• No results found

Taak na blok 6 les 6 TAAK 41. Tip! Benoem de delen van deze figuur. We noemen deze figuur een cirkel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Taak na blok 6 les 6 TAAK 41. Tip! Benoem de delen van deze figuur. We noemen deze figuur een cirkel"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tip!

Benoem de delen van deze figuur.

We noemen deze figuur een .

Het punt in het midden van de cirkel is het .

De blauwe lijn is de of de .

De groene lijn is de .

1

Kleur de figuren die dezelfde vorm hebben in dezelfde kleur.

Noteer het aantal vormen dat je ziet.

Ik zie Ik zie

Ik zie Ik zie

2

De cirkel

de cirkel de straal [OA]

het middelpunt O de middellijn of diameter [BC]

B C

A O

8 1

7 18

cirkel

middelpunt

diameter middellijn

straal

(2)

Los op.

6 × 50 = 5 × 60 =

8 × 20 = 30 × 9 =

8 × 90 = 80 × 6 =

3

Los op. Je mag tussenstappen gebruiken.

4 × 18 =

3 × 22 =

25 × 3 =

4 × 81 =

3 × 26 =

2 × 65 =

8 × 111 =

91 × 6 =

25 × 3 =

52 × 7 = 4

Lees het vraagstuk.

Los op met behulp van het stappenplan.

Menno is 35 jaar en laadt fruit in de bestelwagen. Eerst 23 kg peren.

De kist appelen weegt 5 kg meer en de doos bananen weegt 4 kg minder dan de peren.

Hoeveel kg weegt het fruit samen?

Antwoordzin:

5

kist appelen: 23 + 5 = 28 doos bananen: 23 – 4 = 19

samen: 23 + 28 + 19 = 70 à 70 kg

Het fruit weegt samen 70 kg.

(4 × 10) + (4 × 8)

= 40 + 32 = 72 (3 × 20) + (3 × 2)

= 60 + 6 = 66 (20 × 3) + (5 × 3)

= 60 + 15 = 75 (4 × 80) + (4 × 1)

= 320 + 4 = 324 (3 × 20) + (3 × 6)

= 60 + 18 = 78

(2 × 60) + (2 × 5)

= 120 + 10 = 130

(8 × 100) + (8 × 10) + (8 × 1)

= 800 + 80 + 8 = 888 (90 × 6) + (1 × 6)

= 540 + 6 = 546 (20 × 3) + (5 × 3)

= 60 + 15 = 75 (50 × 7) + (2 × 7)

= 350 + 14 = 364

300 300

160 270

720 480

(3)

Maak een schatting.

Reken al cijferend uit.

Controleer: vergelijk de uitkomst met de schatting.

841 – 481 = 891 – 238 =

Ik schat: Ik schat:

H T E

Goed geschat?

ja nee

H T E

Goed geschat?

ja nee 1

Maak een schatting.

Los al cijferend op.

Controleer: vergelijk de uitkomst met de schatting.

427 – 278 = 512 – 265 = 3 × 265 =

Ik schat: Ik schat: Ik schat:

H T E H T E H T E

Goed geschat?

ja nee

Goed geschat?

ja nee

Goed geschat?

ja nee 2

meerdere schattingen mogelijk

10

8 4 1

– 4 8 1

3 6 0

10

8 9 1

– 2 3 8 6 5 3

360 653

800 – 500 = 300 900 – 200 = 700

2 6 5

× 3 1 1

7 9 5

meerdere schattingen mogelijk

10

10

4 2 7

– 2 7 8 1 4 9

10

10

5 1 2

– 2 6 5 2 4 7

149 247 795

400 – 300 = 100 500 – 300 = 200 3 × 300 = 900

(4)

Maak de bewerkingen met de vermenigvuldigingswip.

21 × 30 = â â

× =

25 × 16 = â â

× =

9 × 20 = â â

× =

14 × 5 = â â

× =

3

Tip!

één factor vermenigvuldigen en de andere factor delen door hetzelfde getal p De uitkomst blijft gelijk.

6 × 10 = 60 4 × 12 = 48

: 2 2 × 2 × : 2

3 × 20 = 60 8 × 6 = 48

De vermenigvuldigingswip

G/B 8

Los op. Je mag tussenstappen gebruiken.

486 – 215 = 750 – 159 = 630 – 70 = 800 – 15 = 4

630

630

400

400 180

180

70

70

63 100

18 7

10 4

10 10

3 × 4 ×

2 × : 2

: 3 : 4

: 2 2 ×

meerdere tussenstappen mogelijk 486 – 200 – 10 – 5 = 286 – 10 – 5 = 276 – 5 = 271

750 – 100 – 50 – 9 = 650 – 50 – 9 = 600 – 9 = 591 630 – 30 – 40 = 600 – 40 = 560

800 – 10 – 5 = 790 – 5 = 785

(5)

Kleur wat bij elkaar hoort in dezelfde kleur.

inhoud van een eetlepel

flesje

drinkyoghurt brik melk paperclip pak suiker

1 l 1 g 1 cl 1 kg 1 dl

1

Tip!

Inhoud

l dl cl

Gewicht

kg g

Inhoud en gewicht

Vul in.

Gebruik de tabellen.

INHOUD GEWICHT

l dl cl kg g

3 000 g = kg

660 cl = dl

4 l = cl

5 kg = g

2 l = dl

75 l = dl

2

3 0 0 0 3

6 6 0 66

4 0 0 400

5 0 0 0 5 000

2 0 20

7 5 0 750

(6)

Lees de uitspraak.

Schat of ze waar is of niet waar. Zet een kruisje.

Zoek uit of de uitspraak klopt door te wegen, te meten of op het pak te kijken.

Zet een kruisje in de juiste kolom.

Ik schat. Ik kijk na.

WAAR NIET WAAR WAAR NIET WAAR

De inhoud van een flesje bier is 25 cl.

Een pak suiker weegt 10 kg.

De inhoud van een fles wijn is 7 cl.

De inhoud van een emmer is ongeveer 10 liter.

De inhoud van een brik melk is 1 l.

3

Vul in.

Los eerst de haakjes op.

60 : (3 × 2) = 20 : (2 × 5) =

60 : (10 + 10) = 40 : (5 + 5) =

40 : (4 × 2) = 15 : (5 × 3) =

50 : (10 : 5) = 5 × (3 – 2) =

3 × (4 + 7) = (40 – 20) × 2 =

(10 – 5) × 6 = 25 – (20 – 3) =

50 – (30 – 10) = 24 + (9 + 7) =

4

60 : 6 = 10 20 : 10 = 2

60 : 20 = 3 40 : 10 = 4

40 : 8 = 5 15 : 15 = 1

50 : 2 = 25 5 × 1 = 5

3 × 11 = 33 20 × 2 = 40

5 × 6 = 30 25 – 17 = 8

50 – 20 = 30 24 + 16 = 40

×

×

×

×

×

(7)

Los de oefeningen op.

4 × 12 = 13 × 2 = 12 × 5 = 6 × 19 = 16 × 3 = 7 × 17 = 1

Vul aan.

Los op.

496 : 4 =

+ +

784 : 7 =

+ +

2

Tip!

− en : + en × ×

Schakelen

Getallen samen nemen om deze eerst uit te rekenen.

Je kunt haakjes plaatsen of onderstrepen.

3 × 2 × 5 = 3 × (2 × 5) Wisselen

Getallen van plaats wisselen.

3 + 7 = 7 + 3

Splitsen en verdelen

Een getal splitsen en verdelen om gemakkelijker te rekenen.

2 × 13 = (2 × 10) + (2 × 3) = 20 + 6 = 26

DAMAGNIE DAMAG

10 3 Schakelen, wisselen, splitsen en verdelen

G/B 6

(400 : 4) + (80 : 4) + (16 : 4) = 100 + 20 + 4 = 124

400 80 16

(700 : 7) + (70 : 7) + (14 : 7) = 100 + 10 + 2 = 112

700 70 14

(4 × 10) + (4 × 2) = 40 + 8 = 48 (10 × 2) + (3 × 2) = 20 + 6 = 26 (10 × 5) + (2 × 5) = 50 + 10 = 60

(6 × 10) + (6 × 9) = 60 + 54 = 60 + 40 + 14 = 100 + 14 = 114 (10 × 3) + (6 × 3) = 30 + 18 = 48

(7 × 10) + (7 × 7) = 70 + 49 = 70 + 30 + 19 = 100 + 19 = 119

(8)

Vul in hoe de getallen gebruikt worden.

Kies uit: hoeveelheid – rangorde – maatgetal – code.

Ik heb klasnummer 18.

Er zijn 25 leerlingen in de klas.

Ik moet 500 m stappen naar school.

Er is een F16 neergestort.

Ik woon op de 12de verdieping.

3

485 : 5 =

– 7 × 31 =

+

9 × 86 =

Tip!

Een hoeveelheid

De clown heeft vijf ballonnen. In de vaas zitten drie bloemen.

Een rangorde

De Wiskanjer eindigde op de tweede plaats bij de wedstrijd voor tafelkampioen.

De Wiskanjer zit in de derde klas.

Een verhouding/maatgetal

In die emmer kan ruim 10 liter water. Een brood kost ongeveer 2 euro.

Een code

De barcode van het product is 40 181 700 982. Onze auto is een D3.

Functies van de getallen

G/B 7

(500 : 5) – (15 : 5) = 100 – 3 = 97

500 15

(7 × 30) + (7 × 1) = 210 + 7 = 217

30 1

(10 × 86) – (1 × 86) = 860 – 86 = 860 – 60 – 26 = 774

10 1

rangorde hoeveelheid maatgetal code rangorde

(9)

Hoeveel graden lees je af?

Schrijf het onder elke thermometer.

Noteer het aantal graden zo: … °C, -… °C.

0 15 30

-5 10 25

-10 5 20

0 15 30

-5 10 25

-10 5 20

0 15 30

-5 10 25

-10 5 20

0 15 30

-5 10 25

-10 5 20

0 15 30

-5 10 25

-10 5 20

0 15 30

-5 10 25

-10 5 20

1

Tip!

Op een digitale klok lees je voor- of namiddaguren af.

Bijvoorbeeld: Het is half acht.

In de voormiddag

07:30

In de namiddag + 12 uur

19:30

De tijd in de 24-urenschaal

MR 11

3 °C 18 °C 8 °C -8 °C 26 °C -2 °C

(10)

Kijk naar de klok.

Vul de digitale klok aan.

Schrijf eerst de tijd in de voormiddag.

Schrijf daarna de tijd in de namiddag.

: : :

: : :

2

Vul in.

Kijk goed welke bewerking je moet doen.

3

+

:

85

564 64

99

65 4

32

205 8

18

12 2

07:00 19:00

10: 15 22: 15

03:35 15:35

2 53

117

4 132

496

4 219

248

8 359

117

1 87

248

2 140

131

(11)

Maak een schatting.

Kruis aan wat past.

bewerking schatting Het quotiënt zal:

89 : 3 kleiner zijn dan mijn schatting

groter zijn dan mijn schatting

320 : 6 kleiner zijn dan mijn schatting

groter zijn dan mijn schatting

987 : 5 kleiner zijn dan mijn schatting

groter zijn dan mijn schatting 1

Maak een schatting.

Los cijferend op.

Controleer: vergelijk je schatting met het quotiënt.

864 : 2 = 488 : 4 =

Ik schat: Ik schat:

Het quotiënt zal kleiner/groter zijn dan de schatting.

Het quotiënt zal kleiner/groter zijn dan de schatting.

H T E

H T E

H T E

H T E

Het quotiënt ligt in de buurt van de schatting. ja nee

Het quotiënt ligt in de buurt van de schatting. ja nee

2 meerdere schattingen mogelijk

8 6 4 2

– 8 ¦

¦ ¦

¦ 0 6 ¦

¦ 4 3 2

– 6 ¦

¦ 0 4

– 4 0

4 8 8 4

– 4 ¦

¦ ¦

¦ 0 8 ¦

¦ 1 2 2

– 8 ¦

¦ 0 8

– 8 0

432 122

900 : 2 = 450 500 : 4 = 125

90 : 3 = 30 x

300 : 6 = 50

x 1 000 : 5 = 200 x

(12)

Maak de bewerkingen met de delingshalter.

200 : 25 =

s

s

: =

280 : 40 =

s

s

: =

48 : 12 =

s

s

: = 3

Tip!

beide factoren delen door of vermenigvuldigen met hetzelfde getal k De uitkomst blijft gelijk.

= :

= :

: 2 : 2

De delingshalter

G/B 10

Los op.

Zoek het verschil: 651 – 212.

Dit getal maakt deel uit van de tafel van 9 en ligt tussen 65 en 75.

Dit getal is het vijfvoud van het verschil tussen 42 en 35.

Dit getal is het zevenvoud van 8, verminderd met 35.

Het gezochte getal hoort bij de tafels van 2, 3, 6 en 9 en is kleiner dan 20.

Dit getal is de som van 640 – 210 en 987 – 516.

Zoek het drievoud van 4. Vermeerder met 76.

4

: 5 : 5 : 10 : 10 : 6 : 6

439 72 35 21 18 901 88 8

40 5 8

7

28 4 7

4

8 2 4

(13)

Duid aan wat past.

symmetrisch niet symmetrisch

symmetrisch niet symmetrisch

symmetrisch niet symmetrisch 1

Maak de figuur aan de andere kant van de symmetrieas af.

Controleer met een spiegel.

2

Vul in.

27 : 3 = 54 : 9 = 30 : 5 =

20 : 5 = 40 : 8 = 18 : 2 =

48 : 8 = 18 : 3 = 12 : 3 =

35 : 7 = 24 : 8 = 27 : 3 =

72 : 8 = 36 : 9 = 70 : 10 =

3

9 6 6

4 5 9

6 6 4

5 3 9

9 4 7

x

x

x

(14)

gelijkvormig

gelijke vorm en gelijke grootte

gelijkvormig

gelijke vorm en gelijke grootte

gelijkvormig

gelijke vorm en gelijke grootte

gelijkvormig

gelijke vorm en gelijke grootte Vergelijk de vier figuren met de figuur bovenaan.

Duid aan wat past.

4

x x

x x

(15)

Lees.

Los op.

Vijf potjes van mama’s heerlijke chocomousse wegen samen 250 gram.

Hoeveel wegen 3 potjes samen?

Bewerking:

Antwoordzin:

Rik heeft 2 pakjes boter en 1 chocoladereep. Samen wegen ze 550 gram.

De chocoladereep weegt 50 gram.

Hoeveel weegt 1 pakje boter?

Bewerking:

Antwoordzin:

1

Een koe geeft 20 liter melk per dag.

Hoeveel flessen van 1 liter kun je daarmee vullen?

Hoeveel flessen van ½ liter kun je daarmee vullen?

Antwoordzin: Dat zijn flessen van 1 l.

Dat zijn flessen van 1/2 l.

2

Los op.

3

162 Start

– 69 + 284 + 361

– 45 – 152

Einde 541 693

738 377

93 20 40 250 : 5 = 50 50 × 3 = 150

3 potjes wegen samen 150 g.

550 – 50 = 500 500 : 2 = 250

1 pakje boter weegt 250 g.

(16)

De leerlingen van het derde leerjaar maken een diagram over hun schoenmaat.

4

Hoeveel leerlingen zijn er in deze klas?

Bewerking:

Antwoordzin:

Welke schoenmaat komt het minst voor?

Antwoordzin:

Hoeveel keer komt schoenmaat 34 voor?

Antwoordzin:

Hoeveel leerlingen met schoenmaat 32 zijn er meer dan leerlingen met schoen- maat 31?

Bewerking:

Antwoordzin:

1 5

31 32 33 34 35

2 6

4 8

3 7

schoenmaat

aantal leerlingen

2 + 4 + 7 + 6 + 1 = 20

Er zijn 20 leerlingen in deze klas.

Schoenmaat 35 komt het minste voor.

Schoenmaat 34 komt 6 keer voor.

4 – 2 = 2

Er zijn 2 leerlingen meer met schoenmaat 32 dan met schoenmaat 31.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een toegangspoort tot een kasteel heeft aan de bovenkant de vorm van een spitsboog en heeft in een vooraanzicht de vorm zoals in figuur 6 is afgebeeld.. Het gedeelte OPQ in dit

Wanneer de springstok rechtop staat en niet wordt belast, bevindt de zuiger zich onder in de cilinder zoals in figuur 11.. figuur 10 figuur 11

In de tekst van de transformator staat een voorschrift voor de maximale lengte van een snoer aangegeven: “L USCITA MAX mt 2”. 3p 25 † Beredeneer met behulp van

3p 17 † Laat met een berekening zien dat de gegeven waarde van D zowel wat betreft getalwaarde als wat betreft significantie in overeenstemming is met de benodigde gegevens

Een kandidaat moet een vraag beantwoorden maar heeft geen idee welk antwoord juist is en welke antwoorden onjuist zijn. Er zijn heel veel mogelijkheden voor de kandidaat om die

Geef je eindantwoord in

Zo plakken we er steeds rechtsboven een gelijkzijdige driehoek aan, de ene keer met de top naar beneden, de andere keer met de top naar boven.. De zijden van de nieuw te

Het kunstwerk is gemaakt volgens een bepaald proces: “halvering van vlakken”. Dat vierkant heeft hij in twee even grote rechthoeken verdeeld. Beide rechthoeken heeft hij weer in