• No results found

Schoolbreed inzetten op leesplezier

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Schoolbreed inzetten op leesplezier"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kneppers, O. (2016). “Samenwerken”. Online raadpleegbaar op: https://www.kenni- snet.nl/digitale-vaardigheden/21e-eeuwse-vaardigheden/.

Koopman, E.M.E. & F. Hakemulder (2015). “Effects of literature on empathy and self-reflection: A theoretical-empirical framework”. In: Journal of Literary Theory, 9 (1), p. 79-111.

Van Lenteren, Pj. (2016). “Een boek is een geneesmiddel van niks”. In: Lezen, 11 (1), p. 28-29.

Van Peer,W. (1995). “Literature, Imagination, and Human Rights”. In: Philosophy and Literature, 19, p. 276-291.

Ronde 3

Sarah Van Tilburg Iedereen Leest

Contact: sarah.vantilburg@iedereenleest.be

Schoolbreed inzetten op leesplezier

1. Inleiding

Goed leesonderwijs omvat, naast instructie en oefening van vaardigheden en strate- gieën, een sterke focus op leesplezier en -motivatie. Want kinderen die plezier beleven aan het lezen van boeken, lezen vaker, waardoor ze leesvaardiger worden en meer suc- ces ervaren bij het lezen. Dat motiveert hen dan weer om te blijven lezen (Mol & Bus 2011).

Veel leerkrachten geven dagelijks leesplezier door aan hun leerlingen in de klas. Maar ook op schoolniveau is inzetten op leesplezier noodzakelijk. Dat kan door het uitwer- ken van een leesbeleid.

2. Lezen en taal

Een leesbeleid focust op alle aspecten van lezen en sluit aan bij het taalbeleid van de school. Lezen heeft immers een sterk effect op de taalontwikkeling van leerlingen. Net zoals taal in elke les aan bod komt, is lezen ook niet te beperken tot een specifiek les- onderdeel of behoort lezen ook niet enkel tot het vak Nederlands of andere taalvak-

6. Leesbevordering

167

6

Conferentie 32_Opmaak 1 29/10/18 10:34 Pagina 167

(2)

ken. Een leesbeleid is schoolspecifiek en vraagt, net zoals een taalbeleid, om een gedif- ferentieerde aanpak. Een ruim en divers boekenaanbod dat oog heeft voor en inspeelt op verschillende interesses, culturen, achtergronden en leesniveaus van leerlingen is hierbij onontbeerlijk.

Een lees- en taalbeleid heeft ook aandacht voor andere competenties: ‘praten’, ‘schrij- ven’ en ‘luisteren’. Een meta-analyse (Graham e.a. 2017) wijst bijvoorbeeld op de posi- tieve effecten van leesinterventies op de schrijfkwaliteit van leerlingen.

3. Belang van leesplezier en leesmotivatie

Het belang van leesplezier binnen een taal- en leesbeleid mag niet onderschat worden.

Leesplezier is geen synoniem voor speels, leuk, vermakelijk of vrijblijvend. Het gaat in essentie om het bevorderen van de leesmotivatie en -attitude (Dhaene 2018).

Autonome leesmotivatie leidt tot ander leesgedrag, wat de leesvaardigheid versterkt.

De positieve invloeden van lezen zijn legio: het zorgt voor ontspanning, het verruimt de blik op de wereld, het vergroot de participatie aan de kennismaatschappij, het helpt ontsnappen aan de realiteit, enz. Het bevorderen van autonome leesmotivatie berust op 3 pijlers (Van Keer 2018):

1. autonomie – bijvoorbeeld: kinderen moeten zelf genres en boeken kunnen kiezen;

2. verbondenheid – bijvoorbeeld: door kinderen elkaar boeken te laten aanraden, door als leerkracht model te staan, door te praten over boeken en ervaringen;

3. competentie – een kind dat zich geen competente lezer voelt, zal niet tot die auto- nome leesmotivatie komen. Leerkrachten hebben daarin een belangrijke onder- steunende rol. Differentieer, maar leg de lat voor iedereen hoog en geef leerlingen constructieve feedback.

Een inspirerend leesbeleid op school draagt bij tot een positieve beeldvorming rond lezen en verhoogt de leesmotivatie en het leesplezier bij leerlingen én leerkrachten. Een stimulerende leescultuur op school beïnvloedt bovendien het lezen in de vrije tijd.

Omgekeerd beïnvloedt meer vrijetijdslezen ook de taalontwikkeling en leesmotivatie op school. Leesplezier als een basispijler van een effectief lees- en taalbeleid op school is een win-win voor iedereen, zowel binnen als buiten de schoolmuren (Dhaene 2018).

4. In zeven stappen naar een lees(plezier)beleid

Een lees(plezier)beleid uitwerken, vraagt een grondige aanpak en tijdsinvestering. Wil de school een duurzame impact hebben op de leesontwikkeling van haar leerlingen, dan is een doordacht plan een absolute voorwaarde. Onderstaande stappen zetten scholen op weg.

32steHSN-Conferentie

168

Conferentie 32_Opmaak 1 29/10/18 10:34 Pagina 168

(3)

1. Verzamel betrokken partijen – Uiteraard kan niet iedereen een even actieve rol spe- len. Stel een kernteam samen met geëngageerde personen die werk willen maken van een leesbeleid: leerkrachten, zorgcoördinatoren, directieleden, enz. Het kern- team is verantwoordelijk voor de opmaak van het leesbeleid en zorgt dat tijdens dit proces ook andere doelgroepen worden betrokken zoals leerlingen, ouders of exter- ne partners als de lokale bibliotheek. Ook tijdens de uitrol en opvolging van het leesbeleid is het belangrijk om goed te blijven communiceren met alle betrokken partijen.

2. Verzamel inspiratie en informatie – Voorbeelden uit andere scholen of een gesprek met de lokale bibliotheek kunnen inspiratie bieden. Praktijkvoorbeelden, weten- schappelijke onderzoeksresultaten en informatie over opleidingen en inspiratieda- gen zijn ook te halen bij Iedereen Leest in Vlaanderen of bij Stichting Lezen in Nederland.

3. Breng de beginsituatie in kaart – Welke acties rond lezen en leesplezier voert de school of voeren de leerkrachten al uit? Neemt de school al deel aan campagnes zoals de Jeugdboekenmaand of de Voorleesweek? Staat vrij lezen ingeroosterd in het dagelijkse programma? Is er aandacht voor lezen binnen verschillende vakken?

Welke visie dragen directie en leerkrachten uit over lezen? Heeft de school een schoolbibliotheek en is er een samenwerking met de openbare bibliotheek?

Iedereen Leest stelde een checklist op die helpt om het huidige lees(plezier)beleid op school in kaart te brengen. Zie: www.iedereenleest.be.

4. Evalueer sterktes en zwaktes, stel prioriteiten – Met de verzamelde informatie over de beginsituatie kan een school zien wat de huidige sterktes en zwaktes zijn. Als ouders bijvoorbeeld de leesactiviteiten op school niet kennen, kan het leesbeleid inzetten op communicatie naar ouders. Dit helpt bovendien om bepaalde aandachtspunten een hogere prioriteit te geven. Communicatie naar ouders is belangrijk, maar mis- schien primeert de uitbouw van een gevarieerd boekenaanbod, omdat er de afgelo- pen jaren amper titels werden aangekocht? Rangschik bevindingen volgens hun prioriteit, want je kunt niet alles tegelijk aanpakken.

5. Bepaal doelstellingen op korte en lange termijn – Doelstellingen moeten ambitieus en uitdagend zijn, maar ook haalbaar en concreet voor zowel de school, de leerkrach- ten als de leerlingen. De prioriteiten helpen om te focussen, zowel op korte als op lange termijn. Overkoepelende doelen dienen vaak meerdere doelstellingen. Door bijvoorbeeld in te zetten op lezen zichtbaar maken, kan een school tegelijk werk maken van de communicatie met ouders over lezen, van het enthousiasmeren en inspireren van het leerkrachtenteam, van een positief imago rond lezen creëren bij leerlingen, leerkrachten en ouders, enz.

6. Leesbevordering

169

6

Conferentie 32_Opmaak 1 29/10/18 10:34 Pagina 169

(4)

6. Omschrijf de nodige acties om doelstellingen te behalen – Voor sommige doelstellin- gen zullen meerdere acties nodig zijn, op leerling-, klas- en schoolniveau. Sommige acties vragen om een budgettaire investering. Voorbeelden van mogelijke acties om de doelstelling ‘lezen zichtbaar maken op school’ te bereiken: samen met de leer- lingen leesplekken installeren op klas- en schoolniveau, boeken frontaal presente- ren in de klas- en schoolbibliotheek, foto’s ophangen van lezende leerkrachten en leerlingen, met de oudervereniging meewerken aan de Grote Voorleesdag op school tijdens de Voorleesweek, met de hele school deelnemen aan de Poëzieweek en de Jeugdboekenmaand, enz.

7. Bepaal hoe doelstellingen worden opgevolgd en geëvalueerd – Acties uitvoeren is niet voldoende om doelstellingen te bereiken, ze vragen ook om nauwe opvolging en een goede evaluatie. Misschien loopt een samenwerking wat minder vlot of wor- den de nieuw aangekochte titels voor de schoolbibliotheek toch niet zo gesmaakt door leerlingen. In dat geval is bijsturing van die acties nodig om de doelstellingen alsnog te halen. Er zijn verschillende manieren, zowel formeel als informeel, om acties op te volgen. Regelmatig overleg met het kernteam helpt om de voortgang van het leesbeleid op te volgen.

5. Besluit

Er bestaat geen eenvormig format voor een leesbeleid. Een goed leesbeleid speelt in op de noden en mogelijkheden van de school, op leerlingen en personeel en is dus con- text-gebonden. Met een leesbeleid is leesbevordering niet meer afhankelijk van dat ene project of die ene leerkracht, maar krijgt het een structurele plek binnen de schoolvi- sie en de leerlijnen. Bovendien geeft de school zo vorm aan haar engagement als lees- ambassadeur!

Referenties

Dhaene, S. (2018). “Meer leesplezier: meer en betere lezers!”. In: Fons, 3 (6), p. 7-9.

Graham, S. e.a. (2017). “Reading for writing. A Meta-Analysis of the Impact of Reading Interventions on Writing”. In: Review of Educational Research, 88 (2), z.p.

Iedereen Leest (2018). Online raadpleegbaar op: www.iedereenleest.be.

Mol, S. & A. Bus (2011). “Lezen loont een leven lang”. In: Levende Talen Tijdschrift, 12 (3), p. 11-12.

Van Keer, H. (2018). ‘Samen beter en liever lezen’. Presentatie op de studiedag Lees je meer (Universiteit Gent, 4 mei 2018).

32steHSN-Conferentie

170

Conferentie 32_Opmaak 1 29/10/18 10:34 Pagina 170

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Te ontwikkelen functionaliteiten voor zoeken in en tonen van de transcripties passen in de digitale infrastructuur van Nationaal Archief en Regionaal Historische Centra. •

Kosten zorg laagbegaafd persoon 28.000 €/persoon/jaar Kosten verzorgingstehuis lichte zorg 32.000 €/persoon/jaar Kosten beschermd wonen 55.000 €/persoon/jaar

Effecten die niet direct door jouw activiteiten komen maar waaraan je wel indirect bijdraagt.

Het is muisstil, leerlingen hangen onderuit in de schoolbanken, de docent heeft alleen aandacht voor zijn boek en is zijn leerlingen haast vergeten… Het is de aanblik van een klas

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te komen tot een verplichte centrale eindtoets in het basisonderwijs en in het speciaal onderwijs en de voortgang van

Meestal zal het zinvol zijn om te differentiëren naar gemeentegrootte, maar ook andere differentiaties kunnen nuttig zijn, bijvoorbeeld onderscheid naar landsdelen, onderscheid

We weten niet wanneer we weer schriftelijk kunnen toetsen, daarom bereiden we de mogelijkheid voor het becijferen uit met online toetsing en het omzetten van schriftelijke

De lessen die we hebben geleerd van Ede en Utrecht zijn ook relevant voor andere gemeenten die bezig zijn de lokale aanpak van mensenhandel vorm te ge- ven en vragen hebben over