• No results found

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 11 Datum: 16 augustus 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 11 Datum: 16 augustus 2016"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

81105

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 11 Datum: 16 augustus 2016

Gegevens onderneming : Praktijk Cobie Brouwer B.V.

Nummer faillissement : F 14/12/205 Datum uitspraak 15 mei 2012

Curator : mr. Dunselman

Rechter-commissaris : mr. M. Wouters

Activiteiten onderneming de onderneming houdt zich bezig met de volgende bedrijfsactiviteiten:

Podologie en podoposturale therapie;

Pedicure en medisch pedicure;

Schoonheidsbehandelingen;

Kapsalon.

Omzetgegevens : 2011 €1.461.530,--

(blijkens maandoverzichten) 2012 (tot en met april)

(volgens opgave bestuurder) € 150.412,--

Personeel gemiddeld aantal : 2012: 10 personen

Saldo einde verslagperiode : € 13.965,59 Rekeningnummer Kasbank

: NL63KASA0223063592

Verslagperiode : 11 (17 februari 201 6 - 16 augustus 2016)

Opmerkingen vooraf:

In dit verslag wordt gerapporteerd over de afgelopen periode, over de door de curator verrichte werkzaamheden en over de stand van de boedel. Dit verslag berust op informatie die de curator uit verschillende bronnen heeft verkregen en die voor een groot gedeelte nog niet op juistheid is gecontroleerd. Omtrent de juistheid en de volledigheid van de opgenomen gegevens kan hierbij dan ook geen uitspraken worden gedaan. In een later stadium kan blij ken, dat cijfers of andere gegevens moeten worden aangepast.

aduocaten

(2)

2

Faillissementsverslag rechtspersoon

Dit verslag is een vervolg op eerdere openbare verslagen. Onderwerpen die in een eerder stadium als `niet van toepassing' werden aangemerkt, dan we/ reeds zijn afgewikkeld, warden in dit verslag niet meer vermeld.

Aan dit verslag kunnen geen rechten warden ontleend.

7. Rechtmatigheid 7.5 Onbehoorlijk bestuur Verslagperiode 6

Geldstromen gewezen werknemer

zoals in voorgaande verslagen is neergelegd, is een gewezen werknemer van Praktijk Cobie Brouwer B.V. op 27 juni 2013 gedagvaard met een vordering tot terugbetaling van een bedrag van E 54.312,01 te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. Namens de gewezen werknemer is ter zitting van 30 september 2013 een conclusie van antwoord genomen, waarna door de rechtbank bij tussenvonnis een comparitie na antwoord is bepaald, welke zal plaatsvinden op 20 maart 2014.

Vordering op de heer A.M. van Rijn

De heer A.M. van Rijn is op 27 juni 2013 gedagvaard met een vordering tot betaling van 26.400,-- te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. Nadat van de zijde van de heer Van Rijn op 2 oktober 2013 een conclusie van antwoord is genomen, heeft de rechtbank Den Haag bij tussenvonnis van 16 oktober 2013 een comparitie van antwoord bepaald. Van de zijde van ondergetekende zal een akte houdende uitlating producties worden genomen. De comparitie na antwoord zal plaatsvinden op 24 februari 2014.

Vordering in verband met verbouwingskosten

Door Praktijk Cobie Brouwer B.V. zijn aan haar gerichte facturen voldaan in verband met de kosten van een verbouwing van een woning van een gewezen werknemer van Praktijk Cobie Brouwer B.V. Uit de facturen was niet of nauwelijks af te leiden dat deze betrekking hadden op de verbouwing van de woning van de gewezen werknemer. Het daartoe

(3)

Faillissementsverslag rechtspersoon

aangesproken aannemersbedrijf heeft open held van zaken gegeven met betrekking tot de kosten, die gemoeid zijn met de woning van de gewezen werknemer. In beraad is het aanspreken van de gewezen werknemer in verband met de betaalde facturen. In verband met onvoldoende zicht op toereikende verhaalsrnogelijkheden houdt ondergetekende het opstarten van een procedure in beraad.

Verslagperiode 7

Geldstromen gewezen werknemer

Op 20 maart 2014 vond een comparitie na antwoord plaats. Nadien is de zaak

aangehouden om partijen in de gelegenheid te stellen te onderzoeken of een schikking in der minne bereikt kan worden.

Vordering op de heer A.M. van Rijn

Nadat op 24 februari 2014 een cornparitie na antwoord had plaatsgevonden, heeft de rechtbank bij vonnis van 12 maart 2014 de vordering van ondergetekende afgewezen met veroordeling in de proceskosten ad € 2.000,--. In aanmerking genomen de motivering van de rechtbank van het vonnis respectievelijk de omstandigheden van het geval

respectievelijk het nader ingenomen standpunt van mevrouwi. Brouwer-Wolthuizen is besloten om geen hoger beroep tegen het betreffende vonnis in te stellen.

Vordering in verband met verbouwingskosten

De aanspraken op de gewezen werknemer en de eventueel te nemen gerechtelijke maatregelen zijn in beraad. Onderzocht wordt of de betreffende kwestie kan worden meegenomen in een eventuele schikking in de kwestie `geldstromen gewezen werknemer' zoals hiervoor beschreven.

Verslagperiode 8

Geldstromen gewezen werknemer

Nadat partijen hebben geconcludeerd dat een minnelijke regeling niet tot de

mogelijkheden bleken te behoren, is namens ondergetekende een akte genomen en nadien aan de zijde van de gewezen werknemer een antwoordakte.

(4)

Op 24 december 2014 heeft de rechtbank Noord-Holland vonnis gewezen, waarin is neergelegd, dat in elk geval een bedrag van 3.500,-- door de gewezen werknemer aan de boedel is verschuldigd, en voor het overige betreffende een gevorderd bedrag van E 50.812,01 is de gewezen werknemer een bewijsopdracht gegeven. Middels is door de

gewezen werknemer een opgave gedaan van de getuige die zij wenst te horen. Er dient nog een datum te worden bepaald voor getuigenverhoor.

Verslagperiode 9

De Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, heeft data ingepland waarop de

voornoemde getuigenverhoren zullen plaatsvinden, te weten op 5 oktober en 9 november a.s.

Verslagperiode 10

De voornoemde getuigenverhoren hebben plaatsgevonden op 5 oktober en 9 november 2015. Na deze getuigenverhoren heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 16 december 2015 een vonnis gewezen waarbij zij de juridische grondslag voor de

bewijsbeslissing in haar tussenvonnis van 24 december 201 4 heroverwogen. Beide partijen zullen in de komende verslagperiode de mogelijkheid krijgen om een conclusie na enquete te nemen.

Verslagperiode 11

Bij vonnis van de Rechtbank Noord-Holland van 4 mei 2076 zijn de vorderingen door de rechtbank toegewezen en is mevrouw Swinkels-Kaayveroordeeld tot betaling aan Praktijk Cobie Brouwer B. V. respectievelijk de vennootschap onder firma Coble Brouwer

Podoinstituut/schoonheidscentrum & kapsalon VO.F. van een totaalbedrag van

€ 64.780,70 (plus PM aan lopende rente vanaf 9 mei 2076). Middels een derdenbeslag is inmiddels een bedrag van € 17.855,65 gerncasseerd. Over betaling van het restant van de vordering zijn partijen thans in overleg.

(5)

Faillissementsverslag rechtspersoon

8. Crediteuren 8.1 Boedelvorderingen Verslagperiode 8

Er zijn boedelvorderingen ingediend tot een totaalbedrag van € 44.280,13 + P.M.

Verslagperiode 11

Er heeft geen wiftiging plaatsgevonden in de hoogte van de ingediende boedelvorderingen.

8.2 Pref. vord. van de fiscus Verslagperiode 8

De belastingdienst heeft preferente vorderingen ingediend tot een totaalbedrag van

€ 149.289,--.

Verslagperiode 11

Er heeft geen wijziging plaatsgevonden in de hoogte van de door de Belastingdienst ingediende preferente vorderingen.

8.3 Pref. vord. van het UWV Verslagperiode 8

UWV heeft vorderingen ingediend tot een totaalbedrag van E 23.573,44.

Verslagperiode 11

Er heeft geen wijziging plaatsgevonden in de hoogte van de door het UWV ingediende vorderingen.

8.5 Aantal concurrente crediteuren Verslagperiode 8

Er zijn door 23 crediteuren een concurrente vordering ingediend.

Verslagperiode 11

Er heeft geen wijziging plaatsgevonden in het aantal concurrente crediteuren die een

(6)

vordering hebben ingediend

8.6 Bedrag concurrente crediteuren Verslagperiode 8

Door crediteuren zijn concurrente vorderingen ingediend tot een totaalbedrag van

€ 49.893,88 + P.M.

Verslagperiode 11

Er heeft geen wijziging plaatsgevonden in de hoogte van de door concurrente crediteuren ingediende vorderingen.

8.7 Verwachte wijze van afwikkeling Verslagperiode

Nog niet bekend.

10. Overig

10.1 Termijn afwikkeling fail!.

Verslagperiode 71 Nog niet bekend.

10.2 Plan van aanpak Verslagperiode 12

De navolgende werkzaamheden dienen nog te warden verricht:

lncasso vordering op mevrouw SS. Swinkels-Kaay;

beraaa' op het opstarten van een gerechtelljke procedure tegen een gewezen werknemer in verband met betaalde kosten door de vennootschap voor een verbouwing.

10.3 lndiening volgel verslag: 16 februari 2017 Alkmaar, 16 augustuL016 1

A.H.J. Dunselman, cu or

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

verslag 1 Er is thans nog geen definitieve uitspraak te doen omtrent de verwachte wijze van afwikkeling van het faillissement hoewel het aannemelijk lijkt dat het faillissement

Met Coface is een afspraak gemaakt over administratieve ondersteuning ter zake een paar posten tegenover een boedelbijdrage, maar de hoogte daarvan is afhankelijk van

Uiteindelijk kon gefailleerde wegens een gebrek aan liquiditeit haar opeisbare schulden niet voldoen, hetgeen uiteindelijk heeft geresulteerd in het (door

De andere behandelingen, van wat minder ingrijpende aard, werden verzorgd door een medewerkster, niet zijnde werkneemster, die gebruik maakte van een ruimte in het door

1 De bestuurder van failliet informeerde mij dat geen jaarrekeningen over 2011 en 2012 zijn opgesteld.. Over die jaren ontbreken bovendien interne consolidatiestaten, balansen

Activiteiten onderneming : Aanvankelijk het uitoefenen van een tandarts- en mondhygiënistenpraktijk. Directie en organisatie : Failliet is opgericht op 14 december

Er hebben zich in totaal 15 concurrente crediteuren bij de curator gemeld en 1 achtergestelde crediteur, die tevens een niet achtergestelde vordering heeft.b. 12.2 Bedrag

oestemming p 8 januari 2 uurovereenk.