• No results found

Wet Werk en Zekerheid Flexibele arbeidscontracten: positie van de OR. Mr. drs. Arthur Hol

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wet Werk en Zekerheid Flexibele arbeidscontracten: positie van de OR. Mr. drs. Arthur Hol"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wet Werk en Zekerheid

Flexibele arbeidscontracten:

positie van de OR

Mr. drs. Arthur Hol

(2)

Hoofdpunten wijzigingen flexibele arbeidscontracten

• Wijziging ketenregeling

– Na 1 juli 2015; in plaats van 3 arbeidsovereenkomsten binnen 3 jaar:

3 binnen 2 jaar

– Tussenpoos doorbreking ketenregeling: ipv 3 naar 6 maanden – Afwijking per Cao, voorheen ongelimiteerd mogelijk, beperkt

• Transitievergoeding: 2 jaar of langer in dienst

• Payrollmedewerkers gelijkgeschakeld loon en ontslagpositie

met ‘regulier’ vast en tijdelijk personeel

(3)

Hoofdpunten wijzigingen flexibele arbeidscontracten

• Proeftijd, 7:652 BW

– 1 januari 2015

– geen proeftijd in tijdelijke contracten met duur van 6 maanden of minder

– geldt ook voor aansluitend contract (> 6 maanden) bij opvolgend werkgeverschap

– tenzij nieuwe contract duidelijk andere vaardigheden / verantwoordelijkheden eist

– afwijking bij cao niet mogelijk

– nieuwe arbeidsovereenkomst na opzegging tijdens proeftijd mogelijk – nieuw proeftijdbeding onmogelijk

(4)

Hoofdpunten wijzigingen flexibele arbeidscontracten

• Concurrentiebeding 1 januari 2015 (7:653 BW)

– geen concurrentiebeding in tijdelijke contracten – ‒ behalve in geval van bijzondere omstandigheden – zwaarwichtige bedrijfs- / dienstbelangen

– - moet expliciet worden opgenomen (anders nietig)

– ‒ welk bedrijfsbelang / waarom daarvoor concurrentiebeding moet gelden

– noodzaak van concurrentiebeding moet ook bestaan op moment dat

‘werkgever zich op beding beroept’

(5)

Positie OR wijziging flexrecht: algemeen

• Geen wijziging WOR door WWZ

• Geen bijzondere rechten voor OR gecreëerd

• Maar anticiperen of reageren op nieuwe wetgeving door werkgevers raakt al snel aan:

– Instemmingsrecht Herziening aanstellings-, ontslag- of bevorderingsbeleid (art 27 lid 1 sub e WOR)

– Adviesrecht: ondervanging personele gevolgen / sociaal plan (art 25 lid 1 WOR)

(6)

Positie OR wijziging flexrecht: algemeen

• Feit wetswijziging aanleiding voor aanpassing van het vigerende beleid doet daaraan niet af

• Toetsingscriteria voor OR:

– Doel wetgeving is versterking positie flexibele arbeidskrachten en eerder in aanmerking komen voor een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd – Afweging tussen de belangen van het nieuw aan te nemen personeel, de

huidige personeelspopulatie en de belangen van de ondernemer – Hoe toe te passen? Geen eenduidige regel

(7)

Nieuw aanstellingsbeleid?

• Keuze contract < 1 jaar of > 1 jaar

• lagere sectorale premie (2x12 mnd) of

• meerdere contracten (3x8 mnd)

(8)

Nieuw aanstellingsbeleid?

• Vroegtijdig in gesprek gaan over visie bestuurder

– (art. 24 WOR’: beleid in de ‘pijplijn’?)

• Ontwikkelen eigen visie OR?

• in co-creatie?

(9)

Herziening aanstellings-, ontslag- of bevorderingsbeleid

• Schriftelijk voor te leggen in vorm instemmingsverzoek

• Overzicht beweegreden besluit, waaronder overwogen alternatieven

• Welke gevolgen voor de werknemers in de organisatie

• Geen instemming, geen uitvoering

(10)

Herziening aanstellings-, ontslag- of bevorderingsbeleid

• Werkgever kan om vervangende toestemming kantonrechter vragen

• Slechts verleend indien zwaarwegende redenen dat vergen (bedrijfseconomische, -organisatorische of –sociale aard)

• Bemiddeling (onverplicht)

(11)

Herziening aanstellings-, ontslag- of bevorderingsbeleid

• Wijziging doorgevoerd zonder dat deze is voorgelegd aan OR?

• Nietigheid besluit inroepen, binnen maand dat is meegedeeld of uitvoeringshandelingen zijn gebleken aan de OR

• Uitvoering geven te voorkomen door kort geding bij de

kantonrechter

(12)

Ondervanging personele gevolgen bij adviesaanvragen

• Adviesaanvragen en ondervanging personele gevolgen

• Verkleining onderhandelingsruimte sociaal plan voor vakbonden en OR , door reeds op voorhand vastliggen beëindigingsvergoeding (lees:

transitievergoeding)

• Concept-besluit aftrek outplacement- en opleidings/scholingskosten:

vooraf overeen te komen met medewerker

• Opleidingsverplichting in art. 611a BW: scholingsinspanning die

noodzakelijk is voor uitoefening functie en redelijkerwijs gevergd kan worden voor voortzetten arbeidsovereenkomst

(13)

Ondervanging personele gevolgen bij adviesaanvragen

• Overgangsfase: voor 1 juli of/of, na 1 juli en/en: dubbeltelling

wachtgeldverplichting cao en transitievergoeding, voorzie in duidelijke bepalingen in sociaal plan

• Voor welke duur afspreken?

• Zal de toepasselijke cao een andere regeling voor de transitievergoeding bevatten?

• Wordt de wachtgeldregeling in een cao gewijzigd?

• Wordt een ontslagcommissie ingesteld buiten het UWV met eventueel ook nog andere ontslagcriteria?

• Ook in vóór 1 juli af te sluiten sociaal plannen rekening mee houden

• Reorganisatietrajecten van langere duur: hoe wenselijk is het vanuit HRM-optiek dat medewerkers die door dezelfde reorganisatie worden getroffen anders worden behandeld?

(14)

Vragen?

Mr. drs. Arthur Hol hol@dkva.nl

Tel 020 - 676 25 00

De Koning Vergouwen Advocaten, Sophialaan 33, 1075 BL Amsterdam

www.dkva.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Van belang is evenwel dat een ontbinding wegens een wei- gering van de werknemer om zich in te spannen voor zijn re-integratie dient te worden gegrond op de ontslaggrond

Nieuw Leiderschap betekent in mijn visie dan ook het bevorderen van leiderschap in anderen, zoals bijvoorbeeld door nieuwe vormen van organiseren en zelforganisatie.?. Kenmerken

Dat gaat op een directe manier: doordat werknemers door de aanzegplicht meer tijd hebben voor het zoeken naar een nieuwe baan; zij na het aflopen van het contract ook aan de

De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland heeft aan het opstellen van deze voorbeeld arbeidsovereenkomst de nodige zorg besteed. Desondanks is het mogelijk dat deze

Daarnaast stellen we vast dat werknemers met een flexibel contract ongeveer twee keer vaker dan andere werkenden zelf geen vermogen of inkomen van hun partner in het huishouden

Flexwerkenden (zelfstandigen en werknemers met een flexibel contract) hebben relatief vaak een zeer laag inkomen, maar ook wanneer wij deze groep vergelijken met vaste werknemers

Met de flexibele werkplek heeft Brok Interieurbouw voor ogen dat in deze situaties de werkplekken eenvoudig een andere functie kunnen vervullen, bijvoorbeeld doordat ze kunnen

Als bedrijven niet in hun flexibele personeel investeren, hoeft dat niet per se te duiden op achterstelling van flexibel werkenden, maar kan dit ook betekenen dat het