- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl
Eerste- en derdegraadsfunctie
1 maximumscore 4• Aangetoond moet worden dat (0)f ' =g '(0) 1
• 1 2
2
( ) 2 ( 1 ) ( 1) 1
f ' x = x⋅ −x + x − ⋅ 1
• f '(0)= −1 1
• g ' x( )= − , dus (0)1 g ' = − (dus de grafieken van f en g raken elkaar in1
A) 1
2 maximumscore 6
• De grafiek van f snijdt de x-as tussen O en B in (1, 0) 1
• De oppervlakte van het linkerdeel is
1 2 1 2 0 (x −1)(x−1 )dx
∫
1 • 2 1 3 1 2 1 2 2 2 (x −1)(x−1 )=x −1 x − +x 1 1• Een primitieve van 3 1 2 1
2 2
1 1
x − x − +x is 1 4 1 3 1 2 1
4x −2x −2x +12x 1
• De oppervlakte van het linkerdeel is 3
4 1
• De oppervlakte van het rechterdeel is 1
( )
1 2 3 32⋅ 12 − =4 8 (en dat is de helft
van de oppervlakte van het linkerdeel) 1
Verzadigingsgraad van hemoglobine
3 maximumscore 3 • De vergelijking 75 3100 3 25000 p p =+ moet worden opgelost 1 • Beschrijven hoe deze vergelijking met de GR kan worden opgelost 1
• Het antwoord: 42 (mmHg) 1 of • De vergelijking 75 3100 3 25000 p p =
+ moet worden opgelost 1 • 75 3100 3 25000 p p = + geeft 3 3 100p =75p +1875000 1 • 3 25p =1875000 geeft p3 =75000, dus p= 375000 ≈42 (mmHg) 1 4 maximumscore 4 • d 300 2( 3 325000) 1002 3 3 2 d ( 25000) v p p p p p p + − ⋅ = + (dus 2 3 2 d 7500000 d ( 25000) v p p= p + ) 2
• Beschrijven hoe de waarde van p waarvoor d d
v
p maximaal is, kan
worden bepaald 1 • Het antwoord: 23 1 of • d 300 2( 3 325000) 1002 3 3 2 d ( 25000) v p p p p p p + − ⋅ = + (dus 2 3 2 d 7500000 d ( 25000) v p p= p + ) 2 • d22 15000000 ( 3 25000)32 75000004 2 6 2( 3 25000) d ( 25000) v p p p p p p p ⋅ + − ⋅ + = + 1 • Algebraïsch of met GR d22 0 d v
p = oplossen geeft het antwoord 23 (want
uit de grafiek blijkt dat de afgeleide voor deze waarde van p maximaal
- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl
Vermenigvuldigen in horizontale en verticale richting
6 maximumscore 4• Vermenigvuldigen ten opzichte van de x-as met e geeft de grafiek met vergelijking y e 1 lnx
x
+
= ⋅ 1
• Deze vermenigvuldigen ten opzichte van de y-as met 1
e geeft de grafiek met vergelijking e 1 ln(e )
e x y x + = ⋅ 1 • e 1 ln(e ) 1 ln e ln e x x x x + + + ⋅ = 1 • c= +1 ln e=2 1 of
• Op de grafiek van f ligt het punt (1,1) 1
• Het beeld van dit punt na de twee vermenigvuldigingen is ( , e)1
e 1
• Dit punt ligt op de grafiek van g als c
1 ln e e 1 e c+ = 1 • ln 1 1 e c+ = geeft c= 2 1 7 maximumscore 4 • De oppervlakte is e 3 1 (g x( )− f x( ))dx
∫
1 • 3 3 ln 1 ln 2 ( ) ( ) x x g x f x x x x + + − = − = 1• Een primitieve van 2
x is 2 ln x 1
Gelijke hoeken
8 maximumscore 3• ∠ADB= ∠ACD; hoek tussen koorde en raaklijn 2
• Verder A∠ = ∠ , dus A ∆ABD~∆ADC; hh 1
of
• Kies E op het verlengde van AD, dan ∠DBC= ∠EDC; hoek tussen
koorde en raaklijn 1
• ∠ABD=180° − ∠CBD en ∠ADC=180° − ∠EDC; gestrekte hoek, dus
ABD ADC
∠ = ∠ 1
• Verder A∠ = ∠ , dus A ∆ABD~∆ADC; hh 1
9 maximumscore 4 • 1 2 180 PQD ADC A ∠ = ° − ∠ − ∠ ; hoekensom driehoek 1 • 1 2 180 APB ABD A ∠ = ° − ∠ − ∠ ; hoekensom driehoek 1
• Verder ADC∠ = ∠ABD, dus ∠PQD= ∠APB 1
• ∠QPD= ∠APB; overstaande hoeken, dus ∠PQD= ∠QPD 1
of • 1 2 QPD A ADB ∠ = ∠ + ∠ ; buitenhoek driehoek 1 • 1 2 PQD A ACD ∠ = ∠ + ∠ ; buitenhoek driehoek 1
• ∠ACD= ∠ADB, dus ∠PQD= ∠QPD 2
of
• Uit ∆ABD~∆ADC volgt ∠ABP= ∠ADQ 1
• Verder BAP∠ = ∠DAQ, dus ∆ABP~∆ADQ; hh 1
• Hieruit volgt ∠APB= ∠AQD (= ∠PQD) 1
- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl
Een hartvormige kromme
10 maximumscore 8• y' t( )=2 cost−2 cos(2 )t 2
• In het punt met maximale y-coördinaat geldt ( ) 0y' t = (en ( ) 0x' t ≠ ) 1
• Dit geeft cost=cos(2 )t 1
• Dus t= + ⋅ π of 2t k 2 t= − + ⋅ π (met k geheel)2t k 2 1
• Dus t= ⋅ π of k 2 t = ⋅ πk 23 (met k geheel) 1
• Het punt met maximale y-coördinaat wordt bereikt voor 2 3
t= π 1
• De y-coördinaat van dit punt is
2 4 1 1 1
3 3 2 2 2
2 sin( π −) sin( π = ⋅) 2 3− − 3=1 3 1
of
• y' t( )=2 cost−2 cos(2 )t 2
• In het punt met maximale y-coördinaat geldt ( ) 0y' t = (en ( ) 0x' t ≠ ) 1
• 1 1
2 2
cost−cos(2 )t = −2 sin(1 t) sin(− t) 1
• Dus 1 2 sin(1 t)=0 of 1 2 sin(− t)=0, dus 1 2 1 t= ⋅ πk of 1 2t k − = ⋅ π 1 • Dus t= ⋅ π of k 2 2 3 t = ⋅ π (met k geheel) k 1
• Het punt met maximale y-coördinaat wordt bereikt voor 2 3
t= π 1
• De y-coördinaat van dit punt is
2 4 1 1 1
3 3 2 2 2
2 sin( π −) sin( π = ⋅) 2 3− − 3=1 3 1
of
• y' t( )=2 cost−2 cos(2 )t 2
• In het punt met maximale y-coördinaat geldt ( ) 0y' t = (en ( ) 0x' t ≠ ) 1
• 2 cost−2 cos(2 )t =2 cost−2(2 cos2t− = geeft 1) 0 2 1 1
2 2
cos t− cost− = 0 1
• 1
2
(cost−1)(cost+ )=0 geeft cost = of 1 1 2 cos t= − 1 • Dus t= ⋅ πk 2 of 2 3 2 t = π + ⋅ π of k 2 3 2 t= − π + ⋅ π (met k geheel) k 1
• Het punt met maximale y-coördinaat wordt bereikt voor 2 3
t= π 1
• De y-coördinaat van dit punt is
2 4 1 1 1
3 3 2 2 2
2 sin( π −) sin( π = ⋅) 2 3− − 3=1 3 1
Opmerking
Als de vergelijking 2 cost−2 cos(2 )t = niet algebraïsch maar met de GR is 0
11 maximumscore 6
• De vergelijking 2cos cos(2 ) 1t− t = moet worden opgelost 1
• Dit geeft 2 cost−(2 cos2t− =1) 1 1
• Hieruit volgt 2
cost−cos t=0 1
• Dus cost= of cos0 t=1 1
• Dit geeft t= of 0 1 2 t= π of 1 2 1 t= π of t= π 2 1 • 1 2 ( ) 2 y π = (of 1 2 (1 ) 2 y π = − ), dus a= 2 1 Opmerking
- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl
De leeftijd van ons zonnestelsel
12 maximumscore 3• Voor de halveringstijd t geldt 1 2 e−λt = 1 • Hieruit volgt 1 2 ln t −λ = 1 • 12 12 11 ln ln 1, 42 10 t= = −
−λ − ⋅ , dus de gevraagde tijd is (ongeveer) 49 miljard
(of 4, 9 10⋅ 10) (jaar) 1 13 maximumscore 3 • Uit ( )a t +b t( )=a(0)+b(0) volgt ( )a t +b t( )−a(0)=b(0) 1 • Uit ( )a t =a(0) e⋅ −λt volgt (0)a =a t( ) e⋅ λt 1 • Dus ( )a t +b t( )−a t( ) e⋅ λt =b(0), ofwel b t( )+ −
(
1 eλt)
a t( )=b(0) 1 of • b t( )+ −(
1 eλt)
a t( )=a(0)+b(0)−a t( )+ −(
1 eλt)
a t( ) 1 • a(0)+b(0)−a t( )+ −(
1 eλt)
a t( )=a(0)+b(0)−a t( ) e⋅ λt 1 • a(0)+b(0)−a t( ) e⋅ λt =a(0)+b(0)−a(0) e⋅ −λt ⋅eλt =b(0) (dus b t( )+ −(
1 eλt)
a t( )=b(0)) 1 14 maximumscore 4• Invullen van de tabelgegevens geeft
(
11)
100, 739+ −1 e1,42 ⋅ − ⋅t 0, 60=b(0)
en 0, 713+ −
(
1 e1,42 ⋅10−11⋅t)
0, 20=b(0) 1• (Omdat b(0) voor elke meteoriet hetzelfde is, geldt)
(
1011)
(
1011)
0, 739− e1,42 ⋅ − ⋅t−1 0, 60=0, 713− e1,42 ⋅ − ⋅t−1 0, 20 1
• Beschrijven hoe deze vergelijking kan worden opgelost 1
Koordenvierhoek
15 maximumscore 5• ∠ADB= ∠BCA; constante hoek 1
• ∠DAE= ∠ADE= ∠ADB en ∠CBF= ∠BCF = ∠BCA; gelijkbenige
driehoek 1
• ∠AEB= ⋅∠2 ADB en ∠AFB= ⋅∠2 BCA; buitenhoek driehoek 1
• Dus AEB∠ = ∠AFB 1
• Dus A, B, F en E liggen op een cirkel; constante hoek 1
16 maximumscore 4
• ∠ABE= ∠AFE; constante hoek 1
• ∠ABD= ∠ACD; constante hoek 1
• Dus AFE∠ = ∠ACD 1
- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl
Lijnstuk en parabool
17 maximumscore 4• Het midden van lijnstuk PR is 1 2 ( a, 4) 1 • Er moet gelden: 1 2 ( ) 4 f a = 1 • Dus 1 2 8 8− a = 4 1 • Hieruit volgt 2 32
a = , dus (wegens a> ) 0 a=4 2 (of een
gelijkwaardige uitdrukking) 1
of
• Voor het snijpunt van lijnstuk PR en de grafiek van f geldt
2 1 2 8 8 x 8 x a − ⋅ = − 1 • Dit geeft x= of 0 x 16 a = 1
• Het snijpunt met x-coördinaat 16
a is het midden van PR als
1 2 16 a a = 1 • Hieruit volgt 2 32
a = , dus (wegens a> ) 0 a=4 2 (of een
gelijkwaardige uitdrukking) 1
of
• y= geeft 4 8−12x2 = 4 1
• Dit geeft (wegens x>0) x= 8 1
• 1
2a= 8 1
• Hieruit volgt a=4 2 (of een gelijkwaardige uitdrukking) 1
18 maximumscore 5
• Beschrijven hoe 4
(
)
2 01+ f ' x( ) dx
∫
kan worden berekend 1• De lengte van boog PQ is (ongeveer) 9,294 1
• De lengte van lijnstuk PR is 2
64 a+ 1
• Beschrijven hoe de vergelijking 2
64+a =9, 294 kan worden opgelost 1