• No results found

De Vierschaar (Lendelede, West-Vlaanderen)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De Vierschaar (Lendelede, West-Vlaanderen)"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De Vierschaar

(Lendelede, West-Vlaanderen)

Projectcode: 2021J19 september - oktober 2021

ARCHEOLOGIENOTA

BUREAUONDERZOEK (FASE 0)

DEEL 1: RESULTATEN VAN HET BUREAUONDERZOEK

(2)

Colofon

Ruben Willaert nv Ten Briele 14 bus 15 8200 Sint-Michiels-Brugge Auteurs: Julie Deryckere

(3)

INHOUDSTAFEL

1 Resultaten van het bureauonderzoek ... 7

1.1 Administratieve gegevens ... 7

1.2 Onderzoeksopdracht ... 9

1.2.1 Doelstelling ... 9

1.2.2 Onderzoeksvragen ... 9

1.2.3 Juridische context ... 9

1.2.4 Randvoorwaarden ... 9

1.2.5 Archeologische voorkennis van het terrein ... 9

1.3 Werkwijze en strategie ... 10

1.3.1 Methode ... 10

1.3.2 Fysisch geografische situatie ... 10

1.3.3 Historische context en bekende archeologie vindplaatsen ... 10

1.3.4 Archeologische indicatoren ... 11

1.3.5 Verstoringshistoriek ... 11

1.4 Assessmentrapport ... 12

1.4.1 Introductie tot het projectgebied ... 13

1.4.1.1 Ruimtelijke situering ... 13

1.4.1.2 Geplande werken... 14

1.4.2 Fysisch geografische en geologische situatie ... 17

1.4.2.1 Landschappelijke situering ... 17

1.4.2.2 Tertiaire lithostratigrafie ... 21

1.4.2.3 Quartaire lithostratigrafie ... 22

1.4.2.4 Bodemvormingsprocessen ... 23

1.4.3 Historische en archeologische voorkennis... 24

1.4.3.1 Overzicht van de gekende archeologische waarden ... 24

1.4.3.2 Historische context en bekende archeologische vindplaatsen ... 29

1.4.3.3 Archeologische indicatoren en cartografische bronnen ... 30

1.4.3.4 Huidige gebruik en verstoringen ... 33

1.5 Synthese ... 36

2 Bibliografie ... 37

(4)

FIGURENLIJST

Figuur 1: Projectgebied weergegeven op de GRB-basiskaart (Bron: Geopunt). ...8 Figuur 2: Projectgebied weergegeven op de topografische kaart van België (Bron: Geopunt). 8 Figuur 3: Projectgebied weergegeven op de orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2020 (Bron: Geopunt). ...13 Figuur 4: Projectgebied weergegeven op de meest recente orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2020 (Bron: Geopunt). ...14 Figuur 5: Inplantingsplan weergegeven op de meest recente orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2020 (Bron: Geopunt, Opdrachtgever). ...15 Figuur 6: Synthese van de geplande werken weergegeven op de meest recente orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2020 (Bron: Geopunt, Opdrachtgever). ...16 Figuur 7: Projectgebied weergegeven op de Traditionele Landschappenkaart (Bron: Geopunt).

...18 Figuur 8: Projectgebied weergegeven op het Digitaal Hoogtemodel van Vlaanderen (Bron:

Geopunt). ...18 Figuur 9: Projectgebied weergegeven op het Digitaal Hoogtemodel van Vlaanderen (Bron:

Geopunt). ...19 Figuur 10: Projectgebied weergegeven op het Digitaal Hoogtemodel van Vlaanderen (Bron:

Geopunt). ...19 Figuur 11: Hoogteverloop O-W ...20 Figuur 12: Projectgebied weergegeven op de Tertiair Geologische Kaart (Bron: Geopunt). ..21 Figuur 13: Projectgebied weergegeven op de Quartair Geologische Kaart (Bron: Geopunt). .22 Figuur 14: Projectgebied weergegeven op de Bodemkaart (Bron: Geopunt). ...23 Figuur 15: Projectgebied weergegeven op het DHMV met aanduiding van de CAI-polygonen binnen een straal van 2 km van het projectgebied (Bron: Geopunt)...24 Figuur 16: Projectgebied weergegeven op de orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2020 met de archeologienota's binnen een straal van 2 km (Bron: Geopunt). ...28 Figuur 16: Projectgebied weergegeven op de Ferrariskaart, 1771-1777 (Bron: Geopunt)...30

(5)

Figuur 21: Projectgebied weergegeven op de orthofoto, kleinschalig, zomeropnamen, 1971 (Bron: Geopunt). ... 33 Figuur 22: Projectgebied weergegeven op de orthofoto, kleinschalig, zomeropnamen, 1979- 1990 (Bron: Geopunt). ... 34 Figuur 23: Projectgebied weergegeven op de orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2000- 2003 (Bron: Geopunt). ... 34 Figuur 24: Projectgebied weergegeven op de orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2008- 2011 (Bron: Geopunt). ... 35 Figuur 25: Projectgebied weergegeven op de orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2020 (Bron: Geopunt). ... 35

(6)

TABELLENLIJST

Tabel 1: Administratieve gegevens: De administratieve gegevens identificeren de actoren die betrokken zijn bij het vooronderzoek en de locatie van het vooronderzoek...7 Tabel 2: Overzicht van de aardwetenschappelijke gegevens. ...17

(7)

1 Resultaten van het bureauonderzoek 1.1 Administratieve gegevens

Tabel 1: Administratieve gegevens: De administratieve gegevens identificeren de actoren die betrokken zijn bij het vooronderzoek en de locatie van het vooronderzoek.

a) De locatie van het vooronderzoek met vermelding van:

Provincie West-Vlaanderen

Gemeente Lendelede

Deelgemeente /

Postcode 8860

Adres De Vierschaar

8860 Lendelede

Toponiem De Vierschaar

Bounding box

(Lambertcoördinaten)

Xmin = 69863 Ymin = 175442 Xmax = 70032 Ymax = 175560 b) Het kadasterperceel met vermelding

van gemeente, afdeling, sectie,

perceelsnummer of -nummers en kaartje

Lendelede, Afdeling Lendelede, Sectie C, nr.

107w, 107l, 107m, 107p, 107n, 111c2, 1074c, 117s3, 117r3, 1074a, 1074b

Figuur 1 c) Een topografische kaart van het

onderzochte gebied waarvan de schaal afgestemd is op de grootte van het projectgebied

Figuur 2

d) Alle betrokken actoren en specialisten Wouter Van Goidsenhoven (erkend archeoloog)

Clara Thys (archeoloog)

Elke Ghyselbrecht (aardkundige) Aaron Willaert (historicus) Julie Deryckere (archeoloog) e) Personen buiten het project die

geraadpleegd of betrokken werden voor algemene wetenschappelijke advisering

/

(8)

Figuur 1: Projectgebied weergegeven op de GRB-basiskaart (Bron: Geopunt).

(9)

1.2 Onderzoeksopdracht

1.2.1 Doelstelling

Het archeologisch vooronderzoek betracht altijd eerst door raadpleging van gekende en ontsloten informatiebronnen tijdens een bureauonderzoek eventueel aanwezig archeologisch erfgoed binnen het onderzoeksgebied te inventariseren, waarderen en veiligstellen.

1.2.2 Onderzoeksvragen

Voor het bureauonderzoek zijn volgende onderzoeksvragen te formuleren:

- Hoe is de aardkundige opbouw van het onderzoeksgebied?

- Welke processen van bodemvorming zijn bekend?

- Welke geomorfologische processen zijn bekend?

- Welke aardkundige eenheden zijn archeologisch relevant en wat is hun diepteligging?

- Zijn er archeologische resten bekend binnen de grenzen van het plangebied?

- Welke is de aard en ouderdom van bekende archeologische resten?

- Welke is de conserveringsgraad en gaafheid van de bekende archeologische resten?

- Wat is de invloed van de toekomstige inrichting op eventueel aanwezige archeologische resten?

1.2.3 Juridische context

Het onderzoeksterrein situeert zich volgens het gewestplan in een zone bestemd als woongebied en recreatiegebied. Het onderzoeksterrein situeert zich noch binnen een vastgestelde archeologische zone, noch binnen een archeologische site, noch binnen een zone waar geen archeologie te verwachten valt. Deze archeologienota wordt opgemaakt naar aanleiding van een geplande stedenbouwkundige vergunningsaanvraag waarbij de totale oppervlakte van de ingreep in de bodem 1000 m2 of meer beslaat en de totale oppervlakte van de kadastrale percelen waarop de aanvraag betrekking heeft 3000 m2 of meer bedraagt.

De oppervlakte van het plangebied in kwestie bedraagt ca. 6887m², de geplande werken hebben betrekking op een oppervlakte van ca. 4093 m² vandaar is men verplicht een bekrachtigde archeologienota toe te voegen aan de vergunningsaanvraag.

1.2.4 Randvoorwaarden

Voor het bureauonderzoek worden enkel toegankelijke en beschikbare bronnen gebruikt.

1.2.5 Archeologische voorkennis van het terrein

Binnen de grenzen van projectgebied Lendelede De Vierschaar werd in het verleden geen archeologisch onderzoek uitgevoerd.

In de omgeving zijn wel enkele archeologische vindplaatsen gekend (cfr. infra).

(10)

1.3 Werkwijze en strategie

1.3.1 Methode

In de praktijk resulteert het bureauonderzoek in een inschatting van het archeologisch potentieel van een onderzoeksgebied. Het archeologisch potentieel drukt een verwachting uit ten aanzien van voorkomen, aard, gaafheid en conservering van de archeologische resten in de ondergrond van de planlocatie. Het archeologisch potentieel is gebaseerd op vier variabelen: fysisch- geografische situatie, bekende archeologische vindplaatsen, archeologische indicatoren en de verstoringshistoriek.

Pas na de vaststelling van het archeologisch potentieel kunnen onderbouwde inschattingen worden gemaakt over de planeffecten op eventueel archeologisch erfgoed.

1.3.2 Fysisch geografische situatie

Geologische, geomorfologische en bodemkundige data informeren over de genese van het landschap in het plangebied, de bodemopbouw en de ligging en de stratigrafische positie van sedimenten waarin archeologische fenomenen kunnen voorkomen. Een aantal (prehistorische) vindplaatstypen kunnen bovendien uitgesproken gekoppeld worden aan specifiek aanwijsbare landschapsvormen.

De aardkundige data laten ook toe om een verwachting te formuleren ten aanzien van de verschijningsvorm, d.i. de conserveringsgraad en gaafheid van het archeologische erfgoed.

Volgende informatiebronnen werden geconsulteerd t.b.v. een eerste aardkundige analyse:

- Tertiair en Quartair geologische kaart van Vlaanderen

- Toelichting bij de Quartair geologische kaart van Vlaanderen - Bodemkaart van Vlaanderen

- Digitaal Hoogtemodel van Vlaanderen - Hydrografische kaart van Vlaanderen

1.3.3 Historische context en bekende archeologie vindplaatsen

Beschikbare historische en toponymische kennis over woonplaatsen (buurtschap, gehucht, dorp, stad) in en nabij het onderzoeksgebied kan een zinvol kader bieden om de betekenis van bekende archeologische vindplaatsen te evalueren.

Om een overzicht te krijgen van de bekende archeologische vindplaatsen binnen het onderzoeksgebied werd de Centrale Archeologische Inventaris van Agentschap Onroerend Erfgoed geraadpleegd en is lokaal geïnformeerd naar recent onderzoek. De recente onderzoeken die voortvloeiden uit archeologienota’s zijn geraadpleegd via loket.onroerend.erfgoed.be.

(11)

1.3.4 Archeologische indicatoren

Archeologische indicatoren omvatten diverse datacategorieën zoals resultaten van non- intrusieve archeologische prospectietechnieken (bijvoorbeeld vondstmeldingen van metaaldetectie), toevallige vondsten bij niet-archeologische graafwerken, maar vooral ook historisch-cartografische bronnen, iconografische data en fotocollecties. Ze vormen fysiek aanwijsbare fenomenen die een aanwijzing kunnen zijn voor de aanwezigheid, ter plaatse of in de nabijheid, van archeologische sites.

Archeologische indicatoren zijn gezocht in de Centrale Archeologische Inventaris van het Agentschap Onroerend Erfgoed en in ontsloten cartografische bronnen die zowel via Geopunt als via het Nationaal Geografisch Instituut (Cartesius) ter beschikking worden gesteld.

Bijkomende cartografische bronnen zijn waar relevant bekomen via verder archiefonderzoek.

1.3.5 Verstoringshistoriek

De verstoringsgraad van het onderzoeksgebied bepaalt in belangrijke mate de te verwachten gaafheid en bewaringsgraad van eventueel aanwezig archeologische bodemarchief. Om een correcte inschatting van de verstoring van de bodem te kunnen maken kunnen allerhande bronnen van pas komen. Zo kan mondelinge informatie van vroegere gebruikers of bewoners, beschikbare plannen van (verdwenen) constructies, verslagen van bodemonderzoeken en saneringen of informatie over delfstoffenwinning relevante informatie bieden.

Aanvullende informatie over recent historisch landgebruik is afkomstig van geraadpleegde luchtopnames vanaf 1971, ter beschikking gesteld via Geopunt.

(12)

1.4 Assessmentrapport

Het assessmentrapport omvat alle relevante gegevens die over het projectgebied verzameld kunnen worden uit toegankelijke literatuur en kaartmateriaal, die bijdragen tot het gefundeerd inschatten van het archeologisch potentieel van het plangebied. Om dit laatste te bereiken worden de verzamelde gegevens met elkaar vergeleken, geconfronteerd en samengelegd. Dit rapport heeft als doel het plangebied binnen zijn archeologisch en landschappelijk kader te plaatsen, rekening houdend met de geplande bodemingrepen. De studie maakt gebruik van verschillende datasets, waarbij het uitgangspunt steeds het ontwerpplan van de toekomstige bodemingrepen is. Dit ontwerpplan wordt telkens geprojecteerd op de geologische, bodemkundige en historische kaarten. Alle kaartmateriaal werd vervaardigd met behulp van QGIS, een geografisch informatiesysteem.

Op basis van deze assessment van het projectgebied kan een gegronde argumentatie opgesteld worden over de noodzaak en het nut van al dan niet verder te nemen archeologische maatregelen, die uiteengezet worden in deel 2: het programma van maatregelen.

(13)

1.4.1 Introductie tot het projectgebied

1.4.1.1 Ruimtelijke situering

Het projectgebied is gelegen te Lendelede, in de provincie West-Vlaanderen. Het centrum van Lendelede bevindt zich ca. 500 m naar het noordoosten. Ten noorden wordt de gemeente begrensd door Izegem en Ingelmunster, ten oosten door Hulste (Harelbeke), ten zuiden door Heule (Kortrijk) en Kuurne, en ten zuidwesten door Sint-Eloois-Winkel (Ledegem).1 Het terrein grenst langs de oostzijde aan de Langemuntelaan. Langs de noordzijde omvat het projectgebied de weg ‘De Vierschaar’. De Hazebeek stroomt ca. 450 m ten zuiden van het terrein. De Masteneikbeek ca. 850 m naar het noorden.

Figuur 3: Projectgebied weergegeven op de orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2020 (Bron: Geopunt).

1 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Lendelede [online] https://id.erfgoed.net/themas/13296 (Geraadpleegd op 05-10-2021)

(14)

1.4.1.2 Geplande werken 1.4.1.2.1 Bestaande toestand

Het projectgebied heeft een oppervlakte van ca. 6887 m².

Binnen het terrein zijn momenteel 6 gebouwblokken gelegen. De huidige bebouwing beslaat een totale oppervlakte van ca. 1313 m². Daarnaast valt langs de noordzijde de weg De Vierschaar binnen het projectgebied. De weg beslaat een oppervlakte van ca. 900 m². De overige verharding binnen het terrein betreft een inrit, parkeerplaatsen en enkele paadjes. Deze verharding beslaat in totaal ca. 1824 m². Verder bestaat het terrein uit een stuk braakliggende grond in het westen en graszones met beperkte groenaanleg.

Momenteel vindt de sloop van de twee westelijke volumes en de opbouw van 5 nieuwe gebouwvolumes en de aanleg van aanpalende verhardingszones plaats. Een gedeelte van de bestaande bomen werd ook reeds gerooid. Deze werkzaamheden maken geen deel uit van de omgevingsvergunningsaanvraag waarvoor deze archeologienota wordt opgesteld. Daarnaast worden momenteel ook reeds nieuwe nutsleidingen voorzien naar deze gebouwen en wordt rondom De Vierschaar een aanlegsleuf voorzien waarin een gedeelte van de nieuwe leidingen zal worden aangebracht. Ook de aanleg van deze leidingen behoort niet tot deze omgevingsvergunningsaanvraag.

(15)

1.4.1.2.2 Ontworpen toestand

De opdrachtgever plant wegen-, riolerings- en omgevingswerken ter hoogte van het projectgebied. De bodemingrepen beslaan een totale oppervlakte van ca. 4093 m².

Hoofdzakelijk zal de omgeving rondom de bestaande en nieuwbouwvolumes voorzien worden van een nieuwe groenaanleg. Hiervoor wordt een bodemingreep van ca. 30 cm –mv gerekend.

Langs de zuidzijde van het terrein zal binnen de groenzone een wadi worden voorzien met een oppervlakte van ca. 121 m² die zal reiken tot op een diepte van ca. 2,5 m –mv. Langs de noordzijde van het terrein wordt een nieuwe verharding voorzien die zal dienst doen als parkeergelegenheid met enkele paden. Daarnaast zal de weg De Vierschaar worden heraangelegd. De nieuwe verharding zal een totale oppervlakte beslaan van ca. 1764 m². Voor de aanleg van de verharding wordt rekening gehouden met een bodemingreep van ca. 55 cm – mv. Tot slot worden centraal onder de rijweg en tussen de gebouwblokken nieuwe rioleringen voorzien. De rioleringen zullen reiken tot op een diepte tussen de 1,2 en 3,8 m –mv.

Figuur 5: Inplantingsplan weergegeven op de meest recente orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2020 (Bron:

Geopunt, Opdrachtgever).

(16)

Figuur 6: Synthese van de geplande werken weergegeven op de meest recente orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2020 (Bron: Geopunt, Opdrachtgever).

(17)

1.4.2 Fysisch geografische en geologische situatie

Tabel 2: Overzicht van de aardwetenschappelijke gegevens.

Bron Informatie

Landschappelijke situering Zandleem- en leemstreek

Tertiair Formatie van Tielt

Quartair Type 1

Bodemtypes Lep(o), Pba, w-Pdc

Potentiële bodemerosie Onbekend Digitaal Hoogtemodel van

Vlaanderen 36,4 – 39,4 m TAW

Hydrografie Leiebekken, Deelbekken Gaverbeek

1.4.2.1 Landschappelijke situering

Het projectgebied is gelegen binnen de zandleem- en leemstreek.

Het terrein situeert zich vrij centraal op de Rug van Lendelede. Deze noordoost-zuidwest georiënteerde rug vormt de waterscheidingskam tussen het Mandelbekken in het noorden en het Leiebekken in het zuiden. De Masteneikbeek die ca. 850 m ten noorden van het terrein gelegen is, watert af in noordelijke richting vanaf de Rug van Lendelede naar de Mandel. De Hazebeek op ca. 450 m ten zuiden van het terrein watert af in zuidelijke en zuidoostelijke richting naar het alluvium van de Leie toe.

Het micro-reliëf binnen het terrein varieert tussen de 36,4 en 39,4 m TAW. Het terrein helt af in westelijke richting. Het hoogteverloop geeft een vrij getrapt verloop weer wat aantoont dat het terrein in het verleden vermoedelijk werd genivelleerd in functie van de eerdere bouwwerkzaamheden.

Hydrografisch behoort het projectgebied tot het Leiebekken, deelbekken Gaverbeek.

(18)

Figuur 7: Projectgebied weergegeven op de Traditionele Landschappenkaart (Bron: Geopunt).

(19)

Figuur 9: Projectgebied weergegeven op het Digitaal Hoogtemodel van Vlaanderen (Bron: Geopunt).

Figuur 10: Projectgebied weergegeven op het Digitaal Hoogtemodel van Vlaanderen (Bron: Geopunt).

(20)

Figuur 11: Hoogteverloop O-W

(21)

1.4.2.2 Tertiaire lithostratigrafie

Het projectgebied is gelegen is de Formatie van Tielt. Deze formatie bestaat uit ondiep marien zeer fijn zand dat naar onderen toe overgaat in een zeer-fijnzandige grove silt. Deze sedimenten werden afgezet tijdens het Ieperiaan (56,0 Ma - 47,8 Ma). De formatie wordt van boven naar onder (en van jong naar oud) onderverdeeld in het Lid van Egem en het Lid van Kortemark.

Figuur 12: Projectgebied weergegeven op de Tertiair Geologische Kaart (Bron: Geopunt).

(22)

1.4.2.3 Quartaire lithostratigrafie

Het projectgebied is gelegen in het Quartair Type 1. Dit type bestaat uit een eolische afzetting van het Weichseliaan tot mogelijk Vroeg-Holoceen (zand tot zandleem). Deze afzetting kan eventuele hellingsafzettingen van het Quartair bevatten.

Figuur 13: Projectgebied weergegeven op de Quartair Geologische Kaart (Bron: Geopunt).

(23)

1.4.2.4 Bodemvormingsprocessen

De bodemkaart geeft op het overgrote deel van het onderzoeksgebied een matig natte, lichte zandleembodem weer. In de zuidwestelijke hoek wordt een profielloze, hydromorfe bodem aangetroffen weergegeven met sterke antropogene invloed. Mogelijk lag hier vroeger een vijver of poel.

Het bodemtype Pba is een droge licht zandleembodem met textuur B horizont of weinig duidelijke kleur B horizont. De bouwvoor is 20-30 cm dik, (donker)grijsbruin, matig humeus en rust op een bruinachtige zwake humeuze overgangshorizont van 20-30 cm dikte. Soms komt een uitgeloogde horizont voor onder deze overgangshorizont. De textuur B begint op 70-90 cm met roestverschijnselen beginnende tussen 90 en 120 cm.

Het bodemtype w-Pdc is een matig natte licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont waarbij klei-zand op geringe tot matige diepte voor komt. De humeuze bovengrond is homogeen, ca. 30 cm dik en goed ontwikkeld grijsbruin. De verbrokkelde textuur B horizont is zwak ontwikkeld en begint op 40 tot 60 cm diepte. In deze horizont komen roestverschijnselen voor vanaf 40-60 cm.

Het bodemtype Lep(o) is een natte zandleembodem zonder profiel met een sterke antropogene invloed en is een hydromorfe alluviale bodem. Deze is veel te nat en soms kortstondig geïnundeerd in de winter. De kleur is grijs met talrijke roestvlekken en op dieper dan 80 cm wordt een blauwgrijs reductiemateriaal aangetroffen.

Figuur 14: Projectgebied weergegeven op de Bodemkaart (Bron: Geopunt).

(24)

1.4.3 Historische en archeologische voorkennis

1.4.3.1 Overzicht van de gekende archeologische waarden

Binnen de grenzen van het onderzoeksgebied of in de ruime omgeving zijn er geen gekende archeologische sites opgenomen in de CAI. Zeer waarschijnlijk valt dit te wijten aan een gebrek aan systematisch noodonderzoek in het verleden, in combinatie met het landelijke karakter van de regio en weerspiegelt dit niet noodzakelijk een afwezigheid van mensen in het verleden. In de ruime regio werden enkele veldprospecties uitgevoerd. Hierbij werden zowel lithische artefacten als aardewerk uit de Romeinse periode en middeleeuwen. Daarnaast zijn eveneens meerdere cartografische indicatoren van laatmiddeleeuwse hoeves met walgracht opgenomen in de CAI.

Figuur 15: Projectgebied weergegeven op het DHMV met aanduiding van de CAI-polygonen binnen een straal van 2 km van het projectgebied (Bron: Geopunt).

(25)

late middeleeuwen: site met walgracht 71563 Indicator cartografie

late middeleeuwen: site met walgracht 74727 Indicator cartografie

late middeleeuwen: site met walgracht 74728 Indicator cartografie

late middeleeuwen: site met walgracht 74729 Indicator cartografie

late middeleeuwen: site met walgracht 74730 Indicator cartografie

late middeleeuwen: site met walgracht 74953 Indicator cartografie

late middeleeuwen: site met walgracht 159550 Erfgoedonderzoek

nieuwe tijd: site met walgracht, gaat mogelijk terug tot de late middeleeuwen

Veldprospecties

70324 Veldkartering (1973 en 1979)

steentijd: silex artefacten: afslagen en klingen, klingschrabber, geretoucheerde afslagen, silexspits, kernschrabber

Bron: ASSEYAS, C. 1991, Steentijd in zuidelijk West-Vlaanderen.

Onuitgegeven licentiaatsverhandeling KULeuven.

71170 Veldkartering (1973)

middenneolithicum: vuursteenklingen, gepolijst bijltje in vuursteen van Spiennes

Bron: CASSEYAS, C. 1991, Steentijd in zuidelijk West-Vlaanderen.

Onuitgegeven licentiaatsverhandeling KULeuven.

74058 Veldkartering (1984)

(26)

steentijd: kling, klingfragment, fragment microkling Romeinse tijd: terra sigilata, aardewerk, bouwmateriaal late middeleeuwen: aardewerk, steengoed, doorlopend in post- middeleeuwse periode

Bron: VAN HOOREWEDER (M.), 1985, Archeologisch onderzoek in de gemeente Ingelmunster, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Vakgroep Archeologie, Universiteit Gent

Erfgoedonderzoek

155032 Erfgoedonderzoek (1982)

middeleeuwen: vroeg-gotische viering van een driebeukige, basilicale kerk zonder transept

Bron: Despriet, Ph. & Verhaest, M. 1984: De Sint-Blasiuskerk in

Lendelede. Geschiedenis - opgravingen - kunstbezit., Archeologische en Historische Monografieën van Zuid-West-Vlaanderen 9, Kortrijk.

156650 Erfgoedonderzoek

18de eeuw: molen van Sente, gebouwd begin 18de eeuw

Bron: Mattelaer, P. 1998: De molens van Bissegem en Heule, De Leiegouw XL.2, 173-192

Metaaldetectie

165943 Losse vondst

Midden-Romeinse tijd: Romeinse munt, Antoninus 215735 Losse vondst

18de eeuw: muntstuk uit 1757 215736 Metaaldetectievondst

(27)

late middeleeuwen: zegelstempel, vermoedelijk 14de eeuw

(28)

(Archeologie) nota’s binnen een straal van 2 km

In de directe omgeving van het projectgebied werden in het verleden slechts een beperkt aantal archeologienota’s opgesteld. Een van deze nota’s (ID17534 – Lendelede Winkelsestraat) leidde reeds tot een vervolgonderzoek in de vorm van proefsleuven. Het sleuvenonderzoek leverde echter geen relevante archeologische sporen op. Er was een aanzienlijke impact van de voormalige gebouwen en nutsvoorzieningen. Op de onverstoorde delen werden geen relevante sporen aangetroffen. Twee proefsleuven en een kijkvenster werden aangelegd specifiek in functie van het 18de -eeuwse gebouw, maar leverde geen oudere voorloper of andere specifieke kenmerken (vloerniveaus, interne muren, beerputten, …) op2. Het terrein werd bijgevolg vrijgegeven.

Figuur 16: Projectgebied weergegeven op de orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2020 met de archeologienota's binnen een straal van 2 km (Bron: Geopunt).

(29)

1.4.3.2 Historische context en bekende archeologische vindplaatsen

Archeologische vondsten in de omgeving van de huidige Bergkapel en nabij de Beiaardline gaan terug tot het neolithicum.

De huidige Kortrijksestraat zou teruggaan op een Romeinse heirweg die Kortrijk met Oudenburg verbond. Een aftakking daarvan was het tracé Kortrijk-Brugge, over de huidige Veldbosstraat en Heirweg. Er wordt vermoed dat de streek van Lendelede reeds in de Romeinse periode in cultuur werd gebracht.

De oudste vermelding van Lendelede dateert uit het einde van de 11e eeuw. Het dorp behoort vanouds tot het graafschap Vlaanderen en ressorteert onder de kasselrij Kortrijk, roede van Menen. In 1496 is Lendelede uitgegroeid tot een dorp van 92 woningen en 400 inwoners. In 1571 is dit toegenomen tot een 250-tal woningen. Tijdens het laatste kwart van de 16e eeuw en de 17e eeuw kent het dorp een woelige periode ten gevolge van oorlogsperikelen.

In het Ancien Regime bestond het huidige grondgebied van Lendelede uit 36 heerlijkheden.

Landbouw was de voornaamste bezigheid. Naast een ruim aantal kleine hoeves situeerden zich tevens een aantal grote hoeves binnen het grondgebied van de gemeente.

De eerste decennia van de 19de eeuw werden gekenmerkt door een bevolkingsexplosie. Na de crisis van de jaren 1840 beleeft de linnenweverij echter een dieptepunt. Pas vanaf 1890 neemt de bevolking opnieuw toe.

Gedurende de Eerste Wereldoorlog vestigt de Ortskommandantur zich boven de herberg ‘De Drie Koningen’. In 1916 en 1917 wordt ter hoogte van het station een derde spoor aangelegd.

In 1918 vindt een luchtaanval plaats bij het station en op de bakkerij. Ook tijdens het eindoffensief in 1918 worden in Lendelede zware verliezen geleden. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog gaat Lendelede opnieuw gebukt onder oorlogsgeweld. Door zijn hoogte had Lendelede een strategische ligging. Vanuit Lendelede worden in mei 1940 tijdens de Slag aan de Leie de Duitse troepen op de Leie-oevers bestookt, o.m. vanuit de Rozebeeksestraat.

Lendelede wordt eveneens geteisterd door vijandelijk geschut. Langs de Stationsstraat worden houten barakken als paardenstal opgericht. Hoewel de 20ste-eeuwse Lendeleedse geschiedenis grotendeels bepaald wordt door de industrie (olieslagerijen en textielfabrieken) blijft het dorp voornamelijk zijn landelijk karakter behouden.3.

3 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Lendelede [online] https://id.erfgoed.net/themas/13296 (Geraadpleegd op 05-10-2021)

(30)

1.4.3.3 Archeologische indicatoren en cartografische bronnen

Op de Ferrariskaart wordt het projectgebied ingetekend als akkerland. Het verloop van de Winkelsestraat ten noorden van het terrein is hierop reeds duidelijk zichtbaar. Ook de Langemuntelaan lijkt reeds aanwezig te zijn. Al gaat het mogelijk om een eerdere, deels gelijklopende, weg doordat het verloop verderop afwijkt en deze straat niet langer voorkomt op het 19de-eeuwse kaartmateriaal. Er is geen bebouwing weergegeven binnen de grenzen van het terrein. Ca. 200 m ten zuiden van het terrein ligt een site met gedeeltelijke walgracht. De ruime omgeving rondom het projectgebied bestaat uit akkerland met verspreide hoevebebouwing.

Op het 19de-eeuwse kaartmateriaal is de Langemuntelaan niet weergegeven. Het projectgebied krijgt hier geen verdere invulling. Enkel op de Vandermaelenkaart wordt een gedeelte van het terrein beperkt als grasland ingetekend. Ten zuiden van het terrein wordt telkens de site met walgracht aangeduid.

Figuur 17: Projectgebied weergegeven op de Ferrariskaart, 1771-1777 (Bron: Geopunt).

(31)

Figuur 18: Projectgebied weergegeven op de Ferrariskaart, 1771-1777 (Bron: Geopunt).

Figuur 19: Projectgebied weergegeven op de Atlas der Buurtwegen, ca. 1840 (Bron: Geopunt).

(32)

Figuur 20: Projectgebied weergegeven op de Vandermaelenkaart, 1846-1854 (Bron: Geopunt).

(33)

1.4.3.4 Huidige gebruik en verstoringen

De orthofotosequentie geeft de evolutie weer in het bodemgebruik binnen de contour van het plangebied gedurende de laatste decennia. Op de oudste luchtfoto uit 1971 is het terrein grotendeels in gebruik als akkerland of weiland. Langs de oostzijde van het terrein loopt een noord-zuid gerichte inrit naar de bebouwing verder ten zuiden. Langs de westzijde is een tuinzone gelegen. Op het daaropvolgende beeld uit 1979-1990 is de huidige situatie reeds grotendeels aanwezig. De Vierschaar en de bestaande gebouwen zijn hierop zichtbaar. Wel is de tuinzone nog zichtbaar langs de westzijde. Op het beeld uit 2000-2003 bestaat de noordwestelijke hoek van de tuinzone reeds uit verharding. De tuin werd vervolgens recent omgevormd tot de zone braakliggende grond.

Figuur 22: Projectgebied weergegeven op de orthofoto, kleinschalig, zomeropnamen, 1971 (Bron: Geopunt).

(34)

Figuur 23: Projectgebied weergegeven op de orthofoto, kleinschalig, zomeropnamen, 1979-1990 (Bron: Geopunt).

(35)

Figuur 25: Projectgebied weergegeven op de orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2008-2011 (Bron: Geopunt).

Figuur 26: Projectgebied weergegeven op de orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2020 (Bron: Geopunt).

(36)

1.5 Synthese

De opdrachtgever plant de aanleg van infrastructuur rondom enkele nieuwbouwblokken gelegen aan de Vierschaar te Lendelede. De nieuwe woonvolumes maken geen deel uit van deze archeologienota. Het volledige projectgebied is ca. 6887 m2 groot, hiervan wordt ca. 900 m2 ingenomen door de straat en 1824 m2 door bijkomende verharding. De geplande werken beslaan een gecombineerde oppervlakte van 4093 m2 en bestaan uit de aanleg van een groenzone rondom de woonblokken, de aanleg van een bufferbekken in het zuiden van het terrein, nieuwe rioleringen en de heraanleg van De Vierschaar.

Het onderzoeksgebied is gelegen op de rug van Lendelede. Deze heuvelrug vormt de scheiding tussen het Leiebekken in het zuiden en de Mandelvallei in het noorden. De Quartairgeologische kaart geeft een profielopbouw weer bestaand uit eolische afzettingen van het laat-Pleistoceen tot vroeg-Holoceen die rusten op de Tertiaire sokkel. Circa 450 m ten zuiden van het onderzoeksgebied ontspringt de Hazebeek. De bodemkaart geeft op het overgrote deel van het onderzoeksgebied een matig natte, lichte zandleembodem weer. In de zuidwestelijke hoek wordt een profielloze, hydromorfe bodem aangetroffen weergegeven met sterke antropogene invloed. Mogelijk lag hier vroeger een vijver of poel.

De cartografische bronnen weerspiegelen een open en landelijke omgeving. Dit landelijke karakter van de omgeving is tot op heden grotendeels bewaard gebleven. Op de Ferrariskaart is te zien dat het terrein in gebruik is als akkerland en vrij is van bebouwing. De dorpskern van Lendelede bevindt zich een 500-tal meter ten oosten van het onderzoeksgebied. Ten zuiden van het onderzoeksgebied is een hoeve weergegeven. Deze hoeve is op de 19e-eeuwse bronnen afgebeeld met een omwald wooneiland. Verder zijn binnen de grenzen van het onderzoeksgebied geen veranderingen inzake het landgebruik op te merken. Op het oudste beschikbare luchtbeeld is te zien dat het terrein nog steeds vrij is van bebouwing en in gebruik is als landbouwgrond. De huidige situatie is te herkennen vanaf het luchtbeeld van de jaren ’80.

Binnen de grenzen van het onderzoeksgebied of in de ruime omgeving zijn er geen gekende archeologische sites opgenomen in de CAI. Zeer waarschijnlijk valt dit te wijten aan een gebrek aan systematisch noodonderzoek in het verleden, in combinatie met het landelijke karakter van de regio en weerspiegelt dit niet noodzakelijk een afwezigheid van mensen in het verleden. In de ruime regio werden enkele veldprospecties uitgevoerd. Hierbij werden zowel lithische artefacten als aardewerk uit de Romeinse periode en middeleeuwen. Daarnaast zijn eveneens meerdere cartografische indicatoren van laatmiddeleeuwse hoeves met walgracht opgenomen in de CAI.

Concreet dient in de ruime omgeving van het onderzoeksgebied uitgegaan te worden van trefkans inzake archeologisch erfgoed. Het onderzoeksgebied is niet gelegen binnen een gradiëntsituatie waardoor de verwachting inzake steentijdartefacten eerder beperkt is. Vanwege de onregelmatige vorm van het onderzoeksgebied, relatief beperkte oppervlakte en de aanwezige infrastructuur wordt verder onderzoek in functie van resten van bewoning of

(37)

2 Bibliografie

Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Lendelede [online] https://id.erfgoed.net/themas/13296 (Geraadpleegd op 05-10-2021)

AGIV

DOV Vlaanderen Geoportaal Geopunt NGI Cartesius

Van Ranst, E. & Sys, C. 2000. Eenduidige legende voor de digitale bodemkaart van Vlaanderen.

Universiteit Gent.

(38)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

..21 Figuur 12: Projectgebied weergegeven op de Quartair Geologische Kaart (Bron: Geopunt).. .22 Figuur 13: Projectgebied weergegeven op de Bodemkaart (Bron: Geopunt); ...23 Figuur

8 Figuur 3: Projectgebied weergegeven op de orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2019 (Bron:

...27 Figuur 20: Projectgebied weergegeven op de orthofoto, middenschalig, winteropnamen, 2017 met aanduiding van de CAI-polygonen (Bron: Geopunt)...27 Figuur 21: Projectgebied bij

Figuur 9: Projectgebied weergegeven op de potentiële bodemerosiekaart per perceel (Bron: Geopunt) 19 Figuur 10: Projectgebied weergegeven op het Digitaal Hoogtemodel van

Figuur 9: Projectgebied weergegeven op de Tertiair Geologische Kaart (bron:

Als bij de uitkomstem `n.v.t.` staat vermeld betekent dit dat voor de aangegeven combinatie van functie en locatie geen kencijfers bekend zijn en/of dat de combinatie niet of

Figuur 10: Projectgebied weergegeven op het Digitaal Hoogtemodel van Vlaanderen (bron: Geopunt).. 21 Figuur 11: Hoogteverloop van het projectgebied (van west naar oost) volgens

Figuur 11: Projectgebied weergegeven op het Digitaal Hoogtemodel van Vlaanderen (Bron: Geopunt)?. 22 Figuur 12: Hoogteverloop van het projectgebied (van west naar oost) volgens