Cover Page
The handle
http://hdl.handle.net/1887/64934
holds various files of this Leiden University
dissertation.
Author: Kok, L.M.
Nederlandse samenvatting
275
N
EDERLANDSE SAMENVATTINGD
EEL1:
E
PIDEMIOLOGIEDe verzameling van gewrichten, spieren, pezen en banden in het menselijk lichaam wordt het steun- en bewegingsapparaat genoemd. In de algemene bevolking komen klachten van het steun- en bewegingsapparaat, ook wel spier- en gewrichtsklachten genoemd, veel voor. Deze klachten zijn een belangrijke oorzaak voor langdurige pijn en beperkingen. Of klachten als problematisch worden ervaren hangt onder andere af van de eisen die het individu aan zijn functioneren stelt. De functionele eisen van een musicus zijn bijzonder hoog; het bespelen van een instrument vraagt optimaal functioneren van het steun- en bewegingsapparaat. Bovendien vraagt het bespelen van een instrument, zeker op professioneel niveau, veel van een musicus en betekent dit dat de kans op het ontwikkelen van spier- en gewrichtsklachten groot is. Kortom, bij musici is er sprake van een uitdagende combinatie van hoge functionele eisen en tegelijkertijd een hoog risico op spier- en gewrichtsklachten.
Het primaire doel van dit proefschrift is om spier- en gewrichtsklachten bij musici te beschrijven: Welke klachten zijn dit, hoe zien deze klachten eruit en hoe vaak komen ze voor? We hebben dit onderzocht in diverse groepen musici, zowel professionele als amateurmusici.
In Hoofdstuk 2 van dit proefschrift worden spier- en gewrichtsklachten bij conservatoriumstudenten onderzocht, en vergeleken met de aanwezigheid van deze klachten bij studenten in een controle groep. In het jaar voorafgaand aan het onderzoek had 89% van de conservatoriumstudenten spier- en gewrichtsklachten, vergeleken met 78% van de studenten in de controlegroep. Op het moment dat de vragenlijst werd ingevuld had 63% van de conservatorium studenten klachten, bij de controlegroep was dit 43%. We concludeerden hieruit dat het bespelen van een instrument op professioneel niveau een substantiële risicofactor is voor het ontwikkelen van spier- en gewrichtsklachten.
Addenda
276
bewegingsapparaat in volwassen, professionele, instrumentele musici wordt beschreven. Uit deze studies kwam naar voren dat 9% tot 68% van de musici klachten hadden ten tijde van dat het betreffende onderzoek; in het jaar voorafgaand aan het betreffende onderzoek gaf 41% tot 93% van de musici aan dergelijke klachten te hebben ervaren. De relatief grote spreiding die wij in de verschillende studies vonden is toe te schrijven aan heterogeniteit in studie opzet en definities van de klachten.
In de hierop volgende hoofdstukken beschrijven we de resultaten van studies naar klachten van het steun- en bewegingsapparaat bij amateurmusici. Hoewel er in Nederland ongeveer 3 miljoen amateurmusici zijn, tegenover circa twintig duizend professionele musici, was er slechts beperkte over de invloed van musiceren op de gezondheid van het steun- en bewegingsapparaat. De in Hoofdstuk 4 beschreven studie is dan ook het eerste grote wetenschappelijke onderzoek dat is uitgevoerd om de aanwezigheid van klachten van het steun- en bewegingsapparaat bij amateurmusici te bestuderen. In het jaar voorafgaand aan het onderzoek rapporteerden 68% van de amateurmusici klachten van het steun- en bewegingsapparaat. Vrouw zijn en het bespelen van een strijkinstrument bleken de belangrijkste factoren die geassocieerd zijn met het krijgen van klachten. Het grote aantal klachten van het steun- en bewegingsapparaat in deze groep benadrukt het potentieel nadelige effect van musiceren op de musculoskeletale gezondheid, zelfs wanneer dit op amateurniveau plaatsvindt.
In Hoofdstuk 5 worden de resultaten gepresenteerd van een pilotstudie onder amateurmusici waarin we twee potentiele risicofactoren voor het ontwikkelen van spier- en gewrichtsklachten onderzoeken: het spelen met de arm in een (≥40 graden voorwaarts en / of zijwaarts) geheven positie en de speelduur. Musici die met een linker geheven arm speelden hadden meer klachten van de linkerschouder dan musici die in een neutrale linkerarm positie speelden. In dit onderzoek vonden we geen verbanden tussen spier- en gewrichtsklachten en speelduur.
Hoofdstuk 6 beschrijft de resultaten van een cohortstudie, waarbij we leden van de twee
Nederlandse samenvatting
277 klachten, na een week was dit percentage gestegen tot 80%. Een plotselinge toename van speelduur kan derhalve bij amateurmusici als een sterke risicofactor gezien worden voor het ontwikkelen van spier- en gewrichtsklachten.
In de bovenstaande onderzoeken rapporteerden vrouwelijke musici meer klachten van het steun- en bewegingsapparaat dan hun mannelijke collegae. In Hoofdstuk 7 wordt dit sekse verschil verder uitgewerkt. Dit hoofdstuk is gepubliceerd in de derde druk van het handboek ‘Principles of gender specific medicine’.
D
EEL2:
I
MPACT&
ZIEKTEPERCEPTIEUit deel een van dit proefschrift blijkt dat veel musici spier- en gewrichtsklachten ervaren. Wat is nou de impact van deze spier- en gewrichtsklachten op musici? En hoe ervaren musici deze klachten? In het tweede deel van dit proefschrift worden deze vragen beantwoord.
In Hoofdstuk 8 worden de gevolgen van spier- en gewrichtsklachten op professionele musici onderzocht. Wanneer we deze klachten bij musici vergelijken met een controlegroep, blijkt dat ze meer impact hadden op het dagelijks functioneren bij musici. Daarnaast kwam in dit onderzoek naar voren dat musici met spier- en gewrichtsklachten meer gebruik maken van medische zorg. Tevens werd er een groter aantal verschillende zorgverleners bezocht.
In Hoofdstuk 9 onderzoeken we de ziekteperceptie van professionele musici met spier- en gewrichtsklachten. Musici met spier- en gewrichtsklachten rapporteren negatievere percepties op de meeste domeinen van de gebruikte ziekteperceptie vragenlijst dan hun controlegroep met spier- en gewrichtsklachten. Ze ervaren een significant grotere impact op hun persoonlijke leven, en zijn bezorgder en meer geëmotioneerd door hun klachten. Op basis van eerder uitgevoerd onderzoek lijkt het waarschijnlijk dat het bespreken van deze negatieve percepties gezondheidswinst geeft. Anderzijds, wanneer er tijdens de behandeling van een musicus geen aandacht is voor de perceptie van zijn of haar klachten, is het waarschijnlijk dat de resultaten hiervan suboptimaal zijn vergeleken met een bio-psychosociale benadering.
D
EEL3:
B
IOMECHANISCHE ANALYSE VAN VIOLISTENAddenda
278
derhalve, in een experimentele setting, gericht op professionele violisten, met als doel inzicht te krijgen in biomechanische factoren die van invloed zijn op deze nek- en schouderklachten.
In Hoofdstuk 10 van dit proefschrift werden violisten met nek- en schouderklachten vergeleken met violisten zonder deze klachten. De violisten met klachten toonden meer spieractiviteit van de oppervlakkige nek- en schouderspieren dan violisten zonder klachten. Ondanks deze toegenomen spieractiviteit was de kracht waarmee de viool tussen de schouder en kaak werd geklemd vrijwel gelijk bij beide groepen. Daarom concludeerden we op basis van deze studie dat er bij violisten met nek- en schouderklachten sprake is van onnodige spierspanning in de nek- en schouderregio. Gelijktijdig aanspannen van de onderzochte spieren, zogenaamde co-contractie, speelt een belangrijke rol bij violisten met klachten, daarom zouden deze klachten mogelijk kunnen worden toegeschreven aan een coördinatieprobleem.
In Hoofdstuk 11 onderzoeken we de biomechanische aspecten van het gebruik van een schoudersteun door professionele violisten. Bij spelen zonder, of met een zo laag mogelijke schoudersteun blijken violisten de minste spieractiviteit te hebben. Ook is dan de kracht waarmee de viool wordt vastgeklemd hierbij het laagst. De conclusie op basis van dit onderzoek was dan ook dat spelen zonder, of met een lage afstelling van de schoudersteun, vanuit biomechanisch oogpunt de voorkeur heeft.