• No results found

1.04 BESTUURLIJKE BOETE INSPECTIE SZW

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "1.04 BESTUURLIJKE BOETE INSPECTIE SZW"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1.04 BESTUURLIJKE BOETE INSPECTIE SZW

De Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) ziet er op toe dat wetten en regels op het gebied van veiligheid en gezondheid bij het werk worden nageleefd. De belangrijkste wetten op dit gebied zijn de Arbeids- omstandighedenwet (met de daarop gebaseerde regelgeving, het Arbeidsomstandighedenbesluit en de Arbeidsomstandighedenregeling), de Arbeidstijdenwet en de Wet Arbeid vreemdelingen. Bij overtreding heeft de Inspectie SZW een aantal handhavingsinstrumenten tot zijn beschikking, waarbij het merendeel van de gepleegde overtredingen wordt afgedaan met een bestuurlijke boete (op grond van de Algemene wet bestuursrecht).

Normen en regels

Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving

Overtreding van bepalingen uit de Arbowet, het Arbobesluit en de Arboregeling kan leiden tot een bestuurlijke boete. De boetebedragen en de manier waarop deze worden bepaald zijn vastgelegd in de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving. De hoogte van de boete is afhankelijk van een aantal factoren, die voor een correcte opbouw van het boetebedrag in de volgende volgorde moeten worden beoordeeld.

Type overtreding

In de Beleidsregel wordt een onderscheid gemaakt tussen drie typen overtredingen (tabel 1).

Tabel 1 Verschillende typen overtredingen met hun sancties

Type overtreding Omschrijving Voorbeelden Sanctie

Zware overtreding (ZO)

Werkzaamheden en/of situaties, die doorgaans ernstig gevaar voor personen (kunnen) opleveren

Geen maatregelen tegen vallen van hoogte;

Blootstellen aan kanker- verwekkende of mutagene stoffen in de ademlucht boven de grenswaarde Nalatigheid bij het organi- seren van de coördinatie- verplichtingen

Stillegging van de werk- zaamheden, directe boete- aanzegging (door

inspecteur) en in aantal gevallen direct maatregelen treffen, vervolgens boete- kennisgeving en boete- beschikking

(door Inspectie SZW)

Overtreding met directe boete (ODB)

Geen direct gevaar voor personen, maar situatie vraagt wel om directe sanctie en in aantal gevallen om directe maatregelen

Overmatige fysieke belasting, bijvoorbeeld meer dan 25 kg handmatig tillen per persoon

Geen registratie in het TCVT-RA (‘hijsbewijs’)

Boete-aanzegging (door inspecteur) en in aantal gevallen direct maatregelen treffen, vervolgens boete- kennisgeving en boete- beschikking (door Inspectie SZW)

Overtreding die de directe aanleiding is geweest voor een arbeidsongeval met de dood, blijvend letsel of ziekenhuisopname als gevolg

Onvoldoende toezicht op de naleving van instructies en voorschriften bij risico- volle werkzaamheden

Boete-aanzegging (door inspecteur) en in aantal gevallen direct maatregelen treffen, vervolgens boete- kennisgeving en boete- beschikking

(door Inspectie SZW)

(2)

Type overtreding Omschrijving Voorbeelden Sanctie

Overige overtredingen (OO)

Overtredingen, die niet vallen onder ZO of ODB

Wel een RI&E opge- steld maar geen plan van aanpak

Geen maatregelen ter voorkoming of

beperking van PSA Afwezigheid van voldoende geschikte brandbestrijdings- middelen

• Waarschuwing, in geval van in wetgeving concreet beschreven feit.

• Eis tot naleving, in geval van in wetgeving onvoldoende concreet beschreven feit.

Tevens termijnstelling waarbinnen maatregelen moeten zijn getroffen. Bij niet opheffen tekortkoming(en):

Boete-aanzegging (door inspecteur), vervolgens boetekennisgeving en boetebeschikking (Inspectie SZW)

Het boetenormbedrag

Er worden zeven boetecategorieën onderscheiden, te weten € 340, € 750, € 1.500, € 3.000, € 4.500, € 9.000 en € 13.500. Per overtreding is het boetenormbedrag vastgelegd in de bijlage van de Beleidsregel. Enkele voorbeelden: € 9.000,- bij verzuimen om maatregelen tegen valgevaar te treffen en € 3.000,- indien er in het bedrijf geen RI&E is opgesteld.

In afwijking van deze boetenormbedragen geldt een afzonderlijk boetebedrag van € 50.000,- voor het niet of te laat melden van een arbeidsongeval dat tevens niet meer te onderzoeken is.

Meerdere keren hetzelfde feit

Overtredingen, die tijdens een inspectie meerdere keren voorkomen, kunnen maximaal drie keer in de berekening van de op te leggen boete worden meegenomen.

Meerdere soorten overtredingen

Is er tijdens een inspectie sprake van meerdere soorten overtredingen, dan bevat de totale boetebeschikking de som van de per overtreding berekende boetebedragen.

Kleinere bedrijven

Het boetenormbedrag geldt voor bedrijven en organisaties met 500 of meer werknemers. Kleinere bedrijven/

organisaties betalen de volgende percentages van het boetenormbedrag:

• minder dan 5 werknemers: 10%;

• van 5 t/m 9 werknemers: 20%;

• van 10 t/m 39 werknemers: 30%;

• van 40 t/m 99 werknemers: 50%;

• van 100 t/m 249 werknemers: 60%;

• van 250 t/m 499 werknemers: 80%.

Bij opdrachtgevers en coördinerende partijen vindt geen correctie op het aantal werknemers plaats, dus geldt het boetenormbedrag. Voor overtredingen begaan door werknemers, zelfstandigen en meewerkende werk- gevers geldt hetzelfde normbedrag als voor bedrijven met minder dan 5 werknemers.

Boeteverhogende factoren

Een of meer van de volgende factoren kunnen leiden tot verhoging van het boetenormbedrag:

• een arbeidsongeval met de dood als gevolg: x 5

• een arbeidsongeval met blijvend letsel of ziekenhuisopname (afh. van de ernst en duur): x 4, 3½ of 3

• zware overtredingen (ZO): x 2

• meer dan 50 werknemers blootgesteld aan een niet-administratieve overtreding: x 2

• meer dan 10 werknemers blootgesteld aan een niet-administratieve overtreding: x 1½.

(3)

Boeteverlagende factoren

Als de werkgever kan aantonen dat hij inspanningen heeft verricht om de betreffende overtreding te voor- komen, kan dit leiden tot een verlaging van het op bedrijfsgrootte gecorrigeerde normbedrag. Elk van de volgende factoren verlaagt de boete met 25%:

• het voldoende inventariseren van de concrete risico’s van de betreffende werkzaamheden en op grond daarvan een veilige werkwijze ontwikkelen, die voldoet aan de vereisten van de arbowetgeving;

• het creëren van de noodzakelijke randvoorwaarden voor het toepassen van de veilige werkwijze (onder andere het ter beschikking stellen van geschikte, deugdelijke arbeidsmiddelen en doeltreffende PBM, het houden van toolboxen of LMRA-trainingen);

• het geven van adequate instructies;

• het adequaat toezichthouden.

Als de werkgever kan aantonen dat hij zo snel mogelijk na de overtreding adequate maatregelen ter voor- koming hiervan heeft genomen, kan dit leiden tot een boetematiging van 12½ %.

Recidive

Als de Inspectie SZW constateert dat een bedrijf na een boete opnieuw de fout in gaat (recidive), dan wordt de boete verdubbeld. Bij de derde soortgelijke overtreding bedraagt de boete zelfs het drievoudige. Diverse tekortkomingen in de beveiliging van een machine zijn bijvoorbeeld ‘soortgelijke’ overtredingen. Bij de beoor- deling of sprake is van een herhaalde overtreding, kijkt de Inspectie SZW langer terug. Er geldt een recidive- termijn van vijf jaar. Hierbij worden zelfstandig opererende nevenvestigingen behandeld als afzonderlijke ondernemingen. Bouwplaatsen worden echter alleen als zelfstandig opererende nevenvestiging beschouwd als er langer dan zes maanden aaneengesloten op dezelfde locatie wordt gewerkt. De werkgever met kort- lopende projecten kan dus eerder worden beboet voor herhaaldelijke en soortgelijke overtredingen.

Bij ernstige overtredingen geldt een recidivetermijn van tien jaar. Voorbeelden van ernstige overtredingen zijn:

• zonder certificaat werken met asbest (Arbowet);

• het willens en wetens overtreden van een wettelijke verplichting, waardoor een arbeidsongeval met dodelijke afloop plaatsvindt (Arbowet);

• overtredingen bij het werken door zwangere werkneemsters en jeugdigen (Arbowet);

• 20 mensen of meer illegaal laten werken (Wet arbeid vreemdelingen);

• te korte rusttijden voor werknemers (Arbeidstijdenwet).

Bij herhaling van dezelfde of soortgelijke overtreding kan naast de bestuurlijke boete een (waarschuwing voor) stillegging worden afgegeven afhankelijk van de ernst van de overtreding. In Abomafoon 1.17 Verant- woordelijkheid, aansprakelijkheid en handhaving wordt hier nader op ingegaan.

Boeterapport

Indien de inspecteur van de Inspectie SZW een overtreding vaststelt (en hij doet het niet af met een waarschuwing of een eis tot naleving), dan zegt hij een boete aan en maakt vervolgens een boeterapport op.

Hierin zijn onder meer vermeld: de aard van het beboetbaar feit, het wettelijk voorschrift dat is overtreden en de natuurlijke of rechtspersoon op wie de verplichting tot naleving rust.

Boetekennisgeving en hoorplicht

De bezoekende inspecteur stuurt zijn boeterapport naar de afdeling Boete, Dwangsom en Inning van de Inspectie SZW, die vervolgens een boetekennisgeving doet uitgaan naar de potentiële overtreder. De kennisgeving geeft het voornemen aan een boete op te leggen en op welke gronden. De overtreder krijgt van de Inspectie SZW de gelegenheid om binnen twee weken zijn zienswijze kenbaar te maken voordat de boete wordt opgelegd. Want het zou kunnen zijn dat er in het boeterapport fouten zijn gemaakt of dat de verwijtbaarheid ontbreekt. De ‘hoorplicht’ met betrekking tot de zienswijze van de overtreder geldt ook bij een eis tot naleving en een stillegging werk.

Boetebeschikking en bezwaar/beroep

Na de boetekennisgeving (en het eventuele horen) wordt de boetebeschikking vastgesteld en verzonden naar de overtreder. Deze beschikking bevat een omschrijving van het beboetbare feit en het boetebedrag.

Tegen een boetebeschikking kan bezwaar, beroep en daarna eventueel hoger beroep worden aangetekend bij achtereenvolgens de volgende instellingen:

• bezwaar: de minister van SZW;

(4)

• beroep: de rechtbank, sector bestuursrecht;

• hoger beroep: de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak.

De termijn voor het aantekenen van bezwaar bij de minister van SZW (met daarin de gronden/ motivatie ervan) is binnen 6 weken nadat het besluit is bekendgemaakt. Het bezwaar schorst niet de werking van het besluit. Bij een stillegging werk kan, bij een spoedeisende zaak, wel om een voorlopige voorziening worden gevraagd (bij de Voorzieningenrechter van de rechtbank). Dit kan ook bij een eis tot naleving.

Binnen 6 weken na de beslissing op het bezwaar kan er beroep worden aangetekend bij de sector bestuurs- recht van de rechtbank (in het betreffende arrondissement). Binnen 6 weken na de uitspraak van de recht- bank kan er Hoger beroep worden aangetekend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

De beschreven mogelijkheden van bezwaar en beroep gelden niet alleen voor een boetebeschikking, maar ook voor een eis tot naleving en een stillegging werk.

Werkgeverschap

Het boetesysteem is gericht op degene die voor de naleving van wetgeving verantwoordelijk is. In de meeste gevallen is dat de werkgever als rechtspersoon. Er is sprake van werkgeverschap in geval van:

• werknemers met een arbeidsovereenkomst;

• ingeleende werknemers (bijvoorbeeld van een uitzendbureau);

• werken op grond van een gezagsverhouding. Indien bijvoorbeeld een ZZP-er zich verhuurt voor een eenheidsprijs (per uur, dag of week) en bovendien onder het gezag werkt van zijn opdrachtgever, kan hij worden vergeleken met een ingeleende werknemer en wordt zijn opdrachtgever gelijkgesteld met een werkgever en geldt de gehele arbowetgeving.

Anderen dan werkgevers

Op grond van de Arbowet (art. 16 lid 8) kunnen bepaalde verplichtingen ook op anderen dan de werkgever komen te rusten. Op dit moment geldt dit voor:

• de eigenaar of beheerder van een personenlift in een bestaand gebouw;

• de opdrachtgever van een te bouwen object;

• de aangewezen uitvoerende partij, ofwel de aannemer die belast wordt met de coördinatie in de uitvoeringsfase;

• de arbodienst of de bedrijfsarts (zij kunnen op basis van de gewijzigde Arbowet een bestuurlijke boete krijgen bij o.a. het niet hebben van een klachtenprocedure of het niet melden van een beroepsziekte).

Zelfstandigen / ZZP-ers

Ook ZZP-ers kunnen worden beboet. Het Arbobesluit (art. 9.5) geeft aan voor welke feiten. Sinds 1 juli 2012 gelden voor ZZP-ers dezelfde arboregels als voor andere werkenden, als beiden gelijktijdig op dezelfde bouwplaats aan het werk zijn. Alle bepalingen uit het Arbobesluit, die te maken hebben met het treffen van maatregelen om arbeidsrisico’s te voorkomen of te beperken gelden dan ook voor hen. Het gaat hierbij om maatregelen tegen de lichamelijke overbelasting, lawaai, temperatuur en trillingen.

Werknemers (waaronder leidinggevenden)

Werknemers kunnen in sommige gevallen eveneens worden beboet (tot een maximum van € 450,-), bijvoorbeeld voor het niet dragen van een helm of het meereizen op een bouwlift voor goederenvervoer. Deze materie is beschreven in Abomafoon 1.04a De onveilige werknemer beboet.

Strafrechtelijke vervolging

Met de invoering van de bestuurlijke boete behoort toepassing van het strafrecht tot de uitzonderingen. Zelfs overtredingen die tot ernstig letsel of de dood van een werknemer leiden worden veelal met een bestuurlijke boete afgedaan. Ook recidive valt sinds 2013 niet meer onder het strafrecht. Strafrechtelijke aspecten worden beschreven in Abomafoon 1.17 Verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid en handhaving.

Ondernemingsraad

De werkgever dient zijn Ondernemingsraad of Personeelsvertegenwoordiging te voorzien van alle stukken, die de Inspectie SZW in het kader van wetshandhaving aan de werkgever stuurt, zoals een waarschuwing, een eis tot naleving, een boetekennisgeving en een boetebeschikking.

(5)

Verwijzing

• Algemene wet bestuursrecht, art. 1:3 lid 2, art. 5:40 t/m 5:54.

• Arbowet, hfdst. 5, 6 en 7.

• Arbobesluit, hfdst. 9.

• Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving, inclusief bijlage Tarieflijst.

• Abomafoons:

o 1.04a De onveilige werknemer beboet.

o 1.17 Verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid en handhaving.

Datum: Maart 2021

Wijzigingen ten opzichte van vorige uitgave

Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving is aangepast. Enkele nieuwe bepalingen:

• Voortaan een ZO (zware overtreding) voor het in gebreke blijven van de opdrachtgever bij zijn verant- woordelijkheden met betrekking tot de coördinator ontwerpfase, terwijl er ernstig gevaar voor personen bestaat. Hetzelfde geldt voor de uitvoerende partij met betrekking tot zijn verplichtingen over de taak- uitoefening door de coördinator uitvoeringsfase. Ook dit wordt voortaan beschouwd als een zware overtreding (ZO) bij nalaten en daardoor ontstaan van ernstig gevaar voor personen.

• De meewerkende werkgever staat qua boetenormbedrag op één lijn met een zelfstandige of bedrijven met minder dan 5 werknemers.

Uitgave: Aboma bv

Heeft u naar aanleiding van deze informatie vragen, opmerkingen of verbetersuggesties, geef het aan ons door via Abomafoon@aboma.nl

Wij helpen u graag!

Maxwellstraat 49 a Postbus 141 6710 BC Ede tel. 0318 69 19 20 www.aboma.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Met een verwijzing naar de eerdere uitspraak in oktober 2015 [zie Het boetenorm- bedrag aangepastl vindt de Afdeting bestuurs- rechtspraak een verhoging van 50o/o

31 Mijn conclusie op basis van een domeinanalyse was kort gezegd dat de voor- en nadelen van het ene instrument ook in meer of mindere mate bij het andere instrument zouden

Met dit artikel wordt geregeld dat de vaststelling van de NLQF-niveaus van de gereguleerde kwalificaties die afkomstig zijn van de gereguleerde onderwijs- en opleidingssoorten, en

De bestuurlijke boete kan opgelegd worden voor het niet verstrekken van informatie of het in persoon niet verschijnen, terwijl het college van B&W betrokkene heeft opgeroepen om

 Het verzoek om een betalingsregeling moet binnen vier weken na de datum van de boetebeschikking schriftelijk worden ingediend bij:.. Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)

Beroep aantekenen moet binnen 6 weken na de dag waarop de beslissing op uw bezwaar aan u bekend is gemaakt (de termijn gaat lopen vanaf de dag na verzending).. Voor het aantekenen

3.6 Het College constateert dat appellante, volgens de gegevens die zij naar aanleiding van een administratieve controle aan Dienst Regelingen heeft verstrekt, in het kalenderjaar