• No results found

Alle bazen komen met tram 2 Het Ego en het Boek Doemdenken Resoluties Verhofstadt Fotoreportage

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Alle bazen komen met tram 2 Het Ego en het Boek Doemdenken Resoluties Verhofstadt Fotoreportage"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DOCU

y z *

l ^' •n^

s r EuK^

Alle bazen komen met tram 2

Het Ego en het Boek

(2)

2

D

R

E

R

Jongeren Organisatie

Vrijheid en Democratie

algemeen secretariaat Prins Hendrikkade 104 1011 A J A m s t e r d a m 020-(6)*242000 *per 1 maart 1991

Voorzitter: Mark Rutte

Postbus 93168» 2509 AD ‘s-Gnavenhagc, tel. 070 - 3522564.

Algemeen Secretaris: Leo Gusters

Van Spilbergcnstraat 16 1 III ,1057 RE Amsterdam, tel. (nieuw) :020 - 850538 (huisadres)/ 020 - 242000 (Algemeen Secretariaat).

Penningmeester: Jean-Paul Frishert

Stmisenburgdwarsstraat 153 b, 3063 BT Rotterdam, tel. 010 - 4028493.

Vice-Voorzittcr Politiek: Eduard van der Biezen

Parkstraat 45, 3581 PE Utrecht, tel. 030 - 334343. Vice-Voorzitter Organisatie: Cor Schagen Scheepmakerskade 98, 3011 VX Rotterdam, tel. 010 - 4330749.

Internationaal Secretaris: Ron Batten

G ra v e ste in 7, 1103 B H A m sterd am , te l. 02 0 - 952479.

Secretaris Vorming & Scholing: Nicole Koetsier

Rembrandllaan 128, 7242 D E Lochum, tel. 05730 - 56690.

secretaris organisatie: Alex van Recuwijk

Stratumsedijk 39 d, 5611 NB Eindhoven, tei. 040 - 118845.

politiek secretaris: Jan Kees Martijn

Bataviastraat 21 e, 1095 EK Amsterdam, tel. 020 - 6681278 ('s avonds).

politiek secretaris: Eddy Habben Jansen

Parkstraat 45, 3581 PE Utrecht, tel. 030 - 334343.

politiek secretaris: Abby Russchcn

Enksiraat 7 7 ,8 0 1 2 VA Zwolle, lel. 038 - 216644.

secr. p.r. en voorlichting: Koen Pclersen

Uiicrwaardeslraal 79, 1079 BS Amsterdam, lel. 020 - 44870Z

D RIEM A STER p/a Kei Koenen H.Clcyndertweg 27 II 1025 DE Amsterdam

020-6342229 REDACTIE

Jeroen Den Hartog(eindredacteur), Ernest Landheer, Hans-Peter Lassche, M artijn Sjoorda, Dries van lierycijk(fotoredactie),

Anthony P. Dckker(columnist), Eduard van der Biezen(auditor) en Kei Koenen(hoofdredacteur).

Kopij voor nummer 1 voor 14 januari 1991 in bezit van de hoofdredactcur.

ISSN 0167-0786

REDACTIONEEL

Alles wat ik schrijf is mooi, dus als u

wilt weten wat mooi is, moet u mij lezen.

- Hugo Brandt Corstius

‘O K ’, zei de internationaal secretaris, ‘Je m a g naar Hongarije. ‘Perfect’, antwoorde ik, ‘Ik ben nog nooit in Praag geweest’.

D e z e conversatie vond twee m a a n d e n geleden plaats tussen de internationaal secre­ taris en schrijver dezes en had betrekking o p een politiek logeerparti jtje in Hongarije, in Boedapest dus. R e d e n dat ik deze conversatie aanhaal is niet hel etale­ ren van mijn onwetendheid, maar het feit dat er sindsdien veel veranderd is. Toen w a s ik nog ‘g e w o o n ’ redactielid van Driemaster en nu -sinds het novembercongres- m a g ik mij hoofdredacteur noemen. Geheel in de trend die hoofdredacteuren tegen­ woordig eigen is, heb ik mijzelf een stukje Driemaster toegedacht in de v o r m van een redactioneel. Overigens treft u in deze editie, ten minste nog een artikel van de hand van de hoofdredacteur aan, in navolging van Rinus Ferdinandusse die, o m overhead te besparen, Vrij Nederland persoonlijk vol lijkt te schrijven.

Desalniettemin is deze Driemaster gevuld met artikelen van allerlei aard, van een gesprek met Hongaarse studenten tot een intervieuw met de leider van de Belgische liberalen. Artikelen over verkeer en vervoer tot het hedendaagse doemdenken. Voor de volgelingen van D e n Hartog heb ik een aangename mededeling: Hij heeft zich dit keer over een boek gebogen. Aanvankelijk zag het er naar uit dat w e H e m node moesten missen in deze editie, m a a r bovenmenselijke krachtsinspannigen hebben ertoe geleid dat u H e m toch kunt lezen. O o k u w inhoudelijkheid kunt u op peil bren­ gen, daar de twee resoluties voor het maartcongres zijn opgenomen. Tenslotte heb­ ben w e oude tradities weer ingevoerd, de fotoreportage en column zijn weer terug­ gekeerd in de schemerende regeltjes der tekstverwerkers.

Diegenen die vervallen in enge ziekten bij het zien van de voorkant, wil ik een hart onder de riem steken door op te merken dat er nog slechts zesduizendvierhonderd- tweeënveertig over zijn.

Veel leesplezier en de beste wensen voor 1991.

Kei Koenen, hoofdredacteur.

OPROEP

PROJECTGROEP EXPLORING>

In 1911 bereikte A m u n d s e n als eerste ontdekkingsreiziger de Zuidpool. E n in 1961 w a s Gagarin de eerste m e n s die in een baan o m de aarde werd gebracht. Het werk van deze pioniers wordt nog steeds voortgezet. N i e u w e expedities onderzoeken en vervuilen het zuidpool gebied, de ruimte en ook de oceaanbodem. D e exploitatie van deze nog grotendeels ongerepte gebieden staat wellicht voor de deur. Hoever m o g e n w e gaan? ‘Exploring’, het verkennen van nieuwe gebieden, is het exotische onderwerp van een resolutie die de J O V D in maart 1992 zal behandelen.

(3)

Norm vervaging

door Mark

Rutte, landelijk voorzitter

Zo, denkt u bij deze titel. W e gaan de m o u w e n eens opstropen. Er hard tegenaan. Dat is dus niet de bedoe­ ling. In de nota ‘Normvervaging, stemverklaring of noodlot?’, die woensdag 7 n o v ember werd aangeboden aan Frits Bolkestein, zoekt de J O V D juist naar nieuwe oplossingen. Niet het oude verhaal over m e e r politie en zwaardere straffen. D e nota gaat op zoek naar het ver­ haal achter de problemen en is in de eerste plaats een v o r m van zelfverdediging. Nederland is i m m e r s een liberaal land. O h ja? D a n hebben de liberalen dus heel wat uit te leggen. H o e heeft het ooit zo ver kunnen k o m e n ? W a a r o m is de zaak zo ver uit de hand gelopen? D e nota k o m t tot de conclusie dat velen in Nederland zich niet meer in de politiek en de daardoor voortge­ brachte wetten kunnen herkennen. Wetgeving is onvol­ ledig. D e politici verschuilen zich achter allerlei vage adviesorganen die geen adviezen geven o m de wetge­ ving te verbeteren, m a a r o m de ministers af te scher­ men. Adviezen verworden tot een excuus. Politici m o e ­ ten deze clubjes opzij schuiven en de beslissingen weer zelf nemen; risico lopen en daarmee de politiek grijp­ baar maken. D e nota gaat verder: er m o e t een regelka- m e r k o m e n , die wetten toetst o p bruikbaarheid. Die gevraagd en ongevraagd advies kan uitbrengen, te ver­ gelijken met de rekenkamer. M e t de nota over normver­ vaging draagt de J O V D opnieuw bij aan de discussie over staatsrechtelijke vernieuwing. D at doen w e al sinds het begin van de jaren zestig. In deze traditie past ook het pleidooi dat tijdens het laatste congres werd gehouden over inkrimping van de overheid. Naar de mening van de J O V D is de bureaucratie in Nederland veel te omvangrijk en veel te machtig. Te vaak loopt de politiek stuk op deze m u u r van onwil en conservatisme. D e ambtenarij, de vierde macht, m o e t zowel kleiner als controleerbaarder worden. Kleiner door het totaal aan­ tal ambtenaren aan een plafond te koppelen. Niet alleen secretaresses en uitzendkrachten eruit, m a a r o o k de beleidsafdelingen afslanken. D e trap dus van bovenaf schoonvegen. E n controleerbaarder door topambtena­

ren niet te lang laten zitten. Het zou buitengewoon verfrissend zijn als topambtenaren doorstromen naar het bedrijfsleven en de wetenschap. Bovendien zou de topambtenarij gepolitiseerd moeten worden. Niet alleen het C D A , maar alle partijen moeten zich kunnen herkennen in deze groep.

U begrijpt dat het rapport van de commissie Deetman, over staats­ rechtelijke vernieuwing en de discussie die nu volgt door ons n a u w ­ lettend gevolgd zal worden.

(ingezonden mededeling)

W E L L I D V A N D E J O V D ,

maar geen binding m e t (meer) m e t je afdeling?

M a a k dan gebruik van deze aanbieding van afdeling Gelderse Vallei:

je lidmaatschap over 1991 voor slechts

fl 24,95!!!

Dat is z’on tien piek minder dan gebruikelijk.

voor informatie: André 010-4129641

(4)

MOBILITEIT

door

Jan Weijers.

Het laatste J O V D congres (november 1990, Dordrecht) heeft een motie aan­ g e n o m e n waarin een nogal o n g e n u ­ anceerde kijk o p mobiliteit in N e d e r ­ land geventileerd wordt. D e mo t i e “Nederlandse S p o orwegen” spreekt uit dat de N S de verhoging van haar reizi- gerscapaciteit sneller dient uit te voeren dan g epland en dit koppelt aan een prijsverlaging. Het m o g e duidelijk zijn dat in een discussie over mobiliteit en milieu m e e r meespeelt d a n g o e dkope treinkaartjes alleen. D e z e nuances zul­ len terug moeten k o m e n in de resolutie milieu die o p het k o m e n d cong r e s wordt vastgesteld en het lijkt m e daar­ o m zinvol er hier een aantal aan te geven.

... & Milieu

Nederlanders reizen veel. G e m i d d e l d leggen we, o n z e vakantiereizen niet meegerekend, z o ’n 35 kilometer per persoon per dag af. Hiervan is 11 kilo­ meter “voor de zaak” en 2 kilometer in het kader van schoolbezoek en dergelij­ ke. D e rest van 22 kilometer per neder­ lander per dag dient doeleinden als visi­ tes, winkelen, recreatie, enz.

Mobiliteit is vrijheid m a a r mobiliteit is ook een schaars goed in economische zin. Net zo goed als brood, boeken en benzine brengt o o k mobiliteit kosten m e t zich m e e en betekent een keuze voor het produceren van mobiliteit dat andere goederen en diensten niet gepro­ duceerd kunnen worden.

Wann e e r w e de totale kosten van een goed of dienst bekijken moeten daarin niet alleen de directe kosten (dus de benodigde produktiefactoren) betrok­ ken word e n m a a r o o k de z o g e n a a m d e externe effecten. Externe effecten zijn te definiëren als de indirecte kosten die de produktie m e t zich meebrengt voor de samenleving als geheel. In het geval van mobiliteit zijn bijvoorbeeld uitstoot van schadelijke gassen, geluidshinder en verbrokkeling van het landschap door asfalt en rails externe effecten. In zekere zin zal milieu be s c h o u w d m o e ­ ten gaan worden als een produktiefactor naast arbeid, kapitaal en land.

D e auto is een belangrijke vervuiler. Het aantal auto’s zal van rond 5 miljoen

nu oplopen naar 7 tot 9 miljoen in 2010, afhankelijk van de ontwikkeling van de welvaart. Het aantal reizigerskilometers in de auto zal van nu tot het jaar 2010 toenemen m e t 5 5 % tot 7 2 % , afhanke­ lijk v a n de aard en zwaarte v a n de beperkende maatregelen die de over­ heid neemt. Weliswaar w o r d e n auto’s door toepassing van nieuwe technolo- giën steeds schoner m a a r dit wo r d t gecompenseerd door de t o e n a m e van het aantal auto’s en de totale afstand die daarmee gereden gaat worden.

Daarbij is ook het openbaar vervoer een bron van milieuoverlast. Weliswaar zijn trein en bus “schoner” in termen v a n overlast per reizigerskilometer m a a r de overlast blijft. Dat geldt na-t- uurlijk voor elk vervoermiddel. H o e schoon zou Nederland zijn m e t 5 mil­ joen paarden?

Voor onze mobiliteit betalen w e dus een prijs: schade aan ons milieu. Deze prijs k o m t niet tot uitdrukking in de prijs die de c o n s u m e n t voor zijn reis betaald. Dit geldt zowel voor de auto als voor het openbaar vervoer.

O p e n b a a r Vervoer & A u t o

In 1987 werden in Nederland in totaal 150,9 miljard reizigerskilometers g e m a a k t (exclusief vervoer door de lucht, over water, fietsen en de benen­ wagen). Van dit totaal werd 127,2 mil­ jard kilometer in personenauto’s afge­ legd. H e t totale openbaar vervoer w a s goed voor 15,5 miljard kilometer waar­ van de N S 9,4 m l d voor haar rekening nam. In procenten uitgedrukt is het aan­

deel van de auto 8 4 % en dat van de s p o o r w e g e n 6 % . O m een n o e m e n s ­ waardige vermindering van het aandeel van de auto tot stand te brengen, laten w e zeggen 10 procentpunt, zal dc capa­ citeit van het treinvervoer bij gelijkblij­ vende vraag naar mobiliteit D R I E keer zo groot moeten worden. Echter, bij de verwachte stijging van de totale mobili­ teit, z o ’n 7 0 % tot 2010, zal de capaci­ teit van de N S in dat jaar V I E R tot VIJF maal zo groot moeten zijn o m een aan­ deel van rond de 1 5 % van het passa­ giersvervoer aan te kunnen. Ter verge­ lijk: het ambitieuze plan Rail 21 moet de N S in staat stellen in 2005 tweemaal zoveel reizigers te vervoeren als zij nu doet.

D e conclusie m o g e duidelijk zijn: het openbaar vervoer zal nooit in slaat zijn op een in termen van kwaliteit, kwanti­ teit en milieu-effecten bevredigende manier aan de vraag naar mobiliteit te voldoen.

H o e verder?

D e in het kabinetsberaad v a n 23 n o v e m b e r jl voorgestelde verhoging van de motorrijtuigenbelasting lijkt geen goede stap. D e z e belasting moet immers altijd betaald worden ongeacht het aantal kilometers dat het voertuig maakt. D e z e belasting kan wel gebruikt w o r d e n o m de aanschaf van lichtere auto’s met kleinere motoren te stimule­ ren. E e n verhoging van de benzine- accijnzen is zinvoller o m d a t dan elke afgelegde kilometer geld kost. Bovendien betalen op deze manier de­ genen die het meest vervuilen ook het meest, wat dan weer recht doet aan het principe “ de vervuiler betaalt” . Verhoging van de brandstofaccijnzen in Europees verband verdient natuurlijk de voorkeur. Daarnaast kan o o k aan andere maatregelen in de fiscale sfeer gedacht worden. Het volledig afschaffen van alle aftrekbaarheid van reiskosten is een mogelijkheid.

(5)

ALLE BAZEN KOMEN

MET TRAM TWEE

Hongarije na de overheersing door geletterde barbaren

belang bij de ruimtelijke ordening veel

aandacht te besteden de bereikbaarheid van werkplek, w o n i n g en recreatiege­ bied per OV.

V a n een prijsverlaging v a n w e l k e v o r m van vervoer dan o o k k a n geen sprake zijn. In tegendeel: door middel van milieu-heffingen zullen de externe effecten van mobiliteit in de prijs tot uitdrukking moet e n k o m e n . Dit bete­ kent dat het O V duurder wordt en dat de automobiliteit fors duurder wordt. Het vrijkomende geld zal gebruikt m o e ­ ten worden voor het herstellen en voor­ k o m e n van milieuschade veroorzaakt door verkeer en vervoer en voor de b e n o d i g d e investeringen in d e O V - infrastructuur.

V a n v a n d a a g o p m o r g e n

Het m o g e duidelijk zijn dat de in dit artikel g e n o e m d e doelstellingen en maatregelen niet van vandaag op m o r ­ gen gerealiseerd kunnen worden. O o k zullen velen de idee van het terugdrin­ g e n v a n d e mobiliteit a f d o e n als “onhaalbaar”. Dat alles verandert niets aan het feit dat de m e n s bezig is haar eigen planeet te verwoesten. D o o r o n ­ zorgvuldig met het milieu o m te sprin­ gen heeft de mensheid in het verleden een wissel o p de toekomst getrokken. D e prijs daarvan gaan w e nu betalen. E e n krachtdadig milieubeleid onder andere op het gebied van mobiliteit zal snel tot stand moeten k o m e n omd a t de generaties na ons niet alleen in welvaart m a a r o o k in welzijn m o e t e n k u n n e n leven. Kiezen of verliezen!

B r o n n e n

- Jaarverslag 1 9 8 9 N V Nederlandse Spoorwegen;

- Brochure “D e trein van morgen k o m t eraan” van de NS;

- Brochures “60 dingen die U voor het milieu kunt doen” en “Het broeikasef­ fect” van het ministerie van V R O M ; - Statistisch Zakb o e k 1988 van he C B S ; - artikel “Drogredenen”, Nico de Jong, Autovisie 16/’90;

- Structuurschema Verkeer en Vervoer II.

Jan Weijers is voorzitter van het district Utrecht der J O V D . Dit stuk is geschre­ ven o p persoonlijke titel en geeft dus niet noodzakelijkerwijs de standpunten van het district Utrecht weer.

door

Anthony

P. Dekker

Boedapest, even stad van het I F L R Y - congres. Stad o o k v a n keizerin Elisabeth, door dwepende Oostenrijkse regisseurs voorgesteld als de onbevan­ gen schattige Sissy. Zeker ook veertig jaar hoofdstad van de Volksrepubliek Hongarije. Het Hongarije dat wij in het westen zagen als het meest verlichte aller Oostbloklanden. D e veranderingen in de communistische wereld volgen elkaar zo rap op dat w e nauwelijks m e e r verrast zijn. N u is alles voorbij, zijn w e geneigd te denken. E v e n de m a r k t e c o n o m i e invoeren en klaar. Terwijl hoofdredacteur Kei K o e n e n een fatsoenlijk Quakermeisje in onberispe­ lijk Amerikaans vroeg: “D o you want to fuck m e ? , toen Frans H e r m a n C a m m e l sprak “Ik ben niet dronken” o m daarna van het stoepje te storten en Internationaal Secretaris R o n Batten, nog geheel bevangen door het vaardig b e w e g e n d onderlichaam van de nacht- clubdanseres, een gehele dag voor zich uit staarde, toen was de kleinst mogelij­ ke minderheid van de JOVD-delegatie naar het IFLRY-congres te Boedapest in gesprek m e t enige studenten aan de Karl M a r x University of Economics.

Het universiteitsgebouw staat vlak bij de Elisabethsbrug a a n de D o n a u .

Dekker, C a m m e l , Koenen: delirium constante.

Tramlijn 2 stopt voor de deur en rijdt naar de belangrijke machtscentra: het parlement, het g e b o u w van het Centraal Comitee van de Communistische Partij en langs de belangrijke ministeries. ‘Alle bazen k o m e n met n u m m e r twee’, is een bekend gezegde in de stad. Iede­ reen die w a t te z e g g e n heeft in Hongarije is afkomstig v a n de Karl M a r x Universiteit. D a t is bijzonder aldus een van de studenten: ‘In andere communistische landen waren de lei­ ders altijd ongeletterde barbaren!’. Voor de veelbelovende studenten van deze elitefabriek breken o n b e k e n d e tijden aan.

Miklós is tweedejaars student. Klein brilletje, spijkerbroek: ‘Iedereen ziet dat er wat m o e t gebeuren. Er is zoveel te doen voordat dit land op orde is. M a a r persoonlijke inzet, ho maar! D e mensen begrijpen niet dat ze hard moeten wer­ k e n v o o r geld en welzijn. Iedereen w a c h t tot de politiek de zaken voor elkaar heeft’.

‘Logisch’, vindt Emese. Haar gezicht bestaat voornamelijk uit oog. E e n leuk, pittig meisje, zou W o d e h o u s e zeggen. ‘Z o is het hier veertig jaar geweest. D e politiek w a s oppermachtig en hoefde nooit verantwoording af te leggen. O o k over de economie hoorde je nooit echte feiten. Dat is het gevolg van de plan economie. V a n te voren werd n a u w k e u ­ rig berekend wat er geproduceerd moest worden. Bij wijze van spreken wist je nu al hoeveel bougiekappen van type A er over drie jaar gemaakt zouden w o r ­ den. Natuurlijk wisten de m e n s e n dat die plannen vaak rooskleuriger waren d a n d e werkelijkheid. H e t gaf wel zekerheid. Telkens kreeg je het verhaal: ‘Het gaat goed m a a r het m o e t beter’. N u zijn er geen plannen meer.

(6)

6

R

R

Zoltan vervolgt: ‘De boodschap van de regering is: we weten het nog niet. Hoe kun je verwachten dat de mensen hard aan h e t w erk g aan z o n d e r te w eten waarvoor. H oe staat h et m et je huis? D at is allemaal eigendom van de staat. M o et je d a t k o p en ? H uren? H o o r je m orgen dat h et aan een b u iten lan d er verkocht is? M ensen hebben zekerheid nodig’.

Rijkdom

Miklós: ‘We moeten helemaal opnieuw beginnen. H et land m oet worden opge­ bouw d. E n w el zo lib eraal m ogelijk. D at w ordt hard, w ant op d it m om ent hebben we niet de rijkdom om de m en­ sen een welvaartstaat te bieden. ‘Toch hebben de burgers veiligheid nodig en so ciale v o o rz ie n in g e n ’, v o eg t G ab o r toe. H ij vervolgt: ‘Als iedereen m oet vechten voor zijn eigen naakte bestaan verliezen we de verworvenheden van de staat. Eigenw aarde en solidariteit. D at was de waarde van de communistische onderdrukking. Wij allen tegen het sys­ teem ’.

Em ese voorziet grote problemen: ‘Denk je eens in. N u is de gezondheidheids- zorg nog gratis. Daar zij de mensen aan gew end. H et is te duur. B etalen voor g ezo n d h eid b e te k e n t een o n tg o o c h e ­ ling’.

Smeerpoetsen in periferie

Hongarije streeft naar aansluiting bij de Europese Gemeenschap. Is dat de red­ ding?

Emese: ‘Je zult je moeten afvragen wat het betekent H ongaar te zijn. Vroeger leerden w e dat b uitenlanders m ensen zijn die aan je w illen verdienen. N a ­ tuurlijk is dat waar. M aar het is even­ zeer waar dat als je eerlijk handelt aan elkaar kunt verdienen ’.

Zoltan is van mening dat de verschillen in de EG te groot zijn om aansluiting van Hongarije te realiseren. ‘Toch m oe­ ten we haast m aken’, aldus Emese. ‘De fabrieken in Hongarije zijn ouderwets. W e k u n n e n n ie t m e e k o m e n . A lle moderne bedrijven zullen zich in D uit­ sland vestigen. A lleen fabrieken m et veel afval o f smerige produktieproces- sen zullen zich hie vestigen. Om econo­ m isch e re d en en m o eten w e d at to e ­ staan. Dan wordt Hongarije een giganti­ sche chem ische vuilnisbelt, net als de voorm alige DDR. Lidmaatschap van de EG betekent dat de m ilieu-eisen waar­ aan bedrijven m oeten voldoen ook in ons land zullen gelden. Dat is de enige m anier om te voorkomen dat we door ‘sm eerpoetsen’ economisch gehanteerd worden’.

Rode libanon

Zoltan draait een stikkie. De R ode L i­ banon handig verborgen in een Douwe

Egbertszakje. ‘Jullie in het Westen den­ ken vaak dat de communistische onder­ drukking in Hongarije wel meeviel. Dat het dus gemakkelijk is voor ons om een ‘m o d ern ’ land te w orden. D at is niet waar. We hebben in 1968 weliswaar een hervorm ing gehad, m aar dat was een la n d b o u w -h e rv o rm in g . E r w erd n ie t genoeg geproduceerd, beperkt zelfstan­ dig ondernem erschap in de landbouw bleek de enige m anier om de voedsel- produktie te verhogen. Politiek cn eco­ nom isch w as het even star als elders. V rijheid van m eningsuiting, daar was geen sprake van. De echte hervorming is p a s b e g o n n e n in m ei 1988. Toen w erd Ja n o sz K ad ar a fg e z e t’. Em ese b e stu d e e rt haar h anden. ‘D enk m aar n ie t d at M o sk o u d a a r b lij m ee was. G o rb a tsjo v h e e ft m ooi p ra te n , m aar toen K adar m oest aftreden hebben de R ussen de olie- en energieleveranties een aantal dagen stopgezet’.

H ard w erk is geboden, duidelijkheid. De studenten w eten n iet goed w at ze m et hun diploma zullen doen. Dc bank­ w e re ld l ijk t h e t g ro te p e r s p e c tie f . ‘Banklui verdienen goed’, vindt Emese. In ieder geval is het W esters realism e d u id elijk doorg ed ro n g en . G abor: ‘Ik haat econom ie. M aar ja , ik m oet wel doorgaan. E co n o m ie is goed voor je carrière’.

HET EGO EN HET BOEK

door

Jeroen den Hartog.

F. Bolkestein, De Engel en het Beest, uitg. Prometheus, Amsterdam, 1990. 254 blz, f34,90, ISBN 90-5333-016-x.

Veelbelovend

Een enkele keer kom t men op de tafel, w aarop de b o e k h a n d e la ar de n ieu w e uitgaven uitstalt, een b oek tegen, d at direct de aandacht opeist - z o ’n bandje kan men vooralsnog laten liggen, maar de en e b lik w a a rm e e m en h e t h e e ft waargenomen heeft de werking van een harpoen gehad. H et beeld blijft als het ware op het netvlies hangen o f de titel blijft intrigeren. Vroeger o f later blijft er te n s lo tte m a a r é é n m o g e lijk h e id o v er: te r b e sc h e rm in g v an d e e ig e n

gemoedsrust gaat men over tot aanschaf van het werkje. Z o’n boek is de onlangs verschenen bundel essays De Engel en het Beest van F. Bolkestein. Het draagt een fraaie, diepzinnige titel, de omslag toont zoiets gedateerds als een bidprent­ je (in mooie, zeer authentiek aandoende rijk-room se pasteltinten) en, laten we eerlijk zijn, de naam van de auteur zegt heel wat Nederlanders wel iets. Enfin, men laat het boek inpakken en wandelt, zich v e rh eu g en d op e n k ele av o n d en ru stig le e sg e n o e g e n , h u isw a a rts. De

(7)

D

R

I

E

E

7

er nu n iet erg op lijk t, dat h et in een politieke partij georganiseerde liberalis­ me bezig zou zijn de politieke m acht te veroveren. Bovendien ben ik bang, dat de intellectuele discussie op d it m om ent veel meer een élitaire aangelegenheid is dan in de jaren ‘60. (En m et de algem e­ ne en nogal suggestieve term “de jaren ‘6 0 ” b e d o e l ik , e v e n a ls d e h e e r Bolkestein, de min o f m eer revolutio­ naire periode, die pas begon omstreeks 1965 en in wezen eindigde m et de eer­ ste o liek risis in de h erfst v an 1973.) Zouden w e o v erig en s een v erk larin g kunnen vinden voor het opbloeien van het debat onder liberale intellectuelen op d it m o m e n t? M en z o u k u n n e n m enen, d at ju is t lib eralen zich verre houden van dogmatisme, obscurantisme en geestelijke dwang, zodat een wissel­ werking aangenom en kan worden tus­ sen liberalism e enerzijds en anderzijds het belang hechten aan lezen, schrijven en discussiëren. Een andere verklaring zou kunnen liggen in het feit, dat ener­ zijds het “linkse denken”, w aar de heer B olkestein zich in zijn boek zo tegen keert, zo niet klinisch dood is, dan toch tenminste in com a ligt (waardoor hij in dit opzicht een bestrijder van w indm o­ lens wordt), terwijl anderzijds liberalen in N ederland in de jaren ‘80 m et her­ nieuw de u itd ag in g en g e c o n fro n teerd zijn .Ik denk nu aan h et w eer d e kop opsteken van het confessionalism e, de aanvankelijke bloei en de daarop v o l­ gende achteruitgang van de eigen stro­ ming, de Europese eenwording, de ont­ w ik k e lin g e n in O o s t-E u ro p a en de m ilieuproblem en. D eze nieuw e geg e­ vens kunnen onder liberalen de behoef­ te gestimuleerd hebben om te form ule­ ren waarvoor ze staan en w at van hen verwacht mag worden

Utilitarisme

Maar laat ik, voordat ik te zeer terecht zou kom en in m e ta -d isc u ssie s, m ijn aandacht richten op het hier te bespre­ ken boek. Alleen al de titel zegt meer dan men wellicht in eerste instantie zou denken; hij is ontleend aan pensée 358 van Blaise Pascal:”L’ homme n ’ est ni ange ni béte et le m alheur vent aue qui veut faire 1’ ange fait la béte. Dit doet w at d e n k e n aan ee n v o o rv a l in een Westeuropees p arlem en t, toen een link­ se afgevaardigde een m inister toebeet, dat regeringen ervoor zijn om de wereld te verbeteren. E r kwam ogenblikkelijk re p lie k van re c h ts , in h o u d e n d e , d at

lm N a r r 'M n m z v n r.in i<!i re Oa i j i v u '! n iic lic r m n m ich D -c ich n ic h t Icsc u nd vo rste

regeringen er in het geheel niet zijn om de w ereld te verbeteren, m aar slechts om het land te besturen onder overtui­ gende controle van het parlem ent en dat daar w aar regeringen zetelen, die wel m enen, dat ze er zijn om de w ereld te verbeteren het niet zelden heel onaan­ genaam is m et prikkeldraad en veilig­ h eid sd ien sten m et sin iste r k lin k en d e akro n y m en . D it is de o v erh eersen d e tendens in de onderhavige serie opstel­ len. Zelfs als alle overige leden van de tweede kamerfractie van de VVD zich tot het ontplooiingsliberalism e zouden bekennen, zal de heer Bolkestein - als ik het goed begrepen heb - moedig utili­ tarist blijven. Ik verw ijs naar zijn b e ­ toog op de pagina’s 33-46.

D it opgem erkt hebbende meen ik m et deze bundel essays te mogen doen wat een letterkundige doodzonde zou zijn in het geval van een roman of andere fic- tion: op basis van het boek uitspraken doen over de schrijver.

De denktrant maakt dus een sterk utili­ taristische indruk, dat wil zeggen, dat het de schrijver er niet om gaat o f de bedoelingen goed zijn, of een handeling o f een beleid op zichzelf moreel juist is, m aar het g a a t er om o f het re su lta a t gewenst o f nuttig is. M et dit paradigm a keert hij zich tegen ekonom ische boy­ c o ts als in stru m e n t v an b u ite n la n d s m e n se n re c h ten b e le id (pp. 134-136). H et is b o v en d ien na a lle k le d d e rig e

praat van socialisten, zwevende wereld­ verbeteraars en predikanten (voorzover dat al niet de zelfden zijn) heel verfris­ send dit eens toegepast te zien ter ver­ dediging van de marktekonomie en het investeren door m ultinationals in ont­ wikkelingslanden (bijv. pp. 15-21).

Jaren ‘60

In zijn inleiding (p. 11) vertelt de heer Bolkestein, dat hij in de eerste helft van de ja re n ‘70 h et heersende op in iek li­ m aat in Nederland, zelfs in heel Noord- w est-Europa zo eenzijdig vond en dat dat voor hem de reden w as om lid te worden van een politieke partij en later om politicus te worden (p.12). H et uit de jaren ‘60 stam m ende progressieve klim aat groeit later in het boek uit tot het steeds w eer im pliciet o f expliciet terugkerende b éte noire van het Bol- kesteiniaanse denken. Zelfs de schrijver van de fla p te k st h e e ft b eg rep en , dat p ro g ressiev e in tellectu elen het eerste m ikpunt vorm en van onze “zakenman in de politiek”. H et meest expliciet zijn de artikelen Nineteen sixtv-eight and all that (pp. 75-91) en het direct er op vol­ g e n d e a r tik e l o v e r d e P e ru v ia a n s e rom anschrijver M ario Vargas Llosa (pp. 92-107).

(8)

8

D

R

I

E

M

A

S

T

E

R

een beeld geschetst van een en al fel- lowtravelling m et M oskou, dikke m ari­ huana- en hasjdam pen, ongelim iteerde se k s e n ee n M a c h tü h e rn a h m e d o o r loonv left. Als de schrijver zijn politie­ ke motivatie alsmede zijn hoedanigheid van e ssa y sc h rijv e r in d erd aad serieus neemt, had men althans van een artikel onder de titel Nineteen sixtv-eight and all th a t m o g en v e rw a c h te n d a t ie ts gezegd zou worden over de bonte ver­ scheidenheid van personen en strom in­ gen in het W est-Europa en de Verenigde Staten van die jaren, o f minstens in het roerige jaar 1968. M aar niets van dat al: het gaat uitsluitend om enkele volstrekt m a rg in a le fa r le f t r a d ik a le n in d e Verenigde Staten en in Engeland, die al snel vergeten w aren en die voor n ie ­ m and anders representatief waren dan voor z ic h z e lf en v o o r ho o g sten s een dozijn anderen.

Waar is het voor nodig dat zulke détails cn voetnoten in d e geschiedenis voor een breed publiek beschreven worden in de Haagse P ost en dat de artikelen opnieuw in dit boek gepubliceerd w or­ den? O f m oet het publiek hieruit opm a­ ken, dat de jaren ‘60 slechts bestonden uit fellowtravelling en onm aatschappe­ lijk g e d ra g ? A a n g e z ie n d e h e e r Bolkestein tussen 1960 en 1976 in het buitenland v erb leef (zie p. 12) en hij klaarblijkelijk over (en in ?) de jaren ‘60 slechts w einig gelezen heeft - en dan nog de verkeerde boeken -, lijkt het m e j u i s t a ls h em e e n s m e e g e d e e ld w ordt dat d e periode, w aarop hij zijn politieke motivatie baseert en waarover hij essays schrijft uit heel w at meer en uit heel wat betere zaken bestaan heeft. Hoe is het mogelijk, dat er geen woord gezegd w o rd t o v er de d em o n stra tie s tegen de oorlog in Vietnam, niets over het - gerechtvaardigde - studentenpro­ te s t in P a r ijs , in A m s te rd a m e n in B e rlijn , d a t R u d i D u ts c h k e , D a n ië l C o h n -B en d it en R o el van D uyn nog niet eens genoem d w orden, d at zelfs internationale bekendheden als Sartre en S im o n e de B e a u v o ir n a u w e lijk s, resp. in het geheel n ie t verm eld w o r­ den ? H e e ft d e h e e r B o lk e s te in n o g n ooit zelfs m aar vaag en in de verte g ehoord van flow er-pow er, p ro v o en hippie? H oe is het m ogelijk? D at d it alles hem tegenstaat is duidelijk, dat hij er niet bij geweest is eveneens, maar als hij het niet begrijpt en slechts een mini­ maal deel wil beschrijven moet hij geen

essays erover tot twee keer toe publice­ ren en toch voor een intellectueel willen doorgaan. O f m oet het publiek b ijg e­ b ra c h t w o rd en , d at w e ons eig e n lijk m oeten excuseren voor de jaren ‘60? In dat geval zou de heer B olkestein p re­ cies passen in de tendens van de Neder­ la n d se p o litie k van de la a tste ja re n . Z elfs sociaal-dem okraten en liberalen neuzelen in deze m et het CDA mee. O f wil de schrijver zijn publiek waarschu­ wen tegen herhaling in de toekomst? En hoe waarschijnlijk is die herhaling dan wel op korte termijn, voordat dit boek vergeten wordt? Waarschuwen tegen de ja re n ‘60, d am es en h eren , b e te k e n t tevens w aarschuw en tegen ontzuiling, tegen deconfessionalisering, tegen meer p e rs o o n lijk e v e ra n tw o o rd e lijk h e id , tegen intense betrokkenheid bij politiek en bestuur en bovenal tegen een fantas­ tisch e u itb arstin g van c re a tiv ite it op ieder cultureel gebied. Een herhaling d a a rv a n is in d e rd a a d h e e l o n w a a r­ schijnlijk, om dat N ederland daarvoor op dit m om ent te stom en te saai is. Lees ik dit boek, en vooral de hierbo­ ven genoem de artikelen, dan krijg ik niet de indruk, dat de heer Balkestein de geschiedenis in zal gaan als de archi- tekt van de apertura naar links. Hij is tenslotte geen progressieve intellectu­ eel.

IN T E L L E C T U E E L

Hoe serieus moet nu dit boek genomen worden? Laat ik als antwoord de enige b rilja n te o p m erk in g u it de fla p te k st citeren, namelijk de karakterisering van de schrijver als “zakenman in de poli­ tiek”. H et moet gezegd worden, dat een aantal essays vlot en helder geschreven is, maar hier & daar vroeg ik me wel af w aaro m ze (o p n ie u w ) g e p u b lic e e rd moesten worden. Wie is er nu nog geïn­ teresseerd in enkele dagboeken uit de jaren 1988 - 1990 o f in een artikel zoals E konom ische m acht (pp. 47-55)? H et laatstgenoemde essay gaat over slechts één boek, geschreven in de jaren ‘60 (jawel), dus in een volstrekt andere tijd en toen al beslist niet beschouw d als eersterangsstudie.

Een ander bezw aar b etreft zoiets e le ­ m e n ta irs a ls h e t c ite r e n . O p p .1 1 5 b e s c h u ld ig t de h e e r B o lk e ste in zijn opponent C hom sky ervan m et citaten en feiten te gooien als een op hol gesla­ gen PC. Je moet maar durven als je zelf h etzelfd e doet en als je dan ook nog

fout gooit. Vooral aan het begin vindt de schrijver het interessant om met inte­ ressan te m ensen zoals P lato en A ris­ toteles te gooien. Hij citeert niet rechtst­ reeks u it het G rieks, zelfs niet uit een (zeer gemakkelijk bereikbare) vertaling, nee, hij citeert een moderne studie met een citaat uit de zoveelste hand. Het is de heer Bolkestein klaarblijkelijk ont­ gaan, dat deze studie niet over de filo­ sofie, m aar o v er de ekonom ic van de oudheid gaat en dat het boek direct na verschijnen in de vakpers terecht neer- gesabeld is.

Helaas staat me hier slechts een beperk­ te ruimte ter beschikking; ik veroorloof me dus verder nog slechts enkele korte opmerkingen. Waar de zakenman in de politiek zich op het gladde ijs van de cultuurtheorie waagt, gaat hij ogenblik­ kelijk onderuit. Op pp.200-206 bijvoor­ beeld komt hij tot de conclusie, dat cul­ tu rele p ro d u c tie en p o litie k e ze lfb e ­ w ustheid veelal sam engaan. H iervoor zijn w el voorbeelden te bedenken (hij noem t er ook enkele), maar er zijn even z o v e le te g e n v o o rb e e ld e n . Ik noem slechts het Berlijn van de jaren ‘20: de cultuur beleefde een bloeiperiode, maar p o litie k en ek o n o m isch w as het één grote bende. Ook voor de andere con­ clusies van het genoem de artikel zijn zoveel tegenvoorbeelden aan te voeren, dat de essentie van het artikel gemakke­ lijk aangetast kan worden.

(9)

D

R

1

E

M

A

S

T

E

R

D o e m d e n k e n is weer in; het

einde der verzorgingsstaat?

door

Arthur

Koeken

Soms, heel soms, gebeurt het nog: tijd en ruimte lijken samen te vallen. Zoals in het geval van de zaal die een weerga­ ve van de v lu c h tig e w o o rd en d ie er worden uitgesproken schijnt. De houten lambrizering, het eikehouten m eubilair met pluche kleedjes, dat alles m oest de aanw ezigen nog eenm aal het Oudhol­ landse (o f ju iste r: B rab an tse) g ev o el geven “ thuis” te zijn. H et gevoel van geborgenheid dat de verzorgingsstaat de inwoner had moeten brengen. Nog een­ m aal, w a n t sp o e d ig z a l d it a lle s ten einde zijn, o f niet?

Een zinkend schip

met kibbelende bemanning

Op 7 novem ber j.1. waren op initiatief van de afdeling “Hart van Brabant” de directeuren van de w etenschappelijke bureaux van D66, PvdA en VVD uitge­ nodigd om een gedachtenw isseling te houden over de grenzen aan de verzor­ gingsstaat. Aldus hadden achter de tafel p la a tsg e n o m e n : C h ris tia a n d e V ries resp e c tie v elijk P au l K alm a en K laas Groenveld. D aartussenin: M ark Rutte, voorzitter. Een en ander g af het beeld van een zin k en d sch ip van staat m et reddingsplannen in drie afzonderlijke, gesloten, kasten waarvan de sleutels in het bezit waren van drie nukkige stuur­ m a n n e n . V o o ra le e r d e s le u te l te r beschikking te stellen, zodat de plannen bekeken kunnen worden, w il elk van de andere twee horen dat hij eigenlijk toch gelijk heeft (gehad).

Onbehagen

R um oer d rin g t door in de huiskam er. M et enig onbehagen staart de bu rg er v a n a c h te r z ijn ra a m n a a r d e la n g e donkere straat waarboven zich de w ol­ ken samenpakken. Als om een executie aan te kondigen, bewegen trillingen van p au k eslag en zich d o o r de ether. Een eenzam e zonderling begeeft zich door de straat, w achtend op het uur U? Het geluid is n iet van hem afkom stig. De verduistering van het lu ch td ek w ordt verlicht door enige bliksem flitsen. De echte donder, de slag, blijft vooralsnog uit. De burger richt zijn aandacht weer

op de hem door de t.v. gepresenteerde margarine die bruiner bakt. Een rilling gaat door hem heen, de verveling doet een aanval op zijn gem oed. Hij heeft het filmpje herkend en voorziet het ver­ volg. Een ander net wordt ingeschakeld. Drie politici verkondigen het dreigend stuklopen van de verzorgingsstaat.

Gedoemd tot doem

Gaan w e na het recent wederom afge- k o n d ig d e einde van de g esch ied en is 1991 in m et de leidende idee van het einde d er verzorgingsstaat? De o v e r­ gang der decennia lijkt een destructieve mentaliteit m et zich mee te brengen. De T eldersstichting k eft sinds 1988 (het ra p p o rt “ S p e u rto c h t”) d at h e t ein d e nabij is. Op grond van alle electorale doemgeluiden heeft de PvdA zich hier­ bij aangesloten. Wat een half jaar gele­ den nog vloeken op de Paasberg was, wordt nu als daad van intellectueel lei­ derschap gezien. De PvdA is aan het seculariseren. Het eigen geloof ligt bij De Slegte.

Verzorgingsstaat

D e v e r z o r g in g s s ta a t (e e n m in d e r geslaagde vertaling van “welfarestate”) heeft als primaire taak het welzijn van de burgers te verzorgen. Als we de hui­ dige verzorgingsstaat in Nederland ver­ gelijken m et het oorspronkelijke voor­ stel van L ord B ev erid g e (1942) dan m oeten we constateren m et een m on­ stru m te m a k e n te h e b b e n ). O p 7 novem ber werd veel kritiek vernom en en w ein ig o plossingen. D oor de drie gepolitiseerde wetenschappers werd het fa le n v a n de u itv o e rin g n a a r v o re n geschoven. H et concept en de w ense­ lijk h eid van de v erzo rg in g sstaat w as n a u w e lijk s o n d e rw e rp v an d is p u u t. Alles draaide om de practische proble­ men waardoor deze stuk dreigt te lopen. Technisch gezien kon ook nauw elijks anders verw acht w orden. D e huidige o v erh eid ziet zich al g eco n fro n teerd met de eigen incompetentie als een OV- studentenkaart o f een nieuw paspoort ingevoerd m oeten w orden. L aat staan dat de verzorgingsstaat getransformeerd

kan w orden. H iervoor toch pleiten, is grootspraak van politici.

Het verhaal van D66

Als Van M ierlo God zou zijn, en God Van Mierlo, dan hebben we 7 november een mystieke ervaring van wetenschap­ pelijk directeur De Vries aanschouwd. In woord en daad een m et Van Mierlo. Zelfs de m eest geharde anti-VVD’er in de zaal m oest het eens zijn m et Groen­ veld: a) hij begreep het grootste deel van De V ries’ bijdrage niet en b) het deel dat hij begreep was niet relevant voor het onderwerp. De grote lijn: we m oeten van een economische/materiele en levensbeschouw elijke naar een cul- tu u rp o litie k e /im m a te riele ziensw ijze van de verzorgingsstaat overgaan. De moraal m oet binnen de verzorgingsstaat ingebracht worden. Individuen moeten gezien worden binnen de collectiviteit. Hij wil een verstatelijking van de eco- nomie/de maatschappij en een vermaat­ sch ap p elijk in g van d e staat. B ureau­ cratie en individuen hoeven niet m et e lk a a r te b o tse n als d e b u re a u c ratie gezien w ordt als een o rdeningsw ijze van het maatschappelijk handelen.

Economie als maat der dingen

(10)

10

doorgeschoven naar een volgende gene­ ratie en om dat de mensen teveel aan de verzorgingsstaat verslaafd zijn geraakt. We voelen blijkbaar te weinig voor el­ kaar om de verzorgingsstaat in stand te houden.

De PvdA heeft te lang

overzich laten lopen

Kalm a vond dit een te eenzijdige eco­ nomische benadering: er zijn meer pro­ blemen. N ederland is niet ziek en lijdt niet erg aan normvervaging. Er zijn wat problemen maar burgers onderschrijven de normen: zo groot is het pluralism e niet. D oor de politieke plaatsbepaling wordt aan een aantal grote problem en niets gedaan: m ilieu, WAO, financiën (maar we moeten anders dan Groenveld de g e v a re n n ie t v e ra b s o lu te re n ) en werkgelegenheid. M et betrekking tot dit laatste meldde hij dat de PvdA de vier­ daagse werkw eek in genuanceerde zin zal gaan onderschrijven. Hij schroomde niet een warm pleidooi te houden voor een zekere mate van corporatisme. Een huwelijk m et het CDA m et behoud van eigen identiteit? De tripartisering van de arbeidsvoorziening is de moeite van het proberen w aard, het is ook g o ed ­ koop. Op het vlak van de

criminaliteits-en junkbestrijding heeft de PvdA (niet d e o v erh eid ? o f is d it h etzelfd e; h et oude vertrouwde etatisme?) te lang en te v e e l o v e r z ic h la te n lo p e n . D esalniettem in vond hij de pleidooien van zijn leider en diens secondant voor burgerzin, aanpakken van u itkerings­ fraude en w erkverschaffing m isselijk makend.

Een konijntje graaft

toch ook eerst zijn hol?

Een konijn graaft eerst zijn holletje. Als hem hierin verv o lg en s to ch iets n iet bevalt, zal hij d it veranderen. Hij zal niet aan een geheel nieuw hol beginnen (het konijnse psychische en fysionomi- sche gestel enigszins kennend, zal hij daar zelfs niet over piekeren). De voed- seltoevoer kan te nauw zijn, de konijne- jonkies kunnen op de tocht liggen, dat alles zal aangepast worden. E r is geen reden om de koevoet te pakken, het hol in te stampen en m et het nieuwe graaf­ w erk te beginnen. Pootje o f koevoet? D e N ed erlan d er d o e t het anders. Hij loopt tegen een niet geheel naar w ens lopende verzorgingsstaat op (afgezien v a n h e t w e lb e g re p e n e ig e n b e la n g ). Deze moet dus aan de kant (Groenveld) o f z a l g e d o e m d z ijn s tu k te lo p e n

(Kalma); einde verhaal. Hooguit wordt er ter afsluiting nog een yin-yang cul­ tuurfilosofische beschouw ing aan vast geknoopt of spelen we Van Mierlo. Het Van Speyk-syndroom.

Vlaamse reus walst oesterzwam

Een oplettende lezer zal m isschien in een kritische bui nu mompelen dat de mens toch een verstand heeft dal hem in staat stelt over zijn eigen positie na te denken, zaken ter discussie te stellen. De b eschouw ende m ens. E r zou zich g e e n re d e n v o o rd o e n om d e h om o sapiens te vergelijken m et een exem ­ plaar van de familie Oryctogalus. Mijn bezwaar is evenwel dat aan dit vermo­ g en v o o rb ijg e g a a n lijk t te w o rd e n . Zoals een V laam se Reus om gaat m et e e n o e s te rz w a m m e tje op zijn w eg. O ndanks alle pleidooien van bijvoor­ beeld de Teldersstichting voor een stap- je-voor-stapje aanpak (zoals al bevoch­ ten door d e filosoof Popper) wil men m et h et optim ism e van een treurw ilg voor N ed erlan d n iets anders dan het tegenovergestelde, de eigen directeur voorop.

De verhouding van de gedachte achter de verzorgingsstaat tot de uitvoerings­ problemen is als die van een idee tot de stand van zaken in de techniek. In de

(ingezonden mededeling)

D66 standpuntenbrief

Als uitgave van het Politiek Scholings-& Vormings-Instituut van D66, signaleert de S ta n d p u n ten b rief d e d o o r D 66-ers, re c e n te lijk genom en standpunten op gemeentelijk, provinciaal en landelijk niveau.

De standpuntenbrief verschijnt 12 keer per parlem entair jaar, een abonnem ent bedraagt 35 gulden.

Losse nummers worden gratis verstrekt ter kennismaking.

Naam

Adres

Ik heb interesse in de Standpuntenbrief, o stuur mij een kennism akingsnum m er o ik neem een abonnem ent

D66 Politiek Scholings-& Vormings Instituut, postbus , Den Haag

OPROEP PROJECTGROEP

INFORMATIE/

COMMUNICATIE

(11)

R

E

E

R

11

Resolutie Milieubeleid

P ream b u le

1. Hoofddoel van het m ilieubeleid is te komen tot een duurzame ontwikkeling. Daarom m oet gepoogd worden de stof­ kringlopen (w inning van een p rodukt tot definitieve afvalverwerking) te slui­ ten en in ieder geval het aantal milieu- lekken dat m ilieuvervuiling veroorzaakt te beperken.

2. De JOVD staat een zo gering m oge­ lijk e o v e rh e id s in v lo e d op d e m a rk t voor. Waar het de m ilieuproblem atiek betreft ach t zij echter interventie toe­ laatbaar en zelfs wenselijk.

3. De uitvoering van h et m ilieubeleid dient in de eerste plaats te geschieden door voorlichting, in de tw eede plaats door h effingen en su b sid ies en in de derde plaats door regelgeving.

4. Uitgangspunt voor de verdeling van de milieukosten dient te zijn het princi­ pe: “De vervuiler betaalt”.

Financiën

5. Conform het uitgangspunt ‘De ver­ vuiler betaalt’, dient elke sector propor­ tioneel bij te dragen aan de financiering van de oplossingen voor het milieupro­ bleem.

6. M ilieu h effin g en en su b sid ie s zijn correcties op het marktmechanisme. In het kader van de financiering van het m ilieubeleid genieten zij de voorkeur boven directe regulering en financiering uit algemene middelen.

7. H et stelsel van m ilieuheffingen en su b sid ies d ie n t p e r se c to r b u d g ettair neutraal te worden uitgevoerd.

Industrie

8. Om te komen tot een reductie van de m ilie u a a n ta s tin g d o o r d e in d u s trie , moet er worden gestreefd naar een gro­ tere controle op de produktieketen van

elk produkt. 4

9. In N ederland m oet een vooruitstre-j vende rol blijven spelen w aar het gaat om het aanscherpen van m ilieuregelge­ ving. Een negatieve beïnvloeding van het vestigingsbeleid van bedrijven mag geen argument zijn om dit na te laten.

10. De overheid dient het ontstaan van een m ilieuindustrie te stim uleren. D it kan leiden tot een vergrote export van m ilieu tech n o lo g ie en een v erb eterd e concurrentiepositie door het aanbieden van schonere produkten.

Verkeer & Vervoer

11. Uitgangspunt bij het verkeers - en vervoersbeleid moet zijn dat een toena­ me van de mobiliteit geen afbraak mag doen op de minim um voorwaarden die noodzakelijk zijn om de natuur, in het bijzonder de bossen, te kunnen behou­ den. D it impliceert o.a. een reductie van de SC>2 uitstoot van 90% ten opzichte van 1980 in 2010.

12. Teneinde de uitstoot van de schade­ lijke gassen door het verkeer te m ini­ m aliseren is het noodzakelijk dat alle mogelijke technische maatregelen w or­ den genom en, zowel voor het gew one wegverkeer als voor het openbaar ver­ voer. D aarnaast dient er een jaarlijkse milieu keuring te zijn.

13. Om een aanvaardbare reductie van de uitsto o t van schadelijke gassen te bereiken, zijn technische m aatregelen alleen niet voldoende. Een afname van de automobiliteit, ondanks een toename van de to ta le m o b ilite it, is d aaro m noodzakelijk.

14. Voor het v ra c h tv erk eer m o et o.a. door standaardisatie van containers het vervoer over de weg, p er rail en over het w ater op elkaar worden afgestemd teneinde een beperking in de groei van h e t v r a c h tv e r k e e r o v e r d e w eg te bewerkstelligen.

15. Voor de noodzakelijke beperking van de automobiliteit om de reductie in de u itsto o t van schadelijke gassen te kunnen bereiken moet de capaciteit van het openbaar vervoer verdrievoudigd worden.

16. M et een goed R.O. beleid dient er niet allen voor gezorgd te worden dat zoveel mogelijk lokaties m et het open­ baar vervoer bereikbaar zijn, maar ook dat de groei van de m obiliteit tot het uiterste beperkt wordt.

Energie

17. H et energie beleid dient erop g e ­ richt te zijn het milieu te sparen en de

beschikbaarheid van energiebronnen in de toekomst zeker te stellen.

18. H et stoken van fossiele brandstoffen b re n g t v e rzu rin g van h et m ilieu m et zich mee en versterkt het broeikas ef­ fect. Er dient zo veel mogelijk gebruik gem aakt te worden van nieuwe techno­ logieën om verzuring tegen te gaan.

19. A ltern atiev e en erg ie bronnen als zonne-energie, energie uit biomassa en w ind - en w aterkracht leggen alle een groot beslag op de ruim te, m aar waar d it m o g elijk is m oeten zij, om dat zij verder geen bijzondere m ilieu proble­ men m et zich meebrengen, worden toe­ gepast.

20. E nerg ieb esp arin g is noodzakelijk om de inzet van fossie le brandstoffen zoveel m ogelijk te beperken om daar­ mee het milieu te sparen.

21. Kernenergie heeft wel mogelijkhe­ den om op lange term ijn g eb ru ik t te w o rd en m aar b re n g t een g ro o t afval probleem m et zich mee. Om kernener­ gie op lange termijn te kunnen gebrui­ ken is een snelle kweekreactor noodza­ kelijk. Op dit ogenblik kleven aan de snelle kweekreactor te grote risico’s om die op com m erciële basis te gebruiken. O m dat we m ogelijk in de toekomst toch op deze energiebron zijn aangewezen, is het noodzakelijk de m ogelijkheden van deze energiebron nader te onder­ zoeken.

Landbouw

22. Om het m estoverschot in de vee­ houderij tegen te gaan kan het indikken van mest een oplossing zijn. De JOVD is voorstander van deze vorm van mest­ v erw erk in g , z o d a t d it een v ervanger kan worden van een groot deel van het kunstmest.

23. O m dat grootschalige m estverw er­ k in g n ie t op z e e r k o rte term ijn tot resultaten zal leiden dien(t)(en):

- de veestapel in overschotgebieden niet te worden uitgebreid.

- het verplaatsen van m est via de mest­ bank beter te worden geregeld.

- eisen gesteld w orden aan de vrucht- wisseling van masgronden.

(12)

gesteld.

24. Tot het m om ent dat grootschalige m e stv e rw e rk in g m o g e lijk is z a l h e t overschot aan m est in de in te polderen M arkerwaard m oeten worden opgesla­ gen.

25. H e t g e b ru ik van g e w a sb e sc h e r- mingsmiddellen verandert snel. Deze veranderingen zullen m oeten w orden ondersteund m et een zorgvuldige maar sn ellere p ro ced u re van to e latin g van m in d er sc h a d e lijk e sto ffe n z o d a t d e schadelijkere stoffen uit de handel kun­ nen worden genomen.

26. H et o n d e rz o e k n a a r a lte rn a tie v e vormen van landbouw dient te worden voortgezet.

Burger & Milieu

27. D oor een onafhankelijke, door de overheid gecontroleerde instantie die­ nen produkten te worden beoordeeld op hun m ilieubelasting waarbij gelet wordt op het totale produktieproces. Concreet dienen de bevindingen tot uitdrukking te kom en in een g esta n d a a rd ise erd e , voor ieder pro d u k t verplichte m ilieu­ keur m et intervalschaal.

28. Om to t een goed e re c y c lin g van afval te komen is ge scheiden inzam e­ ling van essentieel belang. D it dient op korte termijn te worden gerealiseerd.

29. D oor effectieve voorlichting door de overheid dient de burger gewezen te worden op haar m ilieubelastend en

leef-RESO LU TIE ONDERWIJS

P R E A M B U L E

STELLING 1 :

Onderwijs moet gericht zijn op het bie­ den van o p tim ale ontplooiingskansen naar aard, belangstelling en verm ogen van ieder individu en tevens een goede a a n s lu itin g o p d e a rb e id s m a rk t.E e n lib e ra a l o n d e rw ijsb e le id d ie n t g e b a ­ seerd te zijn op gelijke deelnem ings- kansen voor ieder individu.

STELLING 2 :

De functies van onderwijs zijn globaal te verdelen i n :

- sociale vorming - kennisoverdracht - cultuur overdracht

STELLING 3 :

De volgende onderwijscategorieen zijn te onderscheiden : - peuteronderwijs - basisonderwijs - voortgezet basisonderwijs - v o o rb e r e id e n d w e te n s c h a p p e lijk onderwijs - wetenschappelijk onderwijs - voorbereidend beroepsonderwijs - beroepsonderwijs - speciaal onderwijs

- voortgezet speciaal onderwijs - volwasseneneducatie

BASISONDERWIJS

STELLING 4 :

De peuterschool (voor 2 tot 4- jarigen) is een belangrijk m iddel om kinderen v o o r te b e re id e n o p h e t v e r p lic h te onderwijs. Daarom dient het peuteron­ derwijs, twee dagdelen per week, gefi­ nancierd te worden uit de begroting van O&W en het bezoek ervan gestimuleerd te worden.

STELLING 5 :

H et kind dient in het ja a r w aarin het vier wordt naar groep een van het basis­ onderw ijs te gaan. H et ja a r loopt van m aart tot maart.

STELLING 6 :

N aast d e algem ene eisen die aan het basisonderw ijs worden gesteld (cogni­ tieve kennisoverdracht en socialisatie), dient het voor te bereiden op het voor­ h a n d e n z ijn d e v e r v o lg o n d e r w ijs . H ie rto e d ien en zo w el m inim um - als m axim um eisen aan het eindniveau te worden gesteld. Binnen deze voorwaar­ den is elke school vrij het onderw ijs naar eigen idee in te richten.

STELLING 7 :

B asisscholen dienen via de lum p-sum m ethode te w orden gefinancierd. Een school krijg t geld via een p u n ten sy s­ teem. Voor kinderen uit bepaalde extra aan d a c h t b eh o ev en d e g ro ep en k rijg t men meer punten, dus meer geld.

STELLING 8 :

De klasgrootte wordt beperkt door een maximum te stellen aan het aantal pun­ ten per klas. Om de integratie te bevor­ deren dient elke klas tevens een mini- mum-aantal punten te hebben dat hoger ligt dan de gemiddelde klasgrootte.

STELLING 9 :

Kinderen uit etnische minderheidsgroe­ pen m et een aanvangsachterstand die­ n en zo sn e l m o g e lijk N e d e rla n d s te leren. H un o n d erw ijsach terstan d kan worden ingehaald middels lessen in de eigen taal en cultuur (OETC). Dit dient tot een minimum te worden beperkt.

VOORTGEZET BASISONDER­

WIJS, VOORBEREIDEND

WETENSCHAPPELIJK- EN

BEROEPSONDERWIJS

STELLING 10:

De eerste drie ja a r van het voorberei­ d e n d o n d e rw ijs z a l b e sta a n u it een periode w aarin een lespakket geboden w ordt van 14 verplichte vakken op A en /o f B niveau. N a d eze periode kan gekozen worden uit een A, een A/B of een B n iv eau (re p sp e c tie v elijk vwo, havo en mavo).

Voor het LBO geldt een 2-jarige basis­ vorming.

STELLING 11

Door een gebrek aan scholing in studie­ v a a rd ig h e d e n in h e t v o o rb e re id e n d o n d erw ijs w orden sch o lieren o n v o l­ doende voorbereid op het vervolgon­ derw ijs. D oor een verbetering van de studievaardigheden kan een eventuele studieachterstand tijdens de vervolgop­ leiding vermeden worden.

GRONDSLAG EN BESTUUR.

STELLING 12:

De ouders dienen de grondslag van een school te bepalen. E lke school krijgt e e n n e u tr a le g ro n d s la g te n z ij een (gekw alificeerde) m eerderheid van de o u d ers een an d e re g ro n d slag w enst. Eens in de vijf jaar vinden verkiezingen plaats. Kiezen de ouders voor een ande­ re grondslag, dan worden na een ja a r opnieuw verkiezingen gehouden. Spre­ ken de ouders zich dan w eer voor die andere grondslag uit, dan w ordt deze o v e re e n k o m stig g e w ijz ig d . T eg elijk m et de grondslag kiezen de ouders een schoolbestuur.

BEROEPSONDERWIJS

STELLING 13 :

(13)

D

R

I

E

13

theoretische verdieping in een specifiek onderw erp volgen. H et v ierd e ja a r is ingeruimd voor stages en praktijk. In h e t M B O g e n ie t m en e e r s t d e g e w o o n lijk e d rie ja a r b a sisv o rm in g , daarna een jaar theoretische verdieping en tenslotte een jaar van stages en prak­ tijk.

STELLING 14 :

Het bedrijfsleven dient een duidelijke invloed te k rijg en op het cu rricu lu m van het tw eede gedeelte van de oplei­ ding.

Inspraak van b ed rijv en zal natio n aal m o e te n w o rd e n g e o r g a n is e e r d p e r opleidingsrichting.

STELLING 15 :

H et bedrijfsleven dient een gedeelte van het beroepsonderw ijs m ee te financie­ ren middels een nationaal fonds, zodat de b ijdrage van de o v erheid teru g g e­ schroefd kan worden.

De invloed van bedrijven is niet nood­ zakelijkerw ijs gelijk aan het financie- ringspercentage. D e m ate van invloed d ie n t in o v e r le g tu s s e n o v e r h e id , bedrijfsleven en scholen vastgesteld te worden.

W E T E N S C H A P P E L IJK O N D E R W IJS

STELLING 16:

Liberalen pleiten voor een terugtreden­ de overheid, die slech ts in g rijp t daar waar onaanvaardbare effecten optreden. D e s itu a tie w aarin ie d e r b e s tu u rlijk niveau (vakgroep, faculteit en universi­ teit) m et betrekking tot de universiteit het raamwerk bepaalt waaraan de lagere n iv e a u ’s n aar eigen in zich t in vulling kunnen geven vorm t het liberale ideaal­ beeld.

STELLING 17:

D e g eld en d ie d e u n iv e rs ite ite n v an o v e r h e id s w e g e o n tv a n g e n d ie n e n gekoppeld te zijn aan het absolute aan­ tal inschrijvingen op de universiteit.

STELLING 18 :

De JOVD pleit voor een kw aliteitsbe­ w aking op verschillende niveau’s bin­ nen d e u n iv e rs ite it. N a a s t h et re e d s bestaande landelijke visitatiesysteem , dient per faculteit een facultaire to et­ singscom m issie in het leven geroepen te worden, bestaande uit leden van de

verschillende vertegenwoordigingen in de fa c u lte itsra d en . D eze c o m m issie h eeft als taak de b eo o rd elin g van de kwaliteit van het onderwijs en de mate v an g e sc h ik th e id v an d o c e n te n . De facultaire toetsingscom m issies hebben de bevoegdheid aanbevelingen onder de aandacht te brengen van faculteit, uni­ versiteit en landelijke visitatieorganisa- tie.

STELLING 19 :

De Open Universiteit dient opgenomen te w orden in het la n d e lijk e b e k o s ti­ gingssysteem van universiteiten, zodat de u n iv ersiteiten die een O U binnen hun geleding hebben ook voor de OU- studenten een rechtevenredige vergoe­ ding k rijg e n . De c u rsu sb ijd ra g e aan OU-opleidingen dient inkomensgerela- teerd te zijn.

STELLING 2 0 :

D e mogelijkheden voor studenten om in de tweede fase in te stromen dienen te worden uitgebreid.

STELLING 2 1 :

De verkorte opleiding die HBO-studen- ten kunnen volgen in het W O (2 jaar) zal aan de kwaliteit van het onderwijs afbreuk doen. De JOVD pleit voor het systeem dat HBO -afgestudeerden in s­ tromen in het eerste jaar van de docto- raal-fase, een beperkt aantal vrijstellin­ gen genieten en vervolgens vier jaar de tijd hebben om de W O-opleiding a f te ronden.

STELLING 2 2 :

U niversiteiten zijn verplicht een ieder aan te nemen in de propaedeuse en niet z o a ls n u g e b e u rt s e le c tie m id d e ls (gew ogen) loting. Selectie dient in de (verzwaarde) propaedeuse plaats te vin­ den.

H O G E R B E R O E P S O N D E R W IJS

STELLING 2 3 :

De universitaire studie moet zich meer gaan richten op fundamentele kennis­ verwerving en het HBO op meer toege­ paste kennisverwerving.

STELLING 2 4 :

Het propaedeutisch examen HBO geeft geen toegang tot het w etenschappelijk onderwijs.

STELLING 2 5 :

Gezien het feit dat het HBO als doel­ stelling heeft om beroepsonderw ijs te verzorgen zien wij het als een primaire v e re iste d a t d o c e n te n aan een HBO n a a st th e o re tisc h e v aard ig h ed en ook praktische vaardigheden bezitten.

STELLING 26 :

Om ervoor te zorgen dat een opleiding van een zo hoog mogelijk niveau wordt bereikt zal het beroep van docent aan HBO en W O aantrekkelijk moeten wor­ den gemaakt.

S P E C IA A L O N D E R W IJS

STELLING 2 7 :

De leeftijdsgrens van 18 jaar voor deel­ nam e aan het speciaal voortgezet onder­ wijs kan alleen dan overschreden wor­ den w anneer daardoor het behalen van een diploma mogelijk gemaakt wordt.

STELLING 28 :

Het speciaal onderwijs wordt ingedeeld in d rie v e rsc h ille n d e c a te g o rie ën , te weten scholen voor kinderen m e t: a) leer en/of opvoedingsmoeilijkheden b) een lichamelijke handicap

c) een geestelijke handicap

STELLING 29 :

B in n e n d e P A B O 's en N L O 's m o et gestreefd w orden naar een voldoende aan tal afg estu d eerd en dat g especiali­ seerd is in een vorm van speciaal onder­ wijs.

STELLING 3 0 :

Voor hoogbegaafden dienen regionaal speciale scholen in het leven geroepen te worden, waar zij naast het reguliere onderw ijs periodiek onder deskundige begeleiding hun talenten kunnen ont­ plooien.

V O LW A SSEN EN ED U CA TIE

STELLING 31 :

(14)

14

Schuurman op zijn allerijverigst.

Custers, pennelikkend, om dat niemand hem kent.

Schagen denkt: regeren is achteruitzien.

Niet plenair!

In achterkamertjes en wandelgangen, w ant zo hoort het.

De slimme blik van een vos die om een hoekje kijkt.

Een boek... u weet wel, dat ziet er uit als

Le joum al est un monsieur; van Leeuwen leest!!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Augustus 1996 constateerde de Algemene Rekenkamer naar aanleiding van het onderzoek naar het M en O-beleid bij de omzetbelasting dat er in het Sectorplan Fiscale en

De Rekenkamer is van mening dat door de nog bestaande onvolkomenheden in het rechtshandhavingsmodel Douane en het niet onderbouwd zijn van de beleidsvisie, het voor de Douane

Het beleid voor navorderingen heeft volgens de Rekenkamer in de P-sector in de jaren 1997 en 1998 niet de vereiste aandacht gekregen van management en eenheden.. De maatregelen in

Bij de eenheden Ondernemingen stelde de Belastingdienst op grond van een in 1996 verricht onderzoek naar de kwaliteit van de aanslagregeling vennootschapsbelasting vast

6 En de zeven engelen die de zeven bazuinen hadden, gingen zich gereedmaken om op de ba- zuin te blazen. Hier in Op 8 gaat het over de eigenlijke storm die over de aarde zal woeden:

Wanneer een kandidaat antwoordt dat één van beide ouders drager is en de andere een geslachtscel met een recessief mutantgen levert, dan 2 punten toekennen.

Motie Evenementen zoveel mogelijk op de Drafbaan De raad van de gemeente Groningen, bijeen op woensdag 2 juni 2021, besprekende het raadsvoorstel doorontwikkeling

“Regels die nu niet worden gehandhaafd moeten worden afgeschaft of de handhaving van die regels dient te worden veranderd”.