Thematische vaardigheidstraining

(1)

1

Thematische

vaardigheidstraining

Pediatrie

(2)

INT thematische skills Pediatrie Versie 29-09-2021 Kijlstra Ambulancezorg

Auteur: L&O Status: concept Pagina

Inleiding

Deze docentenhandleiding is geschreven om alle informatie over deze lesdag te bundelen. Dit geeft je een leidraad/ houvast tijdens deze dag. De scholingsdag in van 8.30-16.30.

Een volle drukke dag met verschillende werkvormen om het voor iedereen (hopelijk) leuk en uitdagend te houden. De casuïstieken aan het eind van de dag is naar eigen invulling. Soms wil de groep vaker de

reanimatie oefenen. De opstart pasgeborene wordt behandeld tijdens de verloskunde dagen. toch kan jij je indenken dat hier behoefde aan is. De casus zit wel in deze map, misschien is er behoefde aan.

Succes!

(3)

Inhoudsopgave

Inleiding 2

Inhoudsopgave 3

Lesprogramma 4

- escape room 7

- deelvaardigheden trainen 26

- reanimatie kind 27

- immobiliseren 28

- casuistieken 29

(4)

Afdeling opleidingen

Les: Thematische skills: Pediatrie

Pagina 1 van 3 Maart 2020

Lesplan

Opleiding Thematische vaardigheid training pediatrie

Doelgroep Gediplomeerde ambulance verpleegkundige en ambulance chauffeurs Trainers: cursisten 1:8

Hulpmiddelen docent Draaiboek, lesplan die gebruikt kan worden;

Casuïstieken;

Beamer;

Standalone computer;

Flap-over

materialen Alsi monitor, baby pop, junior pop, spoedtas, kindertas, zuurstof, protocollen boek, Red Vac, Sam Sling. Spelmateriaal escape room.

Lestijd 8.30- 16.30

Leerdoelen

De deelnemer kan een kind op de juiste manier fixeren op de brancard. Zodoende dat een kind veilig en verantwoord vervoerd kan worden.

De deelnemer heeft de verschillende deelvaardigheden geoefend en getraind die specifiek van toepassing zijn op het behandelen van kinderen in een acute situatie.

De deelnemer is op de hoogte van de verschillende protocollen en kan deze toepassen tijdens een geënsceneerde setting.

De deelnemer heeft nieuwe inzichten hoe een fractuur gefixeerd kan worden om de patiënten comfort te verbeteren.

(5)

Tijd Onderdeel Didactische Werkvorm Hulpmiddelen Opmerkingen

8.30 Opening Welkom heten, huisregels uitleggen,

Lunch inventariseren

Uitleggen wat het doel van vandaag is. Met elkaar, voor elkaar.

Telefoons uit.

8.35 Terugkoppeling nav de vorige scholing

Opfrissen. Flap over

Stiften

PAT

Driehoek aangeleerd, iets aan gehad in de praktijk? Ervaringen delen.

8.45- 9.45

Escape room 2 tallen, spel Zitten in de map. In 2 tallen alle onderdelen bij langs.

In de map zitten per onderdeel alle

benodigdheden. Lokaal in 4 stations verdelen.

9.45- 10.00

Escaperoom opruimen Klaarzetten 4 stations

4 tafels

4 hoeken creëren 10.00-

10.15

koffiepauze 10.15-

10.30

Uitleg vaardigheden Klassikaal, vaardigheden doorspreken/ voordoen.

Do’s en dont’s behandelen Waar moet je op letten.

10.30- 11.30

Deelvaardigheden trainen Medicatie klaarmaken

Praktisch oefenen Spuiten, naalden, 3 weg kraantje.

Kinderboek.

Hoe gebruik je het kinderboek.

Hoe vind je de juiste dosering.

Hoe maak je de juiste dosering.

Hoe werk je zo veilig mogelijk.

Hoe bied je de medicatie aan, hele spuit of afgemeten per dosering.

Botboor plaatsen Praktisch oefenen Botboor, pleister, naald,

systeem, stappenplan handelingsschema

Hoe plaats je de botnaald.

Plaatsbepaling.

Hoe wordt het systeem opgebouwd, 3 wegkraantje.

Kap beademen Praktisch oefenen. Baby pop, junior pop.

Beademingsballon, kapjes, Padding, handelingsschema

Welke kap kies je en waarom.

Beademingsfrequentie.

Diepte.

Waar en hoe pas je padding toe.

Inbrengen NAS/ Igel Praktisch oefenen Baby pop, junior pop,

verschillende maten Igel, verschillende maten NAS,

Hoe kies je de juiste maat, Hoe meet je de juiste diepte af, Hoe breng je de Igel/ NAS in,

(6)

11.30- 12.00

Reanimatie kinderen Klassikaal bespreken/

oefenen

Babypop, Junior pop, Alsi Spoedtas, kinderkoffer

Handgrepen oefenen 15:2/ 5:1

Praktische tips, eerst SpO2 om het voetjes, dan aan de monitor, waarom…

Korte opstart oefenen. Gehele casuïstiek komt in de middag aan bod.

12.00- 12.45

Pauze/lunch 12.45-

13.30

Immobiliseren Klassikaal bespreken

oefenen

Red vac

Samsling bij breuken TV met filmpjes

Red Vac vastmaken op de brancard

Samsling aanleggen bij arm en been fracturen.

Onderarm, bovenarm, onderbeen 13.30-

14.15

Casuïstiek trainen.

1 team voert de casus uit, 1 team kijkt en observeert

1 team speelt indien nodig 2^e ambu.

Praktisch oefenen Alsi monitor, baby pop, junior pop, spoedtas, kindertas, zuurstof, Map met casuïstieken.

Protocollenboek.

Leerdoelen die begin van de dag genoemd worden kunnen terug komen in de

casuïstieken.

Teams rouleren in uitvoering, observeren en 2^e ambu.

14.15- 14.30

Pauze 14.30-

16.00

Casuïstiek trainen.

1 team voert de casus uit, 1 team kijkt en observeert

1 team speelt indien nodig 2e ambu.

Praktisch oefenen Alsi monitor, baby pop, junior pop, spoedtas, kindertas, zuurstof, Map met casuïstieken.

Protocollenboek.

Leerdoelen die begin van de dag genoemd worden kunnen terug komen in de

casuïstieken.

Teams rouleren in uitvoering, observeren en 2e ambu.

16.00- 16.15

Opruimen, aanvullen Aanvullen volgens de lijsten Alles bijvullen/ aanvullen zodat de tassen

startklaar zijn.

16.15 Evalueren Gezamenlijk - persoonlijke doelen behaald

- plek voor eigen inbreng?

(7)

Escape room pediatrie

Bij de deur van de escape room worden de spelregel uitgelegd door de trainer. Achter de deur, in het lokaal staan verschillende opdrachten klaar, die allemaal op een bepaalde manier opgelost moeten worden. De opdrachten hebben betrekking op het LPA en samenwerking als team met als hoofd onderwerp “kinderen”

Per opdracht zijn er munten te verdienen. Deze munten kun je aan het eind verzilveren door letters te kopen. De letters vormen samen een woord. Wie het woord raadt wint deze escape room. Indien er meer teams zijn die het woord raden dan wordt gekeken naar wie de meeste munten over heeft.

De groep wordt in 2 tallen verdeeld. Per 2 tal doorloop je alle onderdelen. Probeer zo stil mogelijk te werk te gaan want de andere teams moeten geen voordeel hebben van jouw prestaties.

Suc6!!

(8)

Station 1 Raad het verboden woord

Er liggen kaartjes klaar, met op elk kaartje een woord/ begrip. 1 teamlid moet zoveel mogelijk woorden/ begrippen omschrijven die zijn teamgenoot moet raden. Het woord/

begrip op het kaartje moet worden omschreven. Het woord/ begrip zelf mag niet genoemd worden. Ook termen als “klinkt als” en “rijmt op” mogen niet genoemd worden.

Handelingen zoals reanimeren mogen niet uitgebeeld worden.

De docent deelt de munten uit.

Je krijgt hiervoor 5 minuten.

De woorden/ begrippen op de kaartjes komen voor in het LPA.

Punten toekenning gaat als volgt:

0-5 woorden/ begrippen 0 munten

6-10 woorden/ begrippen 1 munt

11-15 punten/ begrippen 2 munten

16-20 woorden/ begrippen 3 munten

➢ 21 woorden/ begrippen 4 munten

Adrenaline

Verbodenwoord:

Medicijn/ medicatie

A pgar score Verbodenwoord:

pageboren

Vagale prikkeling

Verbodenwoord:

vasovagaal

15:2

Verboden woord

reanimatie

(9)

Unresponsive

Verboden woord:

avpu

Inspiratoire stridor Verbodenwoord:

expiratoire

Epiglottitis

Verbodenwoord:

Luchtweg probleem

Laryngitis subglottica

Verbodenwoord:

budesonide

Pre-ductale SpO2 waarde

Verbodenwoord:

pasgeboren

Inflatie beademingen

Verbodenwoord:

eerste

Persisterende convulsies

Verbodenwoord:

epilepsie

Petechien

Verbodenwoord:

meningitis

Teen-top onderzoek

Verbodenwoord:

andersom

Patella luxatie

Verbodenwoord:

knieschijf

(10)

Hypoxie

Verbodenwoord:

ademhalen

ALTE

Verbodenwoord:

overleden

Uticaria

Verbodenwoord:

huiduitslag

2 ^e gr brandwond

Verbodenwoord:

verbrand

Corpus alienum

Verbodenwoord:

verslikt

PGCS

Verbodenwoord:

Hoofd/hersenletsel

PTS

Verbodenwoord:

Trauma score

Veilig thuis Verbodenwoord:

kindermishandeling

10% TVLO

Verbodenwoord:

brandwonden

Heimlichmanoeuvre

Verbodenwoord:

Verslikken/stikken

(11)

Station 2 raad het plaatje

Hieronder zie je afbeeldingen van uiterlijke symptomen van verschillende “kinder” ziektes. Schrijf op welke kinderziekte deze symptomen geeft.

Je mag hier 15 minuten over doen.

Per goed gegeven antwoord krijg je 1 munt. Als je ook extra informatie kunt geven, voor de kennis die jij al hebt krijg je een extra munt. Per opgeschreven dikgedrukte term krijgt je een extra munt. De docent kijkt het na en deelt de munten uit.

Uiterlijke symptomen Wat is/zijn het? Bij welk ziektebeeld komt dit voor?

Wat weet je er al van?

Petechiën

Acute bacteriële meningitis en met name

meningokokken sepsis is een ernstige infectie die schade aan organen en extremiteiten kan

veroorzaken en levensbedreigend kan zijn.

Symptomen:

Koorts, hoofdpijn, nekstijfheid.

Meningokokkenziekte is een verzamelnaam voor ziekten die worden veroorzaakt door een

bacterie, de meningokok. De bacterie is van mens op mens overdraagbaar. De bacterie bevindt zich gewoonlijk in de neusholte van gezonde mensen zonder ziekteverschijnselen te veroorzaken. Als deze bacterie in de bloedbaan of in het

zenuwstelsel komt kan het ernstige ziektebeelden geven zoals bloedvergiftiging of

hersenvliesontsteking.

Er zijn verschillende typen meningokokken waarvan in Nederland voornamelijk B, C, W en Y voorkomen.

(12)

Mazelen

Mazelen wordt veroorzaakt door een virus. De besmetting vindt plaats via druppeltjes die met hoesten en niezen worden verspreid. Mazelen is een zeer besmettelijke infectieziekte: één ziek kind kan wel tien andere personen besmetten die niet tegen mazelen zijn ingeënt of geen mazelen hebben doorgemaakt. De besmettelijke periode is van 4 dagen vóór tot 4 dagen na het ontstaan van de huiduitslag. De vlekjes ontstaan gemiddeld 10 dagen na de besmetting. De meest voorkomende ziekteverschijnselen bij mazelen zijn hoge koorts, verkoudheid, vlekken en rode ogen. Soms treedt oorontsteking of

longontsteking op als complicatie. Mazelen kan ook tot hersenontsteking of sterfte leiden, maar dit komt in ontwikkelde landen weinig voor

Rode hond

Rode hond is één van de (onschuldige) kinderziekten die in Nederland weinig meer voorkomt. Bijna alle kinderen zijn hier namelijk tegen ingeënt (de BMR prik). De voorkeursleeftijd is tussen de 5de en 20ste jaar.Vóór het uitbreken van de ziekte heeft uw kind last van verkoudheid, pijn aan de gewrichten en lichte koorts. De kliertjes in de hals zijn gezwollen en voelen pijnlijk aan. Ook kan uw kind last hebben branderige ogen. Uw kind krijgt vervolgens een roze-rode en vlekkerige huiduitslag. Deze begint in eerste instantie achter de oren en verspreidt zich daarna over het hele lichaam. Soms zijn er zoveel vlekjes dat de hele huid rood ziet.

(13)

Waterpokken

Waterpokken is een bekende kinderziekte die zich kenmerkt door rode vlekjes of blaasjes die over het hele lichaam verspreidt zitten. De ziekte wordt veroorzaakt door een virus. Ongeveer iedereen krijgt een keer waterpokken, meestal in de kindertijd, maar mocht dit niet het geval zijn, kun je als volwassene ook waterpokken krijgen.

Waterpokken begint meestal met lichte koorts en hangerigheid. Na 1 of 2 dagen ontstaan kleine bultjes op het lichaam, beginnend op het hoofd of de romp. Deze bultjes ontwikkelen zich tot

blaasjes die jeuk veroorzaken en na een paar dagen tot korstjes indrogen. Soms kan

waterpokken ernstige complicaties veroorzaken, bijvoorbeeld aantasting van het centrale

zenuwstelsel, longontsteking, of bacteriële infecties. Mensen overlijden bijna nooit aan waterpokken. Bijna alle kinderen die in Nederland opgroeien hebben op de leeftijd van 6 jaar

waterpokken gehad (meer dan 95%). In Caribisch Nederland is de situatie anders: waterpokken treedt hier vaker op latere leeftijd op en dan is het risico op ernstiger verloop groter.

Waterpokken wordt veroorzaakt door hetzelfde virus dat ook gordelroos veroorzaakt. Nadat iemand waterpokken heeft gekregen, blijft het virus in het lichaam achter zonder actief te zijn.

Als het virus later weer actief wordt, kan het gordelroos veroorzaken.

(14)

5

^e

kinderziekte Parvo B19 virus

De vijfde ziekte, in medische termen erythema infectiosum, is een besmettelijke vlekjesziekte, die vooral voorkomt op de kinderleeftijd. Er ontstaan over het hele lichaam rode vlekjes en je kindje kan zich niet lekker voelen. Bij de meeste kinderen zijn de klachten echter mild.

Deze ziekte komt het meest voor bij kinderen tussen de 4 en 10 jaar (70%), maar kan ook bij jongere kinderen optreden. 10% van de kinderen met de vijfde ziekte is jonger dan 5 jaar. De meeste mensen krijgen het op de kinderleeftijd, maar je kan het ook als volwassene krijgen. De infectieziekte steekt vooral de kop op in het voorjaar en de winter.

Deze kinderziekte wordt veroorzaakt door een virus, het Parvo B19-virus.

Het begint met lichte, griepachtige verschijnselen zoals koorts, spierpijn, hoofdpijn en niet lekker voelen. Na 5 tot 7 dagen ontstaan er fijne

rozerode vlekjes in het gezicht, waarbij het kindje typische vuurrode ‘appelwangetjes’ krijgt. Daarna breidt de huiduitslag zich uit naar het hele

lichaam. De kleine vlekjes kunnen samenvloeien tot grotere vlekken, waardoor een soort

‘kantpatroon’ ontstaat. De huiduitslag kan licht jeuken.

(15)

Roodvonk

Roodvonk is een kinderziekte die vooral voorkomt bij kinderen tussen de 3 en 8 jaar. Bij deze

infectieziekte heeft je kindje koorts en rode, ruwe huiduitslag over zijn gehele lichaam. De medische term voor roodvonk is scarlatina. Deze ziekte steekt vooral de kop op in de zomermaanden.

Vroeger werd roodvonk gezien als een vrij ernstige ziekte, omdat er weleens nare

complicaties optraden zoals een nierontsteking en acuut reuma. Tegenwoordig komen deze complicaties nauwelijks nog voor. Roodvonk komt minder vaak voor en de bacterie die het

veroorzaakt is in de loop der jaren vermoedelijk minder agressief geworden. Daarnaast wordt, wanneer een behandeling nodig is, hier sneller mee gestart door artsen.

Ook de tong ziet er anders uit bij roodvonk. Eerst kleurt hij wit en na ongeveer 3 dagen wordt hij rood en dik en verschijnen er rode puntjes op de tong. Dit wordt een frambozentong genoemd en is een kenmerkend symptoom van roodvonk.

Na 3 tot 5 dagen neemt de koorts af en enkele dagen daarna verdwijnt ook de huiduitslag. Zo’n 2 tot 3 weken na genezing kan de huid van de handen en voeten gaan vervellen.

(16)

Krentenbaard

Krentenbaard is een erg besmettelijke

oppervlakkige ontsteking van de huid, die vooral voorkomt bij kinderen onder de 12 jaar. Het wordt veroorzaakt door een bacterie(staphylococ of streptococ) en geeft wondjes, rode plekjes en soms blaasjes met rode of gele korstjes.

Deze plekjes zitten meestal rondom de neus of mond, maar kunnen overal op het lichaam

voorkomen. Meestal verdwijnen ze binnen 2 tot 3 weken weer. Wanneer de klachten iets

uitgebreider zijn, kan behandeling met een antibioticacrème nodig zijn. Heel soms is het nodig om een antibioticakuur te geven in de vorm van een drankje, tabletten of via een infuus.

Eczeem

Eczeem is een ontstekingsreactie van de huid die zich uit in roodheid, kleine blaasjes, schilfering, zwelling, rode bultjes, korstjes en gaat vaak gepaard met veel jeuk. Ongeveer 10-20% van de kinderen en 3-5% van de volwassen heeft een vorm van eczeem. Bij eczeem is de huidbarrière verstoord en dit zorgt ervoor dat de huid minder goed vocht vast houdt, sneller uitdroogt en daardoor minder goed beschermt tegen

schadelijke stoffen van buitenaf. De huid wordt droog en schilferig. Voor het ontstaan van eczeem is niet één duidelijke oorzaak aan te wijzen, de erfelijke aanleg is de belangrijkste, maar interne en externe factoren spelen ook een rol.

(17)

Station 3

Vul de ontbrekende getallen/ woorden in. De docent controleert en deelt de munten uit.

Voor dit station krijg je 5 minuten de tijd.

Pediatric Trauma Score (PTS)

Onderdeel Score +2 Score +1 Scoren -1

Gewicht > 20kg 10- 20 kg

< kg Luchtweg Voldoende vrij geen )2

nodig, niet uitzuigen

Matig vrij,

oropharyngeale airway, O2 nodig, uitzuigen Systolische RR of bij

ontbreken RR mmHg arteria radialis palpabel

50-90 mmHg arteria femoralis palpabel

< 50mmHg geen pulsaties voelbaar

Bewustzijn Helder coma

Open wond Geen Klein Groot of penetratie

Botleasie Gesloten fractuur Open of multiple

Totaal score (-6 tot 12)

Punten telling:

Per goed gegeven antwoord krijg je 1 munt.

(18)

Station 4

Protocollen test.

Tijdens een casus pak je vaak je protocollen erbij. Heel goed. Maar eigenlijk ken je alle protocollen wel. Hieronder staan een aantal protocollen. In een aantal vakjes staan sterren. Vul de ontbrekende tekst/ getallen in. De docent controleert en deelt de munten uit.

Je krijgt hiervoor 10 minuten de tijd.

Punten telling:

Per goed ingevuld antwoord krijg je 1 munt.

(19)

(20)

(21)

(22)

(23)

(24)

Station 5 het afrondende puzzelwoord.

Eindigen met galgje

Punten verzilveren om letter te kopen. het team bepaalt in samenspraak welke letter er worden gekocht. Elke letter kost 5 munten. Maar je profiteert ook van de aankopen van de andere teams.

Het team met de meeste munten begint.

Hoe dan:

Elke team gaat in het lokaal zo ver mogelijk bij de anderen vandaan zitten. Per team krijgt met het woord in voorgedrukte stippen. Om beuren koopt een team een letter. Deze letter is zichtbaar voor iedereen. Alleen het team wat de letter kiest betaald. Mocht er een letter gekocht worden die niet in het woord voorkomt, dan wordt de tekening van galgje zoals hieronder getekend op de flap-over.

Mocht een team denken te weten wat het woord is, mogen ze 1 poging wagen. Is het niet goed dan mogen ze niet meer deelnemen, ze hebben dan verloren. De andere teams kunnen dan verder spelen om alsnog het woord te raden.

Het team dat als eerst het goede woord raadt is de winnaar.

Je hebt 5 minuten de tijd om het woord te raden

Het te raden gezegde:

Pediatric Assessment Triangle

Mochten er meer teams zijn die het woord goed geraden hebben, dan wordt er gekeken wie er de meeste munten over heeft. Het team met het goed geraden woord en de meeste munten over, is de winnaar.

(25)

Woordpuzzel eind ronde.

Raad het woord.

. . . . . . . . .

(26)

10.15-11.30

Deelvaardigheden trainen

Er zijn een aantal vaardigheden die wij tijdens ons reguliere werk weinig uitvoeren. Deze vaardigheden moet je blijven trainen om vaardig te blijven. De vaardigheden die vandaag geoefend worden hebben allemaal betrekking op kinderen. In veel gevallen is de handeling niet anders dan bij volwassenen.

Werkwijze:

- Maak 4 stations in het lokaal.

- Elk station heeft 1 van onderstaande vaardigheden.

- Leg per station het geplastificeerde overzicht vanuit het handelingsschema klaar.

- Hier staat precies op hoe je de handeling uit moet voeren.

- Laat de groep in 2 tallen langs de verschillende stations gaan.

- Loop als docent rond en geef zo nodig aanwijzingen.

- Extra tip: mocht er een 2-tal zijn die precies weet hoe alles moet, laat 1 de handeling uitvoeren en de ander meekijken op het schema vanuit het handelingsschema boek. Doet diegene het echt wel zo goed? Of het je tip

Vaardigheid/ handeling Techniek Tips en aanvullingen

Medicatie klaarmaken • Medicatie oplossen volgens het kinderboek

• Veilig werken

• Gebruik 3 weg kraantje

Vaardigheid/handeling Techniek Tips en aanvullingen

Inbrengen bot naald • Plaatsbepaling

• Lijn klaarmaken

• Fixeren

• Medicatie toedienen

• Flushen/ optrekken

• Gebruik lidocaine

• Gebruik botboor terwijl kindje bij bewustzijn is.

Vaardigheid/ Handeling Techniek Tips en aanvullingen

Kapbeademing • CE greep • Frequentie

• Keuze ballon

• Keuze kap maat

• padding

Vaardigheid/ handeling Techniek Tips en aanvullingen

Inbrengen NAS/ Igel • inbrengen

• fixeren • Keuze maat

• Kleinste neusgat bij NAS.

(27)

Reanimatie kinderen, 11.30-12.00

- Handgrepen oefenen, 2 vingers, 2 duimen bij baby’s - Meerdere poppen

- Praktisch oefenen

- Korte opstart van een reanimatie - Protocollenboek erbij

Bedoeld om weer even gedaan te hebben. Helder hebben wat je allemaal moet doen tijdens een reanimatie van een kind. Ervaringen delen. Geen casuïstieken uitspelen maar praktisch korte handelingen/ tips en truck’s

(28)

Immobiliseren 12.45 – 13.30 Bekijk de volgende filmpjes:

redvac

https://www.bing.com/videos/search?q=redvac&docid=608006913579628825&mid=480146D4FF48A8614 275480146D4FF48A8614275&view=detail&FORM=VIRE

SamSplint

https://www.bing.com/videos/search?q=samsplint&&view=detail&mid=2A29AF1EA016A79E74D32A29AF 1EA016A79E74D3&&FORM=VRDGAR&ru=%2Fvideos%2Fsearch%3Fq%3Dsamsplint%26FORM%3DHDRSC3

https://www.bing.com/videos/search?q=samsplint&&view=detail&mid=B206FBF9310E7A748685B206FBF 9310E7A748685&&FORM=VRDGAR&ru=%2Fvideos%2Fsearch%3Fq%3Dsamsplint%26FORM%3DHDRSC3

Als je op google samsplint intoetst dan krijg je heel veel verschillende filmpjes te zien. Allemaal met de SamSplint als spalk.

Met elkaar (en eventueel de pop) de verschillende manieren uitproberen en ervaren. Er zijn genoeg

casuïstieken te bedenken waar je deze manier van spalken bij zou kunnen gebruiken/ had kunnen gebruiken.

## Zorgen voor voldoende verband op voorraad. Nadien netjes oprollen en hergebruiken.

(29)

Casuïstieken trainen. 13.30- 14.15 14.30- 16.00

Op de gebruikelijke manier casuïstieken trainen. In de map zitten verschillende casuïstieken uitgedraaid. Er komt een lotus te ondersteuning als mama/ papa/ oma/ opa etc.

Afhankelijk van de casus kun je de junior of baby pop gebruiken. Dit staat beschreven in de casus.

Als trainer heb je de rol van casusleider.

Afhankelijk van de leerbehoefte van de verschillende deelnemers kun je variëren in casuïstieken.

Afhankelijk van de leerbehoefte van de deelnemers zou je een casuïstiek vaker kunnen oefenen. De reanimatie casus bijvoorbeeld. Als je deze 2x volledig achter elkaar uitspeelt, heeft iedereen weer deze specifieke casus getraind en geoefend.

Thematische vaardigheidstraining

Thematische

vaardigheidstraining

Pediatrie

Inleiding

Inhoudsopgave

Afdeling opleidingen

Les: Thematische skills: Pediatrie

Leerdoelen

Escape room pediatrie

Adrenaline

Verbodenwoord:

Medicijn/ medicatie

A pgar score Verbodenwoord:

pageboren

Vagale prikkeling

Verbodenwoord:

vasovagaal

15:2

Verboden woord

reanimatie

Unresponsive

Verboden woord:

avpu

Inspiratoire stridor Verbodenwoord:

expiratoire

Epiglottitis

Verbodenwoord:

Luchtweg probleem

Laryngitis subglottica

Verbodenwoord:

budesonide

Pre-ductale SpO2 waarde

Verbodenwoord:

pasgeboren

Inflatie beademingen

Verbodenwoord:

eerste

Persisterende convulsies

Verbodenwoord:

epilepsie

Petechien

Verbodenwoord:

meningitis

Teen-top onderzoek

Verbodenwoord:

andersom

Patella luxatie

Verbodenwoord:

knieschijf

Hypoxie

Verbodenwoord:

ademhalen

ALTE

Verbodenwoord:

overleden

Uticaria

Verbodenwoord:

huiduitslag

2 e gr brandwond

Verbodenwoord:

verbrand

Corpus alienum

Verbodenwoord:

verslikt

PGCS

Verbodenwoord:

Hoofd/hersenletsel

PTS

Verbodenwoord:

Trauma score

Veilig thuis Verbodenwoord:

kindermishandeling

10% TVLO

Verbodenwoord:

brandwonden

Heimlichmanoeuvre

Verbodenwoord:

Verslikken/stikken

Petechiën

2 ^e gr brandwond