• No results found

Vraag nr. 148 van 27 mei 2005 van de heer ROB VERREYCKEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 148 van 27 mei 2005 van de heer ROB VERREYCKEN"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 148 van 27 mei 2005

van de heer ROB VERREYCKEN

Aandelenbezit Vlaamse overheid – Beheer De recente verkoop van aandelen in de beursgeno-teerde vennootschap GIMV door de Vlaamse over-heid, waarbij de Vlaamse overheid het slachtoffer werd van speculatie, wat leidde tot een forse koers-daling net voor de verkoop, doet vragen rijzen over de wijze waarop de Vlaamse overheid rechtstreeks of onrechtstreeks met belastinggeld aandelen aan-koopt, aanhoudt en verkoopt.

1. In welke vennootschappen, van welke aard dan ook, hetzij "gewone" privaatrechtelijke hetzij "bijzondere" publiekrechtelijke, bezit de Vlaamse overheid op dit ogenblik aandelen? Graag een volledig overzicht, met vermelding

van het percentage van de aandelen van de vennootschap in kwestie en hun huidige geld-waarde.

2. Via welke maatschappijen, diensten met afzon-derlijk beheer (DAB), Vlaamse openbare instel-lingen (VOI), fondsen of welke instelinstel-lingen dan ook worden deze aandelen op dit ogenblik door of voor de Vlaamse overheid beheerd?

3. Wie kan beslissen tot aankoop van aandelen door de Vlaamse overheid?

Wie kan beslissen tot verkoop van aandelen door de Vlaamse overheid?

Wat is hiervoor de decretale basis en/of omka-dering?

4. Op welke wijze is de bevoegdheid gere-g e l d v a n d e r a d e n v a n b e s t u u r v a n eventuele maatschappijen, zoals de Participatie-maatschappij Vlaanderen (PMV) of VPM, om aandelen aan te kopen ofte verkopen?

Is er een beperking inzake waarde?

5. Bestaan er, wat het beleid van de Vlaamse over-heid betreft inzake het omgaan met aande-len, ministeriële besluiten, omzendbrieven, of andere normen van welke aard dan ook? Zo ja, welke?

6. In maart 2005 werd bekendgemaakt dat de Vlaamse overheid haar aandelen in de NV Staal Vlaanderen had geliquideerd.

a) Wat was de opbrengst van deze operatie? b) Welke exacte bestemming werd aan dit geld

gegeven, en wat was daarvoor de decretale basis?

c) Werd bij de verkoop van deze aandelen een meerwaarde gerealiseerd?

Zo ja, werd gebruikgemaakt van een college van experts, een bevraging van de markt en roadshows, zoals bij de GIMV-aandelen? Zo neen, waarom niet?

d) En waren de resultaten bij de verkoop van de staalaandelen beter of slechter dan bij de verkoop van de GIMV-aandelen?

7. Welke totaalbudget, in welke exacte fond-sen, wordt op dit ogenblik na de staalopera-tie beheerd door de Participastaalopera-tiemaatschappij Vlaanderen?

Antwoord

1. Het aandelenbezit van de Vlaamse overheid sensu lato (Vlaamse Gemeenschap/Vlaams Gewest/Vlaamse Openbare Instellingen/Investe ringsmaatschappijen,...) wordt niet centraal bij-gehouden/geregistreerd.

In bijlage 1 vindt u wel een overzicht van de participaties in eigendom van het Vlaamse Gewest/de Vlaamse Gemeenschap, zoals deze in het boekhoudsysteem van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap geregistreerd zijn. De participaties aangehouden door de

(2)

2. In de in punt 1 vermelde overzichtlijsten werd de beherende instantie vermeld (zoals deze voorkomt in het boekhoudsysteem van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap). 3. Wat betreft de participaties van de Vlaamse

Gemeenschap/Vlaams Gewest, een algemeen decretaal kader voor deelname in andere rechts-personen is momenteel niet voorhanden. In de regel wordt dan ook in een ad hoc decretale machtiging voorzien tot deelname.

Voor PPS-participaties is er wel een algemene decretale basis, met name het decreet van 18 juli 2003 betreffende publiek-private samenwer-king (art. 13). Met het Kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, tot op heden nog niet in werking getreden, werd er tevens een algemeen kader voor de deelname in andere rechtsperso-nen uitgewerkt (art. 32). Binrechtsperso-nen dit decretaal kader geldt het delegatiebesluit van de Vlaamse Regering. Overeenkomstig artikel 7, 8° van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering is elk lid binnen de aangelegenheden die hem zijn toegewezen, bevoegd voor het verwerven, vervreemden en beheren van roerende domeingoederen (en dus ook van participaties).

Wat betreft de participaties aangegaan door Vlaamse Openbare Instellingen, op heden beschikken niet alle Vlaamse Openbare Instellingen (via hun oprichtingsdecreet) over een decretale machtiging tot het nemen van kapitaalparticipaties in private rechtspersonen. Enkel voor PPS-participaties is er een algemene decretale regeling (art. 14 en 19, Decreet van 18 juli 2003 betreffende publiek-private samenwer-king). Ook hier zal het Kaderdecreet Bestuurlijk Beleid de nu nog disparate regelgeving m.b.t. participaties uniformiseren (art. 12).

Wat betreft de Vlaamse Investeringsmaatschap pijen en hun participaties, het decretaal kader ligt vervat in het decreet van 13 juli 1994 betref-fende de Vlaamse Investeringsmaatschappijen. Na de inwerkingtreding van het Kaderdecreet Bestuurlijk Beleid zal het algemeen kader bepaald worden door het decreet van 7 mei 2004 betreffende de investeringsmaatschappijen van de Vlaamse Overheid.

4. De structuur, de werking en de controle van PMV, VPM en LRM zijn, zoals gezegd, gere-geld door het decreet van 13 juli 1994 betref-fende de Vlaamse Investeringsmaatschappijen. Conform artikel 10 §1 van het decreet zijn op

deze investeringsmaatschappijen de privaat-rechtelijke regels betreffende de handelsven-nootschappen van toepassing, behoudens enkele afwijkingen die in het decreet zelf zijn voorzien.

Om los van de vennootschapsrechtelijke regels controle uit te oefenen op de raad van bestuur van deze investeringsmaatschappijen, is con-form artikel 12 §1 van het decreet van 13 juli 1994 een regeringscommissaris met een toe-zichthoudende functie aangesteld; deze kan beroep aantekenen tegen elke beslissing van de raad van het bestuur die hij strijdig acht met het algemeen belang, de Vlaamse regels, de beheers-overeenkomst of de statuten van de vennoot-schap (art. 13, §3).

Hiernaast is er controle door het Vlaams par-lement bij de neerlegging van het jaarrapport (art. 12, §5) en nazicht van de rekeningen door het Rekenhof (art. 12, §13).

PMV, VPM en LRM werken in opdracht van het Vlaamse Gewest en dus van de Vlaamse Regering.

De opdrachten die aan PMV worden verstrekt zijn ofwel projectgebonden, ofwel structreel van aard. Onder structurele opdrachten worden bij-voorbeeld verstaan : de ARKimedes-regeling, de Waarborgregeling, het Innovatiefonds e.d. Oprichting van vennootschappen in dit verband gebeurt door een beslissing van de Vlaamse Regering die in bepaalde gevallen ook ontstaat uit decretale bepalingen.

Als het bij de projectgebonden opdrachten noodzakelijk is om participaties te nemen of vennootschappen op te richten, dan gebeurt dat ook in opdracht van de Vlaamse Regering. De raad van bestuur van PMV kan, krachtens

(3)

samenwerkingsovereenkomst tussen PMV en het Vlaamse Gewest. Dit gebeurt evenwel altijd na afstemming met de voogdijminister of met de voogdijminister en één of meerdere ministers uit andere beleidsdomeinen.

Bepaalde opdrachten leiden tot een serie van projecten die eventueel tot (tijdelijke) partici-patie aanleiding kunnen geven (bijvoorbeeld brownfields). Zolang er geen algemeen besluit-vormingskader is, worden ze per project goed-gekeurd; daarna gebeurt de uitvoering op basis van gemaakte afspraken in het algemeen kader (decreet, overeenkomst, e.d.).

5. Naast de in punt 3 en 4 vermelde aspecten, dient nog melding gemaakt te worden van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 decem-ber 2004 betreffende het beheer van sommige facetten van het economisch overheidsinstru-mentarium. Dit besluit regelt de aanstelling, de bevoegdheden en de werking van een college dat de valorisatie van de GIMV-aandelen diende te begeleiden.

6. De Vlaamse overheid heeft op geen enkel ogen-blik aandelen van de n.v. Staal Vlaanderen in haar bezit gehad. Derhalve ook niet gelikwi-deerd. In het kader van de vereffening van Gimindus n.v. werd in 2001 de portefeuille van belangen die met de staalindustrie te maken hadden afgesplitst van Gimvindus en in de dan opgerichte Staal Vlaanderen n.v. ondergebracht. Het aandeelhouderschap van Staal Vlaanderen is sinds den beginne in 2001 100% eigendom, in eigen beheer, van de n.v. PMV (Participatie Maatschappij Vlaanderen) geweest.

Met het uiteindelijk doel zich te ontbinden, gezien de algemene vereffeningsbeslissing, heeft Staal Vlaanderen prioritair opdracht gekre-gen zijn eigekre-gen schulden af te lossen: €157 mio bankschulden , vermeerderd met rente van een €8mio, werden op vervaldag terugbetaald. De gewestelijke waarborg op die bankschuld is zodoende ook verdwenen.

Een renteloze schuld aan het Vlaamse Gewest, groot €195 mio, werd nadien eveneens volledig afgelost.

Nadien werd de gecumuleerde winst van Staal Vlaanderen n.v., groot €125 mio aan de enige aandeelhouder, PMV, uitgekeerd.

En tenslotte werd het kapitaal van Staal Vlaanderen n.v., groot €134 mio, op het mini-mumkapitaal na, eveneens aan de enige aan-deelhouder PMV uitgekeerd.

De bestemming blijkt uit het hierbovenvermelde onder a):

> het Bankenconsortium voor €157 mio + rente > het VG voor€195mio

> kapitaal, minimum-kapitaal en winst voor €259mio+ €61500 aan eigenaar PMV. Van deze €259mio was €207mio in cash en het saldo in aandelen Finocas n.v.

De basis waarop deze deelvereffening werd uit-gevoerd is te vinden in de aanbeveling in 2000 van het VP en de daaropvolgende beslissing van de Vlareg om Gimvindus n.v. te ontbinden en te vereffenen. Waarbij komt de beslissing 'Staalvriendelijk Vlaanderen' van de Vlareg in juli 2003, voor wat Finocas betreft.

De meerwaarde die PMV boekt op deze deel-neming is €125 mio. Deze meerwaarde is echter niet het gevolg van een verkoop van de aandelen Staal Vlaanderen, maar van een dividendenuitkering, voortkomend uit de win-sten geboekt door Staal Vlaanderen n.v. De bestaande geërfde overeenkomsten met derden aangaande de staalbelangen van ex-Gimvindus bepaalden omstandigheden van valorisatie die niet te vergelijken zijn met de recent uitgevoerde afbouw van het belang van het VG in de GIMV. Roadshows en dgl. zijn er dus niet geweest omdat ze niet relevant zouden zijn geweest. D e beide dossiers zijn in het geheel niet

(4)

7. Eind 2004 beschikte PMV, inclusief de volle dochterondernemingen, over een totaal eigen vermogen van 248.856.519 euro (zie jaarverslag, beschikbaar op website http://www.pmvlaande-ren.be).

Naast de eerder genoemde bedragen van 75 mio euro voor het Innovatiefonds en 125 mio euro voor PPS-initiatieven en alternatieve financie-ring, en de gereserveerde 1 mio euro voor het Reproductiefonds, waarvoor de middelen van Staal Vlaanderen worden aangewend, heeft PMV nog een aantal andere participaties. In het ARKimedes-Fonds werd tot dusver een

kapitaalinbreng gerealiseerd van 5 mio euro. Dit eigen kapitaal zal verder verhoogd moeten worden in de toekomst. De echte fondsvorming voor de drie opeenvolgende ARKimedes-fond-sen zal uit de markt worden gehaald (3 x 75 mio euro).

In Waarborgbeheer NV werd een kapitaalinbreng gedaan van 1 mio euro. Verder is een reservering gemaakt voor inbreng in PPS-investeringen ten behoeve van luchthavengebonden activiteiten van respectievelijk 10 mio euro (PPS Deurne) en 20 mio euro (overige).

Na balansdatum is er een inbreng gereali-seerd in PMV van 17,9 mio euro die integraal bestemd is voor kapitalisatie van VITO.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het gebied is, onverminderd de wettelijke mogelijkheden van de beheerder of het Agentschap voor Natuur en Bos, hierna het Agentschap te noemen, om het geheel

Het gebied is, onverminderd de wettelijke mogelijkheden van de beheerder of het Agentschap voor Natuur en Bos, hierna het Agentschap te noemen, om het geheel

De beheerder kan afwijkingen op de artikelen 2 tot en met 4 van deze regeling toestaan, voor zover het geen risicovolle activiteiten betreft, bedoeld in artikel 2, § 3,

Het gebied is, onverminderd de wettelijke mogelijkheden van de beheerder of het Agentschap voor Natuur en Bos, hierna het Agentschap te noemen, om het geheel of

Het gebied is, onverminderd de wettelijke mogelijkheden van de beheerder of het Agentschap voor Natuur en Bos, hierna het Agentschap te noemen, om het geheel of

6.1. De schadelijder dient bij een ongeval onverwijld aangifte te doen bij het Agentschap, zodat gebeurlijk beroep kan worden gedaan op de polis B.A. Het zich bevinden

Het gebied is, onverminderd de wettelijke mogelijkheden van de beheerder of het Agentschap voor Natuur en Bos, hierna het Agentschap te noemen, om het geheel

Het zich bevinden in of nabij bos of met bomen begroeide plaatsen bij krachtige wind, het betreden van het gebied van een half uur na zonsondergang tot een