• No results found

ÉÉN LANGE RODE DRAAD...

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ÉÉN LANGE RODE DRAAD..."

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

87

ÉÉN LANGE RODE DRAAD ...

Bert Van Hoorick's memoires beschrijven een niet alle- daagse politieke reisweg. Er zijn vooreerst de verschillen- de vormen van het persoonlijk engagement van de auteur,* er

zijn ook de drie duidelijk onderscheiden periodes in zijn leven : het Interbellum, de Tweede Wereldoorlog en de perio- de volgend op de Bevrijding tot 1958.

Van Hoorick werd in 1915 te Aalst geboren, zijn vader stierf twee dagen vóór de Wapenstilstand in 1918. De grote krachtlijnen van de periode onmiddellijk na de Eerste Wereld- oorlog zijn bekend : de verdwijning van de absolute katho- lieke meerderheid die zo lang het politieke leven beheerst had, treffend gesymboliseerd in het overlijden van haar

Aalsterse voorman Woeste in 1922; de geleidelijke opslorping van de daensistische beweging door de nationalistische Front- partij, de spectaculaire doorbraak van de socialisten, met op de achtergrond het amper gewijzigd vooroorlogs beeld van de grauwe leef- en werkomstandigheden van het proletariaat.

De daensistische familiale achtergrond van Van Hoorick stuwde hem aanvankelijk in een flamingantistische richting met een uitgesproken revolutionair, republikeins en vooral anti-militaristisch karakter. In het spoor van 'Terug naar de natuur'-bewegingen als de Duitse Wanderfögel sloot hij zich bij de Vlaamse Arbeidersjeugd aan, met als lichtend voorbeeld de socialistische Arbeidersjeugdcentrale van Koos Vorrink in Nederland. De groep streeft naar een ethisch socialisme : men vergadert onder portretten van Marx, Lenin en Kristus; er wordt niet gerookt, geen alcohol gedronken, de kleine bibliotheek vermeldt werken van Henriëtte Roland Holst, Gandhi, Tolstoi en Barbusse. Met de Frontpartij,

(2)

tische Anti-Oorlogsliga : "Ik voel me leven. Ik heb een doel dat mij bezielt." Toch behoudt hij zijn reserves t.o.v.

de Belgische Werkliedenpartij : het failliet van de Tweede Internationale in 1914 is hij niet vergeten, en het fail- liet van de Bank van Arbeid zal zijn wantrouwen t.o.v. het reformistisch socialisme nog versterken. Maar dit voorbe- houd belet hem niet om achter het spandoek " Wij willen brood om te leven en willen werk voor dit brood" in Brussel met de Aalstenaars mee te betogen voor het Plan van de

Arbeid. Wanneer Rik De Man en P.-H. Spaak in 1935 met li- beralen en katholieken tot een regering van nationale een- heid toetreden laat dit een onloochenbare malaise na bij de vele militanten die rond het ordewoord "Het Plan, gans het Plan en niets anders dan het Plan" naar de verkiezingen wilden gaan. Ook de 20-jarige Van Hoorick steigert en wordt prompt uitgesloten. Met een aantal vrienden stapt hij over naar de Internationale Rode Hulp en treedt hij tot de Kom- munistische Partij toe. Een keerpunt in zijn leven : "Was ik niet zo verbitterd en nog zo onervaren jong geweest, ik had het wellicht niet zover laten komen. Ik had me niet laten afzonderen van mijn socialistische strijdmakkers en van de talloze socialistische arbeiders met wie ik mij in- nig verbonden voelde".

Maar op dat ogenblik laat Van Hoorick's engagement geen ruimte voor subtiele overwegingen of twijfels.

"Communistische romantiek" is de titel voor de beschrijving van de periode 1935-40. Hij verlaat het ouderlijk huis en stort zich als "beroepsrevolutionair a la Lenin" in de po- litieke actie. Een manifest van de Liga dat in geval van een nieuwe oorlog tot algemene staking en dienstweigering oproept brengt hem voor het Gents Assisenhof waar hij, o.m.

door Piet Vermeylen verdedigd, vrijqesproken wordt. In 1936 ziet de Kommunistische Partij in Aalst haar stemmenpercen- tage bij de parlementsverkiezingen van 1% tot 4,29% stijgen.

(3)

89 Typerend voor de tomeloze inzet van Van Hoorick is het

citaat van de katholieke krant De Volksstem na de stakings- golf van '36 die ook in Aalst voor heel wat beroering zorgt : "Aalst heeft veertien dagen in de greep van Bertje Van Hoorick geleefd." Aan Van Hoorick's vlaamsgezindheid komt in 1936 ook de oprichting van een Vlaamse Kommunis- tische Partij tegemoet, die een autonoom Vlaanderen in een gefederaliseerd België voorstaat. Van Hoorick zetelt

in het Uitvoerend Bureau; bedoeling is in de Vlaamse Be- weging een linkse stroming te verwekken, "maar Vlaanderen marcheerde niet, toch niet naar links en steeds meer naar rechts".

Dan breekt de oorlog uit. Achttiendaagse veldtocht, kriiqsgevangenschap, en eind januari '41 terug naar Aalst.

Onmiddellijk begint de klandestiene organisatie van weer- standsbewegingen : huisvrouwen houden hongermarsen "voor brood en kolen", op 1 Mei volgt de zgn. Staking der Honderd-

duizend. Later wordt het Onafhankelijkheidsfront opgericht en nemen de partizanenakties toe; de bezetter antwoordt met deportaties, folteringen en terechtstellingen. Op 11 februa- ri 1943 wordt Van Hoorick aangehouden en begint een lange

lijdensweg naar Breendonk en Buchenwald.

Bij zijn terugkeer uit Duitsland is de Kommunistische Partij de Partij der Gefusilleerden geworden. De ontzaglijke offers die de kommunisten in de strijd tegen het nazisme brachten hebben hen een grote uitstraling bezorgd en het ziet er naar uit dat een reële doorbraak eindelijk moge- lijk wordt. Van Hoorick wordt in het Politiek Bureau opge- nomen en trekt als hoofdredacteur van De Rode Vaan Louis Paul Boon en Maurice Roggeman als medewerkers aan. In het arrondissement Aalst haalt de KP bij de eerste parlements- verkiezingen in 1946 15% van de stemmen; de partij beschikt over een eigen syndikaat, over een eigen mutualiteit. Toch zal die bruusk gestegen aanhang even snel verdwijnen als zij gekomen is : "Amper vijf jaar na een heldhaftige strijd in de oorlog, telt de KPB minder Kamerleden dan in 1936".

(4)

De Antwerpse kommunist Frans Van den Branden stelt het in 1952 nog scherper : "We zijn vreemden geworden in eigen land". Voor deze spectaculaire achteruitgang worden ver- scheidene oorzaken vermeld. Historische oorzaken : de KP heeft de overwinning op het nazisme met een enorme ader- lating moeten betalen : meer dan 2000 militanten zijn ge- sneuveld en het gemis aan geschoolde kaders laat zich na de oorloa scherp voelen wanneer duizenden nieuwe leden opgevangen moeten worden. Er is de internationale kontekst en de vloed aan anti-kommunistische propaganda die in de Koude Oorlog aan bod komt. Van Hoorick legt echter sterk de nadruk op een aantal politieke factoren die de interne en de externe werking van KP bepaalden. Intern heerste wat Van Hoorick de "korporaalsgeest" noemt : 'Het leninistisch principe van demokratisch centralisme is een aanfluiting van de interne partijdemocratie geworden." - "We discus- siëren nog enkel over de toepassing van de voorgehouden partijlijn en niet over de partijlijn zelf". T.o.v. de buitenwereld kon de KP zich nauwelijks verweren tegen de verwijten als zou de politieke lijn van de partij niet in Brussel maar in Moskou bepaald worden : de breuk met Tito werd slaafs geslikt, evenals het neerslaan van de Berlijnse opstand in 1953, evenals de theorieën van Zjdanov over pro- letarische kunst of van Lysenko over wetenschap. Van Hoorick trekt zich in '47 op Aalst terug, maar keert van '49 tot '54 naar het nationaal secretariaat weer.

Hoe zwakker de KPB echter werd, hoe verstikkender de atmosfeer die er heerste. Weliswaar trad er een zekere in- ternationale dooi in en op het XXste partijkongres rekende Chroestsjow met Stalin af. Toch bleef de malaise bestaan :

"Ik kan het niet verklaren, maar het is net alsof ik aan- voel dat de persoonsverheerlijking rond Stalin niet de enige oorzaak van al dat onheil is geweest." In maart '56 pleit Van Hoorick op een zitting van het Centraal Comité voor een toenadering tot de socialistische organisaties.

Als een vreedzame overgang naar het socialisme mogelijk is, moeten zowel op organisatorisch als op elektoraal

(5)

91 vlak de konsekwenties getrokken worden uit het overwicht van de sociaal-demokratische organisaties, aldus de redene- ring. Sekretaris Lalmand snauwt hem af : "Bert Van Hoorick, liquidateur du Parti Communiste". De Hongaarse opstand in 1956 betekent een nieuw breukpunt; inde Aalsterse gemeente- raad verklaart Van Hoorick publiek de Russiche inval on- mogelijk te kunnen goedkeuren. Op gemeentelijk vlak was er al rond konkrete punten een begin van toenadering geweest tussen socialisten en kommunisten. "Vooral de uitzichtloos- heid en de nutteloosheid waarin de KP in België en vooral in Vlaanderen vervallen was zaten mij dwars. Ik had de Par- tij verheerlijkt. Mijn liefde was tot een dergelijke graad van ziekelijkheid gegroeid dat ik de Partij niet meer als een middel maar als een doel op zichzelf zag. 'Right or wrong, my party'. Nu ik uit deze droom was ontwaakt, was het mij niet meer toegelaten nog te spreken over enig we- zenlijk doel van de Partij. " Van Hoorick was er niet de man naar om de konsekwenties van zijn opvattingen niet in daden om te zetten. Begin '57 kondigde hij zijn vertrek uit de Kommunistische Partij aan, en even later sloot hij aan Bij de B.S.P. waar hij zijn politieke loopbaan zou verderzetten.

Dat het eindpunt van deze memoires in 1958 ligt heeft velen verbaasd. Bert Van Hoorick zetelde namelijk nog tot in

1977 als BSP-volksvertegenwoordiger in het Parlement en bleef tot in 1979 gemeenteraadslid in Aalst. En zijn inzet in de dagen van de Grote Staking in '60 - "61 moest niet onderdoen voor zijn vurig optreden tijdens de staking van

1936. Naast die militante herinneringen moet ook herinnerd worden aan Van Hoorick's belangrijke inbreng op het Vlaams socialistisch kongres van Klemskerke in 1967 waar hij met de federatie Aalst zonder omwegen voor een Belgische bonds- staat met twee deelstaten Vlaanderen en Wallonië en een afzonderlijk gewest Brussel-Hoofdstad pleitte. En op gemeen- telijk vlak is er zijn werk als Schepen van Onderwijs en Cultuur, waarbij hij o.m. voor een voorbeeldige uitbouw van het bibliotheekwezen zorgde die nu nog voor vele Vlaamse gemeenten model kan staan.

(6)

als kommunistisch militant en een "stille" periode als socialistisch mandataris. Ook de uitspraak van Van Hoorick zelf als zouden er nog genoeg getuigen zijn om de periode na 1958 te beschrijven voldoet niet helemaal. Men kan

zich niet van de indruk ontdoen dat Van Hoorick de be- hoefte voelde om uit te leggen hoe op een goede twintig jaar tijd zijn oorspronkelijke geestdrift op een bittere desillusie uitmondde. Van Hoorick is niet de enige geweest die zich na de oorlog van de KP afgekeerd heeft en naar de BSP overgestapt is - zelf vermeldt hij uitdrukkelijk Georges Hebbelinck, Louis-Paul Boon en Maurice Roggeman.

Van Hoorick is ook niet de enige die het verhaal van de langzame ontluistering van het kommunistisch ideaal neer- geschreven heeft. Talrijke bekend klinkende namen als

Arthur Koestier, Ignazio Silone, André Gide, Arthur London hebben reeds voordien het proces van het stalinisme opge- maakt. In België dringt zich onvermijdelijk de vergelijking op met het relaas van Fernand Demany, leider van het Onaf- hankelijkheidsfront en na de oorlog kommunistisch volksver- tegenwoordiger en minister/ die in 1950 de Kommunistische Partij verliet (1). Het werk van Demany beperkt zich in feite tot een beschrijving van het langzaam oplopend kon- flikt tussen hem en sekretaris Lalmand; de opzet was ook beperkt tot een antwoord op de door hem als lasterlijk aange- voelde aantijgingen die vanuit kommunistische hoek tegen hem geformuleerd werden na zijn vertrek uit de KP. Van Hoorick's opzet is ruimer, nl. de beschrijving van ziin hele politieke evolutie tot zijn breuk met de KP; de toon is dan ook serener, de verwerking van zijn kommunistisch verleden evolueert nooit tot een afrekening.

Dat Van Hoorick op het ogenblik van zijn vertrek uit de KP één van de boegbeelden, zoniet hét boegbeeld van deze partij in Vlaanderen was, verleent uiteraard een

(1) F. Demany, Si c'était è refaire. Bruxelles, Est-Ouest, 1951.

(7)

(Ti

CO OJ u H O E <D E

QJ N QJ U

C fd rd

QJ H CO c QJ £ H T3

QJ Al QJ •H m H ü QJ CU CO a. QJ U G QJ Cn Cn H -P x: o fd t-t CO QJ 0) > p c QJ QJ 13 o •r|

P rH fd

•O M fd rd u QJ -P •H 3

c n •rl N

10 OJ u •H 0 E .2 s +J fd 13 n fd rd e *> X n •H rH QJ Cn QJ •P G O U X} OJ x; o co •H rl 0 -P CO •rl X! C CU X u 0) » XJ u co H •M O •P co •rl XJ c rd > -P H fd rd rH X U QJ > «H rH QJ N

G QJ Al rd E

P c rd 10 co OJ U QJ -P Ö •rl

rH QJ X) XI 3 13

Al O O

OJ N

c rd X «. G 0) M QJ > QJ rH G QJ rH rH H > c QJ XI XI QJ X! 0J -P X u QJ ï x: o co •H M O •P co •rl X! G CU OJ Cn X o •H u 0 0 K Xl 0J XI X H E

• • c QJ (H QJ rH 3 E M O l+H

QJ -P

10 H G QJ Cn •H 3 -P QJ Cn

QJ Cn H tl 3 O > G CU CU

c QJ QJ

U rd fd E G rd > rH QJ 0J 13 C •(-> •H E » G QJ > n H rl x: U co 0J -P M QJ 0J G Tl •rl CU x: M rd fd > G n •rl E •P x; u rd u -p 0J cn c QJ 0J CO H G QJ Cn •rl 3 -P QJ cn G o •rl N -P E M O > Cn •rl G rd 13 co 3 •O (0 rH (0 G W

: 13 •H QJ X! rl rd rd >

QJ T) -P QJ XJ c QJ QJ E co •H G •H <-\ rd -P co -P QJ x: u QJ > 0 G CU > QJ Cn QJ Cn -P G rd (0 10 QJ H QJ -P G •H rl QJ 13 G 0 N n •H XJ

hadden

rH •H QJ >

(0

QJ rH rH rd

QJ H T3

c QJ 13 m r-\ QJ N OJ 13

QJ 0 XJ

G QJ QJ E 0 G OJ UH

Cn •r| TJ rl rd rd £ Al rl QJ E QJ x: u co H -p CO •r| c •H rH rd p co 0) T3 ** G QJ CU M QJ 2* QJ -P U QJ > E 0 M 3 3 -P rd -P AI •r| 13 H N rd c QJ u E

D G QJ 13 Cn •H 13 QJ 13 M QJ > +J CU N c •rl 0) 13 m rH QJ N QJ 13 -P QJ E rl 3 3 •P rd •p ü •H 13 +J rd •o Al •H rH X» c 0) Cn O -p QJ x: CU o c rd fd CU « Q

J T3

n •rl X»

•p H 3 rH CO

X ü H U O 0 w

a rd > -p Cn rH O > QJ U QJ •a c rd QJ Tl CU 0 4H rH o Cn co Cn C •H H QJ > -H 3 N QJ C CU QJ T) QJ •rl C 3 P QJ n > O W

QJ T3

C •H 1 X QJ O PQ 1 X QJ 0 XI U OJ QJ rH c n H N

P QJ u i-\ 0 0 CU co hoe

CO C QJ > 3 0 M P

-P "V rH QJ E U QJ >

n •r| K M 3 3 +J O QJ r-\

verboden

r-m cn ^—

c •H

1 QJ E co •H c 3 g g 0 U

-P QJ XJ

C rd >

U PQ < co -C •H U rd X! i M rd rd S c n> toebedee! c OJ c n •H rH U QJ •H > -P Cn o •H )H ^ rH rd > U O 0 > -P QJ X! • «, +J TJ rl O

S +J QJ •H C 4-> c QJ E 0 E 4-> rd T3 CU 0 x: o H N u CU >: o •H rl 0 O K C rd > rH rd N X •r-\ •H rH C n •H X! O CO QJ Q

C QJ XI XI QJ X!

4-» X rd E QJ Cn

rl QJ > 0

C OJ Cn h O N

C QJ •P 3 C H E

rl QJ -rl •>

G rd •Ü

U QJ Cn C rd r-i u QJ QJ N

*h u QJ >

^ ü H M 0 O K

C rd >

QJ Cn C 0 n

QJ -O

rl 0 0 >

CO ^4 QJ E

•rl •P Cn •rl rH

QJ •rl C 3 -P QJ o S O to JH QJ 4-1 4-1 QJ r-\ tJ 4H 0 0 x; i c QJ QJ 1 4-» QJ E i QJ •rl 4-J 3 rH 0 > QJ « Q

J T3

C rd >

T3 C rd r-i

-p

QJ x: co •H

4-1 QJ x: • *. u QJ > QJ G -H ^; E QJ 4-1 0 PM CO G -H QJ 4-> CO G QJ CO H W CO rH rd CO E rH H MH QJ H3 G QJ rl QJ -P co QJ QJ Cn QJ X) M rd rd » G rd > G QJ Cn rd •a G QJ •r| tri -CO -<G QJ QJ e*; c XI o 1-0 rl rd fd > G rd rH P QJ x; Ditien x G •r-> H r^ QJ I-i rd W QJ G QJ Ü G QJ en QJ 4-> T3 •f-i H rl 4-» CO QJ Q

4-> r^ QJ QJ ft CO m rd

XI o H N -'G QJ rH

QJ ^1 G rd ?

G QJ

QJ T3 T3 rH QJ rl QJ ^

QJ T)

QJ H X» QJ co G rd rd CU W Q

J TJ

4-» QJ E

4-> H

QJ 4-1 •r|

rl rd 13 H rH O co

QJ T3

^ QJ E CO

H O CO rd m

G QJ

QJ E co •H U rd P •rl rH •rl E 1 rl 0 r-i CO Cn G •rl Cn QJ S QJ X) QJ XI O CO H 4-» CO •r| G 3 Ë g 0 .* CU -o G rd > S d o XI Cu o QJ T3 V Al QJ -rl r-\ XI 3 CU QJ r! Cn 0 G Cn o r-i M 0 O QJ X) G -rl rl rd rd •a 4-1 E O Al rl QJ -p rd rl Cu O QJ •rl Cn M QJ G QJ G n •rl N rH rd G QJ CU 4H QJ CO QJ XI -P QJ XI 4-1 QJ E G QJ E rd co ^ -n •rl XI u QJ Cn QJ J QJ 13 O « -P QJ XJ G rd > QJ Cn •rl •P CO QJ U CU -p QJ X! I 0 u 0 w r-H QJ QJ XJ G -H G QJ •P CO H G 0 g g o Al QJ rd G rd > Cn G •rl rH QJ X rd XI O (0 G •rl QJ rH rd -P O -P QJ 13 G rd > S-l OJ G rd Al 4-1 10 H G 3 g g 0 Al QJ Al rH 5? £

QJ E co •r| o CO rd 'M-

-p QJ XJ

G QJ Cn QJ P

13 n H rl 4-> CO

QJ 13

G •H

rd CU 4-1 QJ XJ rH QJ QJ XJ 4-> rd 13 Al •r|

rH XI G QJ Cn 0

-p QJ x: cu 0

G QJ rH QJ m n •rl S P

G rd fd Cn

G •H rH rd •P W

G ra rd l •I—

I H S 4-1

QJ Q

o

4-» rl QJ QJ Al

M QJ rH rH rd > G •rl 1 H N rd G

QJ 13

C

QJ Cn QJ -P

XI O -H N

Al r-i 0 >

QJ XJ u co •H ca co 3 en w •rl CO rd X) Cu 0 -P QJ •rl G • • G QJ E O Al rl OJ -p rd H Al O •r| M 0 0 K G rd > o •rl XI G QJ rH r-i 3 N CO r-i QJ >4H XI > X) c QJ CO rH OJ •r| XJ ü •rl S 0 Q

J rH

G OJ CU

CO r-i rd o N *—

G CU rH rH rd > u 0 0 >

QJ CO 13 G rd rH G QJ 4-> •rl 3 X)

G fd > rd G

s

G rd > Cn G H r-l QJ 13 (H o 0 u QJ > QJ 13 13 G o •ft Cn 0 r-i U O 0 CU T3 rd G -P M O Al rH ra X! ü •rl N Cu O •p QJ •rl G Al O 0 G QJ ->•* G QJ rH rH QJ 4-J CO Cn C •r| Cn G QJ Cn rd rl > :Q

J H G QJ E QJ 0 «

G •H

rl OJ Al a fd CU Cn G H Al >H QJ £ n •rl -P rl rd cu QJ G u QJ -p G •H QJ 13 G rd > co •H CO rd XI

(8)

zetshelden tot renegaten en fascisten gebrandmerkt worden.

Ook op uitsluitingen en 'zelfkritieken' in de KPB reageert hij niet, ook al gaat het ongerijmde ervan niet aan hem voorbij. Het is de slinkende aanhang van de KP, de opeen- volgende elektorale afstraffingen, het besef in een leger- staf zonder leger te werken die gestalte zullen geven aan zijn twijfels. De verbondenheid met het volk is voor Van Hoorick het primordiaal element geweest om de geldigheid of de ongeldigheid van een politieke lijn te beoordelen.

Op het moment dat het proletariaat de KP massaal de rug toekeert worden de steriele dogmatiek en het ondemokratische partijleven niet langer als een noodzakelijk kwaad geduld.

Aan deze bedenkingen moeten wij onmiddellijk toevoegen dat IN TEGENSTROOM niet terug te brengen is tot een geschie- denis van een partijmilitant. 'Een communist van alle tij- den' titelt J. Vermeersch zijn bespreking in de Rode Vaan;(1)

'Een militant van alle tijden' zou misschien een juistere titel geweest zijn. Maar nog veel meer dan het individueel verhaal van een militant gaat het om het verhaal van de zich onder telkens nieuwe vormen herhalende strijd tegen uitbuiting en verknechting waarmee Van Hoorick zijn lot verbonden heeft. En het hoeft dan ook niet te verwonderen dat in deze verwevenheid met de konkrete realiteit Aalst een centrale rol speelt. Aalst, en ook Boon : het voorne- men om zijn talrijke belevenissen in boekvorm uit te qeven wijt Van Hoorick aan het voorstel van Boon om samen een vervolg te schrijven op Boon's monumentaal oeuvre over Pieter Daens. Maar, vervolgt Van Hoorick, 'ik had er toen geen tijd voor. Toen ik die wel had was Boon gestorven.' En toch is Boon uit IN TEGENSTROOM niet weg te denken, ook al wordt de vriendschap Van Hoorick-Boon nu ook niet over elke bladzijde breed uitgesmeerd : Boon wordt enkel ver- meld wanneer Van Hoorick hem en Roggeman in 1945 vraagt

(1) De Rode Vaan, 4-IX-1982 (LXI,45)

(9)

95 aan de Rode Vaan mee te werken, en een tweede maal wanneer Boon de Rode Vaan verlaat en zijn tenten bij de Vooruit gaat opslaan. Neen, de aanwezigheid van Boon vinden we het meest terug in die kostbare aandacht voor het dagelijkse lief en leed van het Aalsterse proletariaat. Proletariaat is bij Van Hoorick geen abstrakt begrip dat een anonieme massa omschrijft, maar een opeenvolging van raak getypeerde volkse figuren, met een reeks soms komische, soms tragische anekdoten. Er zijn momenten van feest, van pijn, van haat, van verliefdheid, van woede, van ontroering. Er is enerzijds het sappig verhaal van de verschijning van Onze-Lieve-Vrouw in de Koolstraat, maar de toon wordt anderzijds wrang en scherp wanneer leef- en werkomstandigheden van de naar Wal- lonië pendelende kolenputters of van de in de continu's wer- kende textielarbeidsters geschetst worden. Er zijn de hal- lucinante hoofdstukken over de hel van Breendonk en Buchen- wald, er is ook de bezielde beschrijving van de woelige da- gen van de Koningskwestie. 'Niets menselijks is hem vreemd' zou dan ook geen onlogische samenvatting van de filosofie van de auteur zijn.

Luc JANSSENS

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

National School Boards Foundation researchers found that parents tend to underestimate how much time kids spend online and overestimate how much they spend at educational

Widyasastuti Soerojo, chairperson of the Tobacco Control Support Center for the Indonesian Public Health Association, said that the government would be unlikely to adopt

Eigenlijk had ik geneeskunde willen studeren, maar omdat ik mijn studies zelf moest bekostigen en dus tegelijk werkte, koos ik voor een kortere richting.. Dat werd

Cornelis Boon, Leiden verlost.. Dewyl 'k in 't vluchten door den haast vergeten had Te vragen, of 't gebruik my nu niet waar' benomen Van 't padt langs Kronestein, door 't

In Verscheurd jeugdportret treffen we wel staaltjes aan van haar gezagsgetrouwheid, van haar onderwerping aan de uiterlijke normen en leefregels (al blijft de vraag of zelfs dat

De machtige Hittieten (1800-800 voor Chr.) leefden in Klein Azië en spraken een Indo-Europese taal-de oudst bekende. Marlies

ONE reference: Private residence Interior design: Studio Piet Boon Photography: Richard Powers Product: ONE PBT15XL/50 bronze. ONE

De Heer van de Twee Landen, op dat moment een van de machtigste mannen op aarde, zou zijn leven hebben gegeven (nou ja, dat van anderen, zo gaat het altijd met koningen) om