• No results found

Ontbrekend rooster van aftreden, Ktr. Rotterdam 11 juli 1996

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ontbrekend rooster van aftreden, Ktr. Rotterdam 11 juli 1996"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

L.!.lJ.j

t u r

r

s p r u

a

e n t t e

Ontbrekend rooster van aftreden

Deze rubriek

signa-leertenbehandelt de

belangrijkste

jurispru-den tieop or-gebied. De rubriek wordt

beurte-Iings geschreven door

mr Adriaan Dorresteijn

(ondernemingsrecht)en

mr Guus Heerma van

Voss (sociaal recht).

Guus Heerma van Voss

36

Indien het in het or-reglement voorziene rooster van aftreden niet kan worden gemaakt, dient van de wettelijke hoofdregel voor de zittingstermijn van de or te worden uitgegaan.

(Kantongerecht Rotterdam 11 juli 1996, art. 12

WOR)

De Stichting 'Nieuwe banen Rotterdam werkt' is een organisatie voor het werk van banenpoe-lers. In 1992 zijn hier de eerste or-verkiezingen gehouden op basis van een voorlopig reglement. De or had daarin een zittingsduur van twee jaar. De toen gekozen or heeft een reglement vastge-steld, waarin is bepaald, dat de zittingsduur van de or-leden vier jaar is, maar dat om de twee jaar de helft aftreedt volgens een door de or tevoren opgesteld rooster van aftreden. In 1994 is vervol-gens op basis van dit reglement een nieuwe or ge-kozen. Het rooster van aftreden is echter nooit gemaakt. Toen de or dit in 1996 constateerde, kon hij het niet eens worden over de vraag wie het eerst voor aftreden in aanmerking zou ko-men. De meeste leden meenden recht te hebben op een vierjarige zittingsperiode. Ten slotte werd besloten om het reglement te wijzigen en de zit-tingstermijn terug te brengen tot drie jaar onder afschaffing van het rooster van aftreden. De or is daarom voornemens verkiezingen te houden voor de gehele or in 1997. Twee leden van de or waren het met dit besluit niet eens.

Eén van die twee or-leden, Thumann, was van mening dat de or in mei 1996 verkiezingen be-hoorde te houden en legde zijn geschil met de (meerderheid van de) or voor aan de Algemene Bedrijfscommissie. Deze adviseerde dat de or zich diende te houden aan zijn reglement en dat de helft van de or-leden medio 1996 diende af te tre-den. Overwogen zou kunnen worden om de helft door loting vast te stellen. Het enige alternatief dat de Bedrijfscommissie zag is dat de or zou be-sluiten om in zijn geheel af te treden.

Hierop verzocht Thumann de kantonrechter om te bepalen dat de or de reglementaire verkiezin-gen in gang diende te zetten. Verder diende vol-gens hem de or in zijn geheel af te treden en de verkiezingen voor een geheel nieuwe or te hou-den, indien niet binnen 10 dagen na de uitspraak zou vaststaan, welke leden tot de helft behoren die reglementair het eerst zou moeten aftreden. De or voerde als verweer dat hij zichzelf niet be-voordeelde, nu hij immers had besloten om de zittingstermijn tot drie jaar te verkorten, om op deze wijze het probleem van het ontbreken van een rooster van aftreden op acceptabele wijze op te lossen. Ieder or-lid kon zich volgens de or op het standpunt stellen een mandaat voor vier jaar te hebben. Ook de kiezers konden daar volgens de or van uitgaan. De reden om de verkiezingen

voor de gehele or niet al in 1996 te houden, was dat de or juist goed begon te functioneren door ervaring en scholing en dat belangrijke besluiten voor de deur stonden, waardoor de medezeggen-schap in de onderneming belang heeft bij een goed functionerende or.

De kantonrechter verwijst naar artikel 12 WOR. Hoofdregel is daar dat de zittingstermijn van de or drie jaren bedraagt. Volgens het twee-de lid kan twee-de or van twee-deze hoofdregel afwijken door in zijn reglement te bepalen dat de leden om de twee jaar voor de helft aftreden. Daarvoor is het noodzakelijk een rooster van aftreden te ma-ken. Nu dat rooster niet is gemaakt en het is ge-bleken dat het onmogelijk is voor de or om dat alsnog te doen, kan van de mogelijkheid om van de hoofdregel af te wijken geen gebruik worden gemaakt en zal naar het oordeel van de kanton-rechter in de gegeven omstandigheden weer van de hoofdregel moeten worden uitgegaan. In dat licht bezien is het standpunt van de or niet onre-delijk en schaart de kantonrechter zich wat be-treft de gekozen oplossing aan de zijde van de or. Het verzoek van Thumann werd dus afgewezen. Commentaar

Deze uitspraak maakt duidelijk dat het van be-lang dat een or die in zijn reglement voorziet in een rooster van aftreden, tijdig afspraken maakt over de wijze waarop dat rooster wordt opge-steld. Verschillende systemen zijn denkbaar: lo-ting, verdeling over fracties, de personen met de minste stemmen worden het eerst vervangen etc. Maar laat men na om dit tevoren te regelen, dan kunnen patstellingen ontstaan, waarbij niemand bereid is om het eerst af te treden. Het beste is dit ook in het reglement vast te leggen.

Deze uitspraak maakt ook duidelijk dat de wet-telijke regeling van het or-reglement niet erg doordacht is. Niets staat in de weg dat een or tus-sentijds een wijziging aanbrengt in zijn regle-ment. Maar het zou toch vreemd zijn als de or bij-voorbeeld zou besluiten dat de zittingstermijn van drie jaar naar vier jaar wordt verlengd, om-dat men opziet tegen nieuwe verkiezingen. Als vuistregel lijkt het goed om er van uit te gaan, dat wijzigingen in de verkiezingsprocedure pas in werking kunnen treden na de eerstvolgende ver-kiezingen, zodat de kiezers weten wat de gevol-gen van het uitbrengevol-gen van hun stem zullen zijn. In deze zaak is het vreemd dat noch de Algemene Bedrijfscommissie, noch de rechter ingaat op het feit dat het or-reglement is gewijzigd. De redene-ring van de kantonrechter, dat omdat het regle-ment niet werkt, de wettelijke hoofdregel weer in werking treedt past niet in het systeem van de wet.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het bepalen van een beste benadering kan zeer moeilijk zijn, maar een benadering, verkregen door f op ieder deelinterval te interpol- eren blijkt goed genoeg voor het afleiden van

Dat ook CDA en D'66 accoord zijn gegaan met de poging om uit CDA, D'66 en PvdA een kabinet te vormen, laat de heer Wiegel gemakshalve buiten beschouwing.. Ernstiger is dat

De be- scherming van de WOR voor het or-lid gaat ech- ter niet zover, dat, als er in het verzoek tot ont- binding zelf een verband wordt gelegd met de or- activiteiten,

Beide kandidaatstellingen werden door de or aanvaard, maar onder de voorwaarde dat be- trokkenen ingeval van bezwaren bij verkiezing hun zetels niet zouden innemen.. Dit werd

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Te denken valt aan de noodzaak tot vergroting van de beroepsbevolking gezien de krapte op de arbeidsmarkt, gekoppeld aan de naar verhouding geringere stijging van de

1 Streven naar duurzame ontwikkeling kan leiden tot stijging van het algemeen prijsniveau / minder investeringen in infrastructuur waardoor de concurrentiepositie van

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de Europese richtlijn inzake de luchtkwaliteit is vertaald door de Nationale overheid in het Besluit luchtkwaliteit en hoe deze doorwerkt in