• No results found

Hardware voor ICT-support

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Hardware voor ICT-support"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hardware voor ICT-support

(2)
(3)

Hardware voor ICT-support

Tweede druk

Hans van Rheenen

Brinkman Uitgeverij · Amsterdam · 2019

(4)

isbn 978 90 5752 395 3 / nur 124

Omslagontwerp: Proforma, Barcelona Illustraties: Erik Eshuis

Redactie: Martijn Niemeijer & Henk Pel Opmaak: Marjo Starink & Henk Pel

© 2019 Brinkman Uitgeverij, Amsterdam

Gehele of gedeeltelijke overneming of reproductie van de inhoud van deze uitgave, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende is verboden, behoudens de beperkingen bij de wet gesteld. Het verbod betreft ook gehele of gedeeltelijke bewerking. De uitgever is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in artikel 17 Auteurswet 1912 en in het kb van 20 juni 1974 (Stb. 351, 1974) ex artikel 16b Auteurswet 1912, te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden.

Correspondentie inzake overneming of reproductie richten aan:

Brinkman Uitgeverij, Postbus 59686, 1040 ld Amsterdam www.brinkman-uitgeverij.nl

tel. 020-4120970, fax 020-4120972 e-mail: info@brinkman-uitgeverij.nl

(5)

5 5

Inhoud

Inleiding 13

Deel een De computer 1 Soorten computers 17

1.1 Supercomputers 18 1.2 Mainframecomputers 19 1.3 Minicomputers 19 1.4 Personal computers 19 Terminal 20

Desktop 20 Laptop 20 Notebook 21 1.5 Mobiele devices 21 Tablet-PC 21 Smartphone 22 Smartwatch 25 1.6 Vragen 26 2 Het moederbord 27

2.1 Cachegeheugen 28 2.2 Klok (clock) 29

De werking van het moederbord 29 2.3 Busstructuur 30

2.4 Uitbreidingssloten 31

Industry Standard Architecture (ISA, 1981) 31 Micro Channel Architecture (MCA, 1987) 32

Extended Industry Standard Architecture (EISA, 1988) 32

Video Electronics Standards Association Local Bus (VESA Local Bus / VL-Bus / VLB, 1989) 32

Peripheral Component Interconnect (PCI, 1993) 33 Accelerated Graphics Port (AGP, 1997) 34

PCI-Express en PCI-X (2005) 34 2.5 Firmware, UEFI en/of BIOS 35 BIOS 35

UEFI (en EFI) 37 UEFI-bootproces 38

BIOS versus UEFI opstarten 40 UEFI Systeeminformatie 40 UEFI-instellingen wijzigen 41 2.6 Vragen 45

(6)

6

3 Processor 46

3.1 Werking van de processor 48 Arithmetic logic unit 48 Controle-unit 48 Register 49 Busstructuur 49

3.2 Vervangen en/of (de)monteren van de processor 52 3.3 Vragen 55

4 Intern geheugen 56

4.1 De ontwikkeling van het geheugen 57 Ringetjesgeheugen (1960-1980) 57 Geheugenchip (1960-1980) 58

Single Inline Pin Package (SIPP-geheugen, 1988-1991) 58 Single Inline Memory Module 30 pins (SIMM30, 1989-1994) 58 Single Inline Memory Module 72 pins (SIMM72, 1994-1998) 59 Dual Inline Memory Module (DIMM, 1997-heden) 59

Double Data Rate SDRAM (DDR, 2000-heden) 59 Double Data Rate 2 SDRAM (DDR2, 2002-heden) 60 Double Data Rate 3 SDRAM (DDR3, 2007-heden) 60 Double Data Rate 4 SDRAM (DDR4, 2011-heden) 61 DDR5 SDRAM 61

4.2 De belangrijkste eigenschappen van het geheugen 61 Kloksnelheid 62

Overdrachtssnelheid 62 Spanning 63

Connectoren 63

4.3 Vervangen en/of (de)monteren van geheugenmodules 63 4.4 Vragen 65

5 Extern geheugen 66 5.1 Opslagmedia 66

Tape (1950 tot heden) 66 Harddisk (1956 tot heden) 67 Floppy en diskette (1967 tot 2011) 69 Magneetstripkaart (1970 tot heden) 70 Chipkaart (1977 tot heden) 71

Solid state drive (1980 tot heden) 71 SSHD 73

CD-ROM (1982) 73 DVD (1996) 75

Secure Digital card (SD-kaart, 1999) 77 USB-geheugen (2000) 78

Blu-ray (2006) 78

5.2 Vervangen en/of (de)monteren van een harde schijf of SSD drive 79 5.3 Vragen 83

(7)

7 7

6 Uitbreidingskaarten 84

6.1 USB-3.0-uitbreidingskaart 84 6.2 WiFi-uitbreidingskaart 85 6.3 SSD-uitbreidingskaart 86 6.4 Grafi sche uitbreidingskaart 86 6.5 Mediacenter 87

6.6 Aansluitingen 88

6.7 Vervangen en/of (de)monteren van een uitbreidingskaart 88 6.8 Vragen 91

7 Voeding (PSU) 92

7.1 Connector AT-voeding 93

7.2 Connector ATX-voeding (klassiek) 93 7.3 Connector ATX-2-voeding 94 7.4 Connector-overzicht 95 20-Pin ATX 95

24-Pin ATX 95 20/24-Pin ATX 95 4 Pin 12V 95 8 Pin EPS 12V 96 4+4 Pin 12V 96

4 Pin Molex/Peripheral 96 4 Pin Floppy 96

SATA 96 6 Pin PCIe 97 8 Pin PCIe 97 6+2 Pin PCIe 97 7.5 Vragen 97

Deel twee Processorgestuurde devices 8 Mobiele devices 101

8.1 Operating System 101 Android 10

iOS 102

10 Windows Mobile 102 8.2 Accu 102

8.3 Scherm 103 8.4 WiFi 104 8.5 LoRaWAN 105

Klasse A – Minst sterke, bidirectionele eindapparaten 107

Klasse B – Bidirectionele eindapparaten met deterministische downlink- latency 107

Klasse C – Laagste latency, bidirectionele eindapparaten 108 8.6 3G- en 4G-verbinding 108

8.7 Bluetooth 109

(8)

8

8.8 NFC 109 8.9 GPS 110

8.10 Assisted GPS 115 8.11 Camera 115 8.12 Lichtmeter 115 8.13 Versnellingsmeter 115 8.14 Gyroscoop 116 8.15 Geheugen 116

8.16 Toepassing van mobiele devices 117

Handheld-apparaten in de bedrijfsvoering 117 8.17 Vragen 118

9 Robots 120

9.1 Th uisrobot 120 Robotstofzuiger 120 Opruimrobot 121

Humanoïde (mens-robot) 121 Sociale robots 122

9.2 Zorgrobot 122 9.3 Bedrijfsleven 123 9.4 Vragen 123

Deel drie Randapparatuur 10 Invoerapparatuur 127

10.1 Toetsenbord 127 Dvorak-toetsenbord 129 Velotype-toetsenbord 129 10.2 Muis 130

Mechanische muis 130 Trackball 131

Optische muis 131

Eigenschappen van de muis 132 Draadloze muis 132

Knoppen 133 10.3 Touchscreen 133

Resistieve touchscreens 134 Capacitieve touchscreens 135 10.4 Magneetstriplezer 136 10.5 Chiplezer 136

Europay MasterCard Visa (EMV) 136 Near Field Communication (NFC) 137 10.6 Digitizer 137

10.7 Scanner 138 10.8 Vragen 139

(9)

9 9

11 Uitvoer via het scherm 140 11.1 Cathode Ray Tube (CTR) 140 11.2 Color Graphics Adapter (CGA) 141 11.3 Liquid crystal display (LCD-scherm) 142 11.4 Werking van TFT-scherm 143

11.5 LED-scherm (light-emitting diode) 144 11.6 Plasmascherm 144

11.7 De kwaliteit van een monitor 145 Beeldformaat 145

Contrast 145

Energiebesparende modus 145 Helderheid (luminantie) 145 Kijkhoek 146

Kleurweergave 146 Refresh rate 146 Responsetijd 146 Schermresolutie 147 Stroomverbruik 147

11.8 Vergelijking plasma, LCD en LED 147 11.9 Vragen 148

12 De printer 149 12.1 Matrixprinter 149 12.2 Th ermische printer 151 12.3 Inkjetprinter 151 Th ermische inkjet 151 Piëzo-elektrische inkjet 152 Photoret-II-techniek 153 Voordelen van inkjetprinters 153 Nadelen van inkjetprinters 153 12.4 Laserprinter 153

Voordelen van laserprinters 155 Nadeel van laserprinters 155 12.5 3D-printers 155

Verschillende methoden voor 3D-printen 156 Toepassing van 3D-printen 157

12.6 De plotter 158 12.7 Vragen 160

Deel vier Internet of Things (IoT)

13 De toepassing van het Internet of Th ings 163 13.1 Voor- en nadelen van het Internet of Th ings 164 13.2 Technologie van het internet der dingen 165 Embedded system 165

(10)

10

Sensors 165 Actuatoren 166 13.3 Vragen 166

14 Netwerkarchitectuur Internet of Th ings 167 14.1 Communicatie en samenwerking 167 14.2 Netwerkarchitectuur 167

Adresseerbaarheid 169 Identifi catie 169 Gebruikersinterface 169 14.3 Vragen 170

15 Big Data 171

15.1 Data zijn geld 171 15.2 Datacentrum 173 15.3 Vragen 173

Deel vijf Elektrotechniek 16 Basiskennis 177

16.1 Elektrische lading 177 Elektrische spanning 178 Elektrische stroom 179 16.2 Geleiders en isolatoren 179 16.3 Stroomkring 179

16.4 Gelijkspanning en wisselspanning 180 16.5 Eenheden 181

16.6 Multimeter 182

Meetinstellingen bepalen en meten 184 16.7 Vragen 185

17 Wet van Ohm 188 Weerstand 188 Spanning 188 Stroom 188 17.1 Weerstand 189 Koolweerstand 189 LDR 191

NTC en PTC 191 17.2 Vragen 192

17.3 Rekenen met de wet van Ohm 193 17.4 Vragen 194

17.5 Elektronische schakelingen (simulatie) 195 Kennismaken met Qucs 195

17.6 Vragen 203

18 Vermogen en arbeid 204 18.1 Vermogen 205 Smeltzekering 207 Aardlekschakelaar 208

(11)

11 11

18.2 Vragen 209

18.3 Verbruikt vermogen van computercomponenten 209 Moederbord 210

Processor 210 Geheugen 210 Videokaart 211 Harddisk 211 Optische drive 211 Ventilator (case fan) 212 18.4 Vragen 212

18.5 Arbeid (verbruikt vermogen) 213 18.6 Vragen 215

19 Serieschakeling 217 19.1 Eigenschappen 217 Spanningsverdeling 218

Spanning over de weerstanden berekenen 219 Vervangende weerstand 220

Vervangende weerstand berekenen 221 19.2 Vragen 222

20 Parallelschakeling 229 20.1 Eigenschappen 229

Eerste wet van Kirchhoff 230 Vervangingsweerstand 231

Voorbeeld berekening vervangende weerstand 232 20.2 Vragen 233

21 Gemengde schakelingen 237 21.1 Spanningsverdeling 237 Voorbeeldberekening 238 21.2 Stroomverdeling 238 21.3 Vragen 239

22 Wisselspanning 243

22.1 Wat is wisselspanning? 243 Frequentie 244

22.2 Vragen 245

22.3 Onderdelen en montage bij sterkstroom 245 22.4 Vragen 248

23 Elektronische schakelingen 249 23.1 Dioden 249

De werking van een diode 250 23.2 LED’s 252

23.3 Condensatoren 252

Werking van de condensator 253 23.4 Het gevaar van elektromagnetisme 255 23.5 Vragen 256

(12)

12

Deel zes Behandelen van incidentmeldingen 24 Onderhoud 261

24.1 Preventief onderhoud 261

Maatregelen ter voorkoming van problemen 261 24.2 Reactief onderhoud, incidentbeheer 262

Detectie en registratie 263

Luisteren, samenvatten, doorvragen (LSD) 263 Classifi catie en toewijzing van incidenten 266 Escaleren van incidenten indien nodig 267

Communiceren richting gebruiker over incidenten 267 24.3 Storingsmelding 267

Storingsformulier 268 24.4 Probleembeheer 269

Activiteiten probleembeheer 269 Probleemidentifi catie en -registratie 269 Classifi catie 269

Inzet van mensen en middelen 270 Onderzoek en diagnose 270 Foutbeheer 270

Rapporteren aan het management 271 24.5 Vragen 271

25 Storing zoeken 275 25.1 Beep codes 275

25.2 Troubleshooting op basis van beep codes 276 AMIBIOS 276

Award BIOS 278 Phoenix BIOS 279

25.3 Veel voorkomende storingen 280

De PC stopt er na verloop van tijd steeds mee 280 Melding van CMOS Checksum Failure 281

Het geheugen wordt bij het starten niet volledig geteld 282 ‘Parity error’ 283

De harddisk wordt bij het starten niet herkend 283 De harddisk start niet meer 283

Leesfouten bij verschillende CD’s/DVD’s 284 25.4 Stroomschema’s 284

25.5 Vragen 291

(13)

13 13

Inleiding

Dit boek gaat over het installeren en onderhouden van hardware. Het geeft invulling aan de volgende onderdelen van je opleiding ICT-support.

B1-K1-W1: Gebruiksklaar maken van systemen en (rand)apparatuur.

B1-K1-W2: Vervangen, repareren en/of (de)monteren van (onderdelen van) systemen en (rand)apparatuur

B1-K2-W2: Oplossen van incidenten Het boek is opgebouwd uit zes delen:

Deel een De computer

Deel twee Processor-gestuurde devices Deel drie Randapparatuur

Deel vier Internet of Th ings Deel vijf Elektrotechniek

Deel zes Behandelen van incidentmeldingen

Deel vijf Elektrotechniek bereid je voor op het onderdeel elektrotechniek van de theoretische examentoets.

Alleen lezen van de stof is niet genoeg. Belangrijk is dat je ook praktijkopdrachten uitvoert. In die opdrachten laat je zien de stof te beheersen en te kunnen toepas- sen. De projecten op de site van Brinkman Uitgeverij zijn een mogelijkheid om het geleerde in de praktijk toe te passen.

(14)
(15)

Deel een

De computer

De computer is niet meer weg te denken uit onze huidige samenleving.

In allerlei soorten en vormen komen computers voor.

(16)
(17)

17

1 Soorten computers

Niemand zal nog moeite hebben met het herkennen van een computer. Iedereen weet hoe een computer eruitziet. Er is echter een groot verschil in computers. Niet alleen wat hun uiterlijk betreft maar ook als het gaat om de plek waar ze worden toegepast.

We onderscheiden de volgende soorten computers:

− supercomputer

− mainframe

− minicomputer, server

− personal computer (PC) oftewel terminal, desktop, notebook, laptop

− mobiele devices oftewel tablet, smartphone, smartwatch

Uiterlijk is er nogal wat verschil tussen de genoemde soorten. De manier waarop computers hun werk doen is in het algemeen voor alle computers gelijk. En dat is al zo sinds de ‘geboorte’ van de computer rond 1945!

De elementaire functies die door een computer worden uitgevoerd zijn:

− Invoer: gegevens worden omgezet in een voor de machine leesbare vorm.

− Verwerking: de centrale verwerkingseenheid (CVE, processor) voert allerlei be- werkingen uit op de ingevoerde gegevens. De opdrachten aan de CVE worden beschreven in een programma. De Engelse benaming voor CVE is CPU, Central Processing Unit, maar vaker gebruikt is de naam ‘processor’.

− Uitvoer: de bewerkte gegevens worden door het computersysteem in een voor gebruikers begrijpelijke vorm gepresenteerd.

− Opslag: gegevens en programma’s die moeten worden bewaard totdat ze nodig zijn worden opgeslagen in zogenaamde geheugens.

− Besturing: in de CVE bevindt zich de besturingseenheid die er onder andere voor zorgt dat de opdrachten in het programma correct uitgevoerd worden.

Bovendien zorgt deze ‘kapitein’ ervoor dat er een goede samenwerking is tussen de diverse onderdelen van het computersysteem.

Figuur 1.1 is het basisschema voor gegevensverwerking. De computer speelt hierin een belangrijke rol. In de processor vindt de besturing en de verwerking van de gegevens plaats.

(18)

18 Deel een De computer

Invoer Uitvoer

Verwerking

Besturing

Opslag

Figuur 1.1 Verwerking van gegevens

1.1

Supercomputers

Supercomputers zijn uiterst krachtige, zeer snelle computers, die een bijzonder hoge snelheid van werken hebben. Ze kunnen honderden miljoenen instructies per seconde(!) uitvoeren. Supercomputers worden onder andere gebruikt bij meteo- rologische instituten en bij organisaties die zich met ruimtevaart bezighouden. Ze worden ingezet voor zeer ingewikkelde berekeningen. Figuur 1.2 is een voorbeeld van een supercomputer, de IBM Roadrunner.

Figuur 1.2 De IBM Roadrunner supercomputer

(19)

1 Soorten computers 19

1.2

Mainframecomputers

Mainframecomputers, of kortweg mainframes, zijn grote computers. Ze leveren niet zulke grootse prestaties als de supercomputers. Toch kunnen ze altijd nog enkele tientallen miljoenen instructies per seconde uitvoeren. Ze zijn in staat om honderden verschillende programma’s min of meer tegelijkertijd uit te voeren. Ook kunnen ze honderden verschillende apparaten zoals printers en terminals bedie- nen. Daardoor is het mogelijk dat honderden gebruikers gelijktijdig van de diensten van een mainframe gebruik maken.

Mainframes worden gebruikt in situaties waarin zeer veel gebruikers toegang wensen tot centraal opgeslagen gegevens. Je treft deze computers ook aan bij grote instellingen die veel gegevens moeten verwerken. Zo moet je bank voor jou bijhou- den van wie je geld hebt gekregen en aan wie je geld hebt overgemaakt. Maar met jou hebben nog miljoenen andere Nederlanders een rekening bij die bank, die net als jij willen dat hun geldzaken goed worden bijgehouden. Je begrijpt dat het om enorme hoeveelheden digitale gegevens gaat. Niet alleen de bank, ook een verze- kering, de gemeente en het ziekenhuis houden van alles over je bij in bestanden.

Daarin mogen geen fouten optreden. Als je in één keer geld kwijt bent of de ge- meente heeft je geschrapt van de lijst van inwoners, dan heb je toch een probleem!

1.3

Minicomputers

Minicomputers, ook wel afgekort als mini’s, zijn op hun beurt weer kleiner dan mainframes en worden gebruikt als server. Onder kleiner moet dan niet alleen kleiner in afmeting worden verstaan, maar ook kleiner in prestaties. Ze worden bijvoorbeeld gebruikt bij de industriële procesbesturing, bij computerondersteund ontwerpen en fabriceren.

Als afdelingscomputer ondersteunen minicomputers de besturing van lokale net- werken, die allerlei computerapparatuur onderling verbinden.

1.4

Personal computers

Personal computers (PC’s) zijn computers voor persoonlijk gebruik. Daarbij kan één gebruiker tegelijk meerdere toepassingen geopend hebben. Bijvoorbeeld een tekstverwerkingsprogramma, een rekenprogramma en toegang tot internet. Pc’s kunnen in een netwerk worden geplaatst waardoor ze toegang krijgen tot elkaars programma’s en bestanden.

PC’s worden vooral gebruikt op de individuele werkplek. Ze zijn een belangrijk hulpmiddel bij het uitvoeren van taken als tekstverwerking, gegevensbeheer, grafi sche toepassingen en privétoepassingen.

(20)

20 Deel een De computer

Voor variabele werksituaties zijn er allerlei afgeleide vormen van PC’s. Te weten:

− Terminal

− Desktop

− Laptop

− Notebook

Terminal

Een terminal of werkstation is een apparaat dat bestaat uit een toetsenbord en een beeldscherm. Er is dus eigenlijk geen sprake van een complete computer. Een ter- minal wordt gebruikt voor de invoer en de uitvoer van gegevens, maar niet voor de verwerking ervan. Dat gebeurt door een computer waarmee de terminal verbon- den is.

Terminals worden onderverdeeld in twee groepen:

− Niet-intelligente terminals: deze kunnen geen programma uitvoeren en beschik- ken niet over een eigen CVE. De verwerking van de gegevens gebeurt door de computer waarmee de terminal verbonden is.

− Intelligente terminals: deze kunnen zelfstandig een programma uitvoeren en beschikken over een eigen CVE.

Desktop

Een desktopcomputer is een volledige computerconfi guratie die je aantreft op de bureaus van medewerkers (‘desk’ is het Engelse woord voor bureau). Vaak is op de desktop randapparatuur aangesloten zoals een printer.

Figuur 1.3 Desktop

(21)

1 Soorten computers 21

Laptop

Een laptop is een computer die draagbaar is en door de gebruiker op schoot ge- houden kan worden tijdens het werken ermee (‘lap’ is de Engelse benaming voor schoot). De eerste laptops waren niets anders dan draagbare computers en waren zwaar. Bovendien was er toch een aansluiting op het stroomnet nodig. De fl exibili- teit was niet erg groot.

Notebook

Een notebook is een verkleinde versie van de laptop. Een notebook is zeer fl exibel te gebruiken: vervoer is licht en eenvoudig en de stroomvoorziening wordt met oplaadbare batterijen geregeld. Notebook is de Engelse benaming voor notitieboek.

Ook randapparatuur zoals een printer kan eenvoudig aangekoppeld en gebruikt worden.

Figuur 1.4 HP Pavillion notebook

1.5

Mobiele devices

Tablet-PC

De tablet-PC komt al voor in vakliteratuur uit de jaren 60 van de vorige eeuw. In de jaren 90 kwamen de eerste exemplaren op de markt. De eerste PalmPilot verscheen in 1996. Deze was voorzien van een resistief scherm, dat erg onnauwkeurig was, en met de ‘oude software’ werkte de invoer van het scherm niet echt soepel.

De huidige tablet-PC’s onderscheiden zich door de afwezigheid van een toetsen- bord. In plaats daarvan hebben ze de natuurlijke interface die gebruik maakt van invoer via het scherm. Er is de beschikking over WiFi en aansluitingen met ver-

(22)

22 Deel een De computer

schillende netwerken. De meest gangbare afmeting ligt tussen de 7 en 10 inch.

De échte intrede van de tablet-PC was in januari 2010 toen Steve Jobs de Apple iPad introduceerde, een Multimediatablet.

Figuur 1.5 Asus Transformer Tablet en toetsenbord

Volgens de kritische pers was het gewoon een ‘grote iPhone’. Maar in de eerste tachtig dagen werden er 3 miljoen exemplaren verkocht. Dat geeft aan hoe succes- vol de tablet-PC is.

De tablet-PC neemt heel snel een steeds belangrijker plaats in: als agenda, notitie- blok en bron om te raadplegen tijdens vergaderingen en uitvoeren van het werk.

Maar ook in de huiskamer als apparaat waar alle spelletjes in één samenkomen.

Smartphone

Van mobiele telefoon naar smartphone:

− In 1973 was de uitvinder Martin Cooper van Motorola de eerste die met een draagbare handheld telefoon belde.

− In 1994 werden in Nederland de eerste mobiele telefoonnetwerken door PTT Telecom en Libertel uitgerold. Pas eind jaren 90 werden de gsm-tarieven ook voor consumenten aantrekkelijker en toen ging het snel.

− In 2000 kwam de eerste mobiele telefoon met camera uit.

− In 2007 kwam de iPhone 2G uit, de eerste smartphone van Apple, met het touchscreen.

(23)

1 Soorten computers 23

Figuur 1.6 Martin Cooper

− In 2011 bracht Samsung de revolutionaire Samsung Galaxy S2. Een grote smart- phone met een dual core processor. Zaken die veel rekenkracht vergen zoals multitasken waren ineens geen probleem meer. Andere fabrikanten waaronder Apple brachten meteen soortgelijke toestellen (zoals de iPhone 4s).

Vrijwel niets heeft zich in de afgelopen jaren zo snel ontwikkeld als de smartphone.

Waar smartphones een paar jaar geleden nog maar simpele telefoons waren, is een smartphone tegenwoordig een multifunctioneel hightech toestel dat zich qua pres- taties op meerdere gebieden kan meten met verschillende specialistische apparaten als de MP3-speler en de fotocamera.

(24)

24 Deel een De computer

Figuur 1.7 Smartphone

Hieronder de grootste veranderingen van de afgelopen jaren op een rijtje:

2007 Het touchscreen

Apple lanceerde in 2007 de eerste echte moderne smartphone, de iPhone. Dit was de eerste next-generation-telefoon die aan de voorkant geheel bestond uit een touchscreen. Eerder waren er al in 2002 en 2003 telefoons met touchscreen op de markt gebracht door Sony Ericsson en Qtek, maar deze toestellen waren voornamelijk voor zakelijke gebruikers bedoeld en niet voor particulieren.

2011 De processor

In 2011 kwam Samsung met de in veel opzichten revolutionaire Samsung Galaxy S2. Deze grote smartphone had een dual core processor aan boord waardoor dingen die veel rekenkracht vergen, zoals multitasken, ineens geen enkel pro- bleem meer waren. In 2011 hebben verschillende fabrikanten waaronder Apple meteen soortgelijke toestellen (zoals de iPhone 4s) gelanceerd.

(25)

1 Soorten computers 25

2011 Het scherm

De Samsung Galaxy Note, een smartphone met een scherm van maar liefst 5,3 inch. In 2012 zette de ontwikkeling van grote schermen pas echt door en brachten veel fabrikanten grote toestellen op de markt.

2013 De camera

De smartphonecamera’s hebben een enorme ontwikkelingen doorgemaakt.

Nokia is al een geruime tijd dé grote smartphone-camera-specialist. Het Finse bedrijf lanceerde halverwege 2012 de Nokia 808 Pureview met een camera van 41 megapixels en de nieuwe Nokia Lumia 1020 beschikt ook over een superca- mera.

De toekomst

Er zullen de komende tijd veel goedkope high-end smartphones te zien zijn.

Chinese smartphone-fabrikanten komen er namelijk aan: Huawei en Lenovo hebben in veel landen al een fl ink marktaandeel te pakken met hun superdunne, supersnelle én goedkopere smartphones.

Smartwatch

Figuur 1.8 Smartwatch

Een smartwatch, of in het Nederlands ‘slim horloge’, is een horloge dat naast een uurwerk ook andere functies heeft. Smartwatches zijn in functie vergelijkbaar met een smartphone. Net als de smartphone kunnen smartwatches uit verschillende apparatuur bestaan.

Smartwatches kunnen functies als camera, rekenmachine, aanraakscherm, GPS-systeem, luidspreker en verschillende meetinstrumenten bevatten.

In de jaren tachtig van de vorige eeuw werden de eerste horloges geïntroduceerd waarmee meer kon worden gedaan dan alleen tijd kijken. In juni 2000 presenteer- de IBM een prototype van een smartwatch dat op Linux draaide. Maar pas in 2013

(26)

26 Deel een De computer

raakte de markt voor smartwatches in een stroomversnelling. Dat jaar werden de Pebble, Qualcomm Toq, Samsung Galaxy Gear en Sony SmartWatch 2 gelanceerd.

Deze werden gevolgd door een reeks andere horloges in 2014. Apple betrad de smartwatch-markt in 2015 met de Apple Watch, die in Nederland op 17 juli van dat jaar op de markt kwam.

1.6

Vragen

1 Waarvoor worden mainframes gebruikt?

2 Waarvoor worden minicomputers gebruikt?

3 Plaats de begrippen Invoer, Uitvoer, Opslag, Besturing en Verwerking in onder- staande afbeelding.

4 Teken een tijdlijn met de belangrijkste ontwikkelingen op ICT-gebied. Begin de tijdlijn op 1 januari 1945.

(27)

27

2 Het moederbord

Na het openen van een systeem zie je een aantal componenten die je met naam en toenaam moet kunnen benoemen. De kern van elk systeem is de processor. Maar om deze te laten werken hebben we het moederbord nodig. Het moederbord ver- zorgt de communicatie tussen de verschillende onderdelen. Op het moederbord zijn andere onderdelen bevestigd en kunnen uitbreidingskaarten zijn aangesloten.

Figuur 2.1 ATX Abit-kt7-moederbord

Een moederbord in een personal computer is een printplaat met elektronica waarop andere (insteek)printplaten kunnen worden gemonteerd. Andere namen voor het moederbord zijn systeembord, mainboard, mobo of bij Apple het logic board. In de loop der jaren zijn er steeds meer functionaliteiten in het moederbord ondergebracht. Rond 1989 bevatte het moederbord voornamelijk de processor, het werkgeheugen en interruptvoorzieningen. Alle overige functies werden met insteekkaarten verzorgd. Nu is het moederbord vaak een complete PC, inclusief geluids- en netwerkkaart en videokaart. Hierdoor kunnen systemen compacter gebouwd worden en zijn ze ook goedkoper.

Figuur 2.2 laat een H170 Pro Gaming ATX-moederbord zien. Enkele onderdelen die je op een modern moederbord vindt zijn:

– Socket voor de processor

– Sloten voor geheugen en uitbreidingskaarten • DDR4-geheugensloten

• SATA-slot • PCIe-sloten

(28)

28 Deel een De computer

– Aansluitingen • USB • Ethernet

• HDMI/VGA/DVI • PS2

De functie van deze onderdelen wordt later uitgelegd.

Figuur 2.2 H170 Pro Gaming ATX-moederbord

Een moederbord kan niet tegen statische elektriciteit. Daarom mag je tijdens werk- zaamheden niet met een hand een blank metalen deel van het moederbord of van een elektronische component aanraken. Een goed ingerichte werkplek zorgt ervoor dat je statisch ontladen bent, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een antistati- sche mat en een geleidend polsbandje verbonden met een goede aardleiding.

2.1

Cachegeheugen

Naast aansluitingen kunnen er op het moederbord verschillende componenten geïnstalleerd zijn. Een belangrijk onderdeel is het cachegeheugen. Een cachegeheu- gen maakt dat je systeem sneller wordt. Het is een tussenopslagplaats waarin gege- vens tijdelijk worden opgeslagen. Het cachegeheugen staat tussen de opslag extern en de opslag in de processor in. Dit om sneller toegang tot data mogelijk te maken.

Cachegeheugen is direct aangesloten op de databus en mede daarom snel toegan- kelijk. Computers gebruiken meerder caches naast elkaar. Vaak elk met zijn eigen specialisatie bijvoorbeeld data cache en instructie cache (D-cache en I-cache) Cachen maakt dat alles veel sneller wordt. Maar cachegeheugen is beperkt van omvang en externe opslag blijft nodig.

(29)

2 Het moederbord 29

2.2

Klok (clock)

Op het moederbord zit een chip, de klokgenerator. De klokgenerator is een kwarts- oscillator die een groot aantal pulsen per seconde regelt. De processor in een PC gebruikt een klok met een frequentie van enkele GHz. Dat zijn dan minimaal 1.000.000.000 pulsen per seconde!

De processor heeft een aantal stappen nodig om een instructie te verwerken. Elke stap wordt gezet op de volgende puls. Daarom is de klok een belangrijke factor in de werksnelheid van de computer.

De werking van het moederbord

Het moederbord zorg voor de verbinding tussen de verschillende onderdelen, die later afzonderlijk nog worden uitgewerkt.

Processor Geheugen Input/Output

Figuur 2.3 Schematische werking moederbord

Via het moederbord zijn de verschillende onderdelen met elkaar verbonden.

− De processor zorgt ervoor dat programma’s worden uitgevoerd en de andere componenten worden bestuurd.

− Het geheugen is de opslagplaats voor instructies en gegevens.

− Aan een computer heb je alleen iets als er ook iets in en uit kan, de input/

output.

− De busstructuur zorgt voor de gegevensuitwisseling tussen de verschillende onderdelen. Een bus is een serie parallelle ‘draden’ op het moederbord die de verschillende componenten met elkaar verbinden. Figuur 2.4 toont een klein stukje van de ‘draden’ op het moederbord die de busstructuur vormen.

(30)

30 Deel een De computer

Figuur 2.4 Busstructuur

2.3

Busstructuur

Databus (gegevensbus): een set van (meestal) 32 parallelle draden die in twee richtingen (bi-directioneel) het transport van data tussen componenten verzorgt.

Adresbus: een eenrichtingsbus (unidirectionele bus) die bestaat uit 32 draden.

Deze bus wordt gebruikt om geheugen en I/O-locaties aan te wijzen.

Besturingsbus: een directionele bus die bestaat uit 8 draden. Deze bus wordt ge- bruikt om de besturingssignalen tussen de componenten heen en weer te sturen.

Typische besturingszaken zijn:

− Geheugen schrijven zorgt ervoor dat de gegevens via de databus op de geadres- seerde locatie worden weggeschreven.

− Geheugen lezen zorgt ervoor dat de gegevens via de databus van de geadres- seerde locatie worden gelezen.

− Input/Output(I/O)-schrijven zorgt voor de gegevensoverdracht van de databus naar de geadresseerde I/O-poort.

− I/O-lezen zorgt voor de gegevensoverdracht van de geadresseerde I/O-poort op de databus.

− Transport controller geeft aan dat gegevens zijn aanvaard van of op de databus.

− Busaanvraag geeft aan dat een component toegang tot de systeembus nodig heeft.

− Bustoestemming geeft aan dat een verzoek van een component om controle over de systeembus te krijgen is verleend.

− Onderbrekingsaanvraag geeft aan dat een onderbreking in behandeling is.

− Onderbrekingsakkoord geeft aan dat een onderbreking akkoord is.

− Klok wordt gebruikt om bewerkingen te synchroniseren.

− Reset wordt gebruikt om alle componenten opnieuw in hun uitgangspositie te zetten.

(31)

2 Het moederbord 31

Als we het schema van de werking van het moederbord wat verder uitwerken dan ziet het eruit als in fi guur 2.5.

Klok

Adresbus

Besturingsbus

Databus Processor

Beeldscherm output- controller Toestenbord

input- controller

Geheugen Disk

input/output controller

Figuur 2.5 Werking van de busstructuur

De klok is direct met de processor verbonden. Het signaal loopt niet over de busstructuur.

2.4

Uitbreidingssloten

Op een moederbord zitten verschillende mogelijkheden om kaarten met extra functionaliteit aan te sluiten. Het is net als bij lego: als het zonder geweld past dan hoort het daar. Natuurlijk moet je ook hier weer zorgen voor een goed ingerichte werkplek. Zorg dat je gebruik maakt van een antistatische mat en een geleidend polsbandje verbonden met een goede aardleiding.

Net als alles is het ook bij de uitbreidingssloten snel gegaan. Hieronder een over- zicht met de belangrijkste ontwikkelingen en eigenschappen van de verschillende sloten.

Industry Standard Architecture (ISA, 1981)

IBM introduceerde de PC-bus. Inmiddels is deze bekend onder de naam Industry Standard Architecture (ISA) bus.

(32)

32 Deel een De computer

Micro Channel Architecture (MCA, 1987)

IBM ontwikkelde voor de PS / 2 in 1987 de MCA-bus. Het was een belangrijke concurrent van ISA. Toch heeft het ontwerp het niet gered door de ongelukkige licentieverlening van MCA door IBM.

Extended Industry Standard Architecture (EISA, 1988)

EISA is de tot 32-bits uitgebreide versie van ISA en werd beperkt gebruikt op som- mige PC-moederborden tot 1997.

Video Electronics Standards Association Local Bus (VESA Local Bus / VL-Bus / VLB, 1989)

Een VLB-slot zelf was een uitbreiding van een bestaand ISA-slot. Zowel VLB-kaar- ten als ISA-kaarten pasten in een VLB-slot. Het uitgebreide gedeelte is te herken- nen aan de bruine kleur. De VESA Local Bus is ontworpen als tussentijdse oplos- sing voor het probleem van beperkte bandbreedte van de ISA-bus. Door de (door) ontwikkeling van PCI is VLB overbodig geworden.

(33)

2 Het moederbord 33

Peripheral Component Interconnect (PCI, 1993)

De PCI-bus werd in 1991 geïntroduceerd als vervanger voor ISA door Intel. Ook nu een standaard in versie 3.0. De PCT-bus 3.0 is te vinden op de PC-moederborden die je vandaag de dag koopt.

PCI-slot, 32 bits, 3,3 volt PCI-slot, 32 bits, 5 volt

PCI-slot, 64 bits, 3,3 volt PCI-slot, 64 bits, 5 volt 32 bits, 3,3 volt

32 bits, 5 volt

32 bits, 3,3 en 5 volt

64 bits, 3,3 volt

64 bits, 5 volt

64 bits, 3,3 en 5 volt

3,3 V 64-bit PCI Card

5 V 64-bit PCI Card

Universal (3,3 V & 5 V) 64-bit PCI Card

(34)

34 Deel een De computer

Accelerated Graphics Port (AGP, 1997)

Intel introduceerde de AGP-bus in 1997 als een speciale video-acceleratie-oplos- sing.

AGP ondersteunt gewoonlijk slechts één kaart tegelijk maar wordt toch als een bus aangeduid.

PCI-Express en PCI-X (2005)

Vanaf 2005 is PCI-Express de vervanger van zowel PCI en AGP en is een seriële aansluiting, in tegenstelling tot PCI en AGP die beide parallel zijn. PCI-Express is een aansluitmethode die niet alleen voor videokaarten is ontworpen. Het is een schaalbare aansluiting, dat wil zeggen dat er PCI-Express-aansluitingen van ver- schillende snelheden mee gemaakt kunnen worden. Met PCI-Express (of PCIe) is het mogelijk geworden om met twee videokaarten tegelijk te werken. Er zijn op dit moment PCI-Express-x1-, x2-, x4-, x8-, x12-, x16- en x32-sloten mogelijk.

Op nieuwe moederborden zit in ieder geval een PCI-Express-x16-aansluiting voor de videokaart. Deze zorgt voor een bandbreedte van 4 gigabyte per seconde in beide richtingen. PCI-Express wordt voornamelijk gebruikt in PC’s, terwijl PCI-X is gemaakt voor servers en werkstations.

In 2008 werd PCI Express 2.0 geïntroduceerd.

PCI Express 3.0 is in november 2010 geïntroduceerd.

(35)

2 Het moederbord 35

2.5

Firmware, UEFI en/of BIOS

Een systeem, of dat nu een PC, laptop, tablet of telefoon is, moet opstarten. De processor moet aan het werk worden gezet. Hij moet jouw opdrachten uitvoeren, oftewel: opdrachten die jij geeft via invoerapparatuur zoals toetsenbord, muis of touchscreen. De uitvoer moet dan weer naar de uitvoerapparatuur zoals een scherm of een printer.

Om de opstart te regelen zit er een chip op het moederbord met fi rmware. Deze fi rmware zorgt ervoor dat het systeem weet welke apparatuur beschikbaar is en gebruikt kan worden, om vervolgens het besturingssysteem te laden. Er zijn voor personal systems twee soorten fi rmware beschikbaar: het ‘oude’ BIOS en het ‘nieu- were’ UEFI. Wanneer je een moederbord koopt kan het goed zijn dat bij de specifi - caties van het moederbord staat:

BIOS

BIOS type UEFI

Maar UEFI is géén BIOS. Zowel UEFI als BIOS is een chip met software, een chip op het moederbord. Dit wordt fi rmware genoemd. Beide stellen het systeem in staat om op te starten. De UEFI-chip heeft wat extra functionaliteiten ten opzichte van het BIOS. UEFI is een manier om dingen te doen met de computer voordat een besturingssysteem wordt geladen. Om de functie en het nut van UEFI en/of BIOS duidelijk te maken bekijken we ze eerst afzonderlijk.

BIOS

Vanaf 1981 zij PC’s aan veel veranderingen onderhevig geweest. Toch was er gedu- rende een periode van 40 jaar één constante en dat was het BIOS van IBM, ofte- wel het Basic Input-Output System, dat een belangrijke rol speelt/speelde bij het opstarten van het systeem. Het BIOS is verantwoordelijk voor het aanspreken van apparaten die worden gebruikt door het systeem. Het regelt de communicatie tus- sen het systeem en deze apparaten zodat wij met de apparaten kunnen werken.

BIOS-software is vooral van belang bij het laden van het besturingssysteem. Zo- dra je de computer hebt aangezet probeert de processor zijn eerste opdracht uit te voeren. Deze opdracht kan niet van het besturingssysteem komen omdat dit is geïnstalleerd op de harde schijf.

Op het BIOS staat een stukje software dat de volgende functies uitvoert:

– controleren van de aanwezigheid en werking van de systeemonderdelen bij het starten van de computer;

– instellen van de uitgangswaarden van de aangesloten randapparaten;

– zoeken van het besturingssysteem: a) in het BIOS kan worden ingesteld waar er naar het Master Boot Record (MBR) moet worden gezocht; b) het MBR laadt vervolgens het besturingssysteem in het interne geheugen; c) op dat moment heeft het besturingssysteem de communicatie van het BIOS overgenomen.

Kortom, het BIOS is nodig om de computer op te starten.

(36)

36 Deel een De computer

Het opstarten van de computer met een BIOS werkt in vier stappen:

Systeemstart Schijfeenheid

inladen

Besturingssysteem inladen Systeem-

configuratie

Stap 1: Systeemstart

− Nadat je de computer hebt aangezet voorziet de voeding de interne componen- ten (harde schijven, DVD drives,…) van stroom.

− De chipset genereert een reset-signaal totdat de voeding het Power-Good- signaal geeft.

− Omdat niet elk intern component op dezelfde spanning werkt, duurt het even voordat de voeding de spanning heeft omgezet voor elk component.

− Op moment dat de spanningen goed staan geeft de voeding het Power-Good- signaal.

− De processor is voorgeprogrammeerd om het BIOS-startprogramma op te halen.

− De componenten zijn voorzien van de juiste stroom en het BIOS wordt ingela- den. Het BIOS voert zijn basistaak uit, namelijk de POST of de Power On Self Test. De Power On Self Test controleert of alle basiscomponenten aanwezig zijn, zoals grafi sche kaart en werkgeheugen.

Als bij de POST iets fout gaat, wordt dit gemeld door de beep codes (zie ook hoofdstuk 22). Eén korte beep wil bijna altijd zeggen dat alles in orde is.

Het kan zijn dat de grafi sche kaart een ingebouwd video-IOS heeft. Het systeem- BIOS gaat dan ook op zoek of er nog andere BIOS-systemen zijn en als deze ge- vonden worden voert hij ze uit.

Stap 2: Systeemconfi guratie

Het BIOS gaat de hardware confi gureren. Dit is een inventarisatie van de aanwe- zige apparatuur en het toewijzen van een systeembron aan de apparatuur.

− Om te beginnen worden er aan de plug-and-play-apparaten systeembronnen toegewezen.

Systeembronnen zijn de schakels tussen de apparatuur en de processor. Voor het werkgeheugen is dit het DMA en voor de PCI-sloten is dit bijvoorbeeld de I/O.

− Het BIOS maakt een systeeminventarisatie. Alle seriële en parallelle poorten worden gescand naar (niet) plug-and-play-apparatuur, zoals harde schijven en drives.

− Het BIOS gaat de plug-and-play-apparaten confi gureren. Dit is de reden dat een toetsenbord met USB-aansluiting kan worden gebruikt nog voordat het bestu- ringssysteem is ingeladen. Dit gaat met een PnP-hardwareID.

Stap 1 en 2 hebben samen tussen de 10 en 15 seconde geduurd. Het het systeem is opgestart, er is gecheckt of en welke apparatuur aanwezig is. Dit overzicht wordt vergeleken met de informatie uit de CMOS en deze wordt eventueel bijgewerkt.

(37)

2 Het moederbord 37

Stap 3: Schijfeenheid inladen

Als duidelijk is dat alles naar behoren werkt, wordt er écht opgestart. Dat gebeurt van een bootable device zoals een harde schijf, CD-ROM, USB drive enzovoort.

− In het CMOS zit onze ‘boot sequence’ opgeslagen: de volgorde waarop het BIOS ieder device moet booten. Deze kan door de gebruiker worden ingesteld. Meest- al staan er meerdere divises in een bepaalde volgorde, bijvoorbeeld HDD, CD, USB drive.

− Het BIOS zoekt naar een Master Boot Record (MBR) op de bootsector van het opstartapparaat. Wordt deze gevonden, dan wordt de rest van de gegevens uit de bootsector gehaald.

Stap 4: Besturingssysteem inladen

Vanaf dit moment wordt het besturingssysteem ingeladen. Het opstartproces ver- schilt per besturingssysteem.

UEFI (en EFI)

Unifi ed Extensible Firmware Interface (UEFI) en Extensible Firmware Interface (EFI) zijn boot-level-programma’s die een deel van het BIOS vervangen. Op veel nieuwe systemen (computer of tablet) is UEFI aanwezig. UEFI is net als het BIOS fi rmware voor systemen. Waar de BIOS-fi rmware is ontwikkeld voor de PC is UEFI meer generiek en voor verschillende soorten systemen toepasbaar. Zoals al eerder gesteld: een BIOS van het type UEFI bestaat niet! Het zijn twee op zichzelf staande soorten fi rmware.

EFI van intell werd ontwikkeld halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw.

Het was bedoeld om op termijn het BIOS van IBM te vervangen, dat sinds 1981 geen grote veranderingen meer had ondergaan.

In 2006 kozen Apple en Microsoft ervoor EFI te ondersteunen in respectievelijk alle Macs en Windows Vista. Apple deed dit ook daadwerkelijk, maar Microsoft aarzelde. Uiteindelijk gebeurde het alsnog in 2008 bij de introductie van service- pack 1 voor Windows Vista.

(38)

38 Deel een De computer

In de fi rmware EFI is voor hardware-onderdelen, voor elk besturingssysteem, een standaard EFI-driver geschreven. Hierin zit dan ook een belangrijk voordeel van EFI (en het latere UEFI). Omdat de aansturing van de hardware-onderdelen in de fi rmware zit, kan een systeem aanzienlijk sneller opstarten.

Het Unifi ed EFI Forum is een samenwerking van grote bedrijven in de PC-indus- trie. Een paar van de bedrijven die in het forum samenwerken zijn Intel, Hewlett Packard, AMD, Apple, DELL, IBM en Microsoft. Het Unifi ed EFI Forum maakt afspraken over de interface tussen de PC en het besturingssysteem. Dit maakt dat er een standaard is voor het opstarten van een besturingssysteem. In datatabellen staat de platform-specifi eke informatie. Voor elk stuk hardware, voor elk bestu- ringssysteem, wordt een standaard EFI-driver geschreven en die is aan de tabel toegevoegd.

De belangrijkste voordelen van de UEFI zijn:

– veiliger systeem – snellere opstart – verbeterde prestaties – sneller inspelen op innovatie

De UEFI kan maar hoeft het BIOS niet te vervangen. In een uitzonderlijk geval kan de UEFI fi rmware verbonden zijn met de traditionele BIOS fi rmware en fungeren als een interface tussen het BIOS en het besturingssysteem. Ook zit er in UEFI een optie om deze te laten functioneren als BIOS. Dat zou nodig kunnen zijn als je een (oud) besturingssysteem gebruikt dat UEFI niet ondersteunt. In de meeste gevallen vervangt UEFI het BIOS. Een bootloader is dan niet nodig omdat de UEFI de plaats inneemt van de traditionele bootloader. De taken die onder een BIOS door het besturingssysteem gedaan moeten worden nu door het UEFI uitgevoerd, zoals het vragen om op te starten in de veilige modus en het direct aansturen van drivers.

Dit maakt dat de opstartprocedure aanmerkelijk sneller verloopt.

UEFI-bootproces

Als een systeem is uitgerust met UEFI-opstart gebeurt het volgende:

Stap 1: Systeemstart

− Na het aanzetten van de computer voorziet de voeding de interne componenten (zoals harde schijven, DVD drives) van stroom.

− De chipset genereert een reset-signaal totdat de voeding het Power-Good-sig- naal geeft.

− Omdat niet elk intern component op dezelfde spanning werkt, duurt het even voordat de voeding de spanning heeft omgezet voor elk component.

− Op het moment dat de spanningen goed staan geeft de voeding het Power- Good-signaal.

− De processor is voorgeprogrammeerd om het UEFI-startprogramma op te halen.

(39)

2 Het moederbord 39

− De componenten zijn voorzien van de juiste stroom en de UFEI fi rmware is in- geladen. De UFEI voert zijn basistaak uit: de Power On Self Test. De POST con- troleert of alle basiscomponenten aanwezig zijn, zoals de grafi sche kaart en het werkgeheugen.

Stap 2: Bootloader wordt geladen

− De interface voor de systeemopslag wordt afgezocht naar een partitie met toe- passingen voor de EFI-architectuur. Hier staan bootladers voor besturingssyste- men en hulpprogramma's.

− Het UEFI-systeem bevat een EFI boot manager. Deze kan het systeem opstarten met een standaardconfi guratie. Een andere optie is dat er aan de gebruiker ge- vraagd wordt het op te starten besturingssysteem te kiezen.

− De geselecteerde bootloader wordt in het geheugen gelezen en neemt het op- startproces verder over.

− Indien er sprake is van de aanwezigheid van meerdere besturingssystemen kan de gebruiker kiezen welke er geladen moet worden.

Stap 3: Inladen besturingssysteem

− Het besturingssysteem wordt geladen en de bootlader plaatst één of meer ini- tramfs images in het geheugen. De initramfs worden gebruikt door het bestu- ringssysteem om drivers en modules te laden die nodig zijn om het systeem op te starten.

− Als secure boot is ingeschakeld, controleert het bootproces de authenticiteit van de EFI en bevestigt of blokkeert.

Secure boot

UEFI heeft een optie tot secure boot (veilige opstart). Secure boot wordt vaak ver- ward met UEFI, maar is zeker niet hetzelfde. Secure boot is een slechts een optie in UEFI die vanaf versie 2.2 beschikbaar is. Secure-boot-confi guratie helpt het sys- teem te beschermen tegen aanvallen en besmetting met malware nog voordat het besturingssysteem wordt geladen. UEFI gebruikt een lijst (datatabel) met vertrouw- de hardware, fi rmware en OS loader om deze te identifi ceren. Hardware, fi rmware en OS loader die niet op de lijst voorkomen worden geweerd. Daarnaast wordt er een lijst van bekende malware bijgehouden om deze te weren. Als secure boot is ingeschakeld worden potentiële bedreigingen geweerd voordat ze het systeem kun- nen infecteren.

(40)

40 Deel een De computer

BIOS versus UEFI opstarten

UEFI Systeeminformatie

Als je wilt zien of je gebruik maakt van UEFI en/of secure boot dan kan dat met de optie systeeminformatie. Deze kun je starten door in het startmenu msinfo te typen, zie afbeelding.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The surface dendrites are morphologically similar to the dendrites found on 2D substrates or on pure collagen gels; they exhibit an adhesive epitope density dependent biphasic

Schematic representations of the processing steps for the production of core −shell polymer-inorganic nanofibers: (a) electrospinning, (b) atomic layer deposition (ALD); (c)

In this study, we designed and synthesized oppositely charged short amyloid-inspired peptide sequences: Ac-EFFAAE-Am (AIP-1) and Ac-KFFAAK-Am (AIP-2; Figure 1a,b) that self-

The core/crown NPLs exhibit enhanced gain performance as compared to the core-only NPLs due to increased absorption cross section and the efficient interexciton funneling, which is

In this work, we wanted to incorporate a self-immolative linker to trigger two chemiluminescence processes at the same time, in response to single fluoride mediated deprotection

The slow release of EG at each temperature from PVA/EG/ γ-CD-IC nano fibers clearly showed that the enhanced durability and higher thermal stability was achieved for EG due to

At the second relay, adding the sign changed version of the first seconds of the received signal to the last seconds of the received signal generates the affix block, however, we

Here, we demonstrate a new feature in these systems: the robustness of the ground state to weak external magnetic field and the appearance of the artificial spinor gauge fields beyond