• No results found

Muslim opposition to logic and theology in the light of the works of Jalal al-Din al-Suyuti (d. 911/1505)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Muslim opposition to logic and theology in the light of the works of Jalal al-Din al-Suyuti (d. 911/1505)"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Muslim opposition to logic and theology in the light of the works of Jalal al-Din al-Suyuti (d. 911/1505)

Ali, M.

Citation

Ali, M. (2008, November 4). Muslim opposition to logic and theology in the light of the

works of Jalal al-Din al-Suyuti (d. 911/1505). Retrieved from

https://hdl.handle.net/1887/13226

Version: Corrected Publisher’s Version

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/13226

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

Samenvatting

In de IIntroductie behandel ik de moderne wetenschappelijke discussie omtrent de oorsprong van de Islamitische theologie, en het standpunt van al-SuyÙÔÐ met betrekking tot dat onderwerp. Het modern wetenschappelijk onderzoek omtrent dit onderwerp kan worden onderverdeeld in zes verschillende stromingen, die respectievelijk uitgaan van: (1) de Hellenistische oorsprong van de Islamitische theologie; (2) Islamitische theologie als voornamelijk het resultaat van een interne ontwikkeling; (3) Christelijke invloeden op de Islamitische theologie; (4) Joodse bijdragen aan de Islamitische theologie; (5) Perzische elementen in de Islamitische theologie; en (6) Indiase elementen in de Islamitische theologie. Hoewel ieder van deze visies zijn eigen belangrijke pleitbezorgers heeft, moet worden onderstreept dat de visie van de Hellenistische invloed op de oorsprong en ontwikkeling van de Islamitische theologie nog steeds de belangrijkste positie inneemt in de moderne wetenschap.

Daarnaast behandel ik de moderne wetenschappelijke discussie omtrent de geschiedenis van het Islamitische verzet tegen de logica en de theologie. Van de moderne zienswijzen die specifiek betrekking hebben op het Islamitische verzet tegen de logica, behandel ik Goldziher, Madkour, Hartmann, al-NashshÁr, al- ÓabÁÔabÁ’Ð, Hallaq, Endress, Van Koningsveld, en Griffel. Wat betreft het Islamitische verzet tegen theologie (kalÁm) en de mutakallimÙn, bespreek ik de denkbeelden van Makdisi, Daiber, Pavlin, Abrahamov, Juynboll en al-Hashshash.

Over de positie van al-SuyÙÔÐ kan worden opgemerkt dat zijn visie opvallende overeenkomsten vertoont met die van enkele moderne wetenschappers, die van mening zijn dat de ontwikkeling van kalÁm niet alleen te wijten is aan een externe faktor, nl. de vertaal-beweging van Griekse geschriften, maar ook aan een interne faktor, nl. de behoefte aan een vorm van debateerkunst voor discussies van religieuze aard.

Deze studie probeert een antwoord te formuleren op de vraag wat men kan leren van al-SuyÙÔÐ’s vier geschriften tegen de logica en de theologie omtrent de geschiedenis van de Islamitische veroordeling van logica en theologie, in aanvulling op wat de moderne wetenschap hierover heeft te zeggen. De volgende werken van al-SuyÙÔÐ zijn voor deze studie geraadpleegd: (1) al-Qawl al-Mushriq, (2) Jahd al-QarÐha, (3) Ñawn al-ManÔiq, en (4) de FatwÁ tegen de logica.

Het eerste hoofdstuk behandelt de manuscripten en de editie van al-Qawl al-Mushriq (QM), het tijdstip waarop het werd geschreven en het doel waarvoor, en geeft tevens een analyse van de inhoud. QM werd in 868/1466 geschreven, toen al-SuyÙÔÐ pas 19 was. In dit werk bespreekt al-SuyÙÔÐ, direkt danwel indirekt het verzet tegen de logica van meer dan 40 vooraanstaande geleerden van verschillende faculteiten in de rechten door te verwijzen naar meer dan 28 werken die, direkt of indirekt het zelfde onderwerp behandelen. Dit hoofdstuk bepleit tevens dat dit werk een onmisbare bron vormt voor de geschiedenis van het Islamitische verzet tegen de logica. In zijn betoog tegen de logica verwijst de auteur direkt of indirekt naar 44 geleerden van verscheidene rechten-scholen, te beginnen bij al-ShÁfi’Ð (d. 203/820) en eindigend bij de ShafiÝiet Ibn al-Ñadr al-

184

(3)

BalbÐsÐ (d. 904/1499), en daarnaast naar 28 werken die, direkt of indirekt, handelen over het verzet tegen de logica.

Het tweede hoofdstuk bespreekt het tweede geschrift tegen de logica dat al-SuyÙÔÐ samenstelde, nl. ahd al-QarÐha, een samenvatting NaÒÐÎa. Jahd al-QarÐha van Ibn Taymiyya, geschreven in 888/1488 toen al-SuyÙÔÐ 38 jaar oud was. In dit werk bespreekt al-SuyÙÔÐ de poging die in IT wordt ondernomen om de belangrijkste stellingen te weerleggen waarop de logica is gefundeerd, namelijk: (1) Al-taÒawwur lÁ yunÁlu illÁ bi ’l-Îadd (een concept kan niet anders worden bepaald dan door definitie); (2) Al-Îadd mufÐd taÒawwur al-ashyÁ’ (definitie leidt tot de conceptualisering van dingen), (3) Al-taÒdÐq lÁ yunÁlu illÁ bi ’l-qiyÁs (een oordeel kan niet anders worden gevormd dan aan de hand van analogie), en (4) Al-burhÁn yufÐd al-Ýilm bi ’l-taÒdÐqÁt (aantoonbaarheid leidt tot zekere kennis omtrent oordelen).

J

Het derde hoofdstuk bespreekt al-SuyÙÔÐ’s Ñawn al-ManÔiq, dat in 888 werd geschreven, hetzelfde jaar als Jahd al-Qariha, toen enkele tijdgenoten van al- SuyÙÔÐ zijn aanspraak op ijtihÁd afwezen, omdat het hem naar hun oordeel ontbrak aan de mate van kennis van de logica die hiervoor een van de voorwaarden was. Dit werk handelt over de geschiedenis en de oorsprong van de logica, haar introductie in de Islamitische wereld, de afwijzende reactie van vooraanstaande geleerden, haar verwantschap met de theologie, de afwijzing van de theologie door Islamitische geleerden en de weerlegging van degenen die de logica binnen de grammatica hadden geïntroduceerd. Voorts vindt men in dit werk een bespreking, samenvatting en beschrijving van 12 werken door voorgangers van al-SuyÙÔÐ die kalÁm en de mutakallimÙn veroordeelden. Daarbij verzamelt al-SuyÙÔÐ in dit werk ook nog de argumenten tegen de logica van meer dan 36 geleerden van verschillende stromingen.

Naast het manuscript van de fatwÁ, behandelt hhet vierde hoofdstuk ook de inhoud van al-SuyÙÔÐ’s fatwÁ tegen de logica. Net als andere fatwÁs begint deze met een vraagstelling, over het onderwerp van de logica, en hierop volgt dan het antwoord van al-SuyÙÔÐ, die de logica verbiedt en hiervoor verwijst naar 43 geleerden die volgens hem eveneens de logica afwezen. Deze fatwÁ vormt een onmisbare bron voor de geschiedenis van het Islamitische verzet tegen de logica, en wel om de volgende reden: bij het uitvaardigen van de fatwÁ verwijst al-SuyÙÔÐ naar twee werken: al-ShÁmil van Ibn al-ÑabbÁg en al-RisÁla van Ibn AbÐ Zayd, welke hij nog niet eerder had genoemd, en voorts naar een een groot aantal autoriteiten van verschillende juridische stromingen, waarvan hij er negentien nog niet had behandeld in zijn QM, JQ en SM.

Na de werken tegen de logica en theologie van al-SuyÙÔÐ te hebben vergeleken met de moderne wetenschap omtrent dit onderwerp, concludeer ik dat deze vier werken een rijk historisch document vormen van het Islamitische verzet tegen logica en theologie, waarvan moderne wetenschappers die dit onderwerp bestuderen zich terdege rekenschap dienen te geven. In zijn vier geschriften poogt al-SuyÙÔÐ zijn lezers ervan te overtuigen dat de logica door 68 vooraanstaande geleerden werd veroordeeld. Een analyse van de inhoud van deze vier werken wijst er op dat een afkeer van de logica een belangrijk element werd in het Sunnitische

185

(4)

traditionalisme, met name gedurende de 13e, 14e en 15e eeuw. Een prosopografische analyse van de tegenstanders van de logica die door al-SuyÙÔÐ worden genoemd wijst uit dat de logica werd afgewezen door vooraanstaande Sunni geleerden in Valencia, Fez, Aleppo, Irak, and Mekka, en met name ook in Egypte and Syrië.

Bij bestudering van een recent ontdekt manuscript van QM en van de fatwÁ van al-SuyÙÔÐ word de juistheid bevestigd van de beschrijving die al- NashshÁr in 1947 gaf van een van de werken van al-SuyÙÔÐ die hier worden besproken, namelijk SM: “wa hÁdha ‘l-kitÁb yuÝ abar awsaÝ mawsÙÝat fÐmÁ naÝ am fÐ mawÃÙ naqd al-manÔiq al-yÙnÁnÐ,” om te kennen te geven dat al-SuyÙÔÐ’s SM de meest complete encyclopedie vormt m.b.t. de [Islamitische] kritiek op de Griekse logica.

t l

Ý

186

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

This is justified with a number of facts: (1) The explicit words against logic by the eponym of the ShafiÝite school to which al-SuyÙÔÐ and most of the sources relied on in QM were

Chapter Three Ñawn al-ManÔiq wa ‘l-KalÁm Ýan Fannay al-ManÔiq wa ‘l-KalÁm : Its Manuscript, the Date and Purpose of its Composition as well as its Content and

Generally speaking, when discussing the influence of Christianity on Islamic theology, these scholars focus on the five following topics: (1) Christian theologians, as the main

In the introduction to SM, al-SuyÙÔÐ (born in 849/1448) indicated however: “Long ago, in the year 867 or 868 [H] I composed a book on the prohibition of being occupied with the art

Thus, in addition to AbÙ ÍanÐfa (d. This is clearly indicated by the following example: When arguing for the fact that “a syllogism must include a universal premiss; but the

MuÎammad has said that dispute for the cause of victory is preceded by a debate and disputation ( ÒiyÁh ), followed by an inclination to dominate others and concluded by hatred

[Also] I have composed a volume to condemn logic, in which I collected the statements against it of the learned men…” 997 The abridgement of Ibn Taymiyya’s NaÒÐÎat to one

This is justified with a number of facts: (1) The explicit words against logic by the eponym of the ShafiÝite school to which al-SuyÙÔÐ and most of the sources relied on in QM were