Ruit van Eindhoven: van 30 mogelijke varianten naar 1 basispakket
Regio heeft huiswerk klaar voor rijksbijdrage van 260 miljoen euro
Helmond, 27 juni 2013 - Vandaag heeft de Stuurgroep Brainport Oost een keuze gemaakt voor het voorlopig voorkeursalternatief voor de ‘Ruit van Eindhoven’. De bestuurders uit de regio geven de voorkeur aan uitbreiding van de N279 tussen Veghel en Asten op het bestaande tracé, een korte omleiding bij Veghel en de aanleg van een nieuwe verbinding met 2x2 rijstroken tussen Eindhoven en Helmond direct ten zuiden van het Wilhelminakanaal. Met het oog op het beschikbare budget spreekt de Stuurgroep zich uit voor bruggen over het Dommeldal en de Zuid-Willemsvaart in plaats van tunnels en voor een maximale snelheid van 80 km/uur op de gehele Ruit.
Dit basispakket van alternatieven vormt het uitgangspunt om te komen tot een sluitende businesscase zodat de toegezegde bijdrage van het Rijk van 260 miljoen euro veilig gesteld kan worden. Hiermee komt na vele jaren van overleg een duurzame mobiliteitsoplossing dichterbij voor de ruim 700.000 inwoners en zo’n 30.000 bedrijven in de regio Brainport-Oost.
In het afgelopen jaar zijn allerlei mogelijke varianten en alternatieven onderzocht voor het tracé voor de ‘Ruit om Eindhoven’. De Stuurgroep met daarin bestuurders van betrokken gemeenten, waterschappen, SRE, het Rijk en de provincie geven de voorkeur aan de aanleg van de Ruit waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de bestaande
weginfrastructuur en met een maximale snelheid van 80 km/uur. Bij Veghel krijgt de huidige N279 een korte omleiding om de bedrijventerreinen tussen de N279 en de A50. Bij het Dommeldal en Aarle-Rixtel kiest het merendeel van de Stuurgroep in principe voor een brug op poten in plaats van een tunnel. In Helmond gaat de voorkeur uit naar de uitbreiding van de bestaande N270 bij Dierdonk. Voor de nieuwe oostwestverbinding geven de bestuurders de voorkeur aan een nieuwe weg aan de zuidzijde van het Wilhelminakanaal tussen
Eindhoven en Helmond met een directe aansluiting op de Kennedylaan bij Eindhoven.
Sluitende businesscase
De voorkeuren voor het tracé die de Stuurgroep vandaag heeft uitgesproken passen in het beschikbare budget voor de Noordoostcorridor. Dat houdt in dat met deze voorlopige keuze een belangrijke stap is genomen om een sluitende businesscase aan de minister van Infrastructuur & Milieu voor te leggen. Een voorkeuralternatief dat past binnen de financiële kaders is een harde voorwaarde van het Rijk voor de toegezegde bijdrage van 260 miljoen euro voor de realisatie van de Ruit om Eindhoven en de versterking van de Brainport-regio.
Extra onderzoek
Hoewel binnen de Stuurgroep ruim draagvlak voor dit voorlopige voorkeursalternatief bestaat, hebben enkele gemeenten ook opmerkingen over de gemaakte keuzes. Daarom worden bij de verdere uitwerking van de Noordoostcorridor in de zogenaamde project-mer nog enkele extra alternatieven onderzocht. Zo worden op verzoek van de gemeente
Laarbeek onder andere de effecten van een korte tunnel onder de Zuid-Willemsvaart nader onderzocht. De gemeente Helmond wil naast de uitbreiding van de bestaande N270 ook een lange omleiding om de wijk Dierdonk als mogelijk alternatief meenemen in het
vervolgonderzoek. Deze extra onderzoeksopgaven passen nu niet binnen het financiële kader, maar zijn na optimalisatie mogelijk wel betaalbaar en realiseerbaar. In het
vervolgonderzoek voor de project-mer wordt ook in kaart gebracht wat de effecten zijn als op de Noordoostcorridor 100 kilometer in plaats van 80 kilometer per uur gereden mag worden.
Gekeken wordt of de verwachting van omwonenden klopt dat de Ruit om Eindhoven dan een alternatieve route wordt voor (inter)nationaal verkeer tussen de A67 en A2.
Achterban
Om te komen tot dit voorlopige voorkeursalternatief zijn onderzoeken uitgevoerd naar onder andere de verwachte verkeersgroei, de bereikbaarheid van de regio en de impact van de
weg op de omgeving en de natuur. Daarnaast wordt de Stuurgroep bij het maken van haar keuze bijgestaan door een adviesgroep en hebben vertegenwoordigers van diverse
bewoners- en belangengroepen op de onderzoeken en plannen kunnen reageren. De bestuurders van de betrokken gemeenten en overheden kunnen nu hun eigen colleges van B&W, gemeenteraad of achterban inlichten over het voorlopige voorkeursalternatief.
Vervolgens neemt de Stuurgroep in september een definitief besluit over het voorkeurstracé.
Deze voorkeur van de regio wordt als stevig advies voorgelegd aan Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant waarna de provincie de businesscase in september namens de oostelijke regio Brainport in kan dienen bij het Rijk.
Rijk van Dommel en Aa
Naast keuze voor de realisatie van infrastructuur die bijdraagt aan de bereikbaarheid van de regio, wordt ook ruim 70 miljoen euro geïnvesteerd voor het versterken van de Brainportregio op het gebied van natuur, recreatie en prettig wonen. De Stuurgroep heeft daarvoor vandaag een programma met 16 uitvoeringsprojecten vastgesteld die ervoor zorgen dat in het groene gebied tussen Eindhoven en Helmond een landschapspark ontstaat waar inwoners van Brainport prettig kunnen wonen en waar ze kunnen recreëren en ontspannen. Een deel van die projecten wordt de komende twee jaar al direct gerealiseerd.
Start bouw in 2017
Nu de Stuurgroep een voorlopige keuze heeft gemaakt voor een voorkeursalternatief, kan men na de businesscase werk maken van een zogenaamde project-MER. Hierin wordt verder ingezoomd op de milieueffecten van het gekozen tracé en wordt gestart met een Provinciaal Inpassingsplan (provinciaal bestemmingsplan). Volgens planning kan de
provincie dan in 2017 starten met de bouw en zou de Ruit om Eindhoven in 2020 klaar zijn.
Noodzaak
De ’Ruit om Eindhoven’ is een verzamelnaam voor verschillende trajecten: zowel een nieuwe oostwestverbinding langs het Wilhelminakanaal als twee delen van de N279 (Veghel-
Laarbeek en Laarbeek-Ommel). Uit de verrichte onderzoeken blijkt dat ondanks een minder harde groei van het verkeer in de komende decennia de aanleg van de Noordoostcorridor noodzakelijk is om de bereikbaarheid van de woon- en werklocaties in Helmond, Deurne, Laarbeek, Son en Breugel, Eindhoven en Veghel te verbeteren. Bovendien wordt het
doorgaande regionale verkeer uit de lokale stadskernen gehaald en wordt sluipverkeer in de dorpen als Nuenen en Beek en Donk minder omdat dat via de Noordoostcorridor rijdt.
---Einde bericht---
Bij dit persbericht horen 2 bijlagen: een schematische kaart met het voorlopige
voorkeursalternatief en een schema met het basispakket van varianten en de aanvullende varianten die nader onderzocht worden.
Noot voor de redactie:
Informatie en persberichten vindt u op de website van de provincie Noord-Brabant, www.brabant.nl/pers. Voor meer informatie over dit persbericht: bureau Communicatie, Catelijne Thomassen, tel 06 – 27 74 50 58.
