Veiligheidsladder – Veiligheidscultuur naar een hoger plan
NEN organiseert een bijeenkomst drones | pagina 9 In kaart brengen van fysieke belasting | pagina 22
01 / 2018
Industrie &
Veiligheid
Dit magazine is een uitgave van NEN | Maart 2018
AGENDA 2018
COLOFON
In NENIndustrie&Veiligheid wordt een brede groep van vakmensen geïnformeerd over ontwikkelingen en veranderingen op gebied van Wet- en regelgeving en normontwikkeling op gebied van industriële veiligheid.
Onderwerpen zoals Arboveiligheid, veiligheid in de transportsector en chemische industrie komen ruim aan bod .Verder wordt de lezer bediend met analyses en interviews gerelateerd aan normalisatie en het wettelijk kader.
Uitgever
Nederlands Normalisatie-instituut (NEN) Vlinderweg 6, 2623 AX Delft, Postbus 5059, 2600 GB Delft, telefoon: (015) 2 690 180, Fax: (015) 2 690 207, e-mail: advies.machinebouw@nen.nl
website: www.nen.nl
Abonnementen
De online versie van NEN-Industrie & Veiligheid is gratis.
U kunt ook een betaald abonnement nemen op de papier versie. Hiervoor geldt het onderstaande.
Wijzigingen, klachten over bezorging en opgave nieuwe abonnementen: NEN-Klantenservice (015) 2 690 391.
Opzeggingen uitsluitend schriftelijk met een opzeg- termijn van een kalendermaand (dus voor 1 december van het lopende jaar). Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd.
Een jaarabonnement kost € 50,- exclusief BTW voor 4 nummers en kan worden gecombineerd met het lidmaatschap van de Adviespunt Machinebouw.
Leveringsvoorwaarden zie http://www.nen.nl/web/Mijn- NEN/Leveringsvoorwaarden.htm
Advertenties NEN-Industrie&Veiligheid, Vlinderweg 6, 2623 AX Delft, Postbus 5059, 2600 GB Delft,
telefoon: (015) 2 690 180, fax: (015) 2 690 207, e-mail: advies.machinebouw@nen.nl
Redactie NEN Industrie & Veiligheid
Saskia Ham, Jeannette Leenders en Robby Veders Vlinderweg 6, 2623 AX Delft, Postbus 5059, 2600 GB Delft, telefoon: (015) 2 690 180, fax (015) 2 690 207, E-mail: advies.machinebouw@nen.nl
Aan dit nummer hebben meegewerkt
Dieter van Delft, Martijn Drost, Gerd-Jan Frijters, John Fullard, Elma Hagen, Stephanie Jansen, Max Knipschild, Bert Severijnen en Johan van Velthoven
Vormgeving
Buro Eigen, Delfgauw, www.buro-eigen.nl
Drukkerij
Grafia Multimedia, Pijnacker, www.grafia.nl
Reprorechtclausule
Het auteursrecht voor de redactionele inhoud van dit vaktijdschrift wordt voorbehouden. Ongeautoriseerde verveelvoudiging en/of openbaarmaking van het geheel of gedeelten daarvan of op welke wijze ook is verboden.
© Copyright 2006. De opgave van prijzen en technische gegevens vindt plaats buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.
Agenda
Training Technische Documentatie 15 maart 2018, Utrecht
www.nen.nl/trainingtechnischedoc
Training ATEX-richtlijnen en explosieveiligheid:
introductie
20 maart 2018, Utrecht
www.nen.nl/trainingatexintroductie
Training Wet- en regelgeving machines 03 april 2018, Delft
www.nen.nl/trainingmachineveiligheid
Training Risicobeoordeling Machines 10 april 2018, Delft
www.nen.nl/trainingrisicobeoordeling
Training ATEX-Compliance voor verantwoordelijken in de organisatie 18 april 2018, Utrecht
www.nen.nl/trainingatexcompliance
Training Machineveiligheid en CE-markering:
Zelf CE-markeren bij nieuwe en om- en samengebouwde machines
23 april 2018, Delft
www.nen.nl/trainingcemarkeren
Training PED en NEN-EN 13445 deel 1 25 april 2018, Delft
www.nen.nl/trainingnenen13445deel1
Training Wet- en regelgeving machines 09 mei 2018, Eindhoven
www.nen.nl/trainingmachineveiligheid
Training NEN 5509: schrijven van gebruikershandleidingen 18 mei 2018, Utrecht
www.nen.nl/NEN5509gebruikershandleiding
Training Europese regelgeving productveiligheid 22 mei 2018, Utrecht
www.nen.nl/trainingproductveiligheid
Training Risicobeoordeling Machines 23 mei 2018, Eindhoven
www.nen.nl/trainingrisicobeoordeling
NEN organiseert tweemaal per jaar een bijeenkomst Platform Industrie & Veiligheid.
Tijdens de bijeenkomst wordt er ingegaan op de milestones van de Machinerichtlijn, de waarde van normalisatie in de praktijk en de ontwikkelingen binnen de verschillende pijlers van Industriële Veiligheid. Naast het leggen van de link tussen de verschillende pijlers verbindt het Platform onder andere ontwikkelingen binnen
normcommissies met Wetgeving en praktijk ervaringen van de leden van het Platform.
Heeft u interesse of wilt u zich inschrijven?
Op 4 mei is de eerstvolgende bijeenkomst.
Kijk dan voor uitgebreide informatie op www.nen.nl/platform-industrie-veiligheid Of neem contact op met onze adviseurs, telefoon: 015-2690180, e-mail: iv@nen.nl
Platform Industrie & Veiligheid
‘Het verbindend Platform waarin Wetgeving, normalisatie en de praktijk samenkomen’
3
NENIndustrie & Veiligheid 1 / 2018
REDACTIE
Redactie & In dit nummer…
In dit eerste nummer van 2018 staat de Veiligheidsladder centraal. Ontstaan vanuit Prorail voor de spoorwegsector, is NEN sinds juli 2016 schemabeheerder van de Veiligheidsladder en wordt deze bij steeds meer organisaties in verschillende sectoren toegepast. In de industrie is de toepassing van de Veiligheidsladder tot nog toe beperkt, maar zeker relevant. Naast normen die bepaalde processen borgen, richt de Veiligheidsladder zich
op het belangrijk geachte maar lastig toetsbare begrip:
veiligheidscultuur. In dit nummer praten wij u bij over het hoe en wat van dit instrument en waarom het ook voor uw organisatie een meerwaarde kan bieden.
Namens de hele redactie wensen wij u veel leesplezier, Saskia Ham, Jeannette Leenders en Robby Veders
Uw aanspreekpunt 4
De nieuwste onderwerpen
voor normontwikkeling! 5 Overzicht Nieuwe normen 10
Column 12
De oorsprong van de Veiligheidsladder 06 Interview
06 Vaste rubrieken
IN DIT NUMMER…
Contractor Safety en de Veiligheidsladder 16 Achtergrond
NEN organiseert congres ‘De impact van de nieuwe ISO 45001’ 20 Artikel
In kaart brengen van fysieke belasting 22 Normontwikkeling
De Veiligheidsladder kent alleen maar winnaars, geen verliezers. Als toekomstige winnaar, kunt u acties ondernemen om helemaal van trede 1 naar de hoogste trede, trede 5 te klimmen van de Veiligheidsladder. Bij de olympische winterspelen zijn er 102 onderdelen waar per onderdeel één gouden medaille te verdienen is. Bij de Veiligheidsladder bestaat er voor iedere bedrijfstak en voor ieder bedrijf de mogelijkheid om te gaan voor de allerhoogste trede.
Mocht u meer informatie willen over de veiligheidsladder, ga dan naar http://veiligheidsladder.nl/, u kunt ook direct contact met mij opnemen.
De komende maanden organiseren we weer een aantal informatiemiddagen over nieuwe (normalisatie) ontwikkelingen.
Op dinsdag 27 maart 2018 is er bij NEN een bijeenkomst over de ontwikkelingen op het gebied van agro robotics en ICT-toepassingen in de landbouw. U kunt zich aanmelden via de website www.nen.nl/agrorobotics
Op 17 april organiseren we in de Verkadefabriek in Den Bosch een bijeenkomst over de impact van de nieuwe ISO 45001. Veer meer informatie, zie www.nen.nl/
congresiso45001.
Tevens zal er op kort termijn een bijeenkomst plaatsvinden over drones. Heeft u interesse, neem contact op met onze consultant Max Knipschild, max.knipschild@nen.nl Voor een totaaloverzicht van alle evenementen die binnenkort door NEN georganiseerd worden kunt u naar de volgende website gaan, https://www.nen.nl/Evenementen/Agenda.htm
Mocht u interesse, vragen of opmerkingen hebben of u heeft interessante ideeën die u met mij wilt delen, neem gerust contact met mij op. Ik bied u graag een luisterend oor.
Meer informatie
Johan van Velthoven, clustermanager Industrie & Veiligheid johan.vanvelthoven@nen.nl tel 015 2690 337 of 06 33333 882.
Olympisch goud, welke topsporter droomt er niet van? De afgelopen weken hebben acht Nederlandse topsporters hun olympische droom werkelijkheid zien worden en de hoogste trede kunnen beklimmen van het erepodium. Helaas zijn er ook altijd verliezers te betreuren, zoals Sven Kramer die het weer niet gelukt is om een gouden olympische medaille te halen op zijn 10 km.
Uw aanspreekpunt
NEN Industrie & Veiligheid:
UW AANSPREEKPUNT
Johan van Velthoven
NENIndustrie & Veiligheid 1 / 2018 5 Overzicht nieuwe Normen
DE NIEUWSTE ONDERWERPEN VOOR NORMONTWIKKELING!
(in de periode 30 november tot en met 15 februari 2018)
Ook u kunt ontwikkelingen rechtstreeks volgen en actief beïnvloeden door lid te worden van een NEN-normcommissie. Daardoor bent u als de eerste op de hoogte en krijgt u toegang tot een groot netwerk.
Hieronder vindt u geselecteerde items van de nieuwste onderwerpen waarvoor normontwikkeling gestart gaat worden:
MEEDOEN AAN NORMONTWIKKELING?
Arbo veiligheid
ISO/PWI 9241-123
Ergonomics of human-system interaction -- Part 123: Guidance for software design across device types (form factors)
ISO/PWI 15534-1
Ergonomic design for the safety of machinery -- Part 1: Principles for determining the dimensions required for openings for whole-body access into machinery
ISO/PWI 15534-2
Ergonomic design for the safety of machinery -- Part 2: Principles for determining the dimensions required for access openings
ISO/PWI 15534-3
Ergonomic design for the safety of machinery -- Part 3: Anthropometric data
Logistiek
prEN 13852-1 rev.
Cranes - Offshore cranes - Part 1: General- purpose offshore cranes
prEN 619 rev.
Continuous handling equipment and systems - Safety and EMC requirements for equipment for mechanical handling of unit loads
ISO/PWI 13063
Electrically propelled mopeds and motorcycles -- Safety specifications
Machineveiligheid
prEN 13861 rev.
Safety of machinery - Guidance for the application of ergonomics standards in the design of machinery
New Work Item 194145
Materials and articles in contact with foodstuffs - Plastics: Test methods for overall migration
prEN 14034-1 rev
Determination of explosion characteristics of dust clouds - Part 1: Determination of the maximum explosion pressure pmax of dust clouds
prEN 15188 rev
Determination of the spontaneous ignition behaviour of dust accumulations
prEN 14373 rev
Explosion suppression systems prEN ISO 80079-41
Explosive atmospheres - Part 41: Reciprocating internal combustion engines
ISO/PWI 16417-2
Earth-moving machinery -- Hydraulic Breakers -- Part 2: Test methods
Meer weten? Of interesse in een oriënterend gesprek?
Neem contact op Johan van Velthoven, clustermanager NEN Industrie & Veiligheid
telefoon: (015) 2 690 180 email: iv@nen.nl
U kunt ook meer informatie vinden op onze website: www.nen.nl/Normontwikkeling.htm
DE OORSPRONG VAN
DE VEILIGHEIDSLADDER
Voor dit interview spreekt NEN Industrie en Veiligheid met Dieter van Delft, projectmanager externe kwaliteit voor leveranciers bij Prorail. Hij is ruim 30 jaar werkzaam bij Prorail, en voorganger NS, en heeft een financiële achtergrond. Vanuit zijn functie als projectmanager kwaliteit van externe leveranciers is het onderwerp veiligheid op zijn pad gekomen. Dat heeft er mee te maken, zo legt hij uit, dat Prorail de daadwerkelijke werkzaamheden aan het spoor grotendeels uitbesteedt aan derden en zelf als inframanager opereert. In het aanbesteden van het werk stelt Prorail allerlei eisen aan de kwaliteit van het uit te voeren werk, maar ook omtrent het veilig werken aan het spoor.
Ontstaan veiligheidsladder
In 2011 vond een bijeenkomst van de raad van bestuur van Prorail plaats waar het onderwerp veiligheid op de agenda stond. Hoewel in de spoorwegsector veilig werd gewerkt, gebeurden er ten opzichte van andere ‘best’-presterende sectoren met een hoog risicoprofiel relatief veel ongevallen.
Het besluit is toen genomen om de inkoopkracht van Prorail in te zetten om de veiligheid bij spoorwerkzaamheden verder te verhogen. ProRail heeft vervolgens gekeken naar welke instrumenten ‘best’ presteerders inzetten en kwam al snel uit op Hearts&Minds van het Energy Institute. Bij deze methode wordt op basis van interviews met werknemers een discussie in het bedrijf gestart om zo stappen te identificeren die genomen kunnen worden om de veiligheid verder te verhogen.
Uiteindelijk heeft Prorail besloten dat zij een stap verder wilden gaan dan met de hiervoor benoemde methode, die was gebaseerd op een zelfbeoordeling. Het uitgangspunt voor een nieuw te ontwikkelen methode was om een meetbaar instrument te ontwikkelen waarvan de resultaten konden worden geverifieerd door een externe partij. In de aanbesteding zouden partijen die het instrument toepassen en op basis daarvan een geverifieerd resultaat konden tonen een voordeel krijgen bij de beoordeling van de inschrijving.
Samen met een consultant van DNV GL is Dieter van Delft toen begonnen met een lege matrix, met de 5 ontwikkelfasen op de ene as en 18 bedrijfskarakteristieken op de andere as, en hebben zij nagedacht over welke aspecten getoetst kunnen worden om de veiligheidscultuur van een organisatie in beeld te krijgen om daar vervolgens een waardeoordeel over te kunnen geven. Het resultaat van deze exercitie is de Veiligheidsladder, een methode waarbij een getrainde auditor op basis van gestructureerde interviews en observaties werknemers observeert en ondervraagt over de manier waarop zij veilig werken in de organisatie. Uit de audit volgt vervolgens een oordeel over op welke trede, welk niveau, van veiligheidscultuur een organisatie zich bevindt. Uitgangspunt is altijd dat de organisatie het basisveiligheidsniveau op orde heeft en aan alle wettelijk eisen en regelgeving voldoet. Dat is zogezegd de begane grond waar vanaf het bedrijf het In dit nummer van NEN Industrie en Veiligheid besteden we aandacht aan de Veiligheidsladder, een instrument waarmee bedrijven hun veiligheidscultuur op een hoger niveau kunnen tillen en laten verifiëren met een certificaat. Sinds 1 juli 2016 beheert NEN het certificeringsschema van de Veiligheidsladder. Ontstaan vanuit de spoorsector wordt de Veiligheidsladder op steeds meer plekken toegepast. In de industrie is de toepassing van de Veiligheidsladder nog beperkt, maar zeker relevant. Hoog tijd voor NEN Industrie en Veiligheid om te praten met één van de founding fathers van de Veiligheidsladder om voor onze lezers het ontstaan, het doel, de toepassing en de waarde van dit instrument te bespreken.
Interview
7
NENIndustrie & Veiligheid 1 / 2018
Interview
veiligheidsbewustzijn verder kan verhogen met de treden van de veiligheidsladder.
Het onderscheidende en tegelijk uitdagende element van de Veiligheidsladder is dat er geen toets plaats vindt op het wat, maar op het waarom en hoe. Voor het wat zijn er namelijk al verschillende normen in omloop die daar invulling aangeven, bijvoorbeeld kwaliteitsmanagement volgens NEN-EN-ISO 9001, arbomanagement volgens OHSAS 18001 (wordt binnenkort opgevolgd door ISO 45001) en de VCA-certificering (Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers). De kern van toetsing op deze normen ligt in het wat: welke processen heeft een bedrijf toegepast om kwaliteit en veiligheid te borgen? Bij de Veiligheidsladder ligt de nadruk juist op het waarom en hoe.
Waarom en hoe worden processen in de praktijk toegepast bij bedrijven? Om daar een beeld over te krijgen interviewen en observeren auditors werknemers met verschillende functies in een organisatie. Een vuistregel is bijvoorbeeld dat tegenover ieder interview met een leidinggevende ten minste twee interviews met uitvoerende werknemers moet staan. Om te borgen dat de geïnterviewden vrij kunnen spreken worden de uitkomsten geanonimiseerd. Aan het einde van de audit vindt een terugkoppeling plaats aan de organisatie over de bereikte trede en krijgt het getoetste bedrijf handvatten om een volgende stap te zetten op de Veiligheidsladder. De terugkoppeling vindt plaats tijdens een bijeenkomst waarin zoveel mogelijk medewerkers uit de getoetste organisatie worden betrokken.
Omdat de auditors een cruciale rol hebben in het beoordelen van de informatie uit de interviews is in de Veiligheidsladder veel aandacht voor opleiding, het uitwisselen van ervaringen, kwaliteit en de objectiviteit van de auditoren. Alvorens te mogen auditen voor de Veiligheidsladder worden de auditoren opgeleid en bevoegd verklaard. Daarnaast zijn er bijeenkomsten waar auditoren ervaringen uitwisselen. Om de objectiviteit van de audit te verstevigen, zijn er twee auditors bij de audits aanwezig om zo een gewogen oordeel te kunnen geven.
NEN als schemabeheerder
De Veiligheidsladder is een methodiek die in geleidelijkheid is ontwikkeld en steeds verder is uitgerold bij
opdrachtnemers van Prorail. Op gegeven moment heeft het instrument daarbij een bepaalde volwassenheid ontwikkeld, waardoor het niet langer logisch was dat het een instrument van Prorail en haar opdrachtnemers zou blijven. Als resultaat van het zoeken naar een geschikte partij die de Veiligheidsladder verder kan uitrollen en beheren is Prorail bij NEN terecht gekomen. Volgens Dieter Delft is NEN de schemabeheerder geworden vanwege affiniteit, kennis en ervaring met het onderwerp en vanwege het bezit van een omvangrijk netwerk in een heel pallet aan sectoren. Belangrijk was verder dat NEN een geaccrediteerd schemabeheerder is. Met NEN als schemabeheerder kan de Veiligheidsladder verder worden uitgebouwd, verfijnd en in nieuwe sectoren worden uitgerold. Prorail behoudt zijn betrokkenheid bij de Veiligheidsladder als lid van de Commissie van Deskundigen en het College van Belanghebbenden.
Waarde van de Veiligheidsladder
Vanaf het begin heeft Prorail de intentie gehad om een instrument te ontwikkelen dat het streven naar hogere veiligheidsniveaus van partnerbedrijven stimuleert,
zogezegd een vliegwieleffect creëert. In de methode zit daarom besloten dat om hoger op de Veiligheidsladder te komen tevens onderaannemers en andere partners meegenomen moeten worden in het gedachtegoed van de Veiligheidsladder. Er zit dus een ketenelement besloten in de methode. Bij de vraag of er al iets te zin is van een meetbaar effect in de reductie van het aantal ongevallen bij het werken aan het spoor is Dieter van Delft voorzichtig.
Het is heel lastig om voor een dergelijk effect de factoren te isoleren die het effect teweeg hebben gebracht. Wat Prorail wel heeft gemerkt is dat de opdrachtnemers die de Veiligheidsladder toepassen over een veel bredere linie een hoog niveau bereiken op zowel het gebied van veiligheid als kwaliteit en duurzaamheid. Dat heeft er alles mee te maken dat de Veiligheidsladder de discussie in bedrijven stimuleert over hoe bepaalde doelen en prestaties behaald kunnen worden en daarmee een veel bewustere omgang hiermee creëert onder de medewerkers. Organisaties blijken dan ook zelden ontgoocheld bij de terugkoppeling van de resultaten van een audit, maar erkennen vaak de uitkomst en zien het als een stimulans om de organisatiecultuur nog verder te versterken.
Tot slot
Naar de toekomst is het volgens Dieter van Delft zaak dat de Veiligheidsladder een geleidelijk ontwikkeltraject blijft doormaken, zowel in het aanboren van nieuwe sectoren als in het door ontwikkelen van de methode zelf. De kwaliteit van de methode en de auditoren moet geborgd kunnen blijven. Daarnaast is het zijn visie dat de grootste meerwaarde van de Veiligheidsladder is dat een lastig meetbaar begrip als veiligheidscultuur concreet wordt gemaakt en geëvalueerd. De Veiligheidsladder zou daarom niet moeten evolueren in een systeemnorm, waarbij zwart wit criteria worden getoetst, maar juist de ruimte blijven houden waardoor de auditoren op een gestructureerde manier de discussie in een bedrijf kunnen aanzwengelen en een organisatie op een hoger plan kunnen tillen.
Interview
Dieter van Delft, projectmanager externe kwaliteit voor leveranciers bij Prorail.
Bijeenkomst drones
NENIndustrie & Veiligheid 1 / 2018 9
BINNENKORT BIJEENKOMST DRONES BIJ NEN IN DELFT!
Wanneer Mei/juni 2018
Duur bijeenkomst
Van 13.00 uur tot 15.30 uur (met aansluitend een borrel)
Waar
Nederlands Normalisatie-instituut (NEN) Vlinderweg 6
2623 AX DELFT
Deelname kosten Geen kosten
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met NEN-Industrie & Veiligheid.
Max Knipschild, telefoon: (015) 2 690 122 E-mail max.knipschild@nen.nl
Interesse in deelname?
Stuur een mail met uw gegevens naar IV@nen.nl Binnenkort organiseert NEN een bijeenkomst over drones om belanghebbenden vroegtijdig te informeren en in de gelegenheid te stellen invloed uit te oefenen.
In internationaal verband worden ISO en Europese normen opgesteld voor drones op het gebied van classificatie, autorisatie, identificatie, ontwerp, fabricage, operationele procedures en veiligheidsbeheer. Een deel van de Europese normen zullen invulling geven aan nieuwe Europese wetgeving. De ISO normen fungeren als basis voor uniforme wet- en regelgeving op mondiaal niveau.
Normen die onder de Machinerichtlijn vallen
Type B normen
Normen op het gebied van technische veiligheidsaspecten en -voorzieningen voor alle machines waarop die aspecten van toepassing zijn.
Ontploffingsgevaar
NEN-EN 1127-1:2017 Ontw. En
Plaatsen waar explosiegevaar kan heersen - Explosiepreventie en -bescherming - Deel 1:
Grondbeginselen en methodologie
Type C normen
Normen op het gebied van veiligheidsspecificaties voor bepaalde (groepen) machines.
Bouwindustrie (machines voor de -)
NEN-EN 1009-1:2017 2e Ontw. en
Machines voor mechanische verwerking van mineralen en vergelijkbare vaste materialen - Veiligheid - Deel 1: Gemeenschappelijke eisen voor niet voltooide machines en verwerkingsinstallaties
NEN-EN 1009-2:2017 2e Ontw. En
Machines voor mechanische verwerking van mineralen en vergelijkbare vaste materialen - Veiligheid - Deel 2: Specifieke eisen voor toevoer machines en voor continue handeling apparatuur.
NEN-EN 1009-3:2017 2e Ontw. En
Machines voor mechanische verwerking van mineralen en vergelijkbare vaste materialen - Veiligheid - Deel 3: Specifieke eisen voor breek en maal machines
NEN-EN 1009-4:2017 2e Ontw. En
Machines voor mechanische verwerking van mineralen en vergelijkbare vaste materialen -
Veiligheid - Deel 4: Specifieke eisen voor zeef machines
NEN-EN 1009-5:2018 Ontw. En
Machines for mechanical processing of minerals and similar solid materials - Safety - Part 5:
Specific requirements for cleaning, recycling, sorting and mud treatment machinery Handgereedschap, elektrisch
NEN-EN 50636-2-107:2015/A1:2018 en Veiligheid van huishoudelijke en soortgelijke toestellen - Deel 2-107: Bijzondere eisen voor elektrisch aangedreven robotgrasmaaiers met accu
NEN-EN 50569:2013/A1:2018 en Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Veiligheid - Bijzondere eisen voor commerciële elektrische wasmachines
NEN-EN 50570:2013/A1:2018 en Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Veiligheid - Bijzondere eisen voor commerciële elektrische droogtrommels
NEN-EN 50571:2013/A1:2018 en Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Veiligheid - Bijzondere eisen voor commerciële elektrische wasmachines
NEN-EN-IEC 62841-2-1:2018 en
Elektrisch aangedreven handgereedschap, verplaatsbaar gereedschap en gras- en tuinmachines - Veiligheid - Deel 2-11: Bijzondere eisen voor handmixers
NEN-EN-IEC 62841-2-17:2018 en Elektrisch aangedreven handgereedschap, verplaatsbaar gereedschap en gras- en tuinmachines - Veiligheid - Deel 2-17: Speciale eisen voor handfrezen
NEN-EN-IEC 62841-3-14:2018 en Elektrisch aangedreven handgereedschap, verplaatsbaar gereedschap en gras- en tuinmachines - Veiligheid - Deel 3-14: Speciale eisen voor verplaatsbare afvoerreinigers
NEN-EN-IEC 62841-3-6:2014/A11:2018 en Elektrisch aangedreven handgereedschap, verplaatsbaar gereedschap en gras- en tuinmachines - Veiligheid - Deel 3-1: Bijzondere eisen voor verplaatsbare diamantboren met watervoorziening
NEN-EN-IEC 62841-3-9:2015/A11:2018 en Elektrisch aangedreven handgereedschap, verplaatsbaar gereedschap en gras- en tuinmachines - Veiligheid - Deel 3-9: Bijzonder eisen voor draagbare verstekzaag
Hijsmachines (Kranen)
NEN-EN 13001-3-1:2012+A2:2018 en Hijskranen - Algemeen ontwerp - Deel 3-1:
Grenstoestanden en bewijs van geschiktheid van staalconstructies
NEN-EN 13001-3-5:2016/Ontw. A1:2017 en Hijskranen - Algemeen ontwerp - Deel 3-5:
Grenstoestanden en bewijs van geschiktheid van gesmede haken
Houtbewerkingsmachines
NEN-EN-ISO 19085-3:2018 en
Houtbewerkingsmachines - Veiligheidseisen - Deel 3: Numeriek gecontroleerde (NC) Boor- en freesmachines
NEN-EN-ISO 19085-6:2018 en
Houtbewerkingsmachines - Veiligheid- Deel 6:
Verticale freesmachines met een enkele spindle
OVERZICHT NIEUWE NORMEN EN NORMONTWERPEN
Selectie gepubliceerde normen en normontwerpen, periode 20 november 2017 t/m 13 februari 2018 Overzicht nieuwe Normen
11
NENIndustrie & Veiligheid 1 / 2018
Overzicht nieuwe Normen
Land- en bosbouwmachines
NEN-EN-ISO 4254-7:2018 en
Landbouwmachines - Veiligheid - Deel 7: Maaidorsers, veldhakselaars en katoenoogstmachines
NEN-EN-ISO 16001:2018 en
Grondverzetmachines - Gevaardetectiesystemen en visuele hulpmiddelen - Prestatie-eisen en beproevingen
Liften en roltrappen
NEN-EN 12016:2018 Ontw. En Elektromagnetische compatibiliteit - Productgroepnorm voor liften, roltrappen en rolpaden - Immuniteit
Rubber- en kunststofverwerking (machines voor -)
NEN-EN 12013:2018 en
Machines voor kunststoffen en rubber - Interne mengers – Veiligheidseisen
Voedselbereiding (machines voor de -)
NEN-EN 12042:2014/Ontw. A1:2018 en Machines voor voedselbereiding - Automatische deegverdeelmachines - Veiligheids- en hygiëne- eisen
Vuilverwijderingsmachines
NEN-EN 1501-2:2018 Ontw. En
Afvalinzamelwagens - Algemene eisen en veiligheidseisen - Deel 2: Langs de zijkant te beladen afvalinzamelwagens
Normen voor Machineveiligheid
Ontwerp ISO 9353:2015/DAmd 1 Machineveiligheid - Brandpreventie en – beveiliging
ISO/DIS 9902-6:2018
Textielmachines - Geluidbeproevingscode - Deel 6: Machines voor de vervaardiging van weefsels
ISO 11666:2018
Niet-destructief onderzoek van lassen - Ultrasoon onderzoek – Aanvaardbaarheidsniveaus
ISO/DIS13851:2017
Veiligheid van machines - Tweehandenbediening - Functionele aspecten en ontwerpprincipes
ISO/DIS 13857:2017
Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen
ISO14118:2017
Veiligheid van machines - Voorkoming van onbedoeld starten
ISO 16001:2017
Grondverzetmachines - Gevaardetectiesystemen en visuele hulpmiddelen - Prestatie-eisen en beproevingen
Normen voor Arbo-veiligheid
NEN-ISO 532-1:2017 (Cor. 2017-11) Akoestiek - Methoden voor berekening van luidheid - Deel 1: Zwicker methode
ISO/DIS 10551
Ergonomics of the physical environment - Subjective judgement scales for assessing physical environments
NEN-EN 131-3:2018
Ladders - Deel 3: Veiligheidsinstructies en gebruikersinformatie
Ontwerp NEN-EN 131-4
Ladders - Deel 4: Enkele en meervoudige scharnierverbindingsladders
Ontwerp NEN-EN 131-6
Ladders - Deel 6: Telescopische ladders
Ontwerp NEN-EN 13819-1
Gehoorbeschermers - Beproeving - Deel 1:
Fysische beproevingsmethoden
Ontwerp NEN-EN 13819-2
Gehoorbeschermers - Beproeving - Deel 2:
Akoestische beproevingsmethoden
ISO/DIS 23388
Beschermende handschoenen tegen mechanische gevaren
Normen voor Logistiek
Ontwerp NEN-EN 17206:2018
Evenemententechnologie - Hijs- en hefmiddelen en lastdragende uitrusting voor tonelen en andere productiegebieden binnen de evenementenindustrie - Specificaties voor algemene eisen (exclusief aluminium en stalen trussen en towers)
Column
Column
CULTUURLADDER
De ladder, iedereen weet het. Hij moet onder een hoek staan van 75 graden. Ladder omhoog, je voeten tegen de onderkant en als je hem gemakkelijk vast kunt pakken dan staat hij onder de juiste hoek. En dan omhoog. En toch gaat het regelmatig fout. Of te snel omhoog, ladder niet goed met als resultaat; vallen en gewonden…..
Wordt dit door de veiligheidsladder opgelost…??
Is niet elke ladder een veiligheidsladder? Iedereen die weleens een ladder gebruikt zal het met me eens zijn dat dat niet het geval is. Is elke ladder dan een potentiële bron van ellende? Potentieel, ja. Een ladder is een middel om een hoogte te overbruggen. Zoals een auto in de handen van een onervaren bestuurder een potentieel moordwapen is, is een ladder een potentieel dodelijk werktuig. Goed, we dwalen af.
Hoe ga je om met de ladder en hoe zet je hem neer? Dat zijn natuurlijk de belangrijkste facetten van het veilig gebruik van een ladder. Geld dit voor de veiligheidsladder dan ook?
Hartstikke mooi, die ladder die de cultuur meet en indeelt in een trede van niveau 1 tot en met 5, waarbij 5 ,veiligheid, ingebakken zit in de poriën van iedereen in het bedrijf.
Directie tot de ‘gewone’ man op de vloer. Trede 1 is de trede waar iedereen al in zit. ‘We maken ons niet druk als we niet worden gepakt’. Zo leest de beschrijving in de handleiding, ofwel veiligheid is voor ons geen prioriteit. Of dat zo zwart-wit gesteld kan worden is een goede vraag waar niet zomaar antwoord op gegeven kan worden. De ladder kijkt vooral naar het bewust omgaan met veiligheid en de doorvoering
in het dagelijkse werk maar ook in het algehele beleid en directievoering. In die zin is het neerzetten van de ladder en het bewust controleren of deze juist staat misschien wel een mooie vergelijking met de veiligheidsladder. Bewust omgaan met veiligheid, dat zouden we allemaal moeten doen.
Iedereen weet dat cultuur en verandering van een cultuur ontzettend lastig is. Kan deze ladder daarbij ondersteunend werken? Misschien wel, maar het moet vooral door iedereen in het bedrijf gedragen en ondersteund worden. Ik hoor nog weleens zeggen; “het gebeurt veilig, of “het gebeurt
’s nachts”. Tja, dat gaat natuurlijk niet samen. Mensen die jarenlang bepaalde gewoonten hebben aangeleerd leer je niet zomaar iets anders aan. Laat staan dat ze het daadwerkelijk doen. Een bedrijf moet jaarlijks een audit laten uitvoeren of ze nog steeds voldoen aan de vereisten van de trede. Voldoen ze niet; vallen ze naar beneden. Het gekke is dat je je na een half jaar kunt laten certificeren voor een hogere trede. Daar vraag ik me af of die verandering in cultuur echt plaats heeft gevonden.
Lost de veiligheidsladder het juist neerzetten van de ladder op? Doordat het systeem blijkbaar een positieve uitwerking heeft binnen de spoorwegwereld draagt het er uiteindelijk zeker aan bij. Maar het heeft denk ik tijd nodig en moet gedragen worden. Zoals altijd geldt met veiligheid: werk veilig of werk niet. Of je nu een (veiligheids)ladder gebruikt of niet.
Martijn Drost,
manager Consultancy & Trainingen Pilz Nederland
13
NENIndustrie & Veiligheid 1 / 2018
Thema-bijeenkomst
THEMA-BIJEENKOMST AGRO ROBOTICS ICT-TOEPASSINGEN IN DE LANDBOUW
Robots vervullen al diverse taken in de landbouw waaronder melken en voeren in de veehouderij. Op de akker,
respectievelijk in het veld verrichten autonome voertuigen diverse taken. De technologie van agro robotics verbindt mechatronica met ICT en data. Het verbinden van kennis en ervaring uit diverse domeinen stelt nieuwe eisen aan standaardisatie/normalisatie, maar ook aan de competenties van alle mensen in de keten ontwikkeling/fabricage-handel- service. Op deze themamiddag verkennen wij het werkveld en delen ervaringen van enkele stakeholders.
Interesse?
Meldt u nu aan: www.nen.nl/agrorobotics
Op dinsdagmiddag 27 maart a.s. organiseert NEN i.s.m. Fedecom een themabijeenkomst over robotics in de landbouw.
Column
14
Column
KAN DE VEILIGHEIDSLADDER NOG VERDER REIKEN?
Toepasselijk op alle sectoren
Meteen vooraan in het handboek worden een paar uitgangspunten aangehaald, die aanleiding zijn geweest voor dit artikel:
• werk zonder ongevallen,
• veiligheid doe je met zijn allen en toepasselijkheid in alle sectoren.
Tijdens het lezen kon ik niet voorkomen, dat mijn gedachten met regelmaat afgleden naar een bijzondere sector, waar duidelijk sprake is van
seizoensarbeid, waar missie, visie en het bedrijfsresultaat sterk afwijken van wat de meeste bedrijven bezig houdt. Waar met noeste arbeid, inventiviteit en creativiteit zonder klagen over arbeidsomstandigheden prachtige resultaten worden behaald.
In deze nijverheidstak is organisatie gebaseerd op vertrouwen in elkaar;
gestructureerde kwaliteitshandboeken, managementsystemen en
werkprocedures en allerlei certificeringen als VCA, VCU of VCO, V&G-plannen of functionarissen als een preventiemedewerker? Niets van dat alles, met zijn allen de schouders er onder nadat de creatieve breinen in grote lijnen de plannen hebben voorgelegd. Heel veel positieve energie en goede wil, gecombineerd met gezond boerenverstand; en dat dit aanwezig is, daar hoeft niet aan te worden getwijfeld, in de meeste gevallen.
Wanneer je verder inzoomt in deze organisaties bestaan ze uit alle soorten personen met alle mogelijke competenties zoals ze voorkomen in de maatschappij: administratief medewerkers en storingsmonteurs, hulpverleners en metselaars, gepensioneerden en scholieren, operators en managers.
Maar helaas haalt deze sector toch elk jaar opnieuw met een berichten over ongevallen het nieuws. Verzekeringsmaatschappijen zijn er mee bekend en bieden polissen aan om (deel)risico’s te verzekeren, vooral gericht op de mogelijke materiële schade.
De oorzaak van deze ongevallen vertoont veel overeenkomsten met de aanleiding om te komen tot de eerste Veiligheidswet: beginfase van de industriële ontwikkelingen en mechanisatie, onbekendheid met omgaan met technieken, onbewust van het ontstaan van gevaren en aansturing vooral gericht op het eindresultaat, waarbij hobbels om het te bereiken reactief werden aangepakt. Wel een belangrijk verschil: destijds was het negeren van onveilige situaties - van hogerhand vaak toch Bewust en op de werkvloer door gebrek aan kennis Onbewust – nog een dagelijks verschijnsel.
Wanneer je nu een willekeurige betrokkene uit de betreffende sector er naar zou vragen, dan blijkt er vaak toch wel een basis aan kennis van veilig werken aanwezig te zijn.
Waar staat dan die sector, voor wat betreft de aandacht en aanpak van veilig werken? Om een beeld te vormen is de illustratie figuur 1 uit het ‘Handboek Veiligheidsladder®’, met de beschrijving bij elke trede zeer verhelderend. Het gaat om treden van – inderdaad – de ladder:
De laagste trede staat hier ietwat vanuit een negatieve benadering
omschreven, het kan zeker een situatie zijn waar ook Onbewust Onbekwaam op van toepassing kan zijn. Wat geen wenselijke situatie is!
Over welke sector en welke ongevallen gaat het?
Zoals bij industriële werkprocessen herkenbaar is, is het proces in deze sector ook onder te verdelen in stappen: van initiatief en ontwerp door de bouwfase naar ingebruikname.
Elders is al geschreven over de oorsprong van de veiligheidsladder, dus hier niet te veel herhaling. Maar wat wel een bijzondere herhaling is, waar velen niet van op de hoogte zijn, is de herhaling van het verschijnsel uitrollen naar andere sectoren.
Toen in 1895 de eerste Veiligheidswet werd ingevoerd was deze ook slechts beperkt in zijn bereik: deze Veiligheidswet was alleen ter bescherming van volwassen mannen, van toepassing voor werkplaatsen en fabrieken. Pas later, met de invoering van de Veiligheidswet van 1934, volgde uitrol naar andere sectoren, namelijk de landbouwsector en bedrijfstakken waar gewerkt werd met gevaarlijke stoffen en elektriciteit. Een door technologische ontwikkelingen gestuurd logisch vervolg.
En nu dan een uitrol van veiligheidsbewustzijn vanuit ProRail.
Chapeau!
Waar staat dan die sector, voor wat betreft de aandacht en aanpak van veilig werken? Om een beeld te vormen is de illustratie figuur 1 uit het ‘Handboek Veiligheidsladder®’, met de beschrijving bij elke trede zeer verhelderend. Het gaat om treden van – inderdaad – de ladder:
De laagste trede staat hier ietwat vanuit een negatieve benadering omschreven, het kan zeker een situatie zijn waar ook Onbewust Onbekwaam op van toepassing kan zijn. Wat geen wenselijke situatie is!
Over welke sector en welke ongevallen gaat het?
Zoals bij industriële werkprocessen herkenbaar is, is het proces in deze sector ook onder te verdelen in stappen: van initiatief en ontwerp door de bouwfase naar ingebruikname.
Als machineveiligheid adviseur wil ik hier de parallel met de Machinerichtlijn en de NEN-‐EN-‐ISO 12100 noemen. (en naast de veiligheidsladder zijn beide documenten ook in alle sectoren herkenbaar).
Veel voorkomende ongevallen:
• verbranding – materialen vatten vlam tijdens bewerken;
• vallen van hoogte – de vaste of beweegbare constructie was niet op de belasting berekend;
• bekneld raken tussen bewegende delen – bij toegang werd niet eerst gestopt of veilig gesteld;
• breuken door vallende onderdelen – ongeschikte montage methoden;
• amputatie door snijden – ondeskundig gebruik van gereedschap;
• oogletsel door wegspattende delen – niet gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen;
• vallen van hoogte – gebruik van ondeugdelijk klimmaterieel!
• …..
Helaas.
En dat vormt dan een enorme domper op de feestvreugde: dit zijn voorbeelden uit de praktijk van het bouwen en rondtrekken met praalwagens tijdens carnavalsoptochten.
De jaarlijkse traditie ligt inmiddels weer enkele weken achter ons. Vooral in Zuid-‐Nederland, maar ook in de Achterhoek en eigenlijk her en der terug te vinden in heel Nederland hebben verenigingen,
stichtingen of vriendenclubs de meest mooie en technisch steeds vernuftigere wagens gebouwd: van
Arlen en Jeannette 27-2-18 09:18 Deleted:
15
NENIndustrie & Veiligheid 1 / 2018
Column
Als machineveiligheid adviseur wil ik hier de parallel met de Machinerichtlijn en de NEN-EN-ISO 12100 noemen. (en naast de veiligheidsladder zijn beide documenten ook in alle sectoren herkenbaar).
Veel voorkomende ongevallen:
• verbranding – materialen vatten vlam tijdens bewerken;
• vallen van hoogte – de vaste of beweegbare constructie was niet op de belasting berekend;
• bekneld raken tussen bewegende delen – bij toegang werd niet eerst gestopt of veilig gesteld;
• breuken door vallende onderdelen – ongeschikte montage methoden;
• amputatie door snijden – ondeskundig gebruik van gereedschap;
• oogletsel door wegspattende delen – niet gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen;
• vallen van hoogte – gebruik van ondeugdelijk klimmaterieel!
• …..
Helaas.
En dat vormt dan een enorme domper op de feestvreugde: dit zijn
voorbeelden uit de praktijk van het bouwen en rondtrekken met praalwagens tijdens carnavalsoptochten.
De jaarlijkse traditie ligt inmiddels weer enkele weken achter ons. Vooral in Zuid-Nederland, maar ook in de Achterhoek en eigenlijk her en der terug te vinden in heel Nederland hebben verenigingen, stichtingen of vriendenclubs de meest mooie en technisch steeds vernuftigere wagens gebouwd: van alles kan bedoeld omhoog en omlaag, ronddraaien en zwaaien. Fantastische constructies en aandrijvingen, hydrauliek, pneumatiek, complexe besturingen, huzarenstukjes om trots op te zijn.
En gelukkig gaat het meestal goed, maar er is winst te behalen met een bredere focus op veiligheid, getuige de ongevallen!
Terug naar de Veiligheidsladder en de uitrol over sectoren. Bovengenoemde en soortgelijke activiteiten, die semi-bedrijfsmatig plaatsvinden worden uitgevoerd door zeer betrokken mensen. Dat zijn diezelfde personen, die beroepsmatig te maken hebben met veiligheid: in hun eigen werkomgeving en producten die worden gemaakt. Vaak zijn er scholingsprogramma’s gericht op veiligheid, of is het zelfs een vast Toolbox-agendapunt.
Het zou geweldig zijn wanneer datgene, dat voor de meeste werknemers inmiddels beschikbaar is, aan kennis van veilig werken ook zou inbedden in
‘industriële’ vrijetijdsbesteding. Carnaval is achter de rug, de bloemencorso’s en soortgelijke evenementen staan al op de agenda. Kan een uitrol van de Veiligheidsladder ook deze sector bereiken?
V e i l i g h e i d s t e c h n i e k v o o r d e M a c h i n e b o u w
E U C H N E R ( B E N E L U X ) B V I P O S T B U S 11 9 I N L- 3 3 5 0 A C P A P E N D R E C H T I +31 ( 0 )7 8 615 4 7 6 6 I I N F O @ E U C H N E R . N L
w w w . e u c h n e r. n l
Bewaking van afschermingen Middel tegen manipulatie Hoogste veiligheidsniveau
PLe, SIL3, Categorie 4 Serieschakeling tot en met 20
sensoren
Vele bouwvormen en afmetingen
CES
Veiligheidssensor met transpondercodering
Bert Severijnen
Senior adviseur veiligheid TCPM Advies
CONTRACTOR SAFETY EN DE VEILIGHEIDSLADDER
Selectie van de contractor
Traditioneel is de VCA (Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers) norm het belangrijkste selectiecriterium voor een contractor. De VCA beschrijft de basisvereisten op het gebied van veiligheidsorganisatie en -opleiding. Daarnaast zien we de laatste jaren een toenemend gebruik van de veiligheidsladder. Sinds vorig jaar is de veiligheidsladder onder beheer gekomen van het Nederlands Normalisatie- instituut (NEN). Nederlandse bedrijven als ProRail en TenneT passen de veiligheidsladder toe als inkoopinstrument voor diensten van contractors. Een contractor wordt gecertificeerd op een van de 5 treden van de veiligheidsladder. De bereikte trede bepaalt het financiële voordeel dat de contractor in een gunningstraject kan behalen. Over deze prikkel kunnen we discussiëren maar feit is wel dat de veiligheidsladder de aandacht voor het onderwerp veiligheid heeft versterkt.
De veiligheidsladder wordt steeds vaker toegepast in internationaal verband hoewel het instrument nog in ontwikkeling is. De veiligheidsladder meet vooral de volwassenheid van het veiligheidsmanagementsysteem.
Gedragsaspecten komen aan de orde (vooral op trede 4 en 5) maar de insteek is nog te veel top-down en directief. Er wordt door NEN gewerkt aan een vernieuwde versie van de veiligheidsladder waarin ook ‘zachte’ cultuuraspecten naar voren komen zoals een lerende mindset, het stimuleren van initiatieven van de werkvloer, een intrinsieke motivatie als het gaat om veiligheid en een sociale omgeving waarin het
‘veilig’ voelt om veiligheid bespreekbaar te maken. Trede 5 is het ultieme doel, een generatieve veiligheidscultuur waarin iedereen oprecht bezorgd is over het welzijn van de ander. De
ander is daarbij niet alleen de collega maar ook de externe medewerker (contractor). Contractors die geregeld voor uw organisatie werken zouden dus actief betrokken moeten worden in uw veiligheidscultuurprogramma.
Een andere tekortkoming in de veiligheidsladder ligt op het gebied van de voorbereiding en uitvoering van een specifiek project. Met andere woorden daar waar de veiligheidsorganisatie en -cultuur van opdrachtgever en contractor bij elkaar komen, in de interactie tussen opdrachtgever en contractor. In dit artikel bekijken we daarom juist deze interactie. De taken en verantwoordelijkheden in de interactie kunnen bij de opdrachtgever worden ingericht via de veiligheidsdriehoek, een nieuw concept waarbij veiligheidstaken in de lijn worden neergelegd. De contacten tussen opdrachtgever en contractor verlopen zowel op uitvoerend niveau (het Hoe en het Wat) als ook op directie niveau (het Waarom).
Voorbereiding van de klus
Vooraf dient met een leverancier of contractor te worden afgesproken welke veiligheidseisen van toepassing zijn en op welke wijze de leverancier hieraan denkt te gaan voldoen.
Dit geldt zowel voor het object als voor de werkzaamheden zelf. Een praktische oplossing hiervoor is het maken van een beknopt boekje waarin alle relevante zaken uit het veiligheidsmanagementsysteem voor de contractor op maat zijn gesneden. In dit artikel laten we de veiligheidsaspecten van het object buiten beschouwing (CE-markering etc.).
Cruciaal is het vooraf maken van een Taak Risico Analyse Contractors hebben een belangrijke rol bij het in stand houden van uw machines, fabrieken en installaties en hebben dus invloed op het veiligheidsniveau van uw organisatie. Het aantal ongevallen dat contractors treft is relatief hoog.
Dat is ook niet zo gek als je de omstandigheden in ogenschouw neemt waaronder contractors niet zelden werken. Een klus staat vaak onder tijds- en budgetdruk wat de veiligheid niet ten goede komt. Deze druk ontstaat vaak al in het wervings- of tendertraject waarin de contractor onder druk wordt gezet om het werk voor een zo laag mogelijk budget uit te voeren. Het kan niet anders of dat heeft negatieve effecten op het veiligheidsgedrag. In dit artikel bekijken we of we dit kunnen veranderen en zo ja, hoe dan.
Achtergrond
(TRA) van de klus door een team van opdrachtgever en contractor. Een TRA geeft inzicht in de risico’s tijdens de uitvoering en maakt inzichtelijk voor welke werkzaamheden een werkvergunning nodig is. Onderdeel van een TRA is een observatie van de werkplek zodat bereikbaarheid, aan- afvoerroutes, omgevingsrisico’s etc. goed kunnen worden beoordeeld. Voor grotere projecten waar meerdere aannemers, leveranciers aan het werk zijn is een Veiligheids-
& Gezondheidsplan (V&G-plan) noodzakelijk. De TRA is hier altijd een onderdeel van.
Een extra interventie in dit stadium is het vooraf beoordelen van de veiligheidshouding van de contractormedewerker die op uw locatie zal verschijnen. Er zijn mogelijkheden om een individuele safety assessment uit te voeren bijvoorbeeld met hulp van een persoonlijkheidstest. Onderdeel van deze assessment kan zijn het toetsen van kennis van veilig gedrag specifiek op de risico’s van de opdrachtgever.
Ontvangst van de contractor
De medewerkers van de contractor komen aan op uw locatie. Niet noodzakelijkerwijs zijn dit dezelfde mensen die aan de TRA hebben meegewerkt. Dit is het moment om de contractors onder te dompelen in uw veiligheidscultuur. Hierbij
past een receptiemedewerker die het belang van veiligheid benadrukt en die een veiligheidspamflet met de bezoeker doorloopt. Voor een contractor die voor het eerst op uw locatie werkt is een veiligheidsfilm aan te bevelen, gevolgd door een examen om te zien of de contractor alles begrepen heeft.
De veiligheidsfilm behandelt niet alleen methoden om veilig te werken (hardskills) maar ook de verwachtingen rondom veiligheidshouding (softskills).
De contractor wordt persoonlijk begeleid naar de locatie van het werk waar gezamenlijk een werkvergunning wordt ingevuld en ondertekend. Hierbij is steeds sprake van interactie tussen uitgever van de werkvergunning en contractor. Door beide personen wordt gecontroleerd of alle relevante zaken uit de TRA in de werkvergunning verwerkt zijn.
Hierna vindt de safety briefing plaats (10 minuten) waarin de belangrijkste risico’s, veiligheidsmaatregelen, noodzakelijke rustmomenten etc. in het bijzijn van alle contractors wordt doorlopen. Helemaal mooi is een korte oefening mindfulness aan het eind van de safety briefing. Uit onderzoek blijkt namelijk dat we via een dergelijke oefening bewuster worden van onze veiligheidstaak, bewuster van ons eigen gedrag en bewuster van de fysieke en sociale omgeving. Daarnaast worden we rustiger en minder impulsief.
17
NENIndustrie & Veiligheid 1 / 2018
Achtergrond
Daarna gaat de contractor, begeleid door een medewerker die de locatie goed kent, naar de werkplek. Voordat aan het werk wordt begonnen spreken deze medewerker en contractor samen een Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) door.
Administratieve vastlegging hiervan is niet nodig, wel nodig is een controle of alle punten uit de werkvergunning helder zijn. De medewerker die de locatie goed kent loopt met de contractor langs hoog risico punten in de omgeving van het werk. Als de medewerker twijfelt over veiligheidshouding, fysieke of mentale gezondheid van de contractor wordt niet met het werk begonnen. Hoewel de tijd hiervoor vaak ontbreekt zouden hoog risico handelingen droog geoefend moeten worden.
De uitvoering van het werk
Nu is de contractor optimaal voorbereid (geconditioneerd) en kan het werk aanvangen. Bij voorkeur houdt de medewerker die de locatie goed kent, continu toezicht. Gedurende het werk worden veiligheidsobservaties uitgevoerd, bijvoorbeeld 1x per dag. Gedurende toezicht en observaties worden veilige handelingen opgemerkt en hiervoor worden complimenten gegeven. Onveilige handelingen worden uiteraard gecorrigeerd op positieve wijze. Mocht een contractor meermaals
aanwijzingen niet opvolgen dan treedt het sanctiebeleid in werking (eerst gesprek met leidinggevende, formele waarschuwing etc.).
Veiligheidsinformatie wordt zoveel mogelijk visueel op de werkplek weergegeven, bijvoorbeeld tag’s om LOTOTO situaties (Lock Out, Tag Out en Try Out) aan te geven, een hekwerk of lint om een gevaarlijke situatie te markeren, een whiteboard om dagelijks overleg en acties bij te houden, veiligheidsinstructies voor risicovolle taken en tag’s om gemelde situatie op de werkplek te markeren. Aan het eind van de werkdag komen alle contractors bijeen voor een safety debriefing (10 minuten). Hierin wordt het verloop van de dag
doorgenomen en afspraken voor verbetering gemaakt.
Uiteraard worden door contractors gemelde verbetervoorstellen, (bijna)incidenten etc. centraal geregistreerd. Indien relevant worden incidentanalyses uitgevoerd en eenpuntslessen gemaakt die in de gehele organisatie en de contractors worden verspreid om van te leren.
Evaluatie na het werk
Door opdrachtgever en contractor wordt het werk geëvalueerd.
Vooral van belang hierbij is het doornemen van de TRA.
Was deze vooraf volledig en wat kunnen we leren voor een volgende klus? Goede prestaties als het gaat om veiligheidsgedrag verdienen beloond te worden. Dat kan door een klein presentje voor de medewerkers van de contractor.
De directie is op de hoogte van inhoudelijke aspecten van deze evaluatie en bespreekt deze op directieniveau met de contractor.
Contractor audit
Eens per jaar of twee jaar kan er een audit worden uitgevoerd voor iedere contractor. Dit kan bijvoorbeeld op basis van de veiligheidsladder. Voordeel hiervan is dat veiligheidsprestaties van contractors met elkaar vergeleken kunnen worden. Goede veiligheidsprestaties van een contractor worden beloond, bijvoorbeeld door de contractor preferred supplier te maken.
De contacten tussen opdrachtgever en contractor verlopen zowel op uitvoerend niveau (het Hoe en het Wat) als ook op directie niveau (het Waarom).
Gerd-Jan Frijters, oprichter D&F Group b.v.
Achtergrond
19 Congres
VAN WILLEN
NAAR KUNNEN
Donderdag 15 maart 2018, Van Nelle Fabriek, Rotterdam
National Safety at Work Event 2018
NSWE, het evenement dat bijdraagt mensen veilig & gezond te laten werken. Ons doel is concrete oplossingen mee te geven die iedereen helpen samen een stap te zetten waarbij je het verschil maakt, veilig en duurzaam.
Regis
treer nu:
www .nsw e.nl/r
egistr eren
www.nswe.nl
NEN op NSWE
Op 15 maart 2018 is NEN aanwezig tijdens de beurs NSWE met een stand en workshop over het hergebruiken van bedrijfskleding.
Nieuwsgierig?
Meld je aan voor Workshopronde 2 de sessie van Stephanie Jansen en Harmen Willemse over circulaire bedrijfskleding.
Of bezoek de stand van NEN op de leveranciersmarkt.
NEN ORGANISEERT CONGRES
‘DE IMPACT VAN DE NIEUWE ISO 45001’
Jaarlijks zijn er 2,3 miljoen dodelijke slachtoffers te betreuren door werkgerelateerde ongevallen en ziektes. Met een efficiënt managementsysteem voor gezond en veilig werken kunnen bedrijven onveilige werkomstandigheden en arbeidsongevallen beperken of zelfs vermijden. De nieuwe internationale norm ISO 45001 ‘Managementsystemen voor gezond en veilig werken - Eisen met richtlijnen voor gebruik’, biedt hiervoor een passend kader. Met de nieuwe titel is ook de afkorting ‘G&VW’ als vervanging van ‘arbo’ in de norm geïntroduceerd.
Congres ‘De impact van de nieuwe ISO 45001’
Gezond & Veilig werken heeft alles te maken met een gezonde veiligheidscultuur en daarom staat 17 april niet alleen de norm centraal maar ook de praktijk van gezond en veilig werken, het verbeteren van veiligheidsprestaties
en veiligheidscultuur. ISO 45001 wordt inhoudelijk besproken, net als de wijzigingen ten opzichte van OHSAS 18001. Daarnaast is er aandacht voor certificering, de relatie met VCA en de veiligheidsladder en andere managementsysteemnormen.
Het congres ‘De impact van de nieuwe ISO 45001’ vindt plaats in de Verkadefabriek in Den Bosch. Inschrijven voor het congres kan via: www.nen.nl/congresiso45001.
Programma
Centraal staat de vraag: waarom moet er in een organisatie aandacht zijn voor een managementsysteem voor gezond en veilig werken, het verbeteren van veiligheidsprestaties en veiligheidscultuur? Deze vraag wordt toegelicht aan de hand van een praktijkverhaal.
Gevolgd door een inhoudelijke presentatie over ISO 45001 en hoe deze vanuit internationale discussies vorm kreeg.
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van OHSAS 18001 komen hierbij naar voren en wat deze nieuwe norm betekent voor de praktijk van certificatie.
Aansluitend worden de eerste certificaten uitgereikt aan bedrijven die hun ISO 45001:2018-certificaat hebben behaald.
Later op de dag is er aandacht voor onderwerpen zoals de relatie met VCA, de Veiligheidsladder en met andere managementsysteemnormen vanuit de HLS-structuur.
Daarnaast zijn er norminhoudelijke workshops over contextanalyse en werknemersparticipatie.
ISO 45001:2018, de norm voor een gezond & veilig managementsysteem, wordt half maart gepubliceerd. Op 17 april wordt het congres ‘De impact van de nieuwe ISO 45001’ georganiseerd in de Verkadefabriek in Den Bosch. Leer alles over de waarde van deze nieuwe norm!
Artikel
Belangrijkste aanvullingen in ISO 45001
De belangrijkste aanvullingen in ISO 45001 ten opzichte van OHSAS 18001 zijn:
• Meer aandacht voor de participatie en consultatie van werknemers;
• Aparte paragrafen voor Management of Change, outsourcing, procurement en contractors;
• Integratie met andere bedrijfsprocessen;
• Meer aandacht voor de contextanalyse;
• Directe betrokkenheid leiding;
• Competenties i.p.v. trainingsbehoeften;
• Gedocumenteerde informatie i.p.v. procedures.
Voor wie?
Het congres ‘De impact van de nieuwe ISO 45001’
is interessant voor managers op het gebied van arbomanagement, gezond en veilig werken,
kwaliteitsmanagement, maar ook voor overige medewerkers zoals hoofd technische dienst, bedrijfsleider, plantmanager en veiligheidskundige.
Van OHSAS 18001 naar ISO 45001
In 2013 is besloten om OHSAS 18001 ‘Arbomanagement’
te herzien en als ISO-norm te publiceren. Op internatio- naal niveau is een Project Committee ingericht (ISO/
PC 283) die ISO 45001 heeft ontwikkeld. De nieuwe ISO 45001 sluit aan bij de High Level Structure (HLS) voor managementsysteemnormen. De HLS maakt het onder andere mogelijk om systemen makkelijker te integreren en audits op het gebied van diverse managementsysteemnormen (zoals ISO 9001 voor kwaliteitsmanagement en ISO 14001 voor milieumanagement) te combineren.
Meer informatie
Kijk voor aanmelding en meer informatie over het congres:
www.nen.nl/congresiso45001.
Voor meer informatie over ISO 45001 en normontwikkeling kunt u contact opnemen met Stephanie Jansen, consultant Industrie & Veiligheid, 015 2 690 180 of iv@nen.nl.
21
NENIndustrie & Veiligheid 1 / 2018
Artikel
IN KAART BRENGEN VAN FYSIEKE BELASTING
Ergonomie is de wetenschappelijke studie van de mens in relatie tot zijn omgeving. Dit kan een product, ruimte of werkplek zijn. Ergonomie is verweven met ons dagelijks leven, maar is vooral bekend in arbeidssituaties.
Onder fysieke belasting vallen onderwerpen als het handmatig verplaatsen van lasten (tillen, dragen, trekken, duwen, repeterende handelingen), (statische) werkhoudingen en plaatselijke spierbelasting tijdens het werk.
Spier- en skeletaandoeningen kunnen worden veroorzaakt of verergerd door onder andere biomechanische en fysiologische factoren. Door het op de juiste manier in kaart brengen van de risico’s kunnen deze worden voorkomen of beperkt. Een belangrijk aspect hierbij is dat al bij het inrichten van een werkplek voldoende aandacht is voor de manier waarop iemand er gaat werken, zoals de handelingen die moeten worden uitgevoerd en de houding die hiervoor nodig is. Normen helpen bij het ergonomisch juist inrichten van een werkplek en bij de evaluatie van de fysieke belasting door het werk. Daarnaast moet er ook aandacht zijn voor de organisatie van het werk, zoals de hoeveelheid pauzes en de hersteltijd die nodig is.
Normen en ergonomie
Op verschillende gebieden van ergonomie worden normen ontwikkeld. Een aantal daarvan hebben een relatie met Europese wetgeving zoals de machinerichtlijn.
Ergonomie is een begrip waar veel verschillende subonderwerpen onder vallen. Voorbeelden hiervan zijn antropometrie, ergonomie van de fysische omgeving, design principles, biomechanica en mens-systeem interactie.
Normen gaan zeker ook met hun tijd mee. Zo zijn er diverse ergonomienormen voor beeldschermwerk, afgestemd op de beeldschermen die tegenwoordig worden gebruikt en het werken met displays. De EN-ISO 9241-reeks gaat over de weergave en leesbaarheid van displays. De EN 894-reeks
gaat over de veiligheid van machines en het ontwerp van de displays en controlepanelen op deze machines.
Hierna wordt een voorbeeld gegeven van de ontwikkelingen die er zijn op het gebied van normen die worden ontwikkeld voor fysieke belasting.
Normen voor fysieke belasting
Zoals eerder aangegeven worden de normen voor fysieke belasting op CEN en ISO niveau ontwikkeld. De CEN- normen richten zich van oudsher meer op de veiligheid van machines. Een voorbeeld is de EN 1005-reeks over aspecten, zoals werkhoudingen en krachtuitoefening, waar tijdens het ontwerp van een machine rekening mee moet worden gehouden. De ISO-normen bekijken fysieke belasting vanuit een breder perspectief, waarbij ook de inrichting van de werkplek en organisatie van het werk wordt meegenomen. Toch is er steeds meer overlap en ontstijgen de initiatieven voor nieuwe normen de ‘traditionele’
ergonomie. Steeds meer normen worden gezamenlijk ontwikkeld en gepubliceerd als EN-ISO.
Hieronder staat een overzicht van actuele ontwikkelingen van de normen voor fysieke belasting en worden een aantal normen nader toegelicht.
Loopsnelheid
Draagbare sensoren meten de loopsnelheid van personen. Uit onderzoek is gebleken dat de snelheid in een laboratoriumomgeving een andere indicatie van de snelheid geeft dan in de werkelijkheid. Maar wat is nu de snelheid waarmee je rekening moet houden wanneer je een inschatting van de werkbelasting moet maken? Japan heeft een voorstel ingediend om een validatietool te ontwikkelen voor de sensoren die de loopsnelheid meten en om met de gegevens van deze sensoren een database op te bouwen voor fysieke prestaties. Op basis van de data die wordt Europees en mondiaal werken belanghebbenden aan de ontwikkeling en herziening van normen voor ergonomie, en fysieke belasting in het bijzonder. Dit artikel geeft een overzicht van de actuele ontwikkelingen op dit gebied.
Normontwikkeling
23
NENIndustrie & Veiligheid 1 / 2018
Normontwikkeling
verzameld kan een aanbeveling worden gedaan hoe je om moet gaan met loopsnelheid bij het inrichten van een werkplek.
Handmatig verplaatsen van lasten
Bij fysieke belasting gaat het om de belasting van het lichaam, bijvoorbeeld bij het uitvoeren van fysieke
handelingen zoals het handmatig verplaatsen van lasten. De werkhouding is hierbij belangrijk, maar ook de bewegingen die tijdens het werk gemaakt moeten worden, spelen een
rol. Tillen, dragen, duwen en trekken zijn hier voorbeelden van. Daarnaast hebben het aantal bewegingen, rotaties en repeterende handelingen invloed op de risico’s die het handmatig verplaatsen van lasten met zich meebrengt.
In relatie tot het uitvoeren van fysieke handelingen zijn diverse normen gepubliceerd zoals de EN 1005-reeks
‘Veiligheid van machines – Menselijke fysieke belasting’, de ISO 11228-reeks ‘Ergonomie – Handmatig verplaatsen van lasten’ en de ISO 11226 ‘Ergonomie – Evaluatie van statische werkhoudingen’.
De Europese normen (EN) zijn geharmoniseerde normen die onder de Machinerichtlijn vallen. Dit houdt in dat wanneer aan deze normen wordt voldaan bij het ontwerpen van een machine, de ergonomische eisen voor fysieke belasting op de juiste manier zijn ingevuld.
In de praktijk
De eerder genoemde normen zijn technisch. Om gebruik in de praktijk te vereenvoudigen is ISO/TR 12295 ‘Ergonomie - Applicatiedocument voor Internationale Normen voor handmatig verplaatsen van lasten (ISO 11228-1, ISO 11228-2 en ISO 11228-3) en evaluatie van statische werkhoudingen (ISO 11226)’ ontwikkeld. Dit is een ‘Technical Report’, waarmee aan de hand van ‘Key questions’ en een
‘Quick assessment’ eenvoudig kan worden vastgesteld of de fysieke belasting binnen acceptabele grenzen valt of dat een nadere analyse nodig is. De grenzen komen overeen met Normontwikkeling
EN 1005-1 Safety of machinery - Human physical performance - Part 1: Terms and definitions
EN 1005-2 Safety of machinery - Human physical performance - Part 2: Manual handling of machinery and component parts of machinery
EN 1005-3 Safety of machinery - Human physical performance - Part 3:
Recommended force limits for machinery operation
EN 1005-4 Safety of machinery - Human physical performance - Part 4:
Evaluation of working postures and movements in relation to machinery EN 1005-5 Safety of machinery - Human physical performance - Part 5: Risk assessment for repetitive handling at high frequency
ISO 11228-1 Ergonomics -- Manual handling -- Part 1: Lifting and carrying ISO 11228-2 Ergonomics -- Manual handling -- Part 2: Pushing and pulling ISO 11228-3 Ergonomics -- Manual handling -- Part 3: Handling of low loads at high frequency
Fysieke belasting van het houdings- en bewegingsapparaat
Persoonlijk leed - leven met pijn
- regelmatig ziekteverzuim - WAO/WIA-intrede - sociale isolatie - minder carrièrekansen
Kosten bedrijfsleven
- werkgeversaandeel van de ziekteverzuimuitkering - aanvulling uitkering voor ziekteverzuim
- opleiding en inwerken vervangend personeel - productiviteits- en kwaliteitsverlies - het bedrijfsimago
Kosten samenleving - medische behandelingen - uitkeringen voor ziekteverzuim - WAO/WIA-uitkeringen
Effecten van klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat.
Bron figuur: Arbopraktijkinformatie Fysieke belasting op het werk (AI-29), www.hse.sdu.nl
grenswaarden in de eerder genoemde technische normen.
Dit neemt niet weg dat het alsnog verstandig kan zijn om nauwkeuriger de werkhouding te beoordelen en te kijken waar verbetering mogelijk is.
Overzicht ‘Key questions’:
1. Is there manual lifting/lowering or carrying of an object of 3 kg or more present (ISO 11228-1)?
2. Is there a two-handed whole-body pushing and pulling of loads present (ISO 11228-2)?
3. Are there one or more repetitive tasks of the upper limbs with a total duration of 1 hour or more per shift (ISO 11228-3)?
4. Are there static or awkward working postures of the HEAD/NECK, TRUNK and/or UPPER AND LOWER LIMBS maintained for more than 4 seconds consecutively and repeated for a signi¬ficant part of the working time (ISO 11226)?
Wanneer het antwoord ‘NEE’ is op de vraag dan is het niet nodig om vanwege een te hoog risico de werkhouding te beoordelen op basis van de genoemde norm. Dit neemt niet weg dat het verstandig kan zijn om een gedetailleerde evaluatie toe te passen. Wanneer het antwoord op één van bovenstaande vragen ‘JA’ is dan moeten daarna de bijbehorende ‘Quick assessment’ vragen hieronder worden beantwoord om de werkhouding verder te evalueren.
Hiermee kan in kaart worden gebracht waar het probleem ontstaat.
Overzicht ‘Quick assessment’:
1. Lifting/lowering and carrying (ISO 11228-1) Breng aanvullende risico’s in kaart:
a. Is the working environment unfavorable for manual lifting and carrying?
b. Are there unfavorable object characteristics for manual lifting and carrying?
c. Does the task(s) with manual lifting or carrying last more than 8 hours a day?
Quick assessment:
a. Overview of acceptable conditions for lifting/lowering – afhankelijk van het te verplaatsen gewicht.
b. Overview of acceptable conditions for carrying – afhankelijk van de duur en afstand.
c. Overview of critical conditions for lifting/lowering and carrying – afhankelijk van de richting van verplaatsing, man/vrouw in relatie tot het gewicht en het totale gewicht in 8 uur.
2. Pushing and pulling (ISO 11228-2) Breng aanvullende risico’s in kaart:
a. Working environment conditions
b. The characteristics of the object pushed or pulled Quick assessment:
a. Overview of acceptable conditions pushing and pulling – o.a. kracht, duur, werkhoogte, houding
b. Overview of critical conditions pushing and pulling – o.a. kracht, duur, werkhoogte, houding en richting
3. Repetitive task(s) of the upper limbs (ISO 11228-3) a. Overview of acceptable conditions repetitive task(s) of
the upper limbs – o.a. houding van de armen t.o.v. de schouders, kracht en pauze
b. Overview of critical conditions repetitive task(s) of the upper limbs – o.a. houding van de armen t.o.v. de schouders, gebruik van kracht in de vingertoppen en pauze
4. Static working postures (ISO 11226) a. Head and trunk evaluation b. Upper limb evaluation c. Lower limb evaluation
In ISO/TR 12295 zijn voorbeelden gegeven van de toepassing en welke werkhoudingen beoordeeld moeten worden wanneer er een ‘overview’ wordt gevraagd.
Voor de ‘Acceptable conditions’ geldt:
- ‘JA’ = er is sprake van een ‘Acceptable condition’ en hoeft er geen verdere evaluatie plaats te vinden.
- ‘NEE’ = gebruik de norm voor verdere beoordeling en te nemen acties.
Voor de ‘Critical conditions’ geldt:
- ‘JA’ = er is sprake van een ‘Critical condition’ en gebruik
25
NENIndustrie & Veiligheid 1 / 2018
Normontwikkeling