• No results found

Inspectierapport Logé in Huis (KDV) Nieuwstraat EE Scherpenzeel Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Logé in Huis (KDV) Nieuwstraat EE Scherpenzeel Registratienummer"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Logé in Huis (KDV) Nieuwstraat 101 3925 EE Scherpenzeel

Registratienummer 102068756

Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: Scherpenzeel

Datum inspectie: 06-03-2017

Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 01-05-2017

(2)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 2

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Overzicht getoetste inspectie-items ... 8

Gegevens voorziening ... 10

Gegevens toezicht ... 10

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 11

(3)

3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-03-2017

Logé in Huis te Scherpenzeel

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van risicogestuurd toezicht. Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken.

De toezichthouder heeft gesproken met de aanwezige beroepskrachten en de houder.

Beschouwing

Deze beschouwing beschrijft de resultaten van dit onderzoek. Na de feiten over het kindercentrum (en de inspectiegeschiedenis), volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt.

Feiten over kindercentrum LoGé in Huis

Kindercentrum LoGé in Huis is een kleinschalige organisatie en is gevestigd in Scherpenzeel in een tijdelijke locatie aan de Nieuwstraat. Het kindercentrum biedt zowel dagopvang als buitenschoolse opvang aan maximaal 16 kinderen in één gecombineerde groep in de leeftijd van 0 tot 13 jaar.

Belangrijkste bevindingen

Het inspectiebezoek heeft in een ontspannen sfeer plaatsgevonden. De houders hebben de toezichthouder van alle benodigde informatie voorzien.

Conclusie

De conclusie is dat er bij kindercentrum LoGé in Huis aan alle getoetste voorwaarden voortkomend uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldaan wordt.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:

 emotionele veiligheid;

 persoonlijke competentie;

 sociale competentie;

 overdracht van normen en waarden.

Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum (versie januari 2015). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document.

De observatie heeft plaatsgevonden op de groep tijdens het vrij spel en tijdens een tafel moment.

Pedagogische praktijk

Tijdens de observatie blijkt dat de beroepskrachten voldoende op de hoogte zijn van - en handelen conform het pedagogische beleidsplan.

Emotionele veiligheid Energie en sfeer

Er is een aangename sfeer in de groep. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen.

De sfeer op de groep is ontspannen. De kinderen spelen in kleine groepjes samen en hebben plezier in wat ze doen. De kinderen praten veel met elkaar.

Respectvolle intimiteit

De beroepskrachten hebben vanzelfsprekend en gepast lichamelijk contact met kinderen. Zij hebben een professionele werkhouding in situaties die vragen om c.q. horen bij lichamelijk contact (troosten, op schoot nemen, aanhalen). Bij iedere vorm van fysieke intimiteit laat de beroepskracht zich leiden door de reactie van het kind.

Een kind stoot zijn teen erg hard en moet huilen. De beroepskracht neemt het kind op schoot en vraagt of de sok even uit mag om te kijken naar de teen. Samen kijken ze naar de teen en vervolgens mag het kind nog even bij de beroepskracht blijven zitten.

Ontwikkeling van persoonlijke competenties:

Contact maken

De beroepskrachten gebruiken de verzorgingsmomenten voor interactie met het kind. Het kind ervaart persoonlijke warmte, geborgenheid, plezier, humor, aandacht.

Een kind dat net uit bed komt, mag nog even rustig bijkomen van het slapen bij een beroepskracht op schoot. Na een poosje vraagt de beroepskracht aan het kind: "Zullen wij jouw haartjes even mooi maken?" Dat wil het kind wel en vervolgens neem de beroepskracht het kind aan de hand mee om staartjes in het haar te maken. Terwijl ze dit doet heeft ze de volle aandacht voor het kind.

(5)

5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-03-2017

Logé in Huis te Scherpenzeel

Ontwikkeling sociale competenties:

Regie voeren

De beroepskrachten grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen. Zij helpen om de betreffende situatie stop te zetten of op te lossen. Kinderen krijgen de kans voor ‘hoor en

wederhoor’. De beroepskrachten leggen doorgaans uit waarom er wordt ingegrepen en geven aan wat wèl de bedoeling is.

De kinderen spelen met de houden treinbaan. Een kind makt de rails stuk die net door een ander kind gelegd is. De beroepskracht zegt tegen het kind: "X, help je ook weer even om de rails te maken?"

Overdracht normen en waarden:

Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen.

De regels en afspraken zijn duidelijk en herkenbaar in de groep. Op het moment dat het voor een kind nodig is herhaalt de beroepskracht een afspraak. Zij doet dit op een vriendelijke en rustige wijze.

De beroepskrachten geven in hun handelen het goede voorbeeld door op een rustige toon met elkaar te overleggen, naar elkaar te luisteren en elkaar uit te laten spreken.

Conclusie:

Op basis van bovenstaande observaties kan geconcludeerd worden dat de pedagogische praktijk op alle competenties voldoet.

Gebruikte bronnen:

 Interview (beroepskrachten)

 Observaties

(6)

Personeel en groepen

Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.

De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.

Verklaring omtrent het gedrag

Van twee beroepskrachten en een stagiaire is de verklaring omtrent het gedrag ingezien. Deze voldoen aan de voorwaarden.

Beroepskracht-kindratio

De bezettingslijsten en het personeelsrooster zijn ingezien. Aan de beroepskrachtkind-ratio wordt voldaan.

Conclusie:

Aan alle items binnen het domein 'Personeel en groepen' wordt voldaan.

Gebruikte bronnen:

 Interview (beroepskrachten)

 Observaties

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

 Plaatsingslijsten

 Presentielijsten

 Personeelsrooster

(7)

7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-03-2017

Logé in Huis te Scherpenzeel

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

Tijdens de observatie op de groep en het gesprek met beroepskrachten is gebleken dat

beroepskrachten voldoende op de hoogte zijn van - en handelen conform de vastgestelde risico- inventarisaties op het gebied van veiligheid en gezondheid.

Tijdens de inspectie trof de toezichthouder een slapend kind aan in een ledikant op de groep. Om dit kind rustig te laten slapen, is er door de beroepskracht een deken over het ledikant gelegd. De toezichthouder heeft de risico's van het afdekken van een bedje met de beroepskrachten

besproken en zij hebben vervolgens het deken direct verwijderd.

De toezichthouder heeft deze situatie tevens besproken met de houder en deze heeft aangegeven het bedje in de toekomst niet meer te zullen afdekken.

Omdat dit het enige aandachtspunt is en de toezichthouder tijdens de inspectie geen andere tekortkomingen op het gebied van veiligheid en gezondheid heeft geconstateerd, wordt dit gezien als een incident en wordt aan deze voorwaarden voldaan.

Gebruikte bronnen:

 Interview (beroepskrachten)

 Observaties

(8)

Overzicht getoetste inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-03-2017

Logé in Huis te Scherpenzeel

De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

(10)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Logé in Huis

Aantal kindplaatsen : 8

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : LoGé in Huis V.O.F.

Adres houder : Fluitekruidlaan 35

Postcode en plaats : 3925SC Scherpenzeel

Website : www.loge.in.huis.nl

KvK nummer : 32131724

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden

Adres : Postbus 5364

Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM

Telefoonnummer : 0800-8446000

Onderzoek uitgevoerd door : Annemarie van Alst Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Scherpenzeel

Adres : Postbus 100

Postcode en plaats : 3925ZJ SCHERPENZEEL GLD

Planning

Datum inspectie : 06-03-2017

Opstellen concept inspectierapport : 03-04-2017

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 01-05-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 01-05-2017 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 01-05-2017 Openbaar maken inspectierapport : 08-05-2017

(11)

11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-03-2017

Logé in Huis te Scherpenzeel

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling

Van 4 vaste beroepskrachten (waaronder de 2 houders), een nieuwe beroepskracht en een stagiaire zijn de verklaring omtrent het gedrag ingezien en in orde bevonden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub

(art 1.49 lid 4 onder a, 1.56 lid 1 en 2 en 1.56b lid 2 Wet kinderopvang; art 7 lid 2 en 6 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor

Indien gebleken is dat een houder van een kindercentrum, een gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of een peuterspeelzaal niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen van

Als dit alles niet tot een oplossing heeft geleid kan dat reden zijn voor het college van burgemeester en wethouders om te besluiten een bestuurlijke boete op te leggen met

Indien is gebleken dat een houder van een kindercentrum, een gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of een peuterspeelzaal niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen