• No results found

RAPPORT VERKENNEND BODEMONDERZOEK conform NEN 5740 Almeloseweg 45 - Tubbergen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VERKENNEND BODEMONDERZOEK conform NEN 5740 Almeloseweg 45 - Tubbergen"

Copied!
105
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VERKENNEND BODEMONDERZOEK conform NEN 5740

Almeloseweg 45 - Tubbergen

Opdrachtgever:

VOF De Esch i.o.

Locatie:

Almeloseweg 45 7651 ND Tubbergen Januari 2018 (versie 2)

(2)

Kruse Milieu BV

Rapport Verkennend Bodemonderzoek conform NEN 5740

Almeloseweg 45 - Tubbergen

Opdrachtgever:

VOF De Esch i.o.

Kerkstraat 87 7667 PW Reutum Locatie:

Almeloseweg 45 7651 ND Tubbergen Projectcode: 17051410

Rapportagedatum: 18 januari 2018 (versie 2)

Auteur: mevr. ing. M.J.F. Platenkamp - van der Palen (versie 1) Ing. J.L. Kienstra (versie 2)

Kruse Milieu BV

Bezoekadres:

Huyerenseweg 33 7678 SC Geesteren

Postadres:

Postbus 51 7650 AB Tubbergen Tel: 0546 - 63 96 63

Internet:

info@krusegroep.nl www.krusegroep.nl

Bankgegevens:

ABN AMRO:

NL34ABNA0501538739 KvK: 06068751

BTW-nr: NL 8019.25.125.B01

(3)

INHOUD

Pagina

1 Inleiding 1

2 Locatiegegevens 2

2.1 Beschrijving huidige situatie 2

2.2 Historische gegevens 2

2.3 Bodemsamenstelling en geohydrologie 3

3 Uitvoering bodemonderzoek 4

3.1 Onderzoeksstrategie 4

3.2 Veldwerkzaamheden 5

3.3 Chemische analyses 5

3.4 Toetsing chemische analyses 6

4 Resultaten 8

4.1 Algemeen 8

4.2 Veldwerkzaamheden 8

4.3 Resultaten en toetsing van de chemische analyses 11

4.4 Separate analyses 13

4.5 Bespreking resultaten chemische analyses 13

5 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 15

6 Literatuur 17

Bijlagen

I Regionale ligging locatie Ontwerpschets januari 2018

Boorplan Kruse Milieu BV 1998

Situatieschets met weergave boorlocaties II Boorstaten

Legenda boorstaten

III Resultaten chemische analyses Toetsing chemische analyses

IV Verklaring van enkele gebruikte termen en afkortingen V KIWA-tanksaneringscertificaat

(4)

Kruse Milieu BV Project: 16007210 Pagina 1 van 17

1 Inleiding

Dit rapport beschrijft het verkennend bodemonderzoek, dat in opdracht van VOF De Esch i.o.

op het terrein aan de Almeloseweg 45 in Tubbergen door Kruse Milieu BV is uitgevoerd.

De aanleiding van dit onderzoek is de bestemmingsplanwijziging en de geplande nieuwbouw van woningen. In het kader van de bestemmingsplanwijziging en de aanvraag van de

omgevingsvergunning dient onderzoek te worden uitgevoerd naar de bodemkwaliteit.

Voorafgaande aan het bodemonderzoek heeft een standaard vooronderzoek plaatsgevonden op basis van norm NEN 5725. Uit de resultaten van dit vooronderzoek is gebleken dat zich op de locatie een bovengrondse opslag van bestrijdingsmiddelen heeft bevonden. Deze locatie wordt als verdachte deellocatie beschouwd. Het overige deel van de locatie kan als onverdacht worden beschouwd.

De onderzoeksopzet gaat uit van NEN 5740, "Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond”.

De doelstelling van het onderzoek op een onverdachte locatie is aan te tonen dat op de locatie redelijkerwijs gesproken geen verontreinigende stoffen aanwezig zijn in de grond of het

freatisch grondwater.

De doelstelling van het onderzoek op de verdachte deellocatie is vast te stellen of de

vooronderstelde verontreinigingskern ook daadwerkelijk op de vermoede plaats aanwezig is en in hoeverre de verontreinigende stoffen in de grond en het freatisch grondwater respectievelijk de achtergrondwaarden en de streefwaarden overschrijden.

Het veldwerk is uitgevoerd in februari 2016 conform BRL SIKB 2000 en de protocollen 2001 en 2002, waarvoor Kruse Milieu BV is gecertificeerd. Hierbij wordt verklaard dat Kruse Milieu BV financieel en juridisch onafhankelijk is van de opdrachtgever.

In dit rapport worden de resultaten besproken van het veld- en het laboratoriumonderzoek. De gemeten gehalten in de grond worden vergeleken met de achtergrondwaarden (AW 2000) en de interventiewaarden om vast te stellen of er al dan niet verontreinigingen aanwezig zijn. De in het grondwater gemeten gehalten worden vergeleken met de streef- en interventiewaarden.

(5)

2 Locatiegegevens

2.1 Beschrijving huidige situatie Algemeen

De onderzoekslocatie is gelegen aan de Almeloseweg 45, in het zuidwestelijke deel van de bebouwde kom van Tubbergen. Het te onderzoeken deel van het terrein heeft de RD-

coördinaten x = 249.50 en y = 491.52 en is kadastraal bekend als gemeente Tubbergen sectie L, nummers 7942, 7245, 7250, 7251, 8167, 9042, 9043, 9049, 9048, 9051, 9094 en 9095.

De Almeloseweg bevindt zich ten noorden van de onderzoekslocatie.

Bebouwing en verharding

De locatie is gelegen aan de rand van de bebouwing en betreft voor een deel weilanden (aan de west- en oostzijde). Het middendeel is bebouwd met een voormalig tuincentrum. Rondom de bebouwing bevindt zich een oprit en parkeerplaats welke is verhard met klinkers. Inpandig is een verharding met voornamelijk klinkers en tegels aanwezig.

Onderzoekslocatie

Er zijn plannen om het tuincentrum te slopen en het gebied her te ontwikkelen ten behoeve van nieuwbouw van woningen. In het kader van de bestemmingsplanwijziging en de aanvraag van de omgevingsvergunning dient onderzoek te worden uitgevoerd naar de bodemkwaliteit op het terrein. De onderzoekslocatie betreft het gehele terrein met een oppervlakte van circa 26800 m² met daarop het leegstaande tuincentrum. Er is een verdachte deellocatie aangetroffen in de vorm van de voormalige opslag van bestrijdingsmiddelen in een opslaghok (<10 m²). Deze wordt als aparte verdachte deellocatie meegenomen in het onderzoek op het, voor het overige, onverdachte terrein. De onderzoekslocatie is grotendeels onbebouwd en deels onverhard (weiland) en deels bebouwd met het te slopen tuincentrum. Deels is de onderzoekslocatie verhard met klinkers en tegels. De woningen aan de Almeloseweg 51/51a vormen een onderdeel van het plangebied, maar vormen geen onderdeel van dit bodemonderzoek (de locaties hebben reeds een woonbestemming).

In bijlage I is de regionale ligging van de locatie weergegeven en zijn tevens drie situatie- schetsen opgenomen. De eerste is de ontwerpschets (januari 2018), de tweede het boorplan uit 1998 en op de derde schets zijn de huidige boorlocaties weergegeven.

2.2 Historische gegevens

Het vroegere gebruik van het terrein is van belang, omdat bronnen van verontreiniging aanwezig geweest kunnen zijn. Er is navraag gedaan bij de opdrachtgever (de heer E.

Steggink van VOF De Esch i.o.) en bij de gemeente Tubbergen. Tevens heeft door de heer P.

Haverkort van Kruse Milieu BV op 12 februari 2016 een locatiebezoek plaatsgevonden. De volgende informatie is verzameld:

-

-

De onderzoekslocatie heeft al jaren de huidige bestemming (tuincentrum en weiland).

In maart 1998 is een vergunningaanvraag gedaan voor een nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning (tuincentrum annex boomkwekerij). Ten behoeve van de verkoop en de bedrijfsvoering werden bestrijdingsmiddelen opgeslagen alsmede kleine hoeveelheden minerale olieprodukten (in een kast of opslagruimte).

Voordat het tuincentrum op de locatie werd gevestigd, had het terrein een agrarische bestemming. Er liepen enkele weggetjes tussen de weilanden door, die mogelijk verhard waren met gebroken puin, dat destijds van elders is aangevoerd.

- Op het terrein bevond zich in het verleden een ondergrondse dieseltank van 5000 liter. Deze is in januari 1999 gesaneerd (certificaat aanwezig: certificaatnummer BR 315, zie bijlage V).

Bij de sanering is een kleine verontreiniging aangetroffen; de verontreinigde grond is afgevoerd.

(6)

Kruse Milieu BV Project: 16007210 Pagina 3 van 17

De tank is inwendig gereinigd en daarna verwijderd naar een door het bevoegd gezag geaccepteerd verschrotingsbedrijf.

- Het te onderzoeken terrein is voor zover bekend nooit gebruikt voor werkzaamheden of (bedrijfs)activiteiten, die verontreinigend kunnen zijn, behoudens de bovengenoemde opslag van diesel en bestrijdingsmiddelen.

- Voor zover bekend is het oostelijke deel van het te onderzoeken terrein opgehoogd met grond dat afkomstig was van de bovengrond van het terrein dat zich direkt rondom en ten zuiden van het voormalige tuincentrum bevond. Het terrein rondom van en ten zuiden van het voormalige tuincentrum is opgehoogd met puin. Het overige deel is niet opgehoogd en er hebben geen dempingen van lager gelegen delen of sloten plaatsgevonden.

- Voor zover bekend is het terrein niet eerder bebouwd geweest, behoudens het voormalige tuincentrum.

- Voor zover bekend bevindt zich geen asbest op of in de bodem op de onderzoekslocatie.

- Er heeft reeds eerder bodemonderzoek plaatsgevonden op het terrein:

Kruse Milieu BV, Verkennend bodemonderzoek Almeloseweg 45 Tubbergen, d.d. februari 1998 met projectcode 980201 - PHV

Het betreft een verkennend bodemonderzoek, dat is uitgevoerd ten behoeve van de

geplande uitbreiding van het (toenmalige) tuincentrum Europatuin aan de zuidzijde. Op basis van de resultaten van de chemische analyses kan het volgende worden geconcludeerd:

- de bovengrond is licht verontreinigd met PAK's;

- de ondergrond is niet verontreinigd;

- het grondwater is zeer licht verontreinigd met arseen, chroom en zink.

2.3 Bodemsamenstelling en geohydrologie

Op basis van literatuurstudie is de onderstaande regionale geohydrologische situatie afgeleid:

- Het maaiveld bevindt zich circa 22 meter boven NAP.

- De deklaag bestaat uit kwartair zand en is ter plaatse zeer dun. Onder deze deklaag bevindt zich een tertiaire kleilaag. Het doorlatend vermogen is eveneens gering.

- De grondwaterspiegel bevindt zich onder invloed van de tertiaire bodemlaag niet meer dan circa 1.0 meter onder het maaiveld. De globale stromingsrichting van het freatische grondwater wordt beïnvloed door afstroming vanaf de Tubberger Es.

- De grondwaterstromingsrichting van het freatisch grondwater is (zuid)westelijk (bron:

wateratlas Overijssel)

- In de directe omgeving bevindt zich geen waterwingebied of oppervlaktewater van enige betekenis.

(7)

3 Uitvoering bodemonderzoek 3.1 Onderzoeksstrategie

De onderzoeksopzet op de locatie gaat uit van NEN 5740, "Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond”.

De woningen aan de Almeloseweg 51/51a vormen een onderdeel van het plangebied, maar vormen geen onderdeel van dit bodemonderzoek (de locaties hebben reeds een

woonbestemming).

Op basis van de beschikbare informatie omtrent het historisch en huidig gebruik van de locatie, is een verdachte deellocatie bekend. Het betreft de voormalige opslag van bestrijdings-

middelen.

De hypothese "onverdachte locatie" uit NEN 5740 wordt voor het grootste, onverdachte deel van de locatie gebruikt. Deze hypothese gaat ervan uit dat op een locatie geen of slechts licht verhoogde gehalten worden gemeten.

De locatie van de bovengrondse opslag van bestrijdingsmiddelen wordt beschouwd als verdacht ten aanzien van de aanwezigheid van OCB in de grond en in het grondwater. De hypothese “verdachte locatie” uit NEN 5740 wordt gebruikt. De onderzoeksstrategie op de verdachte deellocatie is gebaseerd op de NEN 5740, paragraaf 5.3: Onderzoeksstrategie voor een verdachte locatie met een plaatselijke bodembelasting met een duidelijke

verontreinigingskern (VEP).

In de norm NEN 5740 zijn voor onverdachte en verdachte locaties richtlijnen gegeven voor een systematisch veldonderzoek, de bemonsteringsstrategie en de uit te voeren analyses. De gekozen onderzoeksstrategie is voldoende intensief voor het verkrijgen van inzicht in de bodemkwaliteit ten behoeve van een omgevingsvergunning, bestemmingsplanwijziging of eigendomsoverdracht.

Tevens blijkt uit het vooronderzoek dat de onderzoekslocatie niet verdacht is met betrekking tot asbest. Derhalve is geen asbestonderzoek op de locatie noodzakelijk. Tijdens het veldwerk zal zintuiglijk worden gelet op de aanwezigheid van asbest op en in de bodem

Bij het verkennend bodemonderzoek worden de volgende uitgangspunten in acht genomen:

- in door mensen bewoonde gebieden kunnen door jarenlang gebruik van de grond verhoogde gehalten aan PAK en/of zware metalen voorkomen. Deze worden over het algemeen aangeduid als lokale achtergrondwaarden. Deze gehalten zijn vaak gerelateerd aan het voorkomen van puin- en/of kooldeeltjes in de bodem

- in humeuze of veenhoudende bodems worden regelmatig verhoogde gehalten minerale olie waargenomen. Deze gehalten worden veroorzaakt door humuszuren en overig

organisch materiaal, dat van nature aanwezig is en door een florisilbehandeling niet geheel wordt verwijderd. Tijdens chemische analyses worden deze verbindingen gedetecteerd als de

zware fractie van minerale olie (C27 tot C40). Bij veenbodems betreft het gehalten van 50 tot 100 mg/kg droge stof; bij humeuze bodemlagen gaat het om bijdrages van 10 tot 50 mg/kg droge stof. Deze gehalten kunnen worden beschouwd als natuurlijke achtergrondwaarden - in het grondwater kunnen van nature verhoogde gehalten aan zware metalen en fenolen voorkomen. Deze worden doorgaans aangeduid als natuurlijke achtergrondwaarden. Een voorbeeld wordt gevormd door (sterk) verhoogde arseengehalten in gebieden, die zeer ijzerrijk zijn. Door kwel kunnen bij hoge grondwaterstanden eveneens verhoogde gehalten aan arseen in de grond ontstaan. Ook deze gehalten kunnen worden beschouwd als natuurlijke achtergrondwaarden.

(8)

Kruse Milieu BV Project: 16007210 Pagina 5 van 17

Bij percentages bodemvreemd materiaal van meer dan 50% is er geen sprake van bodem.

Eventuele funderingslagen (asfalt- en puingranulaat) vallen buiten de scope van dit onderzoek.

Het opgeboorde materiaal wordt wel beoordeeld op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen. In geval er sprake is van meer dan 50% bodemvreemd materiaal/puin is norm NEN 5897 van toepassing, “Monsterneming en analyse van asbest in onbewerkt bouw- en

sloopafval en recyclinggranulaat”.

3.2 Veldwerkzaamheden

Het onderzoek is uitgevoerd volgens de onderzoeksstrategie voor onverdachte en verdachte locaties uit NEN 5740. Bij de boringen en monsternemingen is gewerkt volgens de geldende NEN- en NPR-voorschriften, alsmede conform BRL SIKB 2000 en de protocollen 2001, 2002 en 2018, waarvoor Kruse Milieu BV is gecertificeerd.

Onverdacht terreindeel

Op een terreindeel van circa 26800 m² worden in totaal 37 boringen verricht, waarvan 25 tot 0.50 meter en 12 tot 2.0 meter diepte of tot de grondwaterspiegel. Voor het meten van het grondwaterpeil en het nemen van grondwatermonsters worden in totaal 4 diepe boringen overeenkomstig NEN 5766 afgewerkt tot peilbuizen. De peilbuizen worden verdeeld over de locatie geplaatst in zowel stroomopwaartse en stroomafwaartse richting. Eén peilbuis ten behoeve van het onderzoek op de onverdachte locatie wordt tevens gebruikt als peilbuis op de verdachte deellocatie (ter plekke van de voormalige opslag van bestrijdingsmiddelen).

Voormalige bovengrondse opslag van bestrijdingsmiddelen

Ter plaatse van de voormalige opslag wordt 1 boring verricht tot 1.0 meter minus maaiveld.

Voor het meten van het grondwaterpeil en het nemen van grondwatermonsters wordt één diepe boring overeenkomstig NEN 5766 afgewerkt tot peilbuis (combinatiepeilbuis met de onverdachte locatie, peilbuis 11).

Wanneer binnen 5.0 meter onder het maaiveld geen grondwaterhoudende bodemlaag wordt aangetroffen, blijft het plaatsen van een peilbuis achterwege. Vanwege eerdere onderzoeken op de locatie worden de boringen gecodeerd als boring 11 tot en met 48.

Van iedere boring wordt de samenstelling van de bodem beschreven volgens NEN 5104. Het opgeboorde materiaal wordt tevens beoordeeld door zintuiglijke waarneming op

verontreinigingskenmerken zoals afwijkende geur en/of kleur.

3.3 Chemische analyses

De chemische analyses worden uitgevoerd door Analytico Eurofins BV te Barneveld, een door de Raad voor Accreditatie erkend laboratorium voor analyses conform de AS3000-protocollen.

Voor het uitvoeren van deze analyses worden in een verkennend onderzoek van deze omvang tien (meng)monsters samengesteld en er worden vier grondwatermonsters genomen.

De samenstelling van de mengmonsters vindt plaats op basis van de zintuiglijke

waarnemingen, de bodemopbouw en/of posities van de boringen. De samenstelling van de mengmonsters staat vermeld in paragraaf 4.2 in tabel 3.

De monsters worden volgens de voorschriften uit NEN 5740 onderzocht. In tabel 1 is weergegeven welke chemische analyses worden uitgevoerd.

(9)

Tabel 1: Chemisch analysepakket

Monster Chemisch analysepakket

Onverdacht terreindeel Bovengrond (5x)

Ondergrond (4x)

Zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Mo, Ni, Pb en Zn), minerale olie, PCB, PAK (10), organisch stof, lutum en droge stof

Grondwater (4x, waarvan 1

gecombineerd met de verdachte deellocatie)

Zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Mo, Ni, Pb en Zn), minerale olie, vluchtige aromaten (BTEX), naftaleen, styreen en gechloreerde koolwaterstoffen (oplosmiddelen standaardpakket), zuurgraad, elektrisch geleidingsvermogen en troebelheidsmeting

Bovengrondse opslag bestrijdingsmiddelen

Bovengrond (1x) Zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Mo, Ni, Pb en Zn), minerale olie, PCB, PAK (10), OCB, organisch stof, lutum en droge stof Grondwater (1x, PB 11) Zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Mo, Ni, Pb en Zn), minerale

olie, vluchtige aromaten (BTEX), naftaleen, styreen en gechloreerde koolwaterstoffen (oplosmiddelen standaardpakket), OCB, zuurgraad, elektrisch geleidingsvermogen en troebelheidsmeting

Algemene opmerkingen

- Op de grondmengmonsters wordt standaard een florisilbehandeling uitgevoerd om verstoring van de analyse op minerale olie door natuurlijke humuszuren tegen te gaan.

- De zuurgraad (pH), het elektrisch geleidingsvermogen (EC) en troebelheidsmeting, van het grondwater worden in het veld gemeten. Filtratie van het grondwater voor de

metalenanalyse vindt eveneens in het veld plaats.

3.4 Toetsing chemische analyses

De resultaten van de chemische analyses uit het bodemonderzoek worden beoordeeld aan de hand van de gecorrigeerde achtergrond-, streef- en interventiewaarden voor verontreinigingen in de bodem uit de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013 en tabel 1 van bijlage B, Regeling bodemkwaliteit van het ministerie van I&M.

De achtergrondwaarden voor grond zijn vastgelegd in de Regeling bodemkwaliteit (Staatsblad, 22 november 2012). De interventiewaarden voor grond en grondwater zijn vastgelegd in de Circulaire bodemsanering.

De toetsing aan de eisen in de Wet Bodembescherming en de Circulaire Bodemsanering is beoogd om te beoordelen of er sprake is van een ernstig gevaar voor de volksgezondheid en/of het milieu. Hierbij worden de volgende waarden onderscheiden:

achtergrondwaarde (AW) voor grond: het niveau waarbij sprake is van een duurzame kwaliteit van de grond; bij overschrijding wordt gesproken van een lichte verontreiniging;

streefwaarde (S) voor grondwater: het niveau waarbij sprake is van een duurzame kwaliteit van het grondwater; bij overschrijding wordt gesproken van een lichte verontreiniging;

interventiewaarde bodem (I): het niveau waarbij de functionele eigenschappen van de bodem voor mens, plant of dier ernstig verminderd zijn of ernstig bedreigd worden; bij overschrijding wordt gesproken van een sterke verontreiniging.

(10)

Kruse Milieu BV Project: 16007210 Pagina 7 van 17

tussenwaarde (T): Gelijk aan het gemiddelde van de achtergrond- of streefwaarde en

de interventiewaarde, dus (A+I)/2 (grond) of (S+I)/2 (grondwater). Wanneer bij een verkennend onderzoek een component met concentratie boven deze waarde wordt gevonden is in principe een nader onderzoek nodig.

Bij de toetsing van de analyseresultaten aan de landelijke achtergrondwaarden en de

interventiewaarden worden deze eerst omgerekend naar een gestandaardiseerde meetwaarde (GSSD). Bij de toetsing van de grondresultaten wordt daarbij gebruik gemaakt van de gemeten percentages lutum en organische stof in de grond(meng)monsters.

De analyseresultaten van de grond- en grondwatermonsters zijn volgens BoToVa getoetst aan de achtergrond-, streef- en interventiewaarden. Het toetsingsresultaat is overeenkomstig BoToVa als volgt aangeduid:

- concentratie kleiner of gelijk aan AW of S;

* concentratie groter dan AW of S en kleiner of gelijk aan T;

** concentratie groter dan T en kleiner of gelijk aan I.

*** concentratie groter dan I.

Een locatie wordt als verontreinigd beschouwd als de GSSD groter is dan de achtergrond- waarde of streefwaarde. Voor een aantal stoffen kan de rapportagegrens bepalend zijn voor de achtergrondwaarde of streefwaarde. De locatie wordt niet verontreinigd verklaard als geen van de onderzochte stoffen in de bodem aanwezig is met een concentratie hoger dan de

achtergrondwaarde of streefwaarde.

(11)

4 Resultaten 4.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de veldwerkzaamheden en de

analyseresultaten. De uitgevoerde veldwerkzaamheden en waarnemingen, de samenstelling van de (meng)monsters en de grondwatergegevens worden beschreven in paragraaf 4.2. De resultaten van de chemische analyses worden weergegeven in paragraaf 4.3. en in paragraaf 4.4. worden de resultaten besproken. In paragraaf 4.5 wordt de separate analyse besproken.

4.2 Veldwerkzaamheden

De veldwerkzaamheden zijn in februari 2016 uitgevoerd door de heer J. Hartman. De veldwerker is conform BRL SIKB 2000 gecertificeerd en erkend (certificaatnummer K44441/06).

Er zijn op 16 en 18 februari 2016 in totaal 38 boringen verricht met behulp van een

Edelmanboor. Bij het boren zijn plaatselijk puinlagen (puinverhardingen) aangetroffen in de bovengrond, waardoor deze boringen direct zijn vervangen door gaten. De gaten zijn gemaakt met behulp van een pneumatische hamer. Het opgegraven materiaal is visueel geïnspecteerd op de aanwezigheid van asbest. Ten behoeve van onderzoek van de ondergrond zijn enkele gaten vervolgens met behulp van een Edelmanboor doorgezet in de ondergrond.

Verhardingslagen (asfalt- en/of puingranulaat) vallen buiten de scope van dit onderzoek, omdat deze lagen niet aan de definitie bodem voldoen. Het opgeboorde materiaal wordt wel

beoordeeld op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen. Het weggetje is op één locatie aangetroffen (boring 42).

Onverdacht terreindeel

Op het onverdachte terreindeel zijn in totaal 37 boringen verricht met behulp van een Edelmanboor, waarvan er 24 zijn doorgezet tot 2.0 m-mv of tot het grondwaterniveau. Ten behoeve van het grondwateronderzoek zijn vier diepe boringen doorgezet in de ondergrond en afgewerkt tot peilbuizen (peilbuizen 11 tot en met 14). Peilbuis 11 betreft een

combinatiepeilbuis met de verdachte deellocatie en is geplaatst ter plekke van de voormalige opslag van bestrijdingsmiddelen.

Voormalige bovengrondse opslag bestrijdingsmiddelen

Ter plaatse van de bovengrondse opslag van bestrijdingsmiddelen is 1 boring verricht tot 1.0 m-mv (boring 11). Boring 11 is doorgezet tot 3.5 m-mv en afgewerkt als peilbuis ten behoeve van het grondwateronderzoek zowel op de onverdachte locatie als ter plaatse van de

bestrijdingsmiddelenopslag.

De situering van de monsterpunten is weergegeven op de situatieschets van bijlage I.

Tijdens de boorwerkzaamheden is de bodemopbouw beschreven en is de grond zintuiglijk beoordeeld op eventuele aanwezigheid van verontreinigingen. De boorbeschrijvingen zijn weergegeven in bijlage II.

De bodemopbouw ter plaatse van de onderzoekslocatie is globaal als volgt weer te geven:

onder een toplaag van zeer fijn tot matig fijn zand wordt vanaf 0.7 meter minus maaiveld (m- mv) een wisselende bodemopbouw waargenomen. Vanaf 0.7 m-mv wordt matig fijn tot zeer fijn zand afgewisseld met een leemlaagje (met een dikte van circa 0.3 meter). Plaatselijk is vanaf 0.7 m-mv leem opgeboord tot einde boordiepte. Ter plaatse van boringen 12 en 18 is vanaf 0.7 m-mv een leemlaag aangetroffen tot 1.2 m-mv waaronder tot einde boordiepte (2.3 m-mv) klei is opgeboord. In de ondergrond zijn roest- en/of oerhoudende lagen aangetroffen.

(12)

Kruse Milieu BV Project: 16007210 Pagina 9 van 17

Er zijn bodemvreemde materialen waargenomen. Deze zijn in tabel 2 weergegeven. Door de veldwerker zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen op het maaiveld, in de puinlagen of in de bodem.

Tabel 2: Weergave bodemvreemde materialen.

Boring Diepte (m-mv) Waarneming

12 0.13 - 0.70 Puingranulaat, uiterst puinhoudend 15 0 - 0.60 Sporen baksteen

16 0.15 - 0.70 Puingranulaat, uiterst puinhoudend 19 0.15 - 0.35 Puingranulaat, uiterst puinhoudend 33 0.20 - 0.80 Zwak puinhoudend

34 0.15 - 0.35 Puingranulaat, uiterst puinhoudend

42 0.35 - 0.60 Uiterst puinhoudend, oude verhardingslaag 43 0.15 - 0.70 Puingranulaat, uiterst puinhoudend

44 0.15 - 0.60 Puingranulaat, uiterst puinhoudend 46 0.15 - 0.60 Puingranulaat, uiterst puinhoudend

Op basis van de zintuiglijke waarnemingen, bodemsamenstelling en/of geografische positie van de boringen zijn de mengmonsters samengesteld, zoals in tabel 3 staat omschreven.

De funderingslagen (asfalt- en puingranulaat) vallen buiten de scope van dit onderzoek, omdat deze lagen niet aan de definitie bodem voldoen. Het opgeboorde materiaal wordt wel

beoordeeld op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen.

Tabel 3: Samenstelling (meng)monsters.

(Meng)monster Boringnummer Traject

(diepte in m -mv)

Analyse op

Onverdacht terrein

BG I 14, 15 en 47

48

0 - 0.5

0 - 0.35 Standaard pakket

BG II 20 en 39

35 37 38 40 41 42

0 - 0.5 0 - 0.35 0.05 - 0.3 0.08 - 0.4 0.08 - 0.3 0.06 - 0.4 0.08 - 0.35

Standaard pakket

BG III 18

19 21 32 34 36 38

0.05 - 0.5 0.35 - 0.8 0.3 - 0.8 0.15 - 0.4 0.35 - 0.6 0 - 0.5 0.40 - 0.7

Standaard pakket

(13)

Vervolg Tabel 3: Samenstelling (meng)monsters.

(Meng)monster Boringnummer Traject

(diepte in m -mv)

Analyse op

Onverdacht terrein

BG IV 17

33 en 39

0.5 - 0.7

0.2 - 0.7 Standaard pakket

BG V 13 en 26

22, 25, 28 en 30 23 en 29

0 - 0.4 0 - 0.5 0 - 0.3

Standaard pakket

OG I 14

15

0.70 - 1.20

0.60 - 1.00 Standaard pakket

OG II 12

16 en 43 18 44 en 46

0.70 - 1.20 0.70 - 1.00 0.85 - 1.20 0.6 - 1.00

Standaard pakket

OG III 17

18 19 20 21 33 34 42

0.70 - 0.90 0.50 - 0.85 1.30 - 1.80 0.70 - 1.20 1.25 - 1.50 0.80 - 1.00 0.60 - 0.85 0.75 - 1.25

Standaard pakket

OG IV 13

22 23

0.40 - 1.20 0.60 - 1.20 0.30 - 1.40

Standaard pakket

Voormalige bovengrondse opslag bestrijdingsmiddelen

Boring 11 11 0.2 - 0.7 Standaard pakket

+ OCB De boringen 11, 12, 13 en 14 zijn doorgezet in de ondergrond tot maximaal 3.5 m-mv.

Wanneer het grondwater werd bereikt, werd een zuigerboor gebruikt om een PVC-peilbuis te kunnen plaatsen. Een peilbuis bestaat uit een filter met een lengte van 1.0 meter, gekoppeld aan een blinde stijgbuis. Ter hoogte van het filter, met een diameter van 28 x 32 mm, is

filtergrind in het boorgat gestort. Rondom het filter is een filterkous aangebracht. Er is bentoniet in het boorgat gestort om directe indringing van hemelwater in het filter tegen te gaan. De rest van het boorgat is opgevuld met het oorspronkelijke bodemmateriaal. Vervolgens zijn de peilbuizen doorgepompt.

Op 26 februari 2016 zijn de peilbuizen bemonsterd ten behoeve van het nemen van het grondwatermonster. Het voorpompen en bemonsteren heeft conform NEN 5744

plaatsgevonden met een laag debiet (tussen 100 en 500 ml/min). Er is op toegezien dat de grondwaterstand tijdens het voorpompen niet meer dan 50 cm is gedaald en dat er is bemonsterd met hetzelfde (of lager) debiet) als waarmee is voorgepompt (bemonstering maximaal 200 ml/min in verband met vluchtige stoffen). De grondwatergegevens staan weergegeven in tabel 4.

(14)

Kruse Milieu BV Project: 16007210 Pagina 11 van 17

Tabel 4: Weergave gegevens grondwater.

Peilbuis Filterstelling (m-mv)

Grondwaterstand (m-mv)

pH (-) EC (μS/cm)

Troebelheid (NTU)

Toestroming

11 2.5 - 3.5 1.05 6.9 1789 114 Slecht,

niet belucht

12 1.3 - 2.3 0.33 6.6 434 <0.1 Goed

13 1.0 - 2.0 0.13 6.9 305 36 Goed

14 1.3 - 2.3 0.41 5.2 314 28 Goed

De waarde voor de pH wordt in het grondwater van peilbuis 12 als verhoogd beschouwd, de overige waarden zijn normaal. De waarde voor de EC wordt in het grondwater van peilbuis 11 als verhoogd beschouwd. De overige EC-waarden zijn normaal. De waarde voor de troebelheid is in peilbuis 12 normaal. In de grondwatermonsters van peilbuizen zijn hogere waarden voor de troebelheid gemeten dan voor natuurlijke troebelheid verwacht wordt (≥10 NTU). De peilbuizen hebben voldoende rusttijd gehad na plaatsing (minimaal een week). Ook zijn de peilbuizen zorgvuldig en met een voldoende laag debiet afgepompt waardoor aangenomen wordt dat er geen sprake is geweest van een verstoord bodemevenwicht tijdens

monsterneming, en dat de gemeten waarde voor troebelheid een natuurlijke oorzaak heeft (zwevende stoffen als lutum of silt in het grondwater). Zwevende delen kunnen leiden tot verhoogde meetwaarden in het grondwater als gevolg van matrixstoringen bij de analyse en ab- en adsorptie organische verbindingen en zware metalen aan deze zwevende delen.

4.3 Resultaten en toetsing van de chemische analyses

In algemene zin dient opgemerkt te worden dat indien de analyses van de grondmonsters zijn uitgevoerd op mengmonsters, dit kan betekenen dat de gehaltes hoger kunnen zijn in de individuele monsters.

De analyseresultaten en de toetsingstabellen zijn weergegeven in bijlage III. Bij de toetsing van de analyseresultaten aan de landelijke achtergrondwaarden en de interventiewaarden worden deze eerst omgerekend naar een gestandaardiseerde meetwaarde (GSSD). Bij de toetsing van de grondresultaten wordt daarbij gebruik gemaakt van de gemeten percentages lutum en organische stof in de grond(meng)monsters. De analyseresultaten van de grond- en grondwatermonsters zijn volgens BoToVa getoetst aan de achtergrond-, streef- en interventiewaarden.

In bovengrondmengmonsters BG I, BG III en BG IV en in ondergrondmengmonster OG II, alsmede in de grondwatermonsters zijn enkele van de onderzochte stoffen in verhoogde concentraties ten opzichte van de betreffende streef- of achtergrondwaarden danwel interventiewaarde aangetoond. Deze zijn weergegeven in tabel 5. In bovengrondmeng- monsters BG II en BG V en in ondergrondmengmonsters OG I, OG III en OG IV zijn geen verhoogde gehalten gemeten.

(15)

Tabel 5: Verhoogde concentraties (mg/kg droge stof of μg/l).

Monster Component Gemeten concentratie

GSSD Achtergrond- waarde1 of Streefwaarde

Interventie- waarde

Onverdacht terrein

BG I PAK 2.2 2.214 * 190 5000

BG III PCB 0.011 0.0289 * 0.02 1

BG IV Minerale olie PCB

PAK

110 0.0071

47

550 * 0.0355 * 46.51 ***

190 0.02 1.5

5000 1 40

OG II PAK 2.4 2.405 * 1.5 40

Peilbuis 11 Barium Kwik

260 0.085

260 * 0.085 *

50 625

Peilbuis 12 Xylenen Naftaleen

0.27 0.68

0.27 * 0.68 *

0.2 0.02

70 70

Peilbuis 13 Barium 140 140 * 50 625

Peilbuis 14 Barium Zink

180 79

180 * 79 *

50 625

Voormalige opslag bestrijdingsmiddelen Boring

11 (0.2-0.7)

Heptachloor- epoxide Chloordaan

0.007 0.0082

0.0189 * 0.218 *

0.002 0.002

4 4 Peilbuis 11

Combinatie

Barium Kwik

260 0.085

260 * 0.085 *

50 625

1 AW2000

In de vierde kolom van tabel 5 wordt het toetsingsresultaat overeenkomstig BoToVa als volgt aangeduid:

- concentratie kleiner of gelijk aan AW of S;

* concentratie groter dan AW of S en kleiner of gelijk aan T;

** concentratie groter dan T en kleiner of gelijk aan I;

*** concentratie groter dan I.

Aangezien het gehalte PAK in BG IV de interventiewaarde overschrijdt, heeft separate analyse plaatsgevonden van de grondmonsters uit dit mengmonsters op PAK om te achterhalen of sprake is van een diffuse verontreiniging met PAK of van een puntbron.

Het mengmonster van de bovengrond BG IV is opgebouwd uit de volgende bodemlagen:

boringen 17 (0.5-0.7 m-mv), 39 (0.2-0.7 m-mv) en 33 (0.2-0.7 m-mv).

De resultaten van de separate analyse zijn besproken in paragraaf 4.4.

(16)

Kruse Milieu BV Project: 16007210 Pagina 13 van 17

4.4 Separate analyses

Naar aanleiding van het sterk verhoogde PAK-gehalte in het mengmonster BG IV heeft

separate analyse plaatsgevonden van de monsters uit het mengmonster op PAK. De resultaten (verhoogde concentraties) van de separate analyses zijn weergegeven in onderstaande tabel 6.

Tabel 6: Verhoogde concentraties (mg/kg droge stof).

Monster (laagdiepte)

Component Gemeten concentratie

GSSD Achtergrond- waarde1

Interventie- waarde boring 39

(0.5-0.7 m-mv)

PAK 520 525.5 *** 1.5 40

Uit de separate analyses blijkt dat de bovengrond van boring 39 sterk verontreinigd is met PAK.

In boringen 17 (0.5-0.7) en 33 (0.2-0.7) zijn geen verhoogde gehalten gemeten.

4.5 Bespreking resultaten chemische analyses

Zoals in de vorige paragraaf is weergegeven, zijn er enkele verontreinigingen aangetoond. In deze paragraaf worden mogelijke verklaringen gegeven voor de analyseresultaten.

Onverdachte locatie Bovengrond BG I - PAK

Zoals reeds beschreven in paragraaf 3.1, zijn verontreinigingen in de grond met metalen en PAK niet ongebruikelijk op locaties, waar al tientallen jaren sprake is geweest van bebouwing (en bewoning). Oorzaak voor het zeer licht verhoogde gehalte wordt gezocht in de

waargenomen bodemvreemde materialen. Aangezien de tussenwaarde niet wordt overschreden, is het uitvoeren van een nader onderzoek niet noodzakelijk.

Bovengrond - BG III - PCB

Het licht verhoogde PCB-gehalte is op basis van de beschikbare gegevens niet direct

verklaarbaar. Aangezien de tussenwaarde niet wordt overschreden, is het uitvoeren van een nader onderzoek niet noodzakelijk.

Bovengrond BG IV - Minerale olie, PCB en PAK

In bovengrondmengmonster BG IV is een sterk verhoogd PAK-gehalte aangetoond en zijn licht verhoogde gehaltes minerale olie en PCB aangetoond.

Na separate analyse van de monsters uit BG IV op PAK blijkt dat de de grond ter plekke van boring 39 (0.2 - 0.7 m-mv) sterk verontreinigd is met PAK.

Sanering is op dit moment niet noodzakelijk omdat er in de huidige situatie geen blootstellingsrisico’s zijn (er is een verhardingslaag aanwezig).

Indien het terrein wordt herontwikkeld is sanering mogelijk wel noodzakelijk. Voorafgaande aan een eventuele sanering dient nader onderzoek plaats te vinden. Sanering kan alleen

plaatsvinden, indien er een saneringsplan is opgesteld welke is goedgekeurd door het bevoegd gezag. Een eventuele sanering dient plaats te vinden door een erkend bedrijf.

De sterke verontreiniging met PAK mag zonder toestemming van het bevoegd gezag niet worden verminderd of worden verplaatst.

(17)

Voor het overige onderzochte deel van het terrein zijn er geen belemmeringen voor het hoofddoel (bestemmingsplanwijziging en herontwikkeling).

Grondwater peilbuis 12 - Xylenen en naftaleen

Voor de zeer licht verhoogde concentraties is niet direkt een oorzaak aan te wijzen. Aangezien de tussenwaarden niet worden overschreden, wordt het uitvoeren van nader onderzoek niet noodzakelijk geacht.

Grondwater peilbuizen 13 en 14 - Barium en/of zink

De aangetoonde licht verhoogde barium- en zinkgehaltes in het grondwater zijn mogelijk te wijten aan natuurlijk verhoogde achtergrondwaarden. In de ondergrond zijn roesthoudende lagen waargenomen, wat duidt op de natuurlijke aanwezigheid van metalen in de bodem.

Aangezien de tussenwaarde niet wordt overschreden, wordt het uitvoeren van nader onderzoek niet noodzakelijk geacht.

Voormalige opslag bestrijdingsmiddelen Bovengrond - Boring 11 - OCB

Aangezien de gemeten gehalten de tussenwaarden niet overschrijden, is het uitvoeren van aanvullend onderzoek niet noodzakelijk.

Grondwater peilbuis 11 - Barium en kwik

Het aangetoonde licht verhoogde bariumgehalte in het grondwater is mogelijk te wijten aan een natuurlijk verhoogde achtergrondwaarde. Voor de concentratie kwik is niet direkt een oorzaak aan te wijzen. Mogelijk dat deze veroorzaakt wordt door de voormalige opslag van

bestrijdingsmiddelen ter plekke. Aangezien de tussenwaarde niet wordt overschreden, wordt het uitvoeren van nader onderzoek niet noodzakelijk geacht.

(18)

Kruse Milieu BV Project: 16007210 Pagina 15 van 17

5 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Algemeen

In opdracht van VOF De Esch i.o. is in een verkennend bodemonderzoek de bodem op een terrein met een oppervlakte van 26800 m² aan de Almeloseweg 45 in Tubbergen onderzocht.

De aanleiding van dit onderzoek is de bestemmingsplanwijziging en de geplande nieuwbouw van woningen. In het kader van de bestemmingsplanwijziging en de aanvraag van de

omgevingsvergunning dient onderzoek te worden uitgevoerd naar de bodemkwaliteit.

De onderzoekslocatie is deels bebouwd met een voormalig tuincentrum. Rondom de

bebouwing bevindt zich een oprit en parkeerplaats welke is verhard met klinkers. Inpandig is een verharding met voornamelijk klinkers en tegels aanwezig.

Resultaten veldwerk

Het terrein is beschouwd als onverdacht met een verdachte deellocatie ter plaatse van de voormalige opslag van bestrijdingsmiddelen.

In totaal zijn er 38 boringen verricht. Er zijn 4 boringen afgewerkt tot peilbuizen. Gebleken is dat de bodem ter plaatse onder een toplaag van zeer fijn tot matig fijn zand zeer wisselend van opbouw is. Vanaf 0.7 m-mv wordt matig fijn tot zeer fijn zand afgewisseld met een leem-laagje (dikte 0.3 meter). Plaatselijk is vanaf 0.7 m-mv leem opgeboord tot einde boordiepte. Ter plaatse van boringen 12 en 18 is vanaf 0.7 m-mv een leemlaag aangetroffen tot 1.2 m-mv waaronder tot einde boordiepte (2.3 m-mv) klei is opgeboord. In de grond zijn roest- en/of oerhoudende lagen aangetroffen. Er zijn bodemvreemde materialen waargeno-men, welk in tabel 2 zijn weergegeven. Door de veldwerker zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen op het maaiveld, in de puinlagen of in de bodem. Het freatische grondwater is in de peilbuizen aangetroffen op een gemiddelde diepte van 0.48 meter min maaiveld.

Resultaten chemische analyses

Op basis van de resultaten van de chemische analyses wordt het volgende geconcludeerd:

Onverdacht deel

- Bovengrondmengmonster BG I is licht verontreinigd met PAK;

- Bovengrondmengmonster BG II is niet verontreinigd;

- Bovengrondmengmonster BG III is licht verontreinigd met PCB;

- Bovengrondmengmonster BG IV is licht verontreinigd met minerale olie, PCB en sterk verontreinigd met PAK;

- Na separate analyse van de grondmonsters uit grondmengmonster BG IV op PAK:

- Grondmonster 17 (0.5-0.7 m-mv) is niet verontreinigd met PAK;

- Grondmonster 33 (0.2-0.7 m-mv) is niet verontreinigd met PAK;

- Grondmonster 39 (0.2-0.7 m-mv) is sterk verontreinigd met PAK;

- Bovengrondmengmonster BG V is niet verontreinigd ; - Ondergrondmengmonster OG I is niet verontreinigd;

- Ondergrondmengmonster OG II is licht verontreinigd met PAK;

- het grondwater uit peilbuis 11 is licht verontreinigd met barium en kwik;

- het grondwater uit peilbuis 12 is (zeer) licht verontreinigd met xylenen en naftaleen;

- het grondwater uit peilbuis 13 is licht verontreinigd met barium;

- het grondwater uit peilbuis 14 is licht verontreinigd met barium en zink.

Voormalige opslag bestrijdingsmiddelen:

- de bovengrond ter plaatse van boring 11 is licht verontreinigd met heptachloorepoxide en chloordaan;

- het grondwater uit peilbuis 11 (combinatiepeilbuis) is licht verontreinigd met barium en kwik.

(19)

Hypothese

De hypothese "onverdachte locatie" dient te worden verworpen, aangezien enkele overschrijdingen van de achtergrond-, streef- en interventiewaarden zijn aangetoond.

De hypothese "verdachte locatie" ter plaatse van de voormalige opslag van

bestrijdingsmiddelen kan worden aangenomen, gezien de overschrijdingen van de achtergrond- en streefwaarden.

Conclusies en aanbevelingen

In enkele grondmengmonsters en in het grondwater zijn enkele lichte tot sterke verontreinigingen aangetoond. Voor een beschrijving en mogelijke verklaringen wordt verwezen naar de paragrafen 4.3 en 4.4.

De laag van 0.2 tot 0.7 m-mv ter plaatse van de boring 39 is sterk verontreinigd met PAK.

Geadviseerd wordt een nader onderzoek uit te voeren naar deze PAK-verontreiniging. De sterke verontreiniging met PAK mag in de huidige situatie niet zonder toestemming van het bevoegd gezag worden verminderd of verplaatst. Geadviseerd wordt om de erfverharding in stand te houden (om contact- en/of blootstellingsrisico’s te vermijden of te voorkomen).

Sanering is op dit moment niet noodzakelijk omdat in de huidige situatie geen blootstellings- risico’s zijn (er is een verhardingslaag aanwezig). Indien het terrein wordt herontwikkeld is sanering mogelijk wel noodzakelijk. Voorafgaande aan een eventuele sanering dient nader onderzoek plaats te vinden. Sanering kan alleen plaatsvinden indien er een saneringsplan is opgesteld welke is goedgekeurd door het bevoegd gezag. Een eventuele sanering dient plaats te vinden door een erkend bedrijf.

Voor het overige onderzochte deel van het terrein zijn er geen belemmeringen voor het hoofddoel (bestemmingsplanwijziging en herontwikkeling).

Op basis van het historisch vooronderzoek kan gesteld worden dat de onderzoekslocatie niet asbestverdacht is. Door de veldwerker zijn visueel geen asbestverdachte materialen

waargenomen op het maaiveld, in de bodem of in de puinlagen. De onderzoekslocatie kan worden beschouwd als niet asbestverdacht.

Voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor de geplande woningbouw op de locatie Almeloseweg 51/51a is een verkennend bodemonderzoek noodzakelijk.

Standaard slotopmerkingen

Het volgende dient opgemerkt te worden: gezien het verkennende karakter van dit onderzoek is het, ondanks de zorgvuldigheid waarmee het is uitgevoerd, altijd mogelijk dat eventueel lokaal voorkomende verontreinigingen niet zijn ontdekt. Hoewel voldaan wordt aan de geldende wet- en regelgeving, wordt tijdens een verkennend bodemonderzoek een beperkt aantal

boringen of inspectiegaten verricht.

Vermeld dient tevens te worden dat op basis van voorliggend onderzoek geen conclusies kunnen worden getrokken omtrent de bodemkwaliteit van andere terreindelen of aangrenzende percelen.

Tenslotte dient in acht genomen te worden dat elk bodemonderzoek een momentopname is.

Eventuele toekomstige calamiteiten (bijvoorbeeld brand of morsing van bodemvreemde vloeistoffen), sloopwerkzaamheden of bouwrijp maken en aanvoer van grond van elders kunnen de bodemkwaliteit (sterk) beïnvloeden.

(20)

Kruse Milieu BV Project: 16007210 Pagina 17 van 17

6 Literatuur

Informatie van de gemeente Tubbergen

NEN 5707, “Bodem - Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond”, NNI Delft, augustus 2015

NEN 5725, “Bodem. Leidraad bij het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek”, NNI Delft, januari 2009

NEN 5740, "Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend

bodemonderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond”, NNI Delft, januari 2009

NTA 5755, "Bodem - Landbodem. Strategie voor het uitvoeren van nader onderzoek - Onderzoek naar de aard en omvang van bodemverontreiniging", NNI Delft, juli 2010 NEN 5897, “Monsterneming en analyse van asbest in onbewerkt bouw- en sloopafval en recyclinggranulaat” NNI Delft, augustus 2015

Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013, Ministerie van I&M Topografische kaarten, Topografische Dienst Emmen

Grondwaterkaart van Nederland, TNO Grondwater en Geo-Energie, Delft Archief Kruse Milieu BV

www.overijssel.nl, bodem- en wateratlas www.ahn.nl

www.watwaswaar.nl www.dinoloket.nl

(21)

Bijlage I

Regionale ligging locatie Ontwerpschets, januari 2018

Situatieschets Kruse Milieu BV met boorlocaties 1998 Situatieschets Kruse Milieu BV met boorlocaties 2016

(22)

Topografische kaart Schaal: 1:25000

Kruse Milieu BV

Bijlage: I

Kaartmateriaal: Topografische dienst Kadaster

Almeloseweg 45 Tubbergen

(23)
(24)
(25)

VOF De Esch i.o.

Almeloseweg 45 7651 ND Tubbergen

Verkennend bodemonderzoek

0 50

: 16007210

: 1:1000 (A3-formaat)

Huyerenseweg 33 7678 SC Geesteren www.krusegroep.nl

0546 - 639663 0546 - 639662 Tel:

Fax:

Projectcode Schaal

Kruse Milieu BV

Veldwerker: JH Tekenaar: JK

= Boring tot 0.5 meter diepte

= Boring tot 1.5/2.0 meter diepte

= Onderzoekslocatie

= Boring tot 1.0 meter diepte

= Inspectiegat 30x30x50 cm

11

12

13 14

15

16

17 18

19

20

21

22

24 23 25

26

27 29 28

30 31 32

33

34

35

36 37

38 39

40 41

43

44

45 46

47 48

A

A = Opslag bestrijdingsmiddelen

42

vml. weg vml. weg

(26)

Bijlage II Boorstaten

(27)

Boring: 11

0

50

100

150

200

250

300

350

1

2

klinker

0 8

Zand, matig fijn, lichtbeige, ophoogzand

20

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, bruinzwart

70

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin

120

Zand, matig fijn, matig oerhoudend, licht roodbeige

140

Leem, sterk zandig, sporen roest, sporen oer, geelgrijs

160

Zand, matig fijn, sporen roest, licht geelgroen

180

Leem, zwak zandig, sporen roest, licht geelgroen

220

Leem, donker zwartgrijs

350

Boring: 12

0

50

100

150

200

1

2

klinker

0 8

Zand, matig fijn, lichtbeige, ophoogzand

13

uiterst puinhoudend, sterk zandhoudend, bruinrood, puingranulaat

70

Leem, sterk zandig, sporen roest, donker geelgroen

120

Klei, sporen roest, licht geelgrijs

230

(28)

Projectcode: 16007210 Opdrachtgever: VOF De Esch i.o. Lokatie: Almeloseweg 45 - Tubbergen

Boring: 13

0

50

100

150

200

1

2

3

weiland

0

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen oer, donkerbruin

40

Zand, matig fijn, sporen teelaarde, sporen oer, bruinbeige

70

Zand, matig fijn, zwak grindig, matig oerhoudend, licht roodbeige

120

Leem, matig zandig, sporen roest, licht geelgroen

150

Zand, zeer fijn, matig siltig, sporen roest, licht geelbeige

200

Boring: 14

0

50

100

150

200

1

2

braak

0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen oer, sporen wortels, donkerbruin

80

Leem, sporen roest, licht geelgroen

150

Leem, zwak zandig

200

Leem, sterk zandig, sporen roest, geelgroen

240

Boring: 15

0

50

100

1

2

gras

0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen oer, sporen wortels, sporen baksteen, donkerbruin

60

Leem, sporen roest, licht geelgroen

100

Boring: 16

0

50

100

1

2

klinker

0 8

Zand, matig fijn, lichtbeige, ophoogzand

15

uiterst puinhoudend, sterk zandhoudend, bruinrood, puingranulaat

70

Leem, sporen roest, licht geelgroen

100

Boring: 17

0

50

100

1

2

3

4

klinker

0 8

Zand, matig fijn, licht grijsbeige, ophoogzand

50

Zand, matig fijn, sporen teelaarde, sporen planten, donker bruingrijs, ophoogzand, geroerd

70

Zand, matig fijn, sporen oer, roodbruin

90

Klei, sporen roest, licht geelgrijs

110

Zand, matig fijn, lichtgrijs

130

Leem, matig zandig, lichtgrijs

135

Boring: 18

0

50

100

150

1

2

3

4

steen

0 5

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, donker beigebruin, geroerd

50

Zand, matig grof, lichtbeige, ophoogzand

85

Leem, sterk zandig, sporen teelaarde, donker groengrijs

120

Klei, sporen roest, licht geelgroen

150

(29)

Boring: 19

0

50

100

150

200

1

2

3

4

klinker

0 8

Zand, matig fijn, lichtbeige, ophoogzand

15

uiterst puinhoudend, sterk zandhoudend, bruinrood, puingranulaat

35

Zand, uiterst fijn, sterk siltig, zwak humeus, sporen wortels, donkerbruin

130

Zand, matig fijn, sporen roest, sporen oer, sporen teelaarde, licht bruinbeige

200

Boring: 20

0

50

100

150

1

2

3

4

klinker

0 8

Zand, matig grof, licht grijsbeige, ophoogzand

50

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen wortels, donkerbruin

70

Zand, matig fijn, grijs

120

Zand, matig fijn, sporen roest, licht geelgrijs

150

Boring: 21

0

50

100

150

1

2

3

4

klinker

0 8

Zand, matig grof, lichtbeige, ophoogzand

30

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruinzwart

125

Zand, matig fijn, sporen roest, licht geelgroen

150

Boring: 22

0

50

100

150

1

2

3

weiland

0

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen wortels, sporen oer, donkerbruin

60

Zand, matig fijn, zwak grindig, sporen teelaarde, licht bruingrijs

80

Zand, matig fijn, zwak grindig, lichtgrijs, ijzerconcreties

120

Zand, matig fijn, sporen roest, licht geelbeige

150

Boring: 23

0

50

100

150

1

2

3

4

weiland

0

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen wortels, donkerbruin

30

Zand, matig fijn, sporen teelaarde, licht bruinbeige

60

Zand, matig fijn, sporen oer, licht roodbeige, ijzerconcreties

90

Zand, matig fijn, matig oerhoudend, licht roodgeel, harde oerlaag

140

Zand, matig fijn, sporen roest, licht geelbeige

150

Boring: 24

0

50

1

weiland

0

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen wortels, sporen oer, donkerbruin

50

(30)

Projectcode: 16007210 Opdrachtgever: VOF De Esch i.o. Lokatie: Almeloseweg 45 - Tubbergen

Boring: 25

0

50

1

weiland

0

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen wortels, sporen oer, donkerbruin

50

Boring: 26

0

50

1

weiland

0

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen wortels, sporen oer, donkerbruin

40

Zand, matig fijn, sporen teelaarde, sporen oer, licht bruingrijs

50

Boring: 27

0

50

1

weiland

0

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen wortels, sporen oer, donkerbruin

50

Boring: 28

0

50

1

weiland

0

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen wortels, sporen oer, donkerbruin

50

Boring: 29

0

50

1

weiland

0

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen wortels, sporen oer, sporen grind, donkerbruin

30

Zand, matig fijn, zwak grindig, sporen wortels, bruinbeige

50

Boring: 30

0

50

1

weiland

0

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen wortels, donkerbruin

50

Boring: 31

0

50

1

weiland

0

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen wortels, donkerbruin

50

Boring: 32

0

50

100

1

2

3

tegel

0 5

Zand, matig grof, lichtbeige, ophoogzand

15

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen leem, bruinzwart, geroerd

40

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen wortels, bruinzwart

100

Boring: 33

0

50

100

1

2

3

klinker

0 8

Zand, matig grof, lichtbeige, ophoogzand

20

Zand, matig fijn, zwak grindig, zwak puinhoudend, grijsbruin, geroerd met puingranulaat

80

Zand, matig fijn, sporen grind, grijs

100

Zand, matig fijn, sterk grindig, beige, boring gestaakt op grindlaag

105

Boring: 34

0

50

1

2

3

klinker

0 8

Zand, matig fijn, lichtbeige, ophoogzand

15

uiterst puinhoudend, sterk zandhoudend, bruinrood, puingranulaat

35

Zand, uiterst fijn, sterk siltig, zwak humeus, sporen roest, grijszwart

60

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak grindig, sporen wortels, sporen teelaarde, donker bruingrijs

85

Zand, matig fijn, sterk roesthoudend, roodgeel

90

(31)

Boring: 35

0

50

1

2

klinker

0 8

Zand, matig grof, lichtbeige, ophoogzand

30

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruinzwart

60

Boring: 36

0

50

1

tuin

0

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen wortels, sporen planten, donkerbruin

50

Boring: 37

0

50

1

2

tegel

0 5

Zand, matig grof, lichtbeige, ophoogzand

30

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen teelaarde, donker grijsbruin

70

Boring: 38

0

50

1

2

klinker

0 8

Zand, matig grof, lichtbeige, ophoogzand

40

Zand, uiterst fijn, matig siltig, sporen teelaarde, donker bruingrijs

70

Boring: 39

0

50

100

1

2

3

4

klinker

0 8

Zand, matig fijn, licht grijsbeige, ophoogzand

50

Zand, matig fijn, sporen teelaarde, sporen grind, licht bruinbeige, ophoogzand, geroerd

70

Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, bruinzwart, geroerd

90

Zand, zeer fijn, matig siltig, sporen wortels, matig leemhoudend, lichtgrijs

120

Boring: 40

0

50

1

2

klinker

0 8

Zand, matig grof, lichtbeige, ophoogzand

30

Zand, uiterst fijn, matig siltig, matig humeus, zwak grindig, donkerbruin

50

Boring: 41

0

50

1

2

tegel

0 6

Zand, matig fijn, lichtbeige, ophoogzand

40

Zand, uiterst fijn, uiterst siltig, matig humeus, donkerbruin

70

Boring: 42

0

50

100

1

2

3 4

5

klinker

0 8

Zand, matig fijn, lichtbeige, ophoogzand

35

uiterst puinhoudend, sterk zandhoudend, sterk roesthoudend, geen olie-water reactie, grijszwart, oude verhardingslaag

60

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak roesthoudend, zwart

70

Klei, donkergrijs

75

Zand, matig fijn, geen olie-water reactie, donkergrijs

130

(32)

Projectcode: 16007210 Opdrachtgever: VOF De Esch i.o. Lokatie: Almeloseweg 45 - Tubbergen

Boring: 43

0

50

100

1

2

klinker

0 8

Zand, matig fijn, lichtbeige, ophoogzand

15

uiterst puinhoudend, sterk zandhoudend, bruinrood, puingranulaat

70

Leem, zwak zandig, sporen roest, donker geelgroen

100

Boring: 44

0

50

100

1

2

klinker

0 8

Zand, matig fijn, lichtbeige, ophoogzand

15

uiterst puinhoudend, sterk zandhoudend, bruinrood, puingranulaat

60

Leem, sporen roest, licht geelgroen

100

Boring: 45

0

50

1

tuin

0

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen wortels, donkerbruin

50

Boring: 46

0

50

100

1

2

klinker

0 8

Zand, matig fijn, lichtbeige, ophoogzand

15

uiterst puinhoudend, sterk zandhoudend, bruinrood, puingranulaat

60

Leem, sporen roest, licht geelgroen

100

Boring: 47

0

50

1

gras

0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen oer, sporen wortels, donkerbruin

50

Boring: 48

0

50

1

gras

0

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen oer, sporen wortels, donkerbruin

35

Zand, matig fijn, zwak grindig, sporen oer, sporen wortels, licht roodbeige

50

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheid

is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheid

is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheid

is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheid

is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheid

is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheid

is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheid

is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheid