• No results found

Bijlage nr b3 bij Staatscourant 2021, nr

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bijlage nr b3 bij Staatscourant 2021, nr"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage nr. 48889-b3 bij Staatscourant 2021, nr. 48889.

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2015/2016

xx xxx Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en enkele andere wetten ter invoering van een vroegtijdige aanmelddatum voor en toelatingsrecht tot het beroepsonderwijs

Nr. xxx Nota van wijziging

Ontvangen

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel D, wordt artikel 8.0.1, eerste lid, als volgt gewijzigd:

Aan het slot van de eerste volzin wordt na: “instelling” ingevoegd: ,onverminderd artikel 8.1.1c1, zesde lid, onderdeel a.

B

Artikel I, onderdeel G, wordt artikel 8.1.1c als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt na “het bevoegd gezag kan” ingevoegd: , met inachtneming van artikel 8.1.1c1,.

2. In het vierde lid wordt in de eerste volzin na “tweede lid ” ingevoegd: juncto artikel 8.1.1c1.

3. Het vijfde lid vervalt.

C

In artikel I wordt na onderdeel G een onderdeel ingevoegd, luidend:

Ga

Na artikel 8.1.1c wordt een artikel ingevoegd, luidend:

Artikel 8.1.1c1. Beperking inschrijving op grond van beschikbare opleidingscapaciteit of uit oogpunt van arbeidsmarktperspectief

1. Het bevoegd gezag kan per basisberoepsopleiding, vakopleiding, middenkaderopleiding of specialistenopleiding in verband met de beschikbare opleidingscapaciteit of uit oogpunt van arbeidsmarktperspectief het maximum aantal deelnemers vaststellen dat kan worden ingeschreven voor de desbetreffende opleiding. De vaststelling geschiedt voor een studiejaar.

2. Het bevoegd gezag selecteert de betrokkenen met toepassing van:

a. ten minste twee soorten kwalitatieve criteria;

b. ten minste een niet-kwalitatief criterium; of

c. ten minste twee soorten kwalitatieve criteria in combinatie met ten minste een niet- kwalitatief criterium.

Bijlage nr. 295-b3, bij Staatscourant 2022, nr. 295.

(2)

3. Het bevoegd gezag maakt uiterlijk op 1 februari voorafgaand aan het studiejaar waarvoor deze gelden de selectiecriteria en de selectieprocedure bekend op grond

waarvan de toelating zal plaatsvinden ingeval het aantal betrokkenen het maximum aantal, bedoeld in het eerste lid, zou overschrijden. Het bevoegd gezag stelt daartoe een regeling vast. Bij het vaststellen van de regeling houdt het bevoegd gezag rekening met de belangen van betrokkenen afkomstig uit de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderscheidenlijk Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

4. Het bevoegd gezag schrijft niet meer betrokkenen in dan het maximum aantal dat het bevoegd gezag in verband met de beschikbare opleidingscapaciteit of uit oogpunt van arbeidsmarktperspectief heeft vastgesteld, tenzij het aantal praktijkplaatsen als bedoeld in artikel 7.2.9 na 1 februari voorafgaand aan het studiejaar is gestegen.

5. Uiterlijk op 1 februari voorafgaande aan het studiejaar waarvoor de vaststelling geschiedt, doet het bevoegd gezag hiervan mededeling aan Onze Minister.

6. Bij ministeriële regeling kunnen in ieder geval voorschriften worden gegeven met betrekking tot:

a. een aanmelddatum voor een opleiding als bedoeld in het eerste lid, die kan afwijken van de aanmelddatum bedoeld in artikel 8.0.1, eerste lid;

b. het maximum aantal selectieprocedures waarvoor een betrokkene zich kan aanmelden;

c. de periode waarbinnen de selectieprocedure uiterlijk dient te zijn afgerond.

D

In artikel I, onderdeel K, komt te luiden:

Aan artikel 8a.2.2, vierde lid, wordt onder wijziging van de punt aan het slot van onderdeel f in een puntkomma, toegevoegd:

g. de regelingen die het bevoegd gezag vaststelt voor de selectiecriteria en de selectieprocedures, bedoeld in de artikelen 8.1.1c1 en 8.2.2a.

E

In artikel IV, onderdeel B, wordt artikel 8.0.1, eerste lid, als volgt gewijzigd:

Aan het slot van de eerst volzin wordt na: “instelling” ingevoegd: ,onverminderd artikel 8.1.1b1, vijfde lid, onderdeel a.

F

In Artikel IV, onderdeel D, wordt artikel 8.1.1b als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt na “het bevoegd gezag kan” ingevoegd: , met inachtneming van artikel 8.1.1b1,.

2. In het vierde lid wordt in de eerste volzin na “tweede lid ” ingevoegd: juncto artikel 8.1.1b1.

3. Het vijfde lid vervalt.

G

In artikel IV wordt na onderdeel D een onderdeel ingevoegd, luidend:

Da

Na artikel 8.1.1b wordt een artikel ingevoegd, luidend:

Artikel 8.1.1b1. Beperking inschrijving op grond van beschikbare opleidingscapaciteit of uit oogpunt van arbeidsmarktperspectief

1. Het bevoegd gezag kan per basisberoepsopleiding, vakopleiding, middenkaderopleiding

of specialistenopleiding in verband met de beschikbare opleidingscapaciteit of uit oogpunt

(3)

van arbeidsmarktperspectief het maximum aantal deelnemers vaststellen dat kan worden ingeschreven voor de desbetreffende opleiding. De vaststelling geschiedt voor een studiejaar.

2. Het bevoegd gezag selecteert de betrokkenen met toepassing van:

a. ten minste twee soorten kwalitatieve criteria;

b. ten minste een niet-kwalitatief criterium; of

c. ten minste twee soorten kwalitatieve criteria in combinatie met ten minste een niet- kwalitatief criterium.

3. Het bevoegd gezag maakt uiterlijk op 1 februari voorafgaand aan het studiejaar bekend voor welke opleidingen toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, de selectiecriteria en de selectieprocedure op grond waarvan de toelating zal plaatsvinden ingeval het aantal betrokkenen het maximum aantal, bedoeld in het eerste lid, zou overschrijden. Het

bevoegd gezag stelt daartoe een regeling vast. Bij het vaststellen van de regeling houdt het bevoegd gezag van een instelling op Bonaire, Sint Eustatius en Saba houdt rekening met de belangen van betrokkenen afkomstig uit het Koninkrijk der Nederlanden.

4. Het bevoegd gezag schrijft niet meer betrokkenen in dan het maximum aantal dat het bevoegd gezag in verband met de beschikbare opleidingscapaciteit of uit oogpunt van arbeidsmarktperspectief heeft vastgesteld, tenzij het aantal praktijkplaatsen als bedoeld in artikel 7.2.8 na 1 februari voorafgaand aan het studiejaar is gestegen.

5. Bij ministeriële regeling kunnen in ieder geval voorschriften worden gegeven met betrekking tot:

a. een aanmelddatum voor een opleiding als bedoeld in het eerste lid, die kan afwijken van de aanmelddatum bedoeld in artikel 8.0.1, eerste lid;

b. het maximum aantal selectieprocedures waarvoor een betrokkene zich kan aanmelden;

c. de periode waarbinnen de selectieprocedure uiterlijk dient te zijn afgerond.

(4)

Toelichting

Deze nota van wijziging wordt gegeven in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische zaken.

Het wetsvoorstel zoals ingediend biedt de mogelijkheid toelatingscriteria te hanteren indien het bevoegd gezag een maximum aantal opleidingsplaatsen heeft bepaald vanwege de opleidingscapaciteit of uit het oogpunt van arbeidsmarktperspectief. De beperkte opleidingsplaatsen worden in dat geval toegedeeld op basis van een niet- kwalitatief criterium zoals loting of op volgorde van aanmelding. De wijzigingen in deze nota hebben betrekking op de criteria die mogen worden gehanteerd bij het toewijzen van beperkte opleidingsplaatsen. Deze wijzigingen worden na recent overleg met het mbo-veld toegevoegd en hebben tot doel de matching tussen de student en de mbo- opleiding evenals de vergelijkbaarheid van het toelatingsrecht met het hoger onderwijs te verbeteren. Het kan ter verhoging van het studiesucces de voorkeur hebben om

studenten kwalitatief te selecteren voor bepaalde opleidingen. Daarmee wordt tegelijkertijd de beperkte opleidingscapaciteit optimaal gebruikt.

Het uitgangspunt blijft dat iedere student die zich aanmeldt voor een mbo-opleiding op niveau 2, 3 of 4 en die aan de juiste vooropleidingseisen voldoet, het recht heeft om toegelaten te worden tot de opleiding waarvoor hij zich heeft aangemeld. Echter, in sommige gevallen kunnen niet alle studenten die zich aanmelden, ook al zijn ze gekwalificeerd, worden toegelaten tot een mbo-opleiding omdat er slechts een beperkt aantal opleidingsplaatsen beschikbaar is, bijvoorbeeld omdat de arbeidsmarkt te weinig perspectief biedt en er te weinig stageplekken zijn. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij de mbo-opleiding Helpende zorg en welzijn niveau 2. Er kan in dat geval behoefte zijn om de studenten die het meest geschikt zijn voor de opleiding toe te laten.

Met de wijziging in deze nota wordt in dat geval aan het bevoegd gezag van de instelling de mogelijkheid gegeven om plaatsen toe te delen op een manier die het meest passend is voor de betreffende opleiding. In sommige gevallen zal een toedeling op basis van kwalitatieve criteria het meest passend zijn om een goede matching tussen student en opleiding tot stand te brengen. In sommige gevallen echter kan het bevoegd gezag, vanuit de grote maatschappelijke opdracht van het mbo om de diverse

studentenpopulatie in de regio te bedienen, de voorkeur geven aan een niet-kwalitatieve toedeling die de diversiteit van de regionale bevolking weerspiegelt. Dit ook vanwege het belang van afstemming op de regionale arbeidsmarkt. Ook toedeling op basis van een niet-kwalitatief criterium als loting is mogelijk. Tot slot wordt het mogelijk gemaakt dat het bevoegd gezag beperkte opleidingsplaatsen toedeelt op basis van een combinatie van beide criteria.

Het bevoegd gezag bepaalt per studiejaar voor een opleiding waarbij een beperkt aantal opleidingsplaatsen beschikbaar is vanwege opleidingscapaciteit of uit het oogpunt van arbeidsmarktperspectief het maximum aantal studenten dat kan worden ingeschreven voor de desbetreffende opleiding. Het bevoegd gezag meldt uiterlijk op

1 februari voorafgaande aan het studiejaar waarvoor de vaststelling geschiedt, aan DUO dat voor de betreffende opleiding een beperkt aantal opleidingsplaatsen is, inclusief dit aantal.

Het bevoegd gezag stelt voor elke opleiding waarvoor een capaciteitsbeperking geldt een regeling vast. Naast het vastgestelde aantal plaatsen, zijn in deze regeling onder meer de criteria en -procedure op grond waarvan de toelating zal plaatsvinden opgenomen. Bij het

(5)

vaststellen van de regeling houdt het bevoegd gezag ook rekening met de belangen van studenten die afkomstig zijn uit Bonaire, Sint Eustatius en Saba of Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Deze regeling maakt het bevoegd gezag, tezamen met het maximaal aantal opleidingsplaatsen, uiterlijk 1 februari voorafgaand aan het studiejaar waarvoor deze geldt bekend, bijvoorbeeld door plaatsing hiervan op de website van de instelling.

Zoals aangegeven kunnen de criteria om plekken toe te wijzen zowel kwalitatief als niet- kwalitatief zijn. Kwalitatieve criteria zijn bijvoorbeeld cijferlijsten van de vooropleiding, motivatie of resultaten bij een proefles of portfolio. Er moeten ten minste twee soorten kwalitatieve criteria worden gehanteerd (artikel 8.1.1c1, tweede lid, onderdeel a). Dit doet recht aan het feit dat het met succes afronden van een studie door diverse factoren wordt beïnvloed, zoals persoonlijkheidskenmerken, eerdere onderwijsprestaties, de motivatie van de student en organisatiekenmerken van de opleiding. Toelating kan niet uitsluitend betrekking hebben op het criterium cijfers. Daarnaast kan het bevoegd gezag er ook voor kiezen om te selecteren op basis van ten minste één niet-kwalitatief

criterium. Een niet-kwalitatief criterium is bijvoorbeeld de volgorde van inschrijving, een criterium dat een diverse studentenpopulatie waarborgt (bijvoorbeeld meisjes in

techniek-opleidingen) of loting. Een combinatie van beiden (ten minste twee kwalitatieve criteria en ten minste één niet-kwalitatief criterium) is ook mogelijk. In alle gevallen heeft de deelnemersraad adviesbevoegdheid ten aanzien van de selectiecriteria en de

selectieprocedure. Wanneer het aantal aanmeldingen lager is dan het maximum aantal beschikbare opleidingsplaatsen, vindt geen selectie plaats. Alle studenten die zich hebben aangemeld, en die voldoen aan de vooropleidingseisen, worden dan toegelaten tot de opleiding.

Net als in het hoger onderwijs zullen bij ministeriële regeling nadere regels worden gesteld voor de procedure en aanmelding voor opleidingen waarvoor een beperkt aantal plaatsen beschikbaar is. In die regeling wordt bijvoorbeeld bepaald wanneer een student zich uiterlijk moet aanmelden. Gedacht wordt aan uiterlijk 1 april, dus gelijk met de aanmelding voor opleidingen waarvoor geen beperking geldt. De 1 april aanmelddatum wijkt af van het hoger onderwijs, waarin voor numerus fixus-opleidingen een eerdere aanmelddatum (15 januari) geldt dan de landelijke aanmelddatum (1 mei). De

aanmelddatum 1 april wordt in het mbo gehanteerd voor opleidingen met een beperkt aantal opleidingsplaatsen gezien de doelgroep die zich aanmeldt voor het mbo. Dit betreft in belangrijke mate vmbo-scholieren, voor wie het maken van een studiekeuze vroeg in het vierde schooljaar nog te vroeg komt. Daarnaast wordt in het mbo, gezien de

afhankelijkheid van de regionale arbeidsmarkt voor praktijkplaatsen, de beschikbaarheid van het aantal opleidingsplaatsen pas later in het jaar duidelijk.

Indien er meer aanmeldingen zijn dan beschikbare plaatsen, vindt de selectieprocedure plaats die het bevoegd gezag voor 1 februari kenbaar heeft gemaakt. Het bevoegd gezag schrijft niet meer studenten in dan het maximum aantal dat hij eerder in verband met de capaciteit heeft vastgesteld, tenzij na 1 februari blijkt dat er meer praktijkplaatsen beschikbaar komen. Indien een student niet kan worden geplaatst in de opleiding van zijn voorkeur, moet een passend alternatief worden aangeboden (artikel 8.1.1b, vierde lid, deze verplichting geldt niet voor vakinstellingen en aoc’s). Deze eis geldt niet in het hoger onderwijs. Dit heeft ermee te maken dat in het hoger onderwijs een student vóór de landelijke aanmelddatum duidelijkheid heeft over de toelating tot een numerus fixus- opleiding. Indien een student in het hoger onderwijs niet wordt toegelaten tot een numerus fixus-opleiding, heeft hij nog de mogelijkheid om zich voor 1 mei aan te melden voor een andere opleiding en toelatingsrecht te verkrijgen. In het mbo is dit, gezien de hierboven toegelichte gelijktijdige aanmelddatum voor zowel numerus fixus-opleidingen als opleidingen zonder numerus fixus, niet mogelijk. Bovendien is de mbo-doelgroep vaak

(6)

nog leer- of kwalificatieplichtig. Daarom is het van belang dat indien de student niet kan worden toegelaten tot een numerus fixus-opleiding, er wordt gekeken naar een passend alternatief. Immers, het toelatingsrecht is richtinggevend.

De voorgaande wijzigingen zullen te zijner tijd ook worden ingevoerd voor Caribisch Nederland met uitzondering van de verplichting om een numerus fixus-opleiding te melden aan DUO. Instellingen in Caribisch Nederland maken zelf uiterlijk op 1 februari bekend, bijvoorbeeld op de website van de instelling, voor welke opleidingen een beperkt aantal opleidingsplaatsen beschikbaar is en hoeveel plaatsen er beschikbaar zijn.

De maatregelen zullen echter op een nader te bepalen tijdstip worden ingevoerd omdat artikel 8.1.1b van de WEB BES nog niet in werking is getreden.

Administratieve lasten

Het is op dit moment geen vaststaand gegeven voor welke opleidingen de kansen op de arbeidsmarkt en stageplekken zouden kunnen leiden tot een numerus fixus. Een

inschatting is dat ongeveer een kwart van de mbo-opleidingen kan worden aangemeld bij DUO als opleiding met een beperkt aantal opleidingsplaatsen. Dit zijn 1633 opleidingen, waardoor de totale administratieve lasten van deze nota van wijziging naar verwachting neerkomen op € 18.000,-. Vanuit het oogpunt van toegankelijkheid wordt ernaar gestreefd het aantal opleidingen met een beperkt aantal opleidingsplaatsen klein te houden. In het kader van de evaluatie van deze maatregelen, zal het kabinet dit aantal ook kritisch volgen in gezamenlijk overleg met de belangenvertegenwoordigers van studenten (JOB) en scholen (MBO-raad). Zo nodig kunnen bestuurlijk afspraken hier nog nadere richting aangeven.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Jet Bussemaker

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

tief is wel de MvT omdat daar een aantal begrippen uit de wet opnieuw zijn toege- licht (zie ook hieronder). Zo wordt over het begrip school opgemerkt dat onder het begrip school

Voor wat betreft de klacht rond de zorgplicht van de school jegens de zoon van klaagster heeft de school verklaard dat er ondanks de ondersteuningsbehoefte van klaagster rondom

De Commissie oordeelt dan ook dat verweerder in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen om [de leerling] niet te bevorderen met als gevolg dat [de leerling] van school

november 2020, schriftelijk vragen gesteld op grond van artikel 44 van het Reglement van Orde voor de Politieke Avond van de gemeente Arnhem 2018 over Goede metingen

Deze elementen komen niet terug in het dossier bevoegd gezag, omdat deze in de aanvraag van de vergunning voor de omgevingsplanactiviteit

Overgang van 3e leerjaar naar 4e leerjaar Leerlingen van de 3 Havo/Vwo klassen krijgen bij het tweede rapport te horen of ze, bij gelijk- blijvende prestaties, in het

- betreft het schoonhouden van transportroutes tijdens de werkzaamheden - vrijkomende materialen vervoeren naar een door het bevoegd gezag erkende verwerkingsinrichting.

De externe vertrouwenspersoon begeleidt en ondersteunt ouders/verzorgers en leerlingen van de school bij de behandeling van klachten waarbij er sprake is van machtsmisbruik en