ondanks dat het landschap nauwelijks veranderd krijgt de schaalvergroting invloed op de regio.(kaartbeeld 1990).
Deel van het Achterwaterschap omstreeks 1975, er is een pad op de kade aangelegd en de stedelijke uitbreidingen gaan verder de polder in. (kaartbeeld 1975).
In de afgelopen 25 jaar is er heel weinig veranderd. Er zijn onlangs enkele kleine natte landjes (uitstekken) omgevormd tot natte natuurgebiedjes (kaartbeeld 2015).
Nieuw-Lekkerland Stedelijke uitbreiding in de polder
Kadepad Verhard pad over de kade
Ecologische zone Onlangs gerealiseerde natuurgebiedjes Ruilverkavelingslinten
Aangelegd langs de weteringen Alblasserdam
2.3 Landschapsanalyse
Geomorfologie
In het Pleistoceen vond een afwisseling plaats van ijstijden en warmere periodes. Vooral tijdens de ijstijden hebben de grote rivieren veel zand afgezet. De Alblasserwaard was toen een uitgestrekte riviervlakte. Droog zand uit de vlakte verwaaide en werd in de vorm van rivierduinen of donken neergelegd. Verspreid in het gebied steken hier en daar donken boven het veen of de rivierklei uit. Mooie voorbeelden hiervan zijn de bijna vier meter hoge Schoonenburgsche Heuvel tussen Nieuw-Lekkerland en Streefkerk en Den Donk bij Brandwijk. In het Holoceen ging de temperatuur stijgen en smolten de ijskappen. De rivieren veranderden van vlechtende in meanderende rivieren en voerden vooral klei aan, die in de riviervlakte werd afgezet. Langs de rivieren ontstonden twee lage, zandige ruggen: de oeverwallen. Tussen de Lek en de Merwede ontstond een uitgestrekt veenmoeras. Traag stromende veenriviertjes, zoals de Giessen, de Linge, de Goudriaan en de Alblas, voerden het overtollige water uit de centrale delen van de veengebieden af naar de wat lager gelegen grote rivieren. Voor de komst van de mens lagen de centrale delen van het veengebied enige meters boven het niveau van de rivieren: het was een groot veenkussen dat zich tussen de rivieren uitstrekte.
Bodem
Bij hoogwater overstroomden de rivieren vooral op de laagste delen langs de rivier. De randen van de veengebieden werden daardoor overdekt met een meer of minder dikke kleilaag. Deze drechtvaaggronden lopen over in veengronden richting de Achterwaterschap. In de Alblasserwaard is veel bos en zeggeveen, er zijn in het gebied geen grootscheepse verveningen geweest, zoals in andere veengebieden. De koopveengronden (genoemd naar de middeleeuwse
cope-Bodemdaling
Donken op de rivierduinen Rivierduinen Donken Stroomgordels Komafzetting Water Geomorfologie.bodemdaling
koopveengrond op zeggeveen koopveengrond op bosveen weideveengronden op bosveen weideveengrond op zavel of klei kalkrijke poldervaaggrond kalkarme poldervaaggrond kalkloze drechtvaaggrond kalkarme drechtvaaggrond oude bewoningsplaatsen water +6.00 N.A.P. of hoger -2.00 N.A.P.
Bodem. Het reliëf.
ontginning) bestaan uit venige klei op bosveen. De veengronden langs de Achterwaterschap zijn gevoelig voor bodemdaling.
Reliëf
De voormalige rivierduinen en de donken zijn goed zichtbaar op de hoogtekaart. De donken zijn in het veld goed waarneembaar, de rivierduinen zijn door de geringe hoogte minder goed waarneembaar in het landschap. In de toekomst zullen de rivierduinen en donken meer zichtbaar worden als het veen blijft dalen. De gevolgen van het ontwateren van de polders is goed zichtbaar op de kaart, door de kamervormige structuren die op verschillende dieptes ten opzichte van elkaar liggen.
Watersysteem
De molens van Kinderdijk spelen geen rol meer in het huidige watersysteem. Het afwateringssysteem is in principe nog hetzelfde alleen is het geautomatiseerd. Vanuit de Weteringen wordt het water via een poldergemaal in de Lage boezem het Achterwaterschap gepompt, vanwaar het via het boezemgemaal op de Lek wordt gepompt.
Binnen de agrarische gebieden wordt om een rendabele weidengang te hebben een lager peil gehanteerd dan in de natuurgebieden en de eendenkooien. Hier is het peil hoger en flexibel.
Grondwater
Het projectgebied ligt bijna volledig op een ondergrond met grondwatertrap II. De natte bodem maakt het ongeschikt voor akkerbouw en daarom is het ook volledig in gebruik als weidegrasland. Doordat de bodem daalt, zal het grondwater in de toekomst hoger aan het maaiveld komen.
Dijkennetwerk
Binnen de primaire dijkring van de Alblasserwaard Vijfherenlanden bevindt zich een kleiner netwerk van regionale keringen en overige keringen. De kades van het Achterwaterschap zijn een regionale kering, de noordelijke kade was tevens een inundatiedijk van de Oude Hollandse Waterlinie. Opvallend zijn ook de Oude zijdwendes die dwars op de rivier in de polder zijn aangelegd, zoals beschreven in hoofdstuk 2.1.
Boezemgemaal Poldergemaal Stuw peilgebied vigerend winterpeil water bebouwing Het watersysteem. Lage boez
em: Het Achterwaterschap
Hoge boezem Overwaard
I <-20 / <- 50 II <- 40 /50-80 II* 25-40-50-80 III -> 40 / 80 -120 III* 25-40 / 80-120 IV <- 40 /80-120 VI 40-80/->120
Grondwater. Het dijkennetwerk.
Oude zijdwende
primaire keringen regionale keringen liniedijk
overige keringen in onbruik water
Landschapstructuur
De landschappelijke structuur van de regio wordt gevormd door kamers. Deze kamers zijn opgebouwd uit infrastructurele linten en middeleeuwse polderkaden. De linten zijn zogenaamde Tiendwegen die veelal zijn aangezet met een bomenlanen. De kamers zijn open en vrijwel geheel vrij van beplanting. Deze openheid is beeldbepalend voor de Alblasserwaard. Langs het Achterwaterschap zijn enkele opvallende bossige eendenkooien.
Beplantingstructuur
De graslanden van het veenweidenlandschap vormen een aaneengesloten open groene structuur. De randen worden geaccentueerd door bomenlanen langs de tiendwegen en her en der een bossage rondom een eendenkooi. Langs het Achterwaterschap zijn op enkele uitstekken kleine stukjes natte natuur te vinden waarvan sommige blauwgrasland zijn die waardevolle flora en fauna bezitten.
Bebouwingstructuur
Het Achterwaterschap is een onbebouwde kade. Op enige afstand bevinden zich, parallel aan het Achterwaterschap, vrij recente boerderijen die na de ruilverkaveling langs de oude weteringen zijn gebouwd. Op en langs de dijken van de Alblas en de Lek is een aaneengesloten lintbebouwingstructuur die vanaf de middeleeuwen is ontstaan.
bos bomenlanen natuurgebied snelweg hoofdweg dijk of kade regionale weg lokale weg straat overig water bebouwing Landschapsstructuur.
bos bomenlanen natuurgebied water
Oude dorpsbebouwingslinten Jonge agrarische bebouwingslinten bebouwing
water
Landgebruik. bebouwing bosgebied natuurgebied grasland akkerland water Landgebruik
Het landgebruik langs het Achterwaterschap bestaat bijna volledig uit weidegrasland. Langs de kades van het Achterwaterschap bevinden zich enkele eendenkooien en natuurlijke graslanden.
Infrastructuur
Er is weinig infrastructuur rondom het Achterwaterschap. De Nieuwe Zijdeweg en Ammersekade zijn lokale wegen die kruisen met de boezem. Het Achterwaterschap ligt in een verkeersluwe omgeving. De rustige omgeving is een gewaardeerde kwaliteit.
Bereikbaarheid per auto
Het Achterwaterschap is op enkele punten bereikbaar met de auto: vanaf de Donk, Molenkade en de Nieuwe Zijdeweg.
hoofdontsluiting secundaire verkeerstructuur Lekdijk Hoofdontsluiting Alblas Hoofdontsluiting Zijdeweg dwarsverbinding Bereikbaarheid. Infrastructuur. snelweg hoofdweg regionale weg lokale weg straat overig water bebouwing
Erfgoed
Het Achterwaterschap is onderdeel van een regio met veel cultuurhistorie. Werelderfgoed Kinderdijk is het meest prominente onderdeel hiervan, maar er zijn vele andere elementen in dit landschap met cultuurhistorische waarde. Het middeleeuwse open veenweidelandschap waar het Achterwaterschap met een bochtig trace in ligt heeft hoge cultuurhistorische waarde. De Broekmolen uit 1581, enkele eendenkooien, en de Donk, één van de eerst bewoonde rivierdonken uit de Alblasserwaard zijn de karakteristieke elementen in het overwegend lege landschap. De archeologische verwachtingen komen overeen met de door de rivier gevormde patronen uit de geomorfologische kaart. De noordelijke kade van het Achterwaterschap was een inundatiedijk van de Oude Hollandse Waterlinie, en heeft ook als zodanig gefunctioneerd in 1672 om het Franse leger van Lodewijk XIV te weren uit Holland.
Deze cultuurhistorische elementen moeten worden beschermd bij het herprofileren van de kades, en kunnen beter zichtbaar of beleefbaar gemaakt worden.
De Donk Archeologisch waardevol Historisch kerkpad Palingkwekerij van Wijk Broekmolen
Historische combinatie molenaar + visser Noordelijke kade
relict van de OHW
Eendenkooi
Jaarlijks rondleidingen met kooiker
terrein van zeer hoge archeologische waarde werelderfgoed eendenkooi eendenkooi (relict) kerkpad monumentale molen rijksmonument inundatiedijk OHW Cultuurhistorische kaart
knooppuntenroute knooppunt Fietsknooppuntennetwerk
Het Achterwaterschap is goed vertegenwoordigd in het landsdekkende fietsknooppuntennetwerk. Vanaf Kinderdijk loopt over de zuidelijke kade de route tot aan de brug bij de Nieuwe Zijdeweg, hier kruist de route Het Achterwaterschap waarna het via een oude tiendweg en langs de broekmolen vervolgd. De fietsroute kruist de boezem nogmaals en gaat vervolgens over de Donk. Meer fietsroutes, vragen om meer verharding op de kades, dit is wellicht niet wenselijk. Wandelroutenetwerk
De kades van het Achterwaterschap zijn goed toegankelijk voor wandelaars en zijn daarom ook onderdeel van meerdere wandelroutes. De routes zijn voor de vastberaden wandelaars, die vele kilometers in het open landschap kunnen afleggen. De mogelijkheden voor een kleine ronde of kortere routes zijn beperkt, daarnaast zijn er geen eet of drinkmogelijkheden in het gebied, wat met lange wandelafstanden wel wenselijk is. Waterrecreatie
Er wordt gebruik gemaakt van de recreatieve mogelijkheden van het water. Een gewaardeerde kanoroute, start op vanaf de Donk, gaat via de Alblas naar Kinderdijk, en eindigt bij de Donk via het Achterwaterschap. Er zijn tal van opstapplaatsen, vissteigers en een klein aanmeerhaventje, het wordt goed gebruikt. Daarnaast is het Achterwaterschap onderdeel van de Molentocht, een schaatsroute die in elk geval in de (winterse) beleving en vermarkting van het gebied een grote rol speelt. Het netwerk van weteringen wordt op dit moment recreatief nog niet gebruikt.
wandelroutenetwerk Zuid-Holland Floris V - wandelroute water
bebouwing
Het wandelroutenetwerk. Kanoroutes en waterrecreatie. bestaande kanoroutes
kanomogelijkheid water bebouwing
Paalkampeerplek
Extensieve natuurrecreatie Aanmeerhavenboten
Kanoverhuur Recreatiecentrum de Vinkenwaard
Om de bestaande boezemkaden te analyseren zijn er van een aantal verschillende locaties profielen getekend. Het eerste wat hierbij opvalt is de afwijking ten opzichte van de legger (rode lijn). De kruin heeft een ronde vorm en is door de tijd heen verzakt. Langs het hele Achterwaterschap verschillen deze kaden niet veel in vorm en uiterlijk en deze eenvormigheid is dan ook een ruimtelijk kenmerk. In de onderstaande profielen is te zien dat de boezemzijde een enkele keer een flauw talud heeft, maar meestal is deze stijl en voorzien van een stevige rietkraag. Aan de kavelzijde is het profiel meestal
hol van vorm en loopt het af naar de kwelsloot. Meestal is de kavel in gebruik als weiland, een enkele keer is het een uitstek die is omgevormd tot nat natuurgebiedje in de vom van blauwgrasland.
De rode lijn is het leggerprofiel en geeft het civieltechnisch vereiste om de kade weer op hoogte te brengen weer, hierbij is er nog niet rekening gehouden met ruimtelijke aspecten en een eventuele benodigde steunberm.
A A’ B’ B C’ C D’ D E E
grasland kwelsloot kade boezem
kwelsloot kade boezem
grasland blauwgrasland
Profiel A-A’
Profiel B-B’
2.4 Bestaande kadeprofielen Achterwaterschap
Locaties profielen.
grasland kwelsloot uitstek met nat kwelsloot
schraal grasland kade griend boezem boezem boezem brede rietoever rietoever rietoever grasland grasland kwelsloot kwelsloot kade kade Profiel C-C’ Profiel D-D’ Profiel E-E’
Ecologisch slootkantbeheer Een smalle strook langs de sloot wordt niet gemaaid Rietkraag
Beperkt het zicht op de boezem
Kade
Is een in elkaar gezakte profiel
Bermbeheer Lage biodiversiteit door intensief agrarisch gebruik
Kwelsloot
Strak afgemaaide kwelsloot met lage biodiversiteit
Opstapje
Minimale recreatieve voorziening LAW
Floris V route
Eendenkooi Op afstand beleefbaar maar niet toegankelijk
Kleischuit
Klei voor kadeversterking Ammersekade Boskavel
Groen eiland in de lege weilanden, niet toegankelijk
Rietoever
Geen recreatieve voorzieningen en weinig openingen naar de boezem
Donk
Ligt als Mont Saint Michel in het open polder-land
Blauwgrasland
Door Staatsbosbeheer ontwikkelde natuurgebieden door vernatting en verruiging
Solitaire boom Markeert een kavelovergang In oktober 2015 hebben we onder begeleiding van het
waterschap, een gebiedsbezoek gedaan aan de zowel de onbebouwde kades, als de bebouwde kades van het Alblasserwaard. Op basis van dit veldbezoek zijn waarnemingen gedaan die niet in kaart te vatten zijn. De belangrijkste waarnemingen waren de openheid en de rechtlijnigheid van het landschap. Er waren vrijwel geen auto’s in het gebied, waardoor het erg stil was. Op de foto’s zijn de belangrijkste waarnemingen geprojecteerd.
Paalkampeerplaats Donker, nat en weinig uitnodigend
Tiendweg Rij knotwilgen op afstand herkenbaar
Brede natuurlijke oever Oever met riet en lisdodde
Brede natuurlijke oever Oever met riet en lisdodde Brede natuurlijke oever
Hoge botanische kwaliteit
Achterwaterschap
Boezem is hier breder DonkLigt als Mont Saint Michel in het open polder-land
Fietsbrug Zijdeweg
Belangrijke recreatieve wandel- en fietsverbinding
Zijdeweg Belangrijke historisch lijn: oude zijdewende en poldergrens Riet
Rietkragen verraden het water van de boezem
Natuurgebied Staatsbosbeheer
Groene stapsteen tussen de autoweg en het fietspad ZijdewegFlyover geeft mogelijkheden voor robuuste ecologische verbinding
Vissteiger
Staatsbosbeheer (Luuk oevermans)
beschermen en ontwikkelen van het kenmerkende groene erfgoed
van Nederland
bevordert een sterke economische en maatschappelijke positie van agrarische
ondernemers in Nederland.
besluitvorming over plannen in het projectgebied
Het beschermen van inheemse planten, dieren en landschapstypen in Nederland.
bijdrage leveren aan de vitaliteit van de regio, versterken van landschappelijke kwaliteiten en bevorderen van recreatief-
toeristische waarden
duurzaam en evenwichtig vormen van de Provincie Zuid-Holland
LTO Afdeling Alblasserwaard Vijfherenlanden (Gerard de Jong) Gemeente Molenwaard (Folkert both) Natuur en vogelwacht (Jacques Verhagen) Gebiedsplatform Alblasserwaard (Teus Koorevaar)
Natuurbeleid Provincie Zuid-Holland (Rob ter Horst)
Een integrale benadering van de kadeversterking gaat niet zonder goed overleg met belanghebbenden. Om een duidelijk beeld te krijgen van de belangen zijn de kwaliteiten, bedreigingen en kansen methodisch geïnventariseerd. Er zijn 6 vertegenwoordigers van belanghebbenden gesproken; Staatsbosbeheer, de Gemeente Molenwaard, het Gebiedsplatform Alblasserwaard,Natuur en Vogelwacht, afdeling natuurbeleid Provincie Zuid-Holland en LTO. Staatsbosbeheer (gesproken met: Luuk Oevermans) Staatsbosbeheer heeft als doel te zorgen voor het nationale natuurlijke erfgoed. De terreinen van Staatsbosbeheer vormen de nationale basisvoorziening natuur & recreatie. Bij natuur gaat het bij Staatsbosbeheer vooral om de zwaardere natuuropgaven (parels, Natura2000 doelen). Bij landschap om het behoud en ontwikkelen van landschappen en objecten van nationale betekenis. Bij cultuurhistorie om (rijks)monumenten en cultuurhistorische parels in de landschappelijke context van de beheerde gebieden. Bij recreatie gaat het om openstelling en basisvoorzieningen voor wandelen en fietsen. Daarnaast wordt met inzet van de terreinen gericht bijgedragen aan (nationale) veiligheidsdoelstellingen (kust en grote rivieren), hout- en biomassaproductie, natuureducatie, drinkwatervoorziening, regionale economie en sociale cohesie.
In het gesprek zijn de mogelijke bedreiging van de
blauwgraslanden en het Natura 2000 gebied Donkse Laagten, door het aanleggen van brede steunbermen in het landschap benadrukt.
Gemeente Molenwaard (gesproken met: Folkert Both) De gemeente Molenwaard vertegenwoordigd de belangen van de inwoners rondom het Achterwaterschap, op het gebied van leefbaarheid en economie. In het gesprek kwam de economische meerwaarde van recreatief medegebruik van
het gebied naar voren, en specifieke aandachtspunten op het gebied van natuur en recreatie.
Gebiedsplatform Alblasserwaard ( gesproken met: Teus Koorevaar)
Het gebiedsplatform Alblasserwaard vertegenwoordigtd een groot aantal organisaties op het gebied van Landbouw, Landschap, Natuur, Recreatie en Cultuurhistorie in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. In het gesprek lag de nadruk op de cultuurhistorische aspecten van de regio.
LTO afdeling Alblasserwaard Vijfheerenlanden (gesproken met: Gerard de Jong)
LTO behartigt de belangen van de agrariërs in de regio. De Alblasserwaard kent een gezonde landbouwsector maar er is een voortdurende grondhonger vanwege de huidige mestwetgeving / nitraatrichtlijn. De benodigde grond voor steunbermen wordt daarom ook gezien als de voornaamste bedreiging.
Natuur en Vogelwacht Alblasserwaard (gesproken met Jacques Verhagen)
De Natuur en Vogelwacht is een is een middelgrote regionale vereniging met bijna 800 leden. Binnen de vereniging zijn een groot aantal actieve flora en fauna werkgroepen. Uit het gesprek kwam naar voren, dat er in het gebied een grote groep natuurliefhebbers zijn, dat er draagvlak is voor agrarisch natuurbeheer, maar ook een dreiging door de continue verlaging van het polderpeil.
1/2/3/4/6/25 Ecologisch waardevol
Deze plekken zijn aangeduid als ecologisch waardevol dit is zowel een kwaliteit als een bedreiging.
5. Uitstekken
Uitstekken zijn oude natte hooilandjes op het kaveleinde. De meeste uitstekken zijn verdwenen na de oorlog, enkele zijn nog zichtbaar en zijn deels afgegraven ten bate van natuurontwikkeling. Het hogere waterpeil op een uitstek heeft een gunstige invloed op het tegengaan van piping.
7. De Donk
De Donk is het startpunt voor een wandeling of fietstocht. 8. Paalkampeerplek
Aan de rand van de Donkse laagten is een door Staatsbosbeheer gefaciliteerde wildkampeerplek. 9. Stiltegebied
Bijna het gehele gebied is aangemerkt als stiltegebied, De rust in het gebied is een kwaliteit. 10. Palingkwekerij van Wijk
Bij Groot-Ammers is een Palingkwekerij waarvan de oprichter ooit begon als Molenaar die een centje bij wilde verdienen. 11. Broekmolen
Deze molen is een landmark langs het Achterwaterschap, hier was de Molenaar ook als Palingvanger actief. 12. Beroepsvisserij
De regio is één van de weinige gebieden in Nederland waar de beroepsvisserij nog actief is. 13. Molentocht
Een bekende schaatstocht over de wateren van de Alblasserwaard. 14. Neven activiteiten
De boeren in het gebied doen veelal aan nevenactiviteiten, zoals het verkopen van streekproducten. 16. Middeleeuwese structuren
De polderstructuren en het Achterwaterschap zijn Laatmiddeleeuwse gave structuren 17. De donken
De rivierdonken worden langzaamaan markanter in het landschap door het dalende veengebied. 19. Eendenkooi
Er is één eendenkooi die soms wordt opengesteld voor rondleidingen met de beheerder. 20/23. Agrarisch natuurbeheer
Er is veel animo voor agrarisch natuurbeheer.
21. Exemplarisch dijkprofiel
Ten oosten van de Broekmolen is een fraai en exemplarisch dijkprofiel. 22. Floris V pad
Er loopt een populaire regionale wandelroute door het gebied. 24. + 26 Noordelijke ondiepe ecologische oever
De noordelijke oever van het Achterwaterschap bevatten dotterbloemen en andere soorten, in tegenstelling tot de oevers van de polder.
27. Populatie Kamsalamanders
Bij de Kinderdijk bevindt zich een populatie die gemakkelijk kan migreren via het Achterwaterschap. 28. Populatie Bittervoorn
Bittervoorn komt voor in schoon, stilstaand water van het Achterwaterschap. 29. NVWA
Veel jonge enthousiaste vogelaars in de Alblasserwaard(15 – 35 jaar) lid van de vogel en natuur vereniging. Alblasserwaard
Projectgebied Achterwaterschap
De kwaliteiten
Alblasserwaard Projectgebied Achterwaterschap
1. Uitstek
Het afgraven van kaveleindes, er kan natuur ontwikkelen, grond kan worden hergebruikt.
2. Kans voor herontwikkeling natuur
Herontwikkeling van natuur is zeer kansrijk buiten de Donkse Laagten
3. Eendenkooi te koop
De meest oostelijk gelegen eendenkooi is te koop. 4/7 Recreatief gebruik
De kades hebben veel recreatieve potenties voor het wandel en fietsnetwerk.
5. Toeristen van Kinderdijk
Het is een mogelijke kans om de Kinderdijk toeristen langer en verder het gebied in te krijgen, richting het Achterwaterschap. 6. Diversiteit
Er is weinig afwisseling in het gebied, alles is een open polder. Meer beschutting creëren is een optie.
8. Initiatieven ‘De Donk’
Het recreatief benutten van de Donk is een kans, met bijvoorbeeld een bed & breakfast. 9. MIRT
Dijkversterking koppelen aan kadeversterking kan een extra kwaliteitsimpuls geven. 10. Verbinden binnenwater met buitenwater
Het verbinden van het binnenwater met het buitenwater voor vissen, is goed voor de waterecologie 11. Landgoed Schoonenburgh
Innovatieve boeren geven impuls aan de regio en vergroten het recreatief aanbod. 12. Drinkwaterwinning
Kansrijk gebied voor drinkwaterwinning 13. Klompenpaden
Dwarsverbindingen langs kavels maken het mogelijk om kortere en nieuwe routes te lopen en bijzondere plekken activeren. 14. Rivierstroomruggen
Het Achterwaterschap kruist enkele malen oude rivierstroomruggen, het is misschien mogelijk om deze beleving te vergroten. 15.Historie Achterwaterschap
Langs het Achterwaterschap zou het interessant zijn om de historie van het gebied te vertellen. 16 /17 Eendenkooien herstellen
Het herstellen van verdwenen eendenkooien is een kans waar mogelijk ook subsidies voor te krijgen zijn. 18. Floris V gedachte
Het gebied is weer toe aan een grootschalige breed gedragen ruimtelijk planvorming.
19. landverhoging door overstromingssediment
Door poldergebieden met enige regelmaat te laten overstromen kan het sediment het land weer hoger maken. 20/24/25. Ruilgrond
Stichting kavelruil regelt het effectief ruilen van grondgebieden. dit is een sleutel in het gebied. 21. Depot voor veeneiken
Bij grondverzet in het gebied worden er soms duizenden jaren oude veeneiken gevonden, deze zouden kunnen worden opgeslagen in een depot, en mogelijk worden tentoongesteld of worden gebruikt als meubel oid.
22. Informatie vanaf het water
Vanaf het water zou er info kunnen worden verstrekt voor schaatsers en kanovaarders 26. Dwarskavels op de steunberm
De steunberm zou als weiland kunnen gebruikt worden, hiermee worden kosten bespaard. 27. Onderwaterdrainage
Met drainage onder de weilanden door zou er kunnen worden voorkomen dat het land daalt. 28. Paalkampeerplek
testcase voor nieuw digitaal ‘wildkampeer’ concept van SBB 29. Agrarisch natuurbeheer
Het huidige agrarisch gebruik dient vaak geen natuurdoel, met agrarische natuurbeheer zou dit wel kunnen.
Alblasserwaard Projectgebied Achterwaterschap 1. Reservaat De Donkse Laagten
De hoge cultuurhistorische waarde van het gebied kan in de weg staan van de natuurontwikkeling.
2. Intensief recreatief gebruik.
Te intensieve recreatie is niet gewenst in het gebied. 3. Beperkt zicht
Er is beperkt zicht op de boezem door de breed ontwikkelde rietkraag
4. Ontbreken fysieke relicten OHW
Er zijn geen fysieke relicten van de Oude Hollandse Waterlinie, het is niet beleefbaar.
5. Overbevissing
Er is sprake van overbevissing door beroepsvissers maar ook door de vele hobbyvissers.
6 Ontbreken verbinding tussen binnen- en buitenwater.
Er is geen goede verbinding tussen binnen en buitenwater, hierdoor kunnen vissen niet migreren. 7. Overlast van campers
Er komen teveel campers in het gebied, het is niet gewenst om dit te stimuleren. 8. Piping
Waar het Achterwaterschap met zandruggen kruist ligt piping op de loer. 9. Mestquotum
Boeren zijn zuinig op hun grond vanwege de mestquotum, minder grond betekend minder koeien houden. 10. Water is barriere
De Scheidende functie van het Achterwaterschap en Lek zorgt voor de isolatie van agrariërs die niet meer kunnen uitbreiden. 11. Honden niet welkom
Honden kunnen bij het uitlaten de parasiet Neospora caninum overdragen aan koeien. 12. Paalkampeerplek onveilig
Een niet beheerde kampeerplek wordt als onveilige plek bestempeld. 13. Verlaging polderpeil
Het blijvend verlagen van het polderpeil leidt tot verder klink van het veen. 14. Habitatvernietiging bij Kinderdijk.
Door het baggeren bij Kinderdijk worden er waardevolle habitats vernietigd.
15. Compensatieplicht bij verslechtering van de bestaande natuurkwaliteiten bij het uitvoeren van de werken.
3. Opgave
Wat het Achterwaterschap betreft, is de hoofdopgave voor Waterschap Rivierenland het versterken van de kades. Wat kan deze technische versterkingsopgave betekenen voor het Achterwaterschap en de omgeving? Om deze vraag te beantwoorden, wordt de civieltechnische opgave in verband gebracht met de andere opgaven in het gebied. Dit zijn de ontwikkeling van een ecologische verbindingszone en het behalen van waterkwaliteitsdoelen van de KRW. De cultuurhistorische kwaliteiten kunnen beter worden benut en het recreatienetwerk worden versterkt. Het voortzetten van het agrarisch grondgebruik is in alle opgaven en alternatieven het uitgangspunt.
3.1 De kadeversterking
De boezemkades van de Groote- of Achterwaterschap zijn aangemerkt als regionale waterkeringen. De boezemkades van het Achterwaterschap zijn deels afgekeurd op hoogte en deels op stabiliteit. In 2021 is volgens de huidige planning 66 procent van de boezemkaden weer op de provinciale normen. Daartoe dienen de kades van het Achterwaterschap versterkt te worden. De kades van het Achterwaterschap zijn slechts één of enkele decimeters te laag. Het op orde brengen van deze afwijking brengt dus geen grote ruimtelijke verandering teweeg. De afkeuring op stabiliteit kan daarentegen wel meer consequenties hebben. De beoogde technische versterking is een steun- of stabiliteitsberm, de meest geschikte versterking in het landelijk gebied. De breedte van de benodigde stabiliteitsberm staat nog niet vast, maar het staat wel vast dat deze berm vraagt om een goede ruimtelijke inpassing. Binnen deze landschapsarchitectonische voorverkenning is gekeken naar een integrale benadering voor de gehele kades
van het Achterwaterschap, en niet enkel naar de afgekeurde kades over een klein traject. Met andere woorden: uitgangspunt is dat de kades van het gehele Achterwaterschap op den duur overal aangepast moeten worden.
3.2 Ecologische verbindingszone
met natuurvriendelijke oever
Het Nationaal Natuurnetwerk werd voorheen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) genoemd. Het Natuurnetwerk is een Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. De provincies zijn verantwoordelijk voor de begrenzing en de ontwikkeling van dit natuurnetwerk. In het Natuurpact hebben de provincies met het rijk afgesproken om tot 2027 80.000 hectare natuur in te richten.
Op basis van het nieuwe rijksbeleid en de doorgevoerde bezuiniging op natuur, heeft de provincie Zuid-Holland in december 2013 de Ecologische Hoofdstructuur (EHS, tegenwoordig NNN) herijkt. De prioriteit ligt nu bij het bereiken van de doelen van de Natura-2000-gebieden en de Europese Kaderrichtlijn Water. In aanvulling op de Ecologische Hoofdstructuur stimuleert de provincie de aanleg van ecologische verbindingszones.
In essentie betreft de opgave voor de ecologische verbindingszone langs het Achterwaterschap een zone van minimaal 50m voor nat schraalgrasland en kruidenrijk grasland, waarmee de boezems van Kinderdijk via de Donkse Laagten met de Ammersche boezem kunnen worden verbonden. Daarnaast moet uiterlijk in 2027 het watersysteem voldoen aan de ecologische en chemische KRW normen. Door bijvoorbeeld langs de ecologische verbindingszone tevens natuurvriendelijke
Beoordeling kade hoogte.
Beoordeling kade stabiliteit.
voldoet wel voldoet niet
Het natuurbeleid van de regio met ecologische verbindingszones langs het dijkennetwerk van de Alblasserwaard.
Donkse Laagte
Ammersche boezem
Boezems kinderdijk
bestaande en nieuwe natuur weidevogelgebied waternatuurgebied
ecologische verbindingszone (50M) strategische reservering natuur natura 2000
blijvend agrarisch natura 2000 oevers te realiseren, verbetert de (ecologische) waterkwaliteit
in het Achterwaterschap. Een gezonde en gevarieerde visstand is een belangrijke indicatie voor de ecologische waterkwaliteit. Met het creëren van paaiplaatsen voor vissen worden knelpunten voor de vismigratie opgelost.
Aanleg van natuurvriendelijke oevers aan de boezemzijde heeft de eerste voorkeur, maar over het algemeen is er te weinig ruimte beschikbaar in het boezemsysteem om deze KRW maatregelen te treffen. Een goed alternatief kan gevonden worden in de aanleg van natuurvriendelijke oevers langs hoofdwatergangen in de polders.
3.3 Erfgoed en recreatie
De omgeving van het Achterwaterschap kent een rijke geschiedenis. Nog altijd zijn er tal van cultuurhistorische elementen in het landschap te vinden. De kadeversterking langs het Achterwaterschap biedt aanknopingspunten om met deze geschiedenis en de cultuurhistorische elementen een koppeling te maken, om daarmee niet alleen de beleving van het gebied te versterken, maar de geschiedenis ook te gebruiken als vertrekpunt voor toekomstige ontwikkelingen.
Vanuit de beleidsvisie Cultureel Erfgoed van 2012 zijn er twee ‘erfgoedlijnen’ die door het gebied heen lopen: de Oude Hollandse Waterlinie en UNESCO erfgoed Kinderdijk. De Oude Hollandse Waterlinie kan beleefbaar worden gemaakt door gebieden in te zetten als waterbergingsgebieden. Via Kinderdijk liggen er kansen om bezoekers langs het Achterwaterschap verder het gebied te laten beleven, waarbij het extensieve recreatieve karakter behouden moet worden. Er zijn nog tal van andere cultuurhistorische elementen die buiten de directe beleidskaders rondom het Achterwaterschap kunnen leiden tot kwaliteitsverbetering, zoals het versterken van landschapselementen als molens, eendenkooien, grienden, tiendwegen.
Kortlandse molen
Broekmolen
Molen met vrije windvang
Inundatievlak Oude-Hollandse Waterlinie ‘ kroonjuweel’ molengebied van KinderdijkUNESCO Werelderfgoed
Gebiedsprofiel Alblasserwaard & Vijfheerenlanden 2012 Het gebiedsprofiel is een door Veenenbos en Bosch opgesteld document, in opdracht van de Provincie Zuid-Holland. Het Gebiedsprofiel wordt gebruikt om richting te geven aan middelgrote ruimtelijke ingrepen en aanpassingen in Zuid-Holland. Voor deze landschapsarchitectonische voorverkenning is de kwaliteitskaart een leidraad. De Alblasserwaard is een agrarisch landschap met als structuurdragers de linten, de lijnen van het watersysteem en de kamers met verkavelingsblokken. Het gebied kent een sterke oost-west oriëntatie. De acht belangrijkste ambities waar het gebiedsprofiel zich op richt zijn: 1. Het veiligstellen van de oost-west oriëntatie van de open
ruimte in de Alblasserwaard;
2. Het veiligstellen en waar mogelijk versterken van het lommerrijke karakter van de Vijfheerenlanden als contrast met de Alblasserwaard;
3. Het behoud van de kamerstructuur, door het herkenbaar houden van de middeleeuwse polderkaden en de linten; 4. Het herkenbaar houden en versterken van de diff erentiatie
tussen en binnen de linten;
5. Het herkenbaar houden en versterken van het hoofdwatersysteem;
6. Het ontwikkelen van kwalitatief hoogwaardige dorpsranden bij het bouwen aan de dorpskernen;
7. Het bij de stedenband middels aantrekkelijke routes naar het landelijk gebied kwalitatief versterken van de stad-landrelaties;
8. Het behouden en versterken van het contact met de rivier in de stedenband, met name bij herstructureringen en dijkverbeteringen.
Het gebiedsprofiel voor de Alblasserwaard en in kaart. Veenenbosch en Bosch 2012)
Piekberging in de boezem, één van de mogelijkheden voor een duurzaam watersysteem.
N
0
1
Bergingsgebieden aan de boezem
Indicatief
Landschapsvisie Regionale Keringen 2015 De Landschapsvisie Regionale Keringen is een visie op regionale keringen en is opgesteld door HNS landschapsarchitecten in opdracht van Waterschap Rivierenland. De visie biedt een sectoraal ruimtelijk kader voor opgaven langs de lijn van waterveiligheid, de Kaderrichtlijn Water en de herijkte Ecologische Hoofdstructuur waarbij de afzonderlijke landschappelijke kwaliteit van de boezemtakken wordt meegenomen, als ook de kansen voor recreatie en cultuur.
Leidraad Ruimtelijke Kwaliteit Verbetering Regionale Keringen Alblasserwaard en Vijfheerenlanden 2014
De leidraad ruimtelijke kwaliteit is door Waterschap Rivierenland opgesteld en geeft handvaten voor de ruimtelijke kwaliteit in het planproces van eerste ideevorming tot en met de uitvoering bij het verbeteren van de regionale keringen. De ruimtelijke voorwaarden die worden gesteld en relevant zijn voor deze voorstudie zijn:
- De aankomende verbetering bouwt voort op de heldere situatie van de kade als landschappelijke en cultuurhistorische structuur én waterkering. - Verkleining van de boezem is niet gewenst.
Asverschuivingen worden beperkt en ontworpen vanuit het karakteristieke verloop van de kering.
- Binnen het plangebied zullen delen van de kering niet versterkt worden, De visie heeft als basis dat de wel en niet te versterken delen samen één vanzelfsprekend geheel gaan vormen.
Principes voor de onbebouwde kade (landschapsvisie regionale keringen HNS 2015) inrichtingsprincipes boezemzijde
• Behoud het steile talud aan de boezemzijde.
inrichtingsprincipes kruin
• Het huidige tracé van het Achterwaterschap is uitgangspunt en blijft intact (geen ‘bocht-afsnijdingen’).
• De groene kruin is toegankelijk als wandel-pad (gemaaid graswandel-pad).
inrichtingsprincipes polderzijde
• Het bovenste deel van het talud is steil (1:3).
• De overgang tussen het steile kadetalud en de flauw hellende stabiliteitsberm geleidelijk (hol profiel).
• Een stabiliteitsberm heeft een flauw aflo-pend talud tot aan de eerste poldersloot. Een eventueel hoogteverschil met de aansluitende polder wordt opgelost in het sloottalud.
• Bij een zeer brede stabiliteitsberm en pa-rallelle verkaveling wordt de berm geinte-greerd in de aangrenzende polderkavel en wordt een ondiepe greppel aangelegd op de plek waar eerst de sloot lag.
• De oever van de poldersloot aan kadezijde volgt exact de lijn van de kade. De ach-terzijdes van de polderkavels mogen ten opzichte van elkaar licht verspringen.
inrichtingsprincipes beplanting
• Streef naar een eenvoudig te beheren pro-fiel met ecologische betekenis.
• Behoud het open karakter van de kade. • Als in het kader van de invulling van de ecologische verbindingszone opgaande beplanting nodig is, leg deze dan aan in de vorm ‘groene eilanden’ op de achterzijde van polderkavels, zoals de eendenkooien.
inrichtingsprincipes oevers
• Streef naar een eenvoudig te beheren pro-fiel met ecologische betekenis.
• Een ecologische verbinding aan polderzijde van de noordelijke kade heeft de voorkeur: een plasberm met continue rietkraag, te beheren vanaf de kade. De breedte van de natte zone aan de polderzijde is (exclusief de poldersloot) niet breder dan de kades (nu zo’n 12 meter). Hierdoor wordt
voor-L a n d s c h a p s v i s i e e n – p voor-L a n
h + n + s ' 1 5
54
Visie Water en Klimaatadaptatie Alblasserwaard Vijfheerenlanden
De Visie Water en Klimaatadaptatie is opgesteld door Terra Incognita in opdracht van Waterschap Rivierenland en de regio Alblasserwaard Vijfheerenlanden. Deze visie gaat in op opgaven vanuit klimaatverandering in bredere zin en op kansen voor ontwikkeling van het grondgebruik. De nadruk ligt hierbij op meekoppelkansen tussen duurzaam waterbeheer en grondgebruik met hoge ruimtelijke kwaliteit.
Gebiedsvisie Alblasserwaard-Vijfheerenlanden 2009 Het Gebiedsplatform Alblasserwaard Vijfheerenlanden vertegenwoordigt een groot aantal organisaties op het gebied van Landbouw, Landschap, Natuur, Recreatie en Cultuurhistorie in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Zij adviseren de gemeentes over de ontwikkelingen in het landelijk gebied. Hun missie is om de karakteristieke eigenschappen van de regio te behouden en kansen te benutten. In de gebiedsvisie is dit in een aantal concrete acties vertaald, waarvan de hieronder genoemde acties direct te verenigen zijn met deze opgave. Het platform streeft naar het toevoegen van nieuwe natuur- en landschapselementen. Geen grote nieuwe oppervlaktes (noch agrarisch, noch natuur), maar een fijnmazig netwerk van nieuwe, voornamelijk natte natuur. Boeren zorgen voor bloemrijke slootkanten in combinatie met ander waterbeheer (waterschapsregels) en extensief maaien. De acties waar het gebiedsplatform de komende 10 jaar op mikt zijn gerealiseerde ecologische verbindingen, minder opgaande beplanting, meer hakhoutbeheer en 50 % van de slootkanten zijn ondergebracht in agrarisch natuurbeheer. Ook zet het gebiedsplatform in op multifunctioneel gebruik van gebouwen, het stimuleren van duurzame ontwikkelingen zoals inspelen op waterberging door ‘Blauwe Diensten door boeren’ en het stimuleren van extensieve recreatie.
4. Ontwerp alternatieven
4.1 Uitgangspunten
Op basis van het Dijkportret zijn er voor de beschreven opgave drie verschillende alternatieven ontwikkeld: zienswijzen over de integratie tussen de kadeversterking en de gebiedsontwikkeling van de omgeving van het Achterwaterschap. Bij het ontwikkelen van de drie verschillende zienswijzen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd.
1. Integratie van ontwerp en techniek
- Zichtbaarheid van het kadeprofiel versterken; - Beleving boezem vanaf de kade versterken;
- Met het nieuwe kadeprofiel aansluiten op de ruimtelijke kwaliteiten van het bestaande landschap; 2. Ontwikkeling van een natuurverbindingen
- Principe van uitstekken inzetten voor ontwikkeling van een ecologische verbindingszone en kadeverbetering; - Het ontwikkelen van bloemrijke kades;
- Zoveel mogelijk inzetten op natte natuur verbindingen. 3. Ontwikkeling duurzaam watersysteem
- waterecologie versterken door paaimogelijkheden te vergroten en verbindingen tussen binnen- en buitenwater te maken; - Verbreden van watergangen voor meer bergingscapaciteit en opslag van water bij zoetwatertekorten.
3. Agrarisch grondgebruik ondersteunen en innovatieve koppelingen maken - bredere agrarische bedrijfsvoering stimuleren;
- neutrale grondbalans nastreven voor agrariërs bij kadeversterking; - agrarisch natuurbeheer stimuleren.
4.Verbeteren recreatieve en toeristische beleving van het landschap en de cultuurhistorie - Cultuurhistorische aspecten van het watersysteem van de Alblasserwaard benadrukken; - Erfgoed toegankelijk, zichtbaar en beleefbaar maken door een integrale ontwerp benadering; - Geen massatoerisme, maar de extensieve recreatieve mogelijkheden vergroten.
Maatgevende steunberm
Continue kadeprofiel met varierende steunbermen brede steunberm holle steunberm korte steunberm strakke oever flauwe oever natuurvriendelijke oever Huidige profiel Maatgevende steunberm
In alle drie de ontwerpalternatieven wordt feitelijk hetzelfde ruimtelijke concept voor de kadeversterking gebruikt: dat van de adaptieve kade. De adaptieve kade bestaat uit drie delen: de boezem, de kade en de steunberm. Het heet de adaptieve kade omdat de kade in een veelheid van landschappen en omgevingen toegepast kan worden en zich door een variabele steunberm aanpast aan de omgeving
Holle brede steunberm natuurlijke verbindingszone en recreatie Korte steunberm waterecologie, berging en recreatie De kern van de adaptieve kade is de kade zelf, zonder de
steunberm en de boezem. De kade is, vanaf de kruin en vanuit de omgeving, altijd herkenbaar als een lijnvormig grondlichaam. Het grondlichaam van de kade is opgeworpen door mensenhanden, en heeft daarom altijd een duidelijke en herkenbare vorm: het onderscheidt zich van het landschap waarin het ligt.
De kade is een lange lijn. De lijn is heel recht of juist slingerend, maar altijd continu. Doordat het een lange lijn is, doorkruist de adaptieve kade vele verschillende landschappen en omgevingen. Dat kan wel een invloed hebben het gebruik van de kade, maar niet op de vorm: die is zoveel mogelijk gelijk. Doordat de adaptieve kade zowel een onderscheidende vorm heeft, als een continue lijn is, is het een onderscheidend landschapselement.
Die lijn van de kade is hoger dan de omgeving. Soms meer dan anders, maar altijd hoger. De kade biedt een verhoging, een balkon op het landschap. Vanaf de kade zijn zowel de boezem als het lager gelegen landschap te beleven. De kruin van de kade is toegankelijk. Bovenop de kade ligt een route. Tot zover is de adaptieve kade vooral onderscheidend ten opzichte van de omgeving. Het adaptieve aspect zit in de steunberm. De steunberm neemt de kleur van de omgeving aan: het gebruik. Met andere woorden: de kade (in dit geval de steunberm) is van ons allemaal. De veiligheidseisen van de steunberm zijn zodanig dat er meer mogelijk is. Van natuurontwikkeling, tot parkachtige inrichting, tot agrarisch gebruik. Bijzondere aandacht is er voor de aansluitpunten, de overgangen tussen de verschillende inrichtingen van de kades.
Het uiterlijk van de steunberm wordt bepaald door de gewenste functie.
Vlakke brede steunberm
Het Achterwaterschap krijgt in dit alternatief twee gezichten. Langs één zijde wordt met de kadeversterking een robuuste ecologische verbindingszone gerealiseerd die kansen biedt voor de natuurrecreatie. Aan de andere zijde wordt een steunberm geoptimaliseerd voor agrarisch gebruik.
Techniek
Beide zijden van de kade langs het Achterwaterschap worden voorzien van een steunberm, met een verschillend landgebruik en inrichting.
Cultuurhistorie
Verzakte kades zijn eeuwenlang opgehoogd met lokaal materiaal; afgegraven van de kaveleinden. Dit werkwijze wordt ‘uitstekken’ genoemd. De afgegraven kaveleinden vormen de ideale omstandigheden voor blauwgrasland. In Alternatief Blauwgras wordt deze werkwijze toegepast als strategie voor zowel de dijkversterking als de ontwikkeling van de ecologische verbinding.
Ecologie
Er wordt ingezet op een brede ecologische verbinding van waarin droog bloemrijk grasland op de steunberm geleidelijk overloopt in nat schraal grasland en een natuurvriendelijke oever. Waar de hydrologische randvoorwaarden voor blauwgrasland zijn zal dit zeldzame natuurtype ontwikkelen. Bij de Zijdeweg wordt de bestaande ecologische stapsteen uitgebreid.
Landbouw
De aanleg van een brede ecologische zone leidt aan deze zijde tot grondverlies van de landbouw. Boeren aan de zijde van de ecologische verbinding zullen gecompenseerd moeten worden door ruil van grond uit een grondbank of een coöperatie. De boeren kunnen zich echter profileren met hun positie aan de
ecologische zone en deze met subsidies deels gaan beheren. Aan de andere zijde van het Achterwaterschap zal de ingreep ten goede komen van de boeren waar de steunberm wordt ingezet om zogenaamde langskavels te maken. Hier krijgt de steunberm een breedte van ongeveer 15 tot 20 meter, de breedte van een gemiddelde kavel. Op de brede flauw afhellende kavel kunnen koeien en schapen lopen en de boer kan hier met zijn tractor overheen rijden.
Recreatie
De aanwezigheid van natuur vraag om mogelijkheden voor natuurrecreatie: dit is dé plek voor natuurvorsers en vogelaars. Langs het Achterwaterschap worden de twee molens en de Donk recreatieve natuurknooppunten. Op deze plekken liggen kansen voor natuurkampeerplaatsen of andere verblijfsmogelijkheden. De toegankelijkheid van het gebied wordt verbeterd door de aanleg van klompenpaden (naar de natuurboeren) en een fietsverbinding over de kade langs de agrarische steunberm Op een aantal knikken in het Achterwaterschap worden vogelkijkplekken gebouwd, die tevens fungeren als informatiepunt en korte verblijfsplek. Vanaf deze plekken is er een vergezicht over de boezem en over het polderlandschap.
Conclusies
Het verbinden van de steunberm aan de ontwikkeling van een robuuste ecologische zone biedt veel kansen voor de natuurrecreatie in het gebied. Om grondverlies van boeren te compenseren zal er een grondruil moeten plaatsvinden. Dit kan door de grond van een stoppend agrarisch bedrijf op te kopen en in te zetten als ruilgrond. Bovendien biedt de steunberm ook mogelijkheden als langskavel: een uitgestrekt agrarisch kavel langs het Achterwaterschap.
4.3 Alternatief blauwgras
Klompenpad langs kavelrand.
Klompenpad langs kavelrand.
Blauwgrasland.
Agrarisch natuurbeheer
Natuurlijke slootkanten en beheer ingesteld op weidevogels Natuurvriendelijke oever Afgegraven kaveleinde Bloemrijk grasland Op flauwe steunberm Nat schraalgrasland
nutrienten rijke toplaag wordt afgegraven ten behoeve van ecologie
Kade
met droge greppel en smalle natuurvriendelijke oever
Agrarische langskavel
flauwe steunberm die koeien kunnen begrazen
Agrarisch
Boerderijwinkel
Natuurcamping ‘de Kortlandse Molen’
Agrarisch natuurbeheer en klompenpaden Uitbreiding landgoed Natuurkampeerplaats Vogelkijkhut Informatiepunt Koffietentje Camperstandplaats Agrarische steunberm
Ecologische verbindingszone met NVO Bestaande natuur
Nieuwe natuur Agrarisch natuurbeheer Fietsverbinding Klompenpaden
Natuurkampeerplek op rivierdonk
vogelhut
vogelhut vogelhut
Natuurkampeerplaats
Natuurpad langs de wielen bij de Zijdeweg Ecologische stapsteen Agrarische langskavel Infopunt en koffietentje ‘De donk’ Biologische slager Paludicultuurboer Agrarisch natuurbeheer
Agrarisch natuurbeheer
Natuurlijke slootkanten en beheer ingesteld op weidevogels
Natuurvriendelijke oever
Afgegraven kaveleinde
Nat schraalgrasland
Afgegraven toplaag wordt gebruikt bij kadeversteviging
Bloemrijk grasland
Op flauwe steunberm
Kade
met droge greppel en smalle natuurvriendelijke oever
Kade
met droge greppel en smalle natuurvriendelijke oever
Agrarisch
traditionele agrarische bedrijvigheid
Achterwaterschap Agrarische langskavel
flauwe steunberm