• No results found

Advies betreffende jacht met roofvogel in speciale beschermingszones te Antwerpen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Advies betreffende jacht met roofvogel in speciale beschermingszones te Antwerpen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1/3 INBO.A.2010.145

Advies betreffende jacht met roofvogel in speciale

beschermingszones te Antwerpen

Nummer: INBO.A.2010.145

Datum: 5 mei 2010

Auteur(s): Geert Spanoghe

Contact: Lon Lommaert - lon.lommaert@inbo.be Kenmerk aanvraag: e-mail op 5 november 2009

Geadresseerde: Joris Janssens

Agentschap voor Natuur en Bos Buitendienst Antwerpen

Lange Kievitstraat 111-113 bus 63 2018 Antwerpen

joris.janssens@lne.vlaanderen.be

Cc: Carl Deschepper

Agentschap voor Natuur en Bos Centrale Diensten

Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel

(2)

2/3 INBO.A.2010.145

AANLEIDING

Goedkeuring jachtplan WBE en mogelijke conflicten met instandhoudingdoelen van Speciale beschermingzone te Antwerpen.

VRAAGSTELLING

Binnen het jachtplan van de wildbeheereenheid wordt momenteel met roofvogel gejaagd in de langgerekte zone langsheen de Schelde, ter hoogte van de Scheldelaan.

Aangezien deze zone in de nabijheid ligt van of ruimtelijk aansluit bij speciale

beschermingszones is de vraag welke verstoring uitgaat naar pleisterende, foeragerende of broedende vogelsoorten bij het gebruik van roofvogels als jachtmethode.

Ontstaan hierbij mogelijk conflicten met instandhoudingsdoelen?

TOELICHTING

Situering

Figuur: Ingediende jachtplan door Wildbeheereenheid “Antwerpse Polder-Noord” De effecten die uitgaan van het jagen met roofvogel zijn hier op te delen in

- interferentie effecten door de aanwezigheid van deze vogel met andere aanwezige roofvogels

- verstoringseffecten door het jachtgedrag van deze vogel. Interferentie met aanwezige roofvogels

(3)

3/3 INBO.A.2010.145 deze doelsoort van deze Speciale Beschermingszone (begin maart tot eind juli) best niet toegelaten worden.

Aan de overkant van de Schelde op het Ketenisseschor is de soort jaarlijkse broedvogel waar ook nu (INBO, april 2010) een koppel aanwezig is. In de betreffende zone aan de Scheldelaan zijn ons geen broedplaatsen bekend (gegevens Broedvogelatlas en Project Bijzondere Broedvogels Vermeersch et al. 2004 en 2006). De betreffende zone wordt wel gebruikt als jachtgebied door bruine kiekendief.

Buiten het broedseizoen wordt een verstoring van aanwezige roofvogels als minder ernstig ervaren en lijkt een beperking om deze reden minder aangewezen.

Verstoringseffecten door het jachtgedrag

Op de Zeeschelde komen ter hoogte van Antwerpen belangrijke aantallen watervogels voor tijdens de trek en in het winterhalfjaar.

Het INBO meent dat de jacht met een roofvogel grote verstoring kan teweegbrengen onder de foeragerende vogels op de aangrenzende schorren en slikken. In deze gebieden pleisteren eenden, steltlopers en meeuwen waarvan de meeste soorten heel

verstoringsgevoelig zijn. Afhankelijk van hoeveel en hoe ver de roofvogel vliegt vanaf de dijk kan deze verstoring nog groter zijn dan bij de jacht met geweer. Precieze afstanden hier zijn afhankelijk van roofvogelsoort, mate van afgericht zijn, gedrag jachtwild en overige dieren en dus zeer moeilijk te voorspellen.

Om het risico op verstoring zo klein mogelijk te houden dient jacht in het algemeen zich alleszins te beperken tot het dijklichaam zelf en geen verstoring te veroorzaken in de aangrenzende gebieden die niet binnen de bejaagbare zone liggen.

In praktijk is dit bij de jacht met roofvogel niet haalbaar.

Wanneer schade door het voorkomen van konijn aan dijken wordt vastgesteld, lijkt de jacht met fret de meest aangewezen methode.

CONCLUSIE

Gelet op de negatieve gevolgen van een jacht met roofvogels tijdens het zomerhalfjaar voor plaatselijke roofvogels en tijdens het winterhalfjaar voor pleisterende watervogels stelt het INBO voor deze jachtmethode niet toe te passen in de betreffende zone aan de Scheldelaan.

REFERENTIES

Adriaensen F. et al 2005, IHD Schelde-estuarium ECOBE 05-82 UA.

Vermeersch, G., Anselin, A., Devos K., Herremans, M., Stevens, J., Gabriëls, J. & Van Der Krieken B. 2004, Atlas van de Vlaamse broedvogels 2000-2002. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 23, Brussel, 496 p.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door passende maatregelen te treffen moe- ten de lidstaten ervoor zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats er niet op achteruitgaan, de leefgebie- den van soorten in de

Based on the recorded intensity of persecution (Table 2), the large sample of nest cards (2912 in 2009), the wide distribution of nest cards across the country and recent

Voor een onmiddellijke impact op de schade (en op de tevredenheid van de landbouwers) is een snelle en gerichte reactie veruit het belangrijkst. De periode waarin bijzondere

Op 4 december 2013 ontving het INBO het wildbeheerplan van de wildbeheereenheid Wild-, Jacht-, Natuurbeheer Diest Oost voor advies conform artikel 3§3 van het

Op 9 oktober 2012 ontving het INBO het wildbeheerplan van de wildbeheereenheid Postel Jacht en Natuur voor advies conform artikel 3§3 van het besluit van de Vlaamse

Grazers zoals ganzen en smienten zijn minder gevoelig voor vorst dan andere eendensoorten en steltlopers omdat voor deze soorten meestal voldoende voedsel (gras)

Over het aantal (buitenlandse) houtduiven dat op het einde van de winter in België verblijft kan de studie door Huysentruyt & Casaer (2009) geen uitspraak doen.

Bijgevolg stellen we voor om nog geen geïntegreerde beoordeling te maken, temeer dat voor vele beschermde gebieden nog geen beoordeling van de staat van