• No results found

Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid. Algemene toelichting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid. Algemene toelichting"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid

Het budget voor personeelsbeleid biedt scholen meer ruim- te om hun pedagogisch-didactische visie gestalte te geven in de schoolorganisatie en het personeelsbeleid. Naar ver- wachting zullen in de komende schooljaren de middelen voor bestuur en management worden toegevoegd aan dit budget, wat die ruimte nog vergroot. Niet alleen schoolbe- sturen maar ook de onderwijsteams beschikken zo over (financiële) ruimte om op een zelfstandige wijze de verbe- tering van de kwaliteit van het onderwijs vorm te geven.

Het bevoegd gezag van de school legt over de besteding van het budget in eerste instantie verantwoording af aan de direct bij het onderwijs betrokkenen: het personeel en de ouders. Daarmee kan worden bezien in hoeverre gestel- de ambities en doelen zijn bereikt en of deze dienen te worden bijgesteld. Het personeelsdeel van de medezeggen- schapsraad beschikt over instemmingsbevoegdheid met betrekking tot de inzet van het budget. Het ouder/leerlin- gen deel van de medezeggenschapsraad beschikt over een adviesbevoegdheid. Conform een afspraak in de CAO sec- tor onderwijs (PO en VO) 2003 zullen via het bevoegd gezag kopieën van de beschikking voor het budget voor personeelsbeleid beschikbaar worden gesteld ten behoeve van de directie en de personeelsgeleding van de MR.

Hoogte bedragen bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid

Ten opzichte van het schoolbudget uit het voorgaande schooljaar zijn de bedragen voor de bekostiging van perso- neels- en arbeidsmarktbeleid verhoogd vanwege een alge- mene prijsbijstelling, de toevoeging van de arbeidsmark- timpuls (voor scholen voor praktijkonderwijs, Gele katern 2004, nr. 6) en vanwege de uitwerking van het convenant decentralisatie arbeidsvoorwaarden. Voor het schooljaar 2004-2005 is in het budget voor personeelsbeleid voor dit laatste onderdeel landelijk circa € 58 mln. opgenomen.

Instellingen voor visueel gehandicapten (VGK-instellingen) zijn niet in deze regeling opgenomen voor wat betreft het onderdeel bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbe- leid. Door de afwijkende bekostigingssystematiek voor

Bestemd voor:

• besturen van scholen voor:

• basisonderwijs;

• speciaal basisonderwijs;

• (voortgezet) speciaalonderwijs;

• speciaal voortgezet onderwijs;

• praktijkonderwijs waarop het declaratiestelsel van toespassing is.

Algemeen verbindend voorschrift

Datum: 17 juli 2004 Kenmerk: PO/F-2004/31059

Datum inwerkingtreding: zie artikel 10 Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t.

Juridische grondslag: zie ’Gelet op:’ in de tekst Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t.

CFI/ICO/PO, tel. 079-3232.333

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,

Algemene toelichting

Met deze regeling worden de bedragen voor de bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid (schoolbudget) en de opslagpercentages voor het vervangingsfonds en partici- patiefonds bekendgemaakt, zoals die voor het primair onderwijs en scholen voor praktijkonderwijs met declara- tiebekostiging gelden in het schooljaar 2004 - 2005. De omvang van het budget voor personeels- en arbeidsmarkt- beleid wordt berekend op basis van dezelfde criteria als in voorgaande jaren, maar de bedragen waaruit het budget is samengesteld zijn aangepast. In verband met de voorgeno- men invoering van lumpsumbekostiging per 1 augustus 2006 wordt de bekostiging voor personeels- en arbeids- marktbeleid’ in deze toelichting ’budget voor personeels- beleid’ genoemd in plaats van schoolbudget (voor perso- neels- en arbeidsmarktbeleid). Zodoende wordt verwarring met het totale (lumpsum) budget van een school voorko- men.

Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid en opslagpercentages Participatiefonds en Vervangings- fonds primair onderwijs en scholen voor praktijk- ondewijs 2004 - 2005

OCenW-Regelingen

(2)

ging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de decentralisatie van arbeidsvoorwaarden (Stb. 2004, 271) waarin de basis voor de decentralisatie van de verlofregelingen uit hoofdstuk 1, titel 3, van het Rechtspositiebesluit WPO/WEC is gelegd (zie toelichting hierna).

Participatiefonds

Het Participatiefonds(PF) vergoedt de kosten voor werk- loosheids- en suppletie-uitkeringen. Om het PF in staat te stellen deze kosten te vergoeden stelt het ministerie een opslag op de bekostiging aan scholen ter beschikking. De opslagpercentages worden jaarlijks bij ministeriële rege- ling vastgesteld. Bij deze regeling wordt hieraan voor het schooljaar 2004-2005 uitvoering gegeven.

Gelet op:

• artikel 126 en 129 van de Wet op het primair onderwijs,

• artikel 121 en 124 van de Wet op de expertisecentra en

• artikel 26 en 27 van het Besluit RVC’s, regionaal zorg- budget en praktijkscholen met declaratiebekostiging

Besluit

Paragraaf 1

Algemene bepalingen

Artikel 1.

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• basisschool:

basisschool als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

• speciale school voor basisonderwijs:

speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in arti- kel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

• school voor speciaal onderwijs:

school voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal onder- wijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertise- centra;

• school voor praktijkonderwijs:

school voor praktijkonderwijs met declaratiebekostiging als bedoeld in artikel 9 van het Besluit RVC’s, regionaal zorgbudget en praktijkscholen met declaratiebekosti- ging;

deze instellingen werkt de gehanteerde verdelingssystema- tiek niet optimaal. Om die reden wordt in overleg met de instellingen bezien of er betere toekenningscriteria gehan- teerd kunnen worden. Zodra het overleg daarover is afge- rond, zullen de instellingen voor visueel gehandicapten alsnog aan deze regeling worden toegevoegd.

Bekostiging van vervanging van personeel dat verlof geniet

Op 16 mei 2002 is met de decentrale overlegpartners (werkgevers en werknemers in het primair onderwijs) een convenant gesloten over decentralisatie van de verlofrege- lingen. De aanspraken op verlof maken met ingang van 1 augustus 2003 deel uit van de decentrale CAO PO. In het convenant is tevens de afspraak gemaakt dat het budget dat gemoeid is met de bekostiging van vervanging van per- soneel dat verlof geniet niet eerder dan per 1 augustus 2004, zal worden toegevoegd aan het budget voor perso- neelsbeleid. Dit onder gelijktijdige vermindering van het opslagpercentage VF aan scholen. Premieafdracht blijft over eerder genoemde verlofsituaties aan het VF verschul- digd. Het VF zal de scholen hierover berichten.

Financiële verantwoording budget voor personeelsbeleid

Het budget voor personeelsbeleid is een vrij besteedbaar budget dat uitsluitend mag worden aangewend voor perso- nele uitgaven en dat wordt uitgekeerd in geld. De verant- woording en monitoring ervan vinden op overeenkomstige wijze plaats als in de voorgaande jaren bij het schoolbud- get het geval was. Voor de wijze waarop de besteding dient te worden verantwoord, wordt daarom verwezen naar de publicatie ”Verantwoording en monitoring van het school- budget in het primair onderwijs” (PO/PJ-2001/43137 in Uitleg Gele katern nr. 30 van 12 december 2001).

Vervangingsfonds

Het Vervangingsfonds(VF) vergoedt de kosten voor vervan- ging van personeel. Om het VF in staat te stellen deze kos- ten te vergoeden stelt het ministerie een opslag op de bekostiging aan scholen ter beschikking. De opslagpercen- tages worden jaarlijks bij ministeriële regeling vastgesteld.

Bij deze regeling wordt hieraan voor het schooljaar 2004- 2005 uitvoering gegeven.

Het percentage is ten opzichte van voorgaande jaren aan- gepast in verband met de Wet van 10 juni 2004 tot wijzi-

Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid en opslagpercentages Participatiefonds en Vervangingsfonds primair onderwijs en scholen voor praktijkondewijs 2004 - 2005

(3)

Indien het door de accountant geconstateerde leerlin- gaantal daarvan afwijkt, vindt een herberekening plaats van de omvang van de bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid.

Artikel 4.

Omvang bekostiging voor speciale scholen voor basis- onderwijs

1. De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid voor speciale scholen voor basisonderwijs bestaat uit een bedrag dat wordt berekend volgens de formule basisbedrag + A + B, waarin:

basisbedrag = € 3.797,24;

A = het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met

€ 380,31;

B= het aantal cumi-leerlingen, vermenigvuldigd met

€ 141,22.

2. De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, voor speciale scholen voor basisonderwijs die op de peildatum 1 okto- ber 2001 werden bezocht door 50% of meer cumi-leer- lingen, wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan:

C = (het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met

€ 191,92) plus (het aantal cumi-leerlingen, verme- nigvuldigd met € 219,76).

3. Tenzij in dit artikel anders wordt aangegeven, wordt het aantal leerlingen vastgesteld overeenkomstig arti- kel 122, derde lid, van de WPO waarbij wordt uitgegaan van de gegevens die door het bevoegd gezag worden geleverd. Indien het door de accountant geconstateerde leerlingaantal daarvan afwijkt, vindt een herberekening plaats van de omvang van de bekostiging voor perso- neels en arbeidsmarktbeleid.

Artikel 5.

Omvang bekostiging voor scholen voor praktijkonder- wijs

1. De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid voor scholen voor praktijkonderwijs met declaratiebe- kostiging bestaat uit een bedrag dat gelijk is aan A+B, waarin:

A = het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met

€ 397,75;

B =het aantal cumi-leerlingen, vermenigvuldigd met

€ 81,00.

2. De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, voor scholen voor praktijkonderwijs die op peildatum 1 oktober 2001 werden bezocht door 50% of meer cumi-leerlingen, wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan:

C =(het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met € 14,16) plus (het aantal cumi-leerlingen, vermenigvuldigd met € 547,59 ).

• schoolgewicht:

het schoolgewicht als bedoeld in artikel 15b van het Formatiebesluit WPO;

• cumi-leerlingen:

eerlingen met een niet-Nederlandse culturele achter- grond als bedoeld in artikel 1 van het Formatiebesluit WPO, Formatiebesluit WEC en artikel 1 van de Regeling formatie en bekostiging praktijkscholen met declaratie- bekostiging.

Paragraaf 2

Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid

Artikel 2.

Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid Het bevoegd gezag van een basisschool, speciale school voor basisonderwijs, school voor speciaal onderwijs en school voor praktijkonderwijs maakt voor het schooljaar 2004 - 2005 aanspraak op bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid zoals in deze paragraaf aangegeven.

Artikel 3.

Omvang bekostiging voor basisscholen

1. De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid voor basisscholen bestaat uit een bedrag dat wordt berekend volgens de formule basisbedrag + A + B waar- in:

basisbedrag = € 3.797,24;

A = het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met

€ 232,32;

B = het schoolgewicht, vermenigvuldigd met € 232,32.

2. De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, voor basis- scholen met minder dan 145 leerlingen wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan:

C = uitkomst van de formule: € 4.469,47 minus (het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met € 30,83).

3. De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, voor basis- scholen die op peildatum 1 oktober 2001 werden bezocht door 70% of meer leerlingen die met de factor 0,9 bijdroegen aan het schoolgewicht, wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan:

D = (het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met

€ 105,88) plus (het schoolgewicht, vermenigvuldigd met € 131,32).

4. Tenzij in dit artikel anders wordt aangegeven, wordt het aantal leerlingen vastgesteld overeenkomstig arti- kel 121 van de WPO waarbij wordt uitgegaan van de gegevens die door het bevoegd gezag worden geleverd.

Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid en opslagpercentages Participatiefonds en Vervangingsfonds primair onderwijs en scholen voor praktijkondewijs 2004 - 2005

(4)

Artikel 7.

Beschikking en betaling

1. Het bevoegd gezag ontvangt uiterlijk in oktober 2004 een beschikking waarin de op grond van deze regeling toegekende vergoeding is opgenomen.

2. De in de beschikking genoemde vergoeding wordt als volgt uitbetaald: in oktober 2004 26,75%, in november en december 2004 telkens 8,6 % en in januari tot en met juli 2005 telkens 8,15%.

Paragraaf 3

Percentages vergoeding kosten voor vervanging en werkloosheids- en suppletie-uitkeringen

Artikel 8.

Vaststelling percentages vergoeding kosten voor ver- vanging

Voor het schooljaar 2004-2005 is het percentage voor ver- vanging bedoeld in:

a. artikel 126 van de Wet op het primair onderwijs en arti- kel 121 van de Wet op de expertisecentra: 5,10 %;

b. artikel 26 van het Besluit RVC’s, regionaal zorgbudget en praktijkscholen met declaratiebekostiging; 4,79 %.

Artikel 9.

Vaststelling percentages vergoeding kosten van werk- loosheids- en suppletie-uitkeringen

Voor het schooljaar 2004-2005 is het percentage voor werk- loosheids - en suppletie-uitkeringen bedoeld in:

a. artikel 126 van de Wet op het primair onderwijs en arti- kel 121 van de Wet op de expertisecentra: 1,82 %;

b. artikel 26 van het Besluit RVC’s, regionaal zorgbudget en praktijkscholen met declaratiebekostiging; 1,82%.

3. Tenzij in dit artikel anders wordt aangegeven, wordt het aantal leerlingen vastgesteld overeenkomstig arti- kel 24 van het besluit RVC’s, regionaal zorgbudget en praktijkscholen met declaratiebekostiging waarbij wordt uitgegaan van de gegevens die door het bevoegd gezag worden geleverd. Indien het door de accountant geconstateerde leerlingaantal daarvan afwijkt, vindt een herberekening plaats van de omvang van de beko- stiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid.

Artikel 6.

Omvang bekostiging voor scholen voor speciaal onder- wijs

1. De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid voor scholen voor speciaal onderwijs bestaat uit een bedrag dat gelijk is aan A+B+C, waarin:

A = het aantal SO-leerlingen en VSO-leerlingen, verme- nigvuldigd met de bedragen in de bijlage genoemd onder A;

B = het aantal cumi-leerlingen, vermenigvuldigd met

€ 110,31;

C = het aantal ambulant begeleide leerlingen, verme- nigvuldigd met € 154,73.

2. De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, voor scholen voor speciaal onderwijs die op peildatum 1 oktober 2001 werden bezocht door 50% of meer cumi-leerlingen, wordt verhoogd met D, waarin

D = (het aantal leerlingen vermenigvuldigd met het in de bijlage onder B genoemde bedrag) plus (het aan- tal cumi-leerlingen, vermenigvuldigd met € 366,29) plus (het aantal ambulant begeleide leerlingen op teldatum 1-10-2002, vermenigvuldigd met € 79,38).

3. Wanneer het aantal ambulant begeleide leerlingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, op 1-10-2002 hoger was dan het aantal op 1-10-2003, wordt bij wijze van eenmalige overgangsregeling een extra bedrag toege- kend ter hoogte van het verschil.

4. De in de bijlage onder A en B genoemde bedragen zijn afhankelijk van de onderwijssoort.

5. Bij de vaststelling van het aantal leerlingen ten behoe- ve van de berekening van A en D worden leerlingen op residentiële plaatsen niet meegeteld en wordt het aan- tal residentiële plaatsen geteld als leerling.

6. Tenzij in dit artikel anders wordt aangegeven, wordt het aantal leerlingen vastgesteld overeenkomstig arti- kel 118 van de WEC, waarbij wordt uitgegaan van de gegevens die door het bevoegd gezag worden geleverd.

Indien het door de accountant geconstateerde leerlin- gaantal daarvan afwijkt, vindt een herberekening plaats van de omvang van de bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid.

7. Het bepaalde in de leden 1 tot en met 6 van dit artikel is niet van toepassing op de instellingen voor visueel gehandicapten.

Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid en opslagpercentages Participatiefonds en Vervangingsfonds primair onderwijs en scholen voor praktijkondewijs 2004 - 2005

(5)

Paragraaf 4

Slotbepalingen

Artikel 10.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dagte- kening van het Gele Katern waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 augustus 2005.

Artikel 11.

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid en opslagpercenta- ges PF/VF 2004-2005.

Deze regeling zal met de toelichting en bijlage in het Gele katern worden geplaatst. Van deze plaatsing zal medede- ling worden gedaan in de Staatscourant.

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap, M.J.A. van der Hoeven

Bijlage

(Deze bijlage behoort bij de regeling opslagpercentages PF/VF en bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbe- leid 2004-2005)

WEC naar A (Bedrag per leerling onderwijssoort (1) alle scholen)

SO doof per leerl 783,76

SO sh per leerl 550,90

SO esm per leerl 535,96

SO lg per leerl 664,28

SO lz3 per leerl 535,96

SO zmlk per leerl 535,96

SO-cluster 4 per leerl 550,90 SO doof/zmlk per leerl 1.171,00 SO do/bl per leerl 1.593,16 SO sh/zmlk per leerl 738,97 SO lg/zmlk per leerl 852,33

Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid en opslagpercentages Participatiefonds en Vervangingsfonds primair onderwijs en scholen voor praktijkondewijs 2004 - 2005

WEC naar A (Bedrag per leerling onderwijssoort (1) alle scholen)

VSO doof per leerl 783,76

VSO sh per leerl 640,50

VSO lg per leerl 753,87

VSO lz3 per leerl 625,57

VSO zmlk per leerl 550,90

VSO cluster 4 per leerl 625,57 VSO doof/zmlk per leerl 1.171,00 VSO do/bl per leerl 1.593,16 VSO sh/zmlk per leerl 753,87 VSO lg/zmlk per leerl 867,26

SO+VSO cumi per cumi 110,31 SO + VSO ambulant per amb lrl 154,73

SO + VSO >50% cumi B ( 50% cumi)

(V)SO doof per leerl 342,13

(V)SO sh per leerl 201,25

(V)SO esm per leerl 201,25

(V)SO lg per leerl 342,13

(V)SO lz3 per leerl 201,25 (V)SO zmlk per leerl 201,25 (V)SO-cluster 4 per leerl 201,25 (V)SO doof/zmlk per leerl 563,51 (V)SO do/bl per leerl 774,44 (V)SO sh/zmlk per leerl 342,13 (V)SO lg/zmlk per leerl 483,01

Noot:

(1) Door de invoering van LGF zijn enkele benamingen gewijzigd ten opzichte van voorgaande publicaties over het schoolbudget. MGA01, MGA03, MGA04 en MGA07 zijn opgegaan in ”doof/zmlk”; MGB01, MGB02, MGB03 en MGB05 zijn opgegaan in ”sh/zmlk”; MGF01, MGF02, MGF03, MGF05, MGF07 en MGJ01 zijn opgegaan in

”lg/zmlk”; MGA02 valt onder ”doof”, MGA06 onder

”do/bl”, MGB06 onder ”sh”, MGF04 onder ”sh”, MGH01 onder ”cluster 4” en MGH02 onder ”lz3”.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Commissie oordeelt dan ook dat verweerder in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen om [de leerling] niet te bevorderen met als gevolg dat [de leerling] van school

Als uw kind in deze groep geplaatst wordt, zal het gelijkgestemden kunnen ontmoeten en zal er, naast het aanbod dat de Bonte Vlinder biedt aan alle kinderen, extra aandacht zijn

tief is wel de MvT omdat daar een aantal begrippen uit de wet opnieuw zijn toege- licht (zie ook hieronder). Zo wordt over het begrip school opgemerkt dat onder het begrip school

School voor speciaal basi sonderwijs4. Ontwikkeling door

Voor wat betreft de klacht rond de zorgplicht van de school jegens de zoon van klaagster heeft de school verklaard dat er ondanks de ondersteuningsbehoefte van klaagster rondom

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek SBO-school De Dolfijn - 26-9-2006 12 De informatie die de school kan overleggen over de leerontwikkeling van leerlingen is

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Alle nieuwe kinderen worden besproken in onze CVB, maar ook kinderen die al langer op school zitten en extra hulp en/of zorg nodig hebben.. Heeft uw kind deze extra zorg niet