Raming vorderingensaldo februari 2022

(1)

Raming

vorderingensaldo 2021

3 februari 2022

(2)

Inhoud

1. Inleiding... 4

2. Eindejaarsraming 2021 - synthese ... 5

2.1 Vorderingensaldo gezamenlijke overheid 5 2.2 Schuldgraad gezamenlijke overheid 6 3. Eindejaarsraming 2021 – entiteit I ... 8

3.1 Eindejaarsraming federale overheid 8 3.1.1 Fiscale ontvangsten ... 9

3.1.2 Fiscale afdrachten... 10

3.3.3 Niet-fiscale middelen ... 11

3.1.4 Interestlasten ... 12

3.1.5 Primaire uitgaven ... 13

3.1.6 Uitgaven vrijstelling BV ... 18

3.1.7 Primair saldo van de met de federale overheid te consolideren instellingen ... 18

3.1.8 Onverdeelde overgangscorrecties ... 22

3.2 Eindejaarsraming Sociale Zekerheid 22 3.2.1 Travailleurs salariés ... 23

3.2.2 Travailleurs indépendants ... 25

3.2.3 Soins de santé ... 27

3.2.4 Stelsel buiten globaal beheer ... 28

3.2.5 ESR-correcties ... 28

3.3 Eindejaarsraming entiteit I 29 3.3.1 Vorderingensaldo entiteit I... 29

3.3.2 Primair saldo entiteit I ... 29

4 Eindejaarsraming entiteit II ... 31

4.1 Eindejaarsraming Gemeenschappen & Gewesten 31

4.2 Eindejaarsraming lokale overheden 32

(3)

5. Eindejaarsraming gezamenlijke overheid ... 34 6. Eindejaarsraming schuldgraad gezamenlijke overheid ... 35 Bijlage 1 – Overzicht federale maatregelen corona (directe impact - ESR) ... 36

(4)

1. Inleiding

Deze nota geeft een overzicht van de raming van het vorderingensaldo voor 2021 voor zowel entiteit I, entiteit II als de gezamenlijke overheid, evenals een raming van de schuldgraad voor de gezamenlijke overheid. De ramingen voor entiteit I betreffen een analyse van belangrijkste

ontvangsten- en uitgavenrubrieken op basis van de uitvoering van de begroting 2021. Voor entiteit II worden enkel de saldi opgenomen per subentiteit, waarbij de raming van het saldo van de Gemeenschappen en Gewesten gebaseerd is op een rondvraag bij de desbetreffende

deelgebieden, terwijl het saldo voor de lokale overheden een herneming is van het saldo dat is opgenomen in de herfstramingen van de NBB van december 2021.

De in deze nota gehanteerde tabellen vergelijken de eindejaarsraming voor 2021 met de ramingen voor 2021 zoals opgenomen in de Algemene Toelichting bij de begroting 2022.

Voor de bepaling van de bedragen uitgedrukt in procent van het bbp, werd het cijfer uit de herfstramingen van de NBB van 17 december hernomen. Het bbp voor 2021 wordt geraamd op 505.152 miljoen EUR (tegenover 456.893 miljoen EUR in 2020). In de Algemene Toelichting bij de begroting voor 2022 werd nog uitgegaan van een bbp ten belope van 496.539 miljoen EUR in 2021, hetgeen toch 8.613 miljoen EUR lager is dan de huidige ramingen van de NBB. De reële groei waarmee rekening werd gehouden in de Algemene Toelichting voor 2021 werd geraamd op 5,7 %, terwijl in de herfstramingen van de NBB wordt uitgegaan van een groei van 6,1 %.

Het is belangrijk te benadrukken dat de meeste van de hier gehanteerde gegevens nog altijd ramingen zijn. De cijfers kunnen de komende maanden dus nog evolueren.

In de loop van 2022 mogen onder meer volgende publicaties nog verwacht worden omtrent de ramingen voor 2021:

• 17 februari: economische begroting en middellangetermijnvooruitzichten FPB;

• midden februari: Jaarverslag NBB;

• april: eerste raming INR;

• oktober: de publicatie van de overheidsrekeningen door het INR (definitieve cijfers 2021).

(5)

2. Eindejaarsraming 2021 - synthese

2.1 Vorderingensaldo gezamenlijke overheid

De volgende tabel geeft een overzicht en opsplitsing per subentiteit van het geraamde vorderingensaldo voor 2021 voor de gezamenlijke overheid.

Het vorderingensaldo voor de gezamenlijke overheid wordt voor 2021 voorlopig geraamd op een tekort van 30.068 miljoen EUR of -6,0 % van het bbp. Ten opzichte van de ramingen die voor 2021 waren opgenomen in de Algemene Toelichting bij de begrotingsopmaak 2022 is dit een

verbetering met bijna 10 miljard EUR of 2,1 procentpunt bbp. Bovendien wordt dit cijfer sterk beïnvloed door de impact van de vele maatregelen die de verschillende regeringen hebben genomen in het kader van de coronapandemie. De directe ESR-impact van deze maatregelen wordt geraamd op ongeveer 13,8 miljard EUR. Indien abstractie wordt gemaakt van deze impact, zou het vorderingensaldo voor de gezamenlijke overheid geraamd worden op een tekort van 3,2

% van het bbp.

(6)

Zoals in de inleiding al was aangegeven, gaat het hier om voorlopige ramingen. De sterke verbetering van het saldo dient dan ook heel voorzichtig geïnterpreteerd te worden. In de loop van het jaar zal moeten blijken in welke mate het structurele karakter van de

verschillende ontvangsten en uitgavenrubrieken kan doorgetrokken worden naar de volgende jaren.

De volgende grafiek geeft de evolutie weer van het vorderingensaldo van de gezamenlijke overheid over de periode 2012-2021.

2.2 Schuldgraad gezamenlijke overheid

De volgende tabel geeft een overzicht van de raming van de schuldgraad van de gezamenlijke overheid.

2020 2021 2021

ICN octobre '21 INI 2022 Réestim. jan

- - -

INR oktober '21 INI 2022 Herram. jan

En % du PIB (1) (2) (3) In % van het bbp

Taux d'endettement 112,8 112,5 108,6 Schuldgraad

Variation du taux d'endettement 15,1 -0,3 -4,2 Verandering schuldgraad

Facteurs endogènes 13,6 -0,9 -4,8 Endogene factoren

Facteurs exogènes 1,4 0,7 0,7 Exogene factoren

(7)

wordt verklaard door de endogene factoren, met name de sterk opwaartse herziening van het vorderingensaldo evenals de opwaartse inschatting van het bbp.

De volgende grafiek geeft de evolutie weer van de schuldgraad voor de gezamenlijke overheid over de periode 2012-2021.

(8)

3. Eindejaarsraming 2021 – entiteit I

3.1 Eindejaarsraming federale overheid

De volgende synthesetabel geeft een overzicht van het geraamde vorderingensaldo voor de federale overheid voor 2021.

Het vorderingensaldo voor de federale overheid wordt geraamd op een tekort van 21.459 miljoen EUR (of -4,2 % van het bbp), tegenover een tekort van 26.096 miljoen EUR (of -5,3 % van het bbp) in de Algemene Toelichting. Dit is bijgevolg een verbetering met 4.637 miljoen EUR of 1,0

procentpunt bbp. Deze aanzienlijke verbetering is in hoofdzaak toe te schrijven aan een sterke stijging van de geraamde fiscale en niet-fiscale ontvangsten.

Hierna worden de grote ontvangsten- en uitgavenstromen meer in detail besproken.

2021 2021 %

INI 2022 Réestim. jan Différence Différence

- - - -

INI 2022 Herram. jan Verschil Verschil

(en millions EUR sauf indication contraire) (1) (2) (2) vs. (1) (2) vs. (1) (in miljoen EUR tenzij anders vermeld)

Recettes fiscales 121 201 126 118 4 917 4,1 Fiscale ontvangsten

Transferts fiscaux (-) -70 442 -70 678 - 236 - 0,3 Fiscale overdrachten (-)

Moyens fiscaux 50 759 55 440 4 681 9,2 Fiscale middelen

Moyens non fiscaux 3 856 4 289 433 11,2 Niet-fiscale middelen

Recettes Voies et Moyens 54 615 59 730 5 114 9,4 Middelen

Charges d'intérêt (-) -7 336 -7 368 - 32 - 0,4 Interestlasten (-)

Dépenses primaires (-) -69 906 -70 072 - 166 - 0,2 Primaire uitgaven (-)

Dép. dispenses précompte pr. (-) -3 666 -3 924 - 258 - 7,0 Uitgave vrijstellingen BV (-)

Solde primaire organismes 188 242 55 29,0 Primair saldo instellingen

Corrections de passage non ventilées 10 - 66 - 76 - 774,4 Onverdeelde overgangscorrecties

Solde de financement pouvoir fédéral -26 096 -21 459 4 637 17,8 Vorderingensaldo federale overheid

% PIB -5,3 -4,2 1,0 19,2 % bbp

(9)

3.1.1 Fiscale ontvangsten

Voor de fiscale ontvangsten is de raming gebaseerd op de CODIT-nota van 28 januari. De situatie eind december werd aangevuld met de ramingen van de Thesaurie voor de volgende maand(en).

Voor een aantal belastingcategorieën zijn in ESR-termen immers de realisaties van slechts 11 maanden (BTW, RV) of 10 maanden (o.a. kohieren) beschikbaar omwille van de verschuiving die wordt toegepast op de kascijfers.

In vergelijking met de cijfers voor 2021 die werden gehanteerd in de begrotingsdocumenten voor 2022, stijgt de raming met 4.917 miljoen EUR. De belangrijkste verschillen situeren zich bij:

• Btw en diverse taksen geïnd door de btw-administratie: +1.900 miljoen EUR;

• Kohieren vennootschappen: +880 miljoen EUR;

• Voorafbetalingen: +833 miljoen EUR;

• Kohieren natuurlijke personen: +487 miljoen EUR;

• Bedrijfsvoorheffing: +431 miljoen EUR;

• Roerende voorheffing: +306 miljoen EUR;

Ten opzichte van 2020 stijgen de fiscale ontvangsten met circa 14 %, ten opzichte van 2019 bedraagt de stijging ongeveer 6 %.

2021 2021 %

- - - -

Taxe sur les jeux et paris 13 14 0 2,6 Belasting op spelen en weddenschappen

Appareils automatiques de divertissement 0 2 2 3 090,0 Automatische ontspanningstoestellen

Précompte mobilier 3 791 4 097 306 8,1 Roerende voorheffing

Participation des travailleurs 8 9 0 3,1 Werknemersparticipatie

Versements anticipés 16 217 17 050 833 5,1 Voorafbetalingen

Rôles -2 652 -1 334 1 318 49,7 Kohieren

sociétés 2 256 3 136 880 39,0 vennootschappen

personnes physiques -5 151 -4 665 487 9,5 natuurlijke personen

impôt des non résidents 243 195 - 48 - 19,9 belasting der niet-inwoners

Précompte professionnel 51 251 51 683 431 0,8 Bedrijfsvoorheffing

Divers 311 330 19 6,0 Diversen

Impôts directs 68 940 71 849 2 909 4,2 Directe belastingen

Droits de douane 2 423 2 383 - 40 - 1,6 Douane

Accises 9 331 9 441 111 1,2 Accijnzen

Doits de douane et accises 11 753 11 825 71 0,6 Douane en accijnzen

TVA 35 383 37 283 1 900 5,4 Btw

Droits d'enregistrement 2 416 2 473 56 2,3 Registratierechten

Divers et amendes 1 200 1 214 14 1,1 Diversen en boeten

TVA, enregistrement et divers 39 000 40 969 1 969 5,0 Btw, registratie en diversen

Droits de succession 1 290 1 302 12 0,9 Successierechten

Régularisation (montants non répartis) 217 173 - 44 - 20,5 Regularisatie (niet-verdeelde bedragen)

Total recettes fiscales 121 201 126 118 4 917 4,1 Totaal fiscale ontvangsten

(10)

3.1.2 Fiscale afdrachten

De fiscale afdrachten liggen 236 miljoen EUR hoger dan hetgeen was geraamd in de Algemene Toelichting. Ze worden geraamd op 70.678 miljoen EUR tegenover 70.442 miljoen EUR in de Algemene Toelichting. De volgende tabel geeft een overzicht.

De toename van de fiscale afdrachten wordt voor een groot deel verklaard door een afdracht ten belope van 160 miljoen EUR die als overgangscorrectie is opgenomen om coherent te zijn met de cijfers van de FOD Financiën en het INR. Het betreft een regularisatie voor de alternatieve

financiering van de bijkomende middelen die bij KB van 28 februari 2021 werden toegekend voor de financiering van de geneeskundige verzorging voor het jaar 2020. Dit bedrag wordt bij de sociale zekerheid tegengeboekt via een positieve ESR-correctie (zie infra).

Overige schommelingen situeren zich bij de gewestelijke belastingen die 62 miljoen EUR hoger liggen en bij de douanerechten die daarentegen afnemen met 40 miljoen EUR.

2021 2021 %

- - - -

UE 3 013 2 973 - 40 - 1,3 EU

TVA 590 590 0 0,0 Btw

Droits de douane 2 423 2 383 - 40 - 1,6 Douanerechten

Communautés et Régions 46 635 46 697 62 0,1 Gemeenschappen en Gewesten

Impôts régionaux 3 852 3 914 62 1,6 Gewestelijke belastingen

Taxe additionnelle régionale sur l'IPP 9 873 9 873 0 0,0 Gewestelijke aanvullende belasting op PB

Dotations IPP et TVA 33 044 33 044 0 0,0 PB- en btw-dotaties

Limitation 2 % des 'versements' comme prévu dans

l'article 54, § 1, alinéa 6 et 7, LSF - 133 - 133 0 0,0 2 %-beperking van de 'stortingen' zoals bedoeld in artikel 54, § 1, zesde en zevende lid, BFW

Sécurité sociale 20 011 20 029 19 0,1 Sociale zekerheid

Gestion globale travailleurs salariés 16 883 16 883 0 0,0 Globaal beheer werknemers

Gestion globale travailleurs indépendants 2 841 2 841 0 0,0 Globaal beheer zelfstandigen

Maribel social et CSSS 287 306 19 6,5 Sociale Maribel en BBSZ

Autres 645 662 17 2,7 Andere

Police 289 289 0 - 0,1 Politie

CREG 331 351 20 5,9 CREG

Apetra 24 22 - 2 - 9,3 Apetra

Transferts de recettes fiscales avant les

corrections de passage 70 304 70 362 58 0,1 Afdrachten fiscale ontvangsten vóór

overgangscorrecties

Corrections de passage non fédérales 5 22 18 383,4 Niet-federale overgangscorrecties

Autres corrections de passage 133 293 160 120,1 Andere overgangscorrecties

Transferts de recettes fiscales, incluant les

corrections de passage au niveau du solde 70 442 70 678 236 0,3 Afdrachten fiscale ontvangsten, gecorrigeerd met overgangscorrecties op saldoniveau

(11)

3.3.3 Niet-fiscale middelen

Voor de niet-fiscale middelen werden de cijfers uit FEDCOM (dd. 01/02) overgenomen. Ten opzichte van de raming gehanteerd bij de opmaak van de initiële begroting 2022, stijgen de niet- fiscale middelen na overgangscorrecties met 433 miljoen EUR.

Het verschil van 433 miljoen EUR wordt voor een groot gedeelte verklaard door hogere inkomsten van dividenden van financiële instellingen (+144 miljoen EUR). Het resterende verschil is verspreid over een groot aantal begrotingsartikelen en een paar overgangscorrecties. Een aantal

aanpassingen van de overgangscorrecties voor een totaal van 140 miljoen EUR betreft louter een compensatie in ESR-termen van wijzigingen van begrotingsposten zelf (zoals bijvoorbeeld het wegvallen van code 8-verrichtingen zodat ook de correctie daarvoor wegvalt). Enkel het inschrijven van ontvangsten van emissierechten ten bedrage van +22 miljoen EUR en een correctie van +136 miljoen EUR voor het in rekening nemen van een laattijdige storting van de Federale

Pensioendienst heeft als overgangscorrectie een gewijzigde netto-impact op het de niet-fiscale middelen in ESR-termen.

De tabel hieronder geeft de belangrijkste posten weer die dit verschil verklaren:

2021 2021 %

- - - -

Chancellerie du Premier Ministre 10 9 0 - 3,2 Kanselarij van de Eerste Minister

Stratégie et Appui 171 170 - 1 - 0,8 Beleid en Ondersteuning

Justice 105 96 - 9 - 8,2 Justitie

Intérieur 71 86 15 21,1 Binnenlandse Zaken

Affaires étrangères 140 113 - 27 - 19,2 Buitenlandse Zaken

Défense 70 123 53 75,1 Landsverdediging

Police fédérale et fonctionnement intégré 35 29 - 6 - 18,2 Federale politie en geïntegreerde werking

Finances 3 178 3 197 19 0,6 Financiën

Emploi,Travail et Concertation sociale 1 1 0 59,7 Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Sécurité sociale 14 55 42 306,4 Sociale Zekerheid

Santé publique 37 59 22 60,1 Volksgezondheid

Économie, Classes moyennes et Énergie 148 163 15 10,0 Economie, Middenstand en Energie

Mobilité et Transports 335 332 - 2 - 0,7 Mobiliteit en Vervoer

Intégration sociale 0 14 14 Maatschappelijke integratie

Politique scientifique 8 8 0 2,5 Wetenschapsbeleid

Recettes non fiscales 4 321 4 456 135 3,1 Niet-fiscale ontvangsten

dont recettes courantes 3 095 3 338 243 7,9 waarvan lopende ontvangsten

dont recettes de capital 1 226 1 118 - 108 - 8,8 waarvan kapitaalontvangsten

Recettes non fiscales transférées 20 20 0 0,0 Afgestane niet-fiscale ontvangsten

Recettes non fiscales Voies et Moyens 4 301 4 436 135 3,1 Niet-fiscale middelen

Corrections de passage - 445 - 147 298 67,0 Overgangscorrecties

Correction codes 8 - 739 - 660 79 10,7 Correctie codes 8

Autres corrections de passage 294 514 220 74,7 Andere overgangscorrecties

Recettes non fiscales Voies et Moyens, incluant les corrections de passage au niveau du solde

3 856 4 289 433 11,2 Niet-fiscale middelen, gecorrigeerd met overgangscorrecties op saldoniveau

(12)

3.1.4 Interestlasten

Volgende tabel toont de ramingen van de interestlasten:

Voor de interestlasten ten laste van de Schatkist stemmen de cijfers overeen met een raming dd.

28/01 van het Federaal Agentschap van de Schuld (7 261 miljoen EUR). Ten opzichte van de cijfers voor 2021 die werden opgenomen in de begroting 2022, stijgen deze interestlasten met 33 miljoen EUR. Ten opzichte van de interestlasten van 2020 is dit wel een daling van 637 miljoen EUR.

Aan deze cijfers moeten de herziene rentelasten van de te consolideren instellingen worden toegevoegd (86 miljoen EUR) en wordt er nog een beperkt bedrag uit de primaire uitgaven

geherklasseerd als interesten (21 miljoen EUR). Deze laatste twee bedragen zijn quasi identiek aan de cijfers voor 2020.

2021 2021

mio EUR mio EUR verschil

Allocation de base benaming CHAP TITLE SECT PAR ART IB22 FEDCOM fedcom vs. IB22

120120369001 Taxe frais de trait. adm. de crossborder 12 01 2 0 369001 15 0 -15

130120478001 Versement solde fonds de sécurité 13 01 2 0 478001 0 18 +18

140221763201 Produit vente biens immeubles étranger 14 02 2 1 763201 28 2 -26

160220763104 Ventes - bât. dans le pays secteur publi 16 02 2 0 763104 19 29 +10

160220763204 Ventes - bât. dans le pays à autres sect 16 02 2 0 763204 0 26 +26

180121161301 Frais perc.CE rec.eff.pour leur compte 18 01 2 1 161301 314 272 -42

180121282001 Div.particip.Institutions Financieres 18 01 2 1 282001 335 479 +144

180121282007 Dividende versé par la Loterie Nationale 18 01 2 1 282007 0 12 +12 Σ= +275

180122121111 Frais justice et poursuite récupérés 18 01 2 2 121111 36 26 -11

180122261001 Intérêts moratoires en matière d'impôts. 18 01 2 2 261001 87 114 +28

180122377002 Contribution du secteur énergétique. 18 01 2 2 377002 72 84 +12

180123161203 Rétributions hypothécaires 18 01 2 3 161203 247 271 +24

240120471002 Remboursement Service Fédérale Pensions 24 01 2 0 471002 8 43 +35

250120060001 Recettes diverses 25 01 2 0 060001 0 19 +19

440120391009 Fonds Eur. Fead - Progr. 2014-2020 44 01 2 0 391009 0 12 +12

--- Andere posten met impact op saldo NFO -- -- -- -- --- +30

--- Andere posten zonder netto impact op saldo NFO -- -- -- -- --- -140

TOTALE WIJZIGING VOOR OVERGANGSCORRECTIES +135

Overgangscorrecties met gewijzigde impact op saldo NFO +158

Overgangscorrecties zonder gewijzigde netto impact op saldo NFO +140

TOTALE WIJZIGING NA OVERGANGSCORRECTIES +433

2021 2021 %

- - - -

Charges d'intérêt (économiques) 7 336 7 368 32 0,4 Interestlasten (economisch)

Trésor 7 228 7 261 33 0,5 Schatkist

Intérêts en provenance des dépenses primaires 26 21 - 5 - 18,8 Uit primaire uitgaven overgehevelde interesten

Organismes à consolider 82 86 4 5,3 Te consolideren instellingen

(13)

3.1.5 Primaire uitgaven

Le tableau suivant reprend une situation des dépenses primaires (liquidations) 2021 conforme à la présentation de l’Exposé général.

Les dépenses primaires SEC réalisées en 2021 se montent à 70 072 millions EUR pour l’année 2021, soit une augmentation de 166 millions EUR par rapport aux dépenses SEC 2021 estimées pour 2021 dans l’exposé général 2022.

NB : l’explication ci-dessous des chiffres de 2021 se fait par rapport aux crédits définitifs votés pour 2021 alors que les crédits pris en compte dans la colonne (1) du tableau ci-dessus tenaient compte partiellement du 4^ème feuilleton d’ajustement et ne prenaient pas encore en compte le 5^ème feuilleton d’ajustement, les crédits définitifs étant 1 004 millions EUR supérieurs à ceux de l’exposé général.

Les éléments expliquant le total des dépenses primaires SEC de 70 072 millions EUR en 2021 sont les suivants :

1) Liquidations (70 898 millions EUR) :

Les liquidations totales de 2021 (c’est-à-dire y compris le crédit RNB au profit de l’UE) se montent à 70 898 millions EUR.

Si on exclut le crédit UE (4 383 millions EUR), les liquidations des départements se montent à 66 515 millions EUR, soit une sous-utilisation de 1 677 millions EUR par rapport aux crédits de liquidation des départements votés pour 2021 (68 192 millions EUR).

Si maintenant on ne tient pas compte des codes 8 et 9, la sous-utilisation est de 1 635 millions EUR, soit 785 millions de mieux que l’objectif de 850 millions EUR repris dans l’exposé général.

2021 2021 %

- - - -

Crédits 71 744 70 898 - 846 - 1,2 Kredieten

Total Cellule Autorité 29 051 29 133 82 0,3 Totaal Autoriteitscel

Total Cellule Sociale 30 608 31 856 1 248 4,1 Totaal Sociale Cel

Total Cellule Économique 5 031 5 526 496 9,8 Totaal Economische Cel

Provisions 2.499 - -2 499 Provisies

Contribution RNB UE 4 555 4 383 - 172 - 3,8 Bni-bijdrage EU

Intérêts SPF Finances (-) - 26 - 21 5 18,8 Interesten FOD Financiën (-)

Sous-utilisation (-) - 850 0 850 Onderbenutting (-)

Dépenses primaires EG 70 868 70 877 9 0,0 Primaire uitgaven AT

Corrections SEC - 961 - 805 157 16,3 ESR-correcties

Contribution RNB UE - 306 - 85 222 72,4 Bni-bijdrage EU

Dépenses primaires de la dette 47 44 - 3 - 5,8 Primaire uitgaven schuldbegroting

Correction codes 8 et 9 - 846 - 858 - 12 - 1,4 Correctie codes 8 en 9

Autres corrections SEC 144 94 - 50 - 34,9 Andere ESR-correcties

Dépenses primaires SEC 69 906 70 072 166 0,2 Primaire uitgaven ESR

(14)

Le tableau suivant permet de se rendre compte de la répartition de la sous-utilisation des crédits de liquidation 2021. On peut constater que les provisions représentent une part importante de la sous-utilisation. Hors provisions, la sous-utilisation serait d’environ 1,1 milliard EUR.

(15)

Gros postes 2021 2021 2021

Crédits de liquidation

Crédits totaux 01/02/22

Liquidations 01/02/22

Non utilisé 01/02/22

Salaires et charges sociales 6.245 6.085 160

Frais de fonctionnement (hors AB 121102) 2.485 2.284 201

Santé publique AB 121102 (achats corona) 551 468 83

Investissements y compris militaires 1.370 1.246 124

Budget des dotations hors dot. aux Comm. 374 373 1

Budget des dotations aux Communautés 13.589 13.589 0

Pro Déo 112 112 1

Dotation mobilité Bxl-capitale 55 55 0

subsides fonds de sécurité 37 37 0

Subs.pol.locales plan de sécur 23 23 0

Financement communes et instit. bruxelloises 409 409 0

Dotation FEDASIL 531 531 0

Dotation aux zones de secours 177 177 0

Organismes internationaux 104 102 2

Coopération au développement 1.241 1.232 9

Dotations aux zones de police 960 958 2

Dotations Régie des bâtiments 1.026 1.026 0

Dotations Régie des bâtiments immeubles UE) 22 22 0

Couverture des pertes garanties suite covid 22 0 22

Dotation à l'ONEM 121 115 6

Dotation globale indépendants 384 384 0

Dotation équilibre indépendants 2.805 2.805 0

Indemnités aux personnes handicapées 2.172 2.156 16

Dotation globale salariés 2.163 2.163 0

Dotation équilibre salariés 5.615 5.615 0

Subvention ORPSS 255 255 0

Dotations pensions 12.372 12.372 0

Garantie revenus personnes âgées 767 767 0

Source de financement supplémentaire soins de santé 398 398 0

Financement de l’INAMI crise sanitaire 1.074 994 80

Subvention Covid-19 à l’ONVA 204 204 0

Blouses blanches 402 402 0

Dotation AFSCA 110 110 0

Klimaatresponsabiliseringsfonds 30 0 30

Subsides aide médicale urgente 77 77 0

transferts régions 5ème feuilleton 365 344 21

Concession journaux et périodiques 176 168 8

CREG élargissement tarif social 276 276 0

Licences UMTS 72 72 0

Paiement Poste contrat de gestion 108 108 0

SNCB 1.787 1.783 4

Infrabel 1.669 1.668 1

Subvention Métro Nord 51 51 0

Subventions CPAS - revenu d'intégration 1.488 1.444 44

Subventions CPAS - loi du 02.06.1965 135 130 5

Remboursement à la CAAMI 81 79 2

aide sociale complémentaire 50 0 50

Projets spatiaux ESA 254 254 0

CEN Myrrha 44 44 0

Codes 8 et 9 901 859 43

Provision globale 87 0 87

Provision covid-19 373 0 373

Provision nouvelles initiatives 11 0 11

Provision investissements (RRF) 86 0 86

Autres dépenses primaires 1.852 1.647 205

Crédits départementaux 68.192 66.515 1.677

Crédit UE 4.555 4.383 172

Total crédits de liquidation (y compris crédit UE) 72.747 70.898 1.850

Sous-utilisation départements hors codes 8 et 9 1.635

(16)

2) Intérêts SPF Finances (-21 millions EUR) :

Les crédits du SPF Finances comportent des dépenses qui, d’un point de vue économique, doivent être considérées comme des charges d’intérêt. Celles-ci sont de 21 millions EUR en 2021.

3) Corrections SEC (- 805 millions EUR - c’est-à-dire diminution des dépenses SEC de 805 millions EUR) :

Les corrections SEC 2021 sont les suivantes :

• La Contribution RNB liquidée en 2021 se monte à 4.383,1 millions EUR. Cette contribution contient un montant de 83,9 millions EUR relatif à une dernière tranche de la contribution 2020 seulement liquidée en 2021. Par ailleurs, un montant de 0,7 million EUR relatif à la contribution RNB 2021 a été remboursé par l’UE en janvier 2022. Tenant compte de ces deux éléments, une correction SEC de -84,6 millions EUR est apportée au niveau de la contribution RNB ;

• Les dépenses primaires inscrites au budget de la dette se montant à 44,1 millions EUR ;

• Une correction est apportée aux investissements de la Défense afin de prendre en compte la différence entre le moment d’imputation budgétaire et le moment d’imputation en termes SEC. La correction à apporter s’élève à 415,9 millions EUR en 2021. L’amélioration de 221,8 millions EUR par rapport à l’exposé général 2022 provient d’une part d’une augmentation des crédits d’investissement suite à une redistribution de 100 millions EUR entre les codes 12 et 74 et d’autre part à un retard au niveau de la livraison de certains matériels ;

• Une correction de passage est apportée à la fois en recettes non fiscales et en dépenses pour tenir compte du fait que le fonds organique relatif à la Croix-Rouge a été remplacé par un compte de trésorerie (8,2 millions EUR en 2021) ;

• Un montant de 5,8 millions EUR est liquidé en 2021 dans le cadre du remplacement du navire de recherche BELGICA. L’impact SEC du Belgica (54,3 millions) est cependant à comptabiliser au moment de la livraison du navire ayant eu lieu en 2021. Les dépenses primaires SEC sont dès lors augmentées de 48,5 millions en 2021 ;

• Suite au passage à l’enregistrement du pécule de vacances sur base des droits constatés en 2021 pour certains départements, des liquidations supplémentaires ont eu lieu à concurrence de 9,8 millions EUR. Cette régularisation faisant double emploi avec les crédits déjà prévus, elle fait l’objet d’une correction SEC positive (diminution des dépenses SEC) ;

• La dotation variable de la SNCB ayant été réduite de 153 millions EUR en 2021 suite au décompte de 2020, une correction venant augmenter les dépenses de 153 millions EUR est apportée en 2021 pour annuler l’impact du décompte 2020 ;

• En ce qui concerne les transferts ANFA-SMP à la Grèce, Eurostat considère qu’un montant de 53 millions EUR est à enregistrer annuellement pour la période 2019-2022. Les liquidations 2021 sont de 22,5 millions EUR. Une correction venant augmenter les dépenses SEC de 30,5 millions EUR est dès lors apportée ;

• Un montant de 72 millions EUR a été liquidé en 2021 pour la part des Communautés dans

(17)

• Une correction SEC est prévue pour le coût de l’extension du tarif social et de la prime de 80 euros versée aux clients protégés.

• Pour l’extension du tarif social, la CREG a reçu 188 millions EUR du SPF Economie qu’elle a reversés aux fournisseurs d’énergie et aux CPAS alors que les dépenses sont estimées à 265 millions EUR. Une correction de 77 millions est dès lors apportée.

• Pour ce qui concerne la prime de 80 euros, la CREG a reçu 72 millions EUR du pouvoir fédéral qu’elle a reversés aux clients protégés alors que le coût estimé approcherait plutôt 80 millions EUR. Une correction de 8 millions EUR est dès lors apportée ;

• Le total des opérations codes 8 et 9 liquidées se monte à 858,5 millions EUR en 2021 ;

• Des crédits pour un montant total de 3 millions EUR sont liquidés en 2021 pour le solde du décompte de la loi spéciale de financement (article 75, §1quater) en terme caisse. Ces 3 millions EUR sont corrigés en SEC étant donné qu’il s’agit de montants déterminés et pris en compte en SEC en 2015 ;

• Une correction avec impact négatif sur le solde SEC de 78,8 millions EUR en 2021 est prise en compte pour les indemnités versées aux avocats pro déo. Les avocats pro déo sont en effet rémunérés avec un certain décalage par rapport au moment de leurs prestations.

Concrètement, les prestations de 2021 sont pour 8/12ème à charge des crédits 2022 et pour 4/12ème à charge des crédits de 2023. La correction a pour but d’annuler ce décalage ;

• La contribution plastique (151 millions EUR) due par la Belgique à l’Union Européenne pour 2021 est payée via un compte de trésorerie. Elle n’est donc pas reprise dans les liquidations.

Une correction négative de 151 millions EUR est donc destinée à tenir compte de ce versement¹ ;

• Les moyens attribués aux CPAS en 2021 ne sont pas utilisés à concurrence de 40 millions EUR en 2021 et seront utilisables en 2022. Une correction positive est apportée en 2021 et négative en 2022 pour 40 millions EUR ;

• Une correction venant augmenter les dépenses de 13,5 millions EUR est apportée pour tenir compte du décalage temporel existant pour le paiement des congés payés pour les ouvriers relatifs à l’année 2021, exceptionnellement pris en charge par le pouvoir fédéral en 2021. Le montant relatif à 2021 (107,1 millions EUR) est financé par un crédit de liquidation en 2022 alors que le montant liquidé en 2021 (représentant le montant dû en 2020) se monte à 93,6 millions EUR ;

• Les fonds Horeca a reçu 167 millions EUR du pouvoir fédéral en 2020. Sur ces 167 millions EUR, seuls 101 millions EUR ont été utilisés en 2020. Les 66 millions EUR restants sont affectés au paiement des primes de fin d’année 2021 de l’Horeca ;

1 Voorlopig werd de plastiekbijdrage federaal aangerekend in afwachting van een akkoord met de gewesten over de uiteindelijke financiering van deze bijdrage.

(18)

3.1.6 Uitgaven vrijstelling BV

De uitgaven vrijstelling BV worden overeenkomstig de ramingen van de FOD Financiën van 28 januari herraamd op 3.924 miljoen EUR tegenover 3.666 miljoen EUR in de Algemene Toelichting.

Dit is een toename met 258 miljoen EUR.

3.1.7 Primair saldo van de met de federale overheid te consolideren instellingen

Les tableaux ci-dessous reprennent les principales données budgétaires de l’année 2021 pour l’ensemble des organismes du périmètre de consolidation fédéral, à savoir :

• les données 2021 figurant dans l’Exposé général du budget 2022 ; Corrections de passage

2021 exposé général

2022 Evolution

2021 estimation janvier 22

Contribution RNB à l'Union européenne -306,4 221,8 -84,6

Dépenses primaires budget de la Dette 47,0 -2,9 44,1

Investissements Défense Nationale -194,2 -221,7 -415,9

Compte de trésorerie Croix rouge (dépense) 9,0 -0,8 8,2

Navire de recherche Belgica 48,5 0,0 48,5

Pécule de vacances -9,8 0,0 -9,8

Dotation variable SNCB 153,0 0,0 153,0

ANFA/SMP Grèce 30,5 0,0 30,5

Licences 800 MHZ -72,0 0,0 -72,0

Extension tarif social 88,0 -3,0 85,0

Octrois de crédits et prises de participation (codes 8) -795,4 -32,1 -827,5

Amortissements de dettes (codes 9) -50,4 19,3 -31,1

Décompte LSF -3,0 0,0 -3,0

Pro Deo 80,8 -2,0 78,8

Ressource plastique 151,0 151,0

CPAS (covid) -40,0 -40,0

ONVA vacances salariés 13,5 0,0 13,5

Horeca prime de fin d'année 66,0 66,0

Totaux -960,8 155,6 -805,2

(19)

Pour rappel, concernant les données 2021 de l’Exposé général du budget 2022, celles-ci

reprenaient les données du Comité de monitoring de juillet 2021, basées sur les budgets adaptés des organismes (contrôle budgétaire).

Concernant l’estimation actualisée, le SPF BOSA s’est essentiellement basé sur les données communiquées par les organismes via eBMC. Il s’agit de données provisoires étant donné que les organismes ont jusqu’au 20 mars 2022 pour clôturer les comptes 2021.

Pour ce qui concerne la régie des Bâtiments, en l’absence d’estimations et de monitoring mensuel, le solde est basé sur les données budgétaires 2021 et sur une estimation de la sous-utilisation potentielle des salaires et des frais de fonctionnement basée sur les données des années précédentes. Le solde SEC de la Régie des Bâtiments tient également compte de l’impact du 5^ème feuilleton d’ajustement par lequel la Régie des Bâtiments reçoit une dotation supplémentaire de 281 millions EUR destinée à l’achat de plusieurs bâtiments neufs à excellentes prestations énergétiques pour un montant de 311 millions EUR. Les 30 millions EUR restants étant financés par les réserves de la Régie des Bâtiments.

Pour la Régie des Bâtiments, une correction technique est apportée pour les travaux du Palais de Justice de Namur (-20,6 millions EUR en 2021) afin de tenir compte du moment d’enregistrement SEC, c’est-à-dire au fur et à mesure de l’avancement des travaux. Dans le budget de l’organisme, ces dépenses sont imputées en appliquant les règles comptables fédérales, donc intégralement en 2023.

Pour ce qui concerne Infrabel, les estimations ont été adaptées au niveau de la dotation RRF reçue du fédéral pour un montant de -64,8 millions EUR. Infrabel a en effet reçu 75 millions EUR du fédéral en 2021 mais a inscrit dans ses estimations un montant de 139,8 millions EUR en recettes sous le code de financement 02 relatif aux dotations RRF. Au niveau consolidé, cette correction est de toute façon neutre car il s’agit d’une interco éliminée lors de la consolidation des données du pouvoir fédéral avec celles des OIP.

Le tableau suivant reprend les soldes SEC des organismes fédéraux, ainsi que les soldes SEC et primaire consolidés.

(20)

Le solde SEC estimé pour 2021 s’établit désormais à 156,2 millions EUR, soit une amélioration de 50,2 millions EUR par rapport à l’Exposé général du budget 2022. Les charges d’intérêt demeurent

(en millions EUR)

2021 Exp. Gén. 2022

- Alg. toel. 2022

2021 Est. fin d'année

- Eindejaarsraming

Différence - Verschil

(in miljoen EUR)

Organismes administratifs publics à gestion ministérielle

Administratieve openbare instellingen met ministerieel beheer

Régie des Bâtiments -9,1 -10,6 -1,5 Regie der Gebouwen

Bureau fédéral du Plan 0,0 0,6 0,6 Federaal Planbureau

Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne

alimentaire -3,3 -4,6 -1,4Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de

Voedselketen Agence fédérale pour l'accueil des demandeurs

d'asile 0,0 -1,3 -1,3Federaal Agentschap voor de Opvang van

Asielzoekers Agence fédérale des Médicaments et des Produits de

Santé 0,0 6,6 6,6Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en

Gezondheidsprodukten

Agence fédérale de la dette 0,0 0,8 0,8 Agenschap van de schuld

Organismes administratifs publics à gestion autonome

Administratieve openbare instellingen met beheersautonomie

War Heritage Institute 0,0 3,2 3,2 War Heritage Institute

Orchestre national de Belgique 0,0 1,3 1,3 Nationaal Orkest van België

Théâtre royal de la monnaie 0,0 6,2 6,2 Koninklijke Muntschouwburg

Institut géographique national 0,0 3,0 3,0 Nationaal Geografisch Instituut

Institut pour l'égalité des femmes et des hommes 0,0 2,3 2,3 Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen

Agence fédérale de contrôle nucléaire -1,2 -0,8 0,4 Federaal agentschap voor de nucleaire controle

Credendo 0,7 20,3 19,5 Credendo

Services administratifs à comptabilité autonome Administratieve diensten met boekhoudkundige

autonomie

Bibliothèque royale Albert I -0,6 1,1 1,7 Koninklijke Bibliotheek Albert I

Archives générales du Royaume et Archives de l' État

dans les provinces -0,8 1,3 2,1 Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de provinciën

Observatoire royal de Belgique -1,2 0,6 1,7 Koninklijke Sterrenwacht van België

Institut royal météorologique de Belgique 0,1 -0,1 -0,2 Koninklijk Meteorologisch Instituut van België

Institut d'aéronomie spatiale de Belgique 3,7 4,6 0,9 Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie

Institut royal des sciences naturelles de Belgique -1,0 4,1 5,1Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen

Musée royal de l'Afrique centrale -2,8 -0,2 2,7 Koninklijk Museum voor Midden-Afrika

Musées royaux d'art et d'histoire -2,2 3,7 5,9 Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis

Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique -0,3 0,1 0,4 Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België

Institut royal du patrimoine artistique 2,1 0,9 -1,2 Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium

Service d'information scientifique et technique 0,0 0,0 0,0Dienst voor Wetenschappelijke en Technische Informatie

Institut national de Criminalistique et Criminologie 0,0 1,2 1,2 Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie

BELNET 0,0 1,6 1,6 BELNET

Résidence Palace/Centre international de presse 0,0 -0,8 -0,8 Résidence Palace/Internationaal Perscentrum SGS pour la gestion des cartes d'identité et du

Registre national -3,2 1,2 4,4SAB voor het beheer van de identiteitskaarten en van

het Rijksregister

Affaires consulaires 0,1 -6,9 -6,9 Consulaire zaken

Palais d'Egmont 0,0 -0,5 -0,5 Egmontpaleis

Fedorest 0,0 -0,3 -0,3 Fedorest

Service de restauration et d'hôtelerie de la Défense 0,1 -0,2 -0,3 Restauratie en hoteldienst van Defensie

Service central de traduction allemande 0,0 0,1 0,1 Centrale dienst voor Duitse vertaling

Secrétariat Polaire 0,0 0,3 0,3 Poolsecretariaat

Commissariat général belge pour les expositions

internationales 0,0 -1,4 -1,4Belgisch Commissariaat-generaal voor de

Internationale Tentoonstellingen

Fonds Réseau Express Régional (RER) 0,0 0,0 0,0 Fonds Gewestelijk Express Net (GEN)

Autorité nationale de sécurité 0,5 1,8 1,3 Nationale Veiligheidsoverheid

Activités sociales 0,0 0,0 0,0 Sociale activiteiten

(en millions EUR)

2021 Exp. Gén. 2022

- Alg. toel. 2022

2021 Est. fin d'année

- Eindejaarsraming

Différence - Verschil

(in miljoen EUR)

Organismes assimilés Gelijkgestelde instellingen

Autorité belge de la concurrence 0,1 2,4 2,4 Belgische mededingingsautoriteit

Institut belge des services postaux et des

télécommunications 0,4 2,0 1,6Belgisch Instituut voor Postdiensten en

Telecommunicatie

Centre d'études de l'énergie nucléaire 0,0 0,0 0,0 Studiecentrum voor Kernenergie

Institut des comptes nationaux 0,0 0,0 0,0 Instituut voor de Nationale Rekeningen

Cinémathèque royale de Belgique 0,1 0,6 0,4 Koninklijk Filmarchief van België

Institution royale Messines -0,4 0,2 0,7 Koninklijk Gesticht van Mesen

Agence du commerce extérieur -0,2 0,2 0,4 Agentschap voor Buitenlandse Handel

Institut de formation judiciaire 0,0 2,6 2,6 Instituut voor gerechtelijke opleiding

Conseil national du travail 0,0 0,4 0,4 Nationale Arbeidsraad

Conseil central de l'économie 0,0 0,3 0,3 Centrale Raad voor het Bedrijfsleven

Conseil supérieur des indépendants et des petites et

moyennes entreprises 0,0 0,2 0,2Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en

Middelgrote Ondernemingen

Fonds d'aide médicale urgente 0,0 -0,3 -0,3 Fonds voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening

Palais des Beaux-Arts 0,0 -0,4 -0,4 Paleis voor Schone Kunsten

Commission de Régulation de l'Électricité et du Gaz -35,1 -0,6 34,5Commissie voor Regulering van de Elektriciteit en Gas

SA Fonds Infrastructure ferroviaire 0,0 -1,1 -1,1 NV Fonds Spoorweginfrastructuur

Unia 0,0 0,2 0,2 Unia

Myria 0,0 0,2 0,2 Myria

ASBL Egov 0,3 0,7 0,4 VZW Egov

ASBL Fonds social chauffage 0,0 0,3 0,3 VZW Sociaal Verwarmingsfonds

Commission normes comptables 0,0 0,5 0,5 Commissie boekhoudkundige normen

EIG EURIDICE 0,0 0,0 0,0 EIG EURIDICE

ONDRAF -49,7 -49,7 0,0 NIRAS

Patrimoine de l'École royale militaire -0,7 1,1 1,7 Vermogen van de Koninklijke Militaire School

Apetra 27,0 34,0 7,0 Apetra

Astrid 6,6 7,6 1,0 Astrid

Belgoprocess -1,6 -1,0 0,6 Belgoprocess

SA Certi-fed 0,9 0,3 -0,5 NV Certi-fed

ENABEL -5,5 -14,9 -9,4 ENABEL

Palais des Congrès 0,1 -0,6 -0,7 Congrespaleis

Société belge d'investissement international 0,2 1,0 0,8Belgische Maatschappij voor Internationale Investeringen

Société belge d'investissement pour les pays en

développement 12,5 28,9 16,4Belgische Investeringsmaatschappij voor

Ontwikkelingslanden

Société fédérale de participations et d'investissement 13,3 63,5 50,2 Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij

SA Zephir-Fin -0,1 0,0 0,1 NV Zephir-Fin

Service médiation consommateur -0,1 0,2 0,3 Consumentenombudsdienst

Service médiation énergie 0,0 0,0 0,0 Ombudsdienst voor energie

Dexia Holding -16,7 -18,5 -1,7 Dexia Holding

SCIENSANO 0,0 -1,1 -1,1 SCIENSANO

Commission des provisions nucléaires 0,0 0,1 0,1 Commissie voor nucleaire voorzieningen

INFRABEL & SPV 72,4 57,1 -15,3 INFRABEL & SPV

TUC RAIL 0,0 0,0 0,0 TUC RAIL

Wood Protect 0,3 0,5 0,1 Wood Protect

Cellule de traitement des informations financières 0,1 0,1 0,0 Cel voor Financiële Informatieverwerking

Solde hors opérations financières 6,0 156,2 150,2 Saldo buiten financiële verrichtingen

Sous-utilisation 100 0,0 -100,0 Onderbenutting

Solde SEC 106,0 156,2 50,2 ESR-saldo

Charges d'intérêt 81,8 86,1 4,3 Interestlasten

Solde primaire SEC 187,8 242,4 54,6 Primair ESR-saldo