• No results found

Eindexamen economie 1-2 havo 2002 - I

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen economie 1-2 havo 2002 - I"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opgave 5

Maximumscore 2

12 † Een voorbeeld van een juiste berekening is:

1650 × 0,15245 × 2,20371= ƒ 554,33 Maximumscore 2

13 † lager

Een voorbeeld van een juiste verklaring is:

Een verklaring waaruit blijkt dat voor dezelfde hoeveelheid euro’s minder guldens moeten worden betaald waardoor het prijspeil in guldens daalt.

Maximumscore 2

14 † Voorbeelden van een juist antwoord zijn:

Een antwoord waaruit blijkt dat de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven

verslechtert waardoor de export kan dalen en de werkloosheid in de exportsector toeneemt.

Een antwoord waaruit blijkt dat de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven verslechtert waardoor de export en het nationale inkomen kunnen dalen zodat de consumptie daalt / de investeringen dalen en de werkloosheid toeneemt.

Maximumscore 2

15 † een revaluatie van de gulden

Voorbeelden van een juiste toelichting zijn:

Een toelichting waaruit blijkt dat de verhoging van de omwisselkoers niet het gevolg is van een verandering in vraag en / of aanbod op de valutamarkt.

Een toelichting waaruit blijkt dat het gaat om een officiële verhoging van de omwisselkoers van de gulden.

Deel- scores

 www.havovwo.nl

Eindexamen economie 1-2 havo 2002 - I

havovwo.nl

Antwoorden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de eerste week van juli zijn er op de bloemenveilingen in Nederland 200.000 bossen snijbloemen doorgedraaid.. Voor deze bloemen waren op de veiling

Karel wijst in zijn betoog met name op de positieve gevolgen van gratis openbaar vervoer voor de mobiliteit op de arbeidsmarkt.. Ook pleit hij voor het invoeren

Achteraf had de centrale bank van Nederland daarom liever gezien dat bij het vaststellen van de omrekenkoersen van een hogere koers van de Nederlandse gulden was uitgegaan?.

2p 19 † Noem uit beide statistieken een gegeven waarvan de ontwikkeling tussen 1995 en 1997 wijst op een opgaande conjunctuur.. De loonkosten per eenheid product worden bepaald

3p 21 † Toon met behulp van een berekening aan dat de werkgelegenheid in personen bij Blaauw in 2000 ten opzichte van 1999 met meer dan 10% is gestegen. 3p 22 † Is

In het kringloopschema in figuur 1 staan uitsluitend geldstromen tussen economische sectoren weergegeven.. Voor iedere sector is het totaal van de inkomende geldstromen gelijk aan

[r]

• Een antwoord waaruit blijkt dat de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven verslechtert waardoor de export en het nationale inkomen kunnen dalen zodat de consumptie daalt /