• No results found

Inleiding van de vragensteller Vanuit de Gelderse samenleving ontvangen wij steeds vaker zorgen over grootschalige bomenkap langs provinciale wegen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inleiding van de vragensteller Vanuit de Gelderse samenleving ontvangen wij steeds vaker zorgen over grootschalige bomenkap langs provinciale wegen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inlichtingen bij dhr. J. Fijan, telefoonnummer (026) 359 96 23 e-mailadres: post@gelderland.nl

Antwoord op Statenvragen PS2017-776 Arnhem, 9 januari 2018 zaaknr. 2017-017083

De leden van Provinciale Staten

Beantwoording schriftelijke Statenvragen statenlid de heer W. Witteveen (GroenLinks) en mevrouw A.L. Hedin-Penninx (PvdA) over bomenkap langs provinciale wegen

Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van de statenleden, W. Witteveen en mevrouw A.L. Hedin-Penninx toekomen.

Inleiding van de vragensteller

Vanuit de Gelderse samenleving ontvangen wij steeds vaker zorgen over grootschalige bomenkap langs provinciale wegen. Elke 8 a 9 jaar vindt volgens de systematiek van de trajectaanpak groot onderhoud plaats aan al onze provinciale wegen. Hierbij is niet alleen oog voor onderhoud van de bestaande situatie, maar ook voor mogelijke verbeteringen om de weg verkeersveiliger te maken.

Dit brengt dilemma's met zich mee. Het gaat daarbij met name over het maken van de afweging tussen verkeersveiligheid aan de ene kant en landschappelijk inpassing en behoud van groen aan de andere kant. Uiteraard is de verkeersveiligheid van groot belang. GroenLinks en de PvdA willen echter weten op welke wijze de provincie daarnaast zorg blijft dragen voor biodiversiteit en het landschap.

Hoe wordt eventuele kap van bomen gecompenseerd?

Vraag 1:

Is GS het met ons eens dat de bomen langs de provinciale wegen een belangrijke drager zijn van het landschap en dat deze bomen essentieel zijn voor zowel de gezondheid, de biodiversiteit als voor de aantrekkelijkheid van onze Gelderse Streken?

Antwoord:

Ja. Wij onderschrijven het belang van de bomen, ook langs de provinciale wegen. Wij zijn hier onder andere op ingegaan in de beantwoording van eerdere Statenvragen (PS2016-683) over bomenkap, waarbij wij ook specifiek zijn ingegaan op de belangrijke functies van bomen in ons eco-systeem, zoals opname van CO2, levering van zuurstof en verwerking van regenwater.

Vraag 2:

Hoe maakt de provincie de afweging voor wat betreft het wel/niet kappen van bomen langs provinciale wegen in het kader van de verkeersveiligheid? Hoe wordt de CROW-richtlijn die stelt dat zich bij voorkeur geen bomen binnen de obstakelvrije zone van 4,5 meter bevinden afgewogen tegen waarden zoals landschapsbehoud en behoud van monumentale bomen? En in hoeverre worden andere veiligheidsbevorderende maatregelen, zoals een verlaging van de maximumsnelheid, meegenomen in deze afweging?

Antwoord:

Via de Trajectprogrammering worden verschillende werkzaamheden zoals aanleg van fauna- voorzieningen, maatregelen voor verkeersveiligheid en groot onderhoud integraal verkend,

geprogrammeerd en gerealiseerd op de verschillende trajecten. Hierin worden de afwegingen voor het wel/niet kappen van bomen op projectniveau gemaakt. In 2016 heeft u bij de Nota Infrastructurele Kapitaalgoederen (PS2016-600) dit structurerende principe van trajectaanpak vastgesteld.

(2)

2

Daar waar de inrichting van de weg niet voldoet aan de richtlijnen van het CROW maken wij iedere keer een afweging tussen doorstroming en verkeersveiligheid versus vitaliteit, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en niet te vergeten draagvlak voor een ingreep. Onze afweging leidt ertoe dat in de praktijk een aanzienlijk deel van de bomen in de obstakelvrije zone (CROW-richtlijn) blijft staan. We realiseren ons dat de ideale inrichting vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid daarmee niet altijd kan worden gerealiseerd. Voor de functie van de weg is het Functioneel kader wegennet Gelderland; wegennetvisie (PS2017-344) leidend.

Tijdens de verkenningen wordt, waar relevant, per traject een landschapsplan inpassing provinciale wegen opgesteld met analyses, aandachtspunten en adviezen. Een zogenaamd wensenbeeld voor de weg. In de Agenda Landschap (PS2017-797) die op 31 januari bij u voorligt in PS wordt onze

afweging ook benoemd.

Vraag 3:

Voor welke provinciale wegen is al bekend dat er bomen gekapt zullen worden en voor welke provinciale wegen loopt hiervoor momenteel de besluitvorming? Om hoeveel (potentieel) te kappen bomen gaat het en op welke wijze wordt deze kap gecompenseerd?

Antwoord:

Op dit moment zijn of gaan we langs de N224, N225, N304, N311, N346, N348 (inpassingsplan Quatre Bras) en N822 bomen rooien. Dat zijn we voornemens om de inrichting van de weg te verbeteren, vanwege een reconstructie of vanwege laanvervanging. Wij schatten nu in dat het om circa 425 bomen gaat. Het zijn werkzaamheden die gepland staan in dit kapseizoen (tot medio maart 2018). Mogelijk kan dit nog afwijken door omstandigheden tijdens de uitvoering of kunnen

werkzaamheden later uitgevoerd worden. Tijdens de trajectaanpak worden, zo mogelijk, ook vanuit onderhoud kapwerkzaamheden gecombineerd. Voor een aantal wegen zijn we met de voorbereiding van laanvervanging bezig. Dit betreft o.a. N315, N319 en N345. Dit zal niet meer in dit seizoen worden uitgevoerd.

In de Meerjarige Investeringsagenda mobiliteit (MIAM) wordt jaarlijks aangegeven welke trajecten worden aangepakt. In de MIAM-voorjaarsnota 2017 en de MIAM-begroting 2018 is de lijst opgenomen van trajecten die in 2018 en 2019 worden aangepakt. De voorbereiding van de projecten loopt

momenteel. Gegevens over verwachte aantallen te rooien en te herplanten bomen zijn daarom niet voorhanden.

Daarnaast wordt jaarlijks vanuit vitaliteit gekeken naar onderhoud (snoeien, rooien en dunnen).

Hierover hebben we u vorig jaar geïnformeerd in de Statenbrief Informatie over het snoeiseizoen langs de provinciale wegen (PS2016-663). Hierin is ook ingegaan op de compensatie en herplant. We planten overigens meer nieuwe bomen dan dat we rooien. Zie hiervoor ook de beantwoording op de statenvragen die gesteld over het dunnen op de N304 (PS2016-683).

Vraag 4:

Welke richtlijnen gelden er voor de compensatie van gekapte bomen langs provinciale wegen? Wat zijn de richtlijnen voor het aantal te herplanten bomen, het type te herplanten bomen en de plek van de herplant (bijvoorbeeld de afstand tot de plek van de kap)?

Antwoord:

De Wet natuurbescherming bepaalt dat er een meld- en herplantplicht geldt voor te kappen bomen. In sommige gemeenten gelden aanvullende voorwaarden vanuit de Algemene Plaatselijke Verordening.

In geval sprake is van een bestemmingswijziging is in de Omgevingsverordening een bos- en natuurcompensatiebeginsel opgenomen. Alle herplantverplichtingen worden verzameld en als een nieuw beplantingsbestek uitgevoerd. Herplant wordt dus uitgevoerd op dezelfde locatie of langs wegtrajecten waar goede groeiomstandigheden zijn voor een nieuwe wegbeplanting.

Komend jaar worden er langs de provinciale wegen veel laanessen en andere houtopstanden bestaande uit essen gekapt. De reden hiervan is de aantasting door de essentaksterfte, waardoor de verkeersveiligheid in het geding kan komen. Bij het planten van nieuwe bomen streven we ernaar om bij te dragen aan de natuurdoelen en ecologische waarde en aan het vergroten van de

aantrekkelijkheid van het landschap. Hierbij planten we meer soorten bomen door elkaar.

(3)

3

Zo voorkomen we risico op herhaling van wat er nu met de Essen gebeurt. Verder verwijzen we u nog naar de statenvragen over bomenkap en herplant uit 2015 (PS2015-216).

Vraag 5:

Op welke manier worden omwonenden en belangenorganisaties bij de besluitvorming betrokken?

Worden organisaties op het gebied van verkeersveiligheid, leefbaarheid, toerisme en natuurbehoud vroegtijdig en actief bij het proces betrokken?

Antwoord:

De provincie betrekt burgers en andere belanghebbenden bij haar plannen voor de reconstructie van wegen. Dit is ook recent vastgesteld door de Rekenkamer in haar onderzoek naar Burgerparticipatie provincie Gelderland (besluitvorming PS over aanbevelingen op 13 december 2017 - PS2017-680).

Uit het onderzoek blijkt dat de provincie in de praktijk aandacht heeft voor de inbreng van burgers en dat zij invloed hebben op plannen. De wijze van het betrekken van burgers is projectspecifiek. Voor alle projecten geldt dat er reguliere inloopavonden en voorlichtingsbijeenkomsten worden

georganiseerd. In de verkenningsfase van trajecten worden oplossingen voor knelpunten besproken.

Hierbij geldt ook afstemming met bv andere overheden en de hulpdiensten.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

omschrijving aanpak vanuit assetmanagement komen opmerkingen over noodzakelijk onderhoud van de assets op het traject; verder verbeteringen ten aanzien van de strategische

Vanuit de Gelderse samenleving ontvangen wij steeds vaker zorgen over grootschalige bomenkap langs provinciale wegen. Elke 8 a 9 jaar vindt volgens de systematiek van de

Bomenkap Amelisweerd Tracébesluit Indien de gemeenteraad en belanghebbenden tegen bomenkap voor aanleg van een Rijksweg zijn, hoe kan het dan dat de aanleg en de velling

Het Permavoid Capillair Irrigatie Systeem Het reduceren van dit effect kan worden verbeterd door het regenwater onder de groeiplaats van de boom op te slaan en te zorgen dat het

Door deze integrale aanpak heeft Peter er mede voor kunnen zorgen dat er een mooi assortiment bomen in de straten van het centrum komen. In het kader van duurzaamheid is zo

Deze houdt in dat voldoende zorg moet worden besteed aan bomen om te voorkomen dat ze anderen schade toebrengen.. In het geval er iemand schade ondervindt door bijvoorbeeld

In opdracht van provincie Zuid-Holland en in samenwerking met de Stichting Samen Tegen Voedselverspilling (STV) is de kwartiermaker voedselverspilling in september 2020 gestart..

Misschien kan het een aanwijzing zijn, dat de rotsen en steenen op vele plaatsen begroeid waren met een groene wiersoort Niet onmogelijk zouden dan de uiterst