• No results found

Na een eerste periode die soms onstuimig was, is het park in rustiger vaarwater terecht gekomen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Na een eerste periode die soms onstuimig was, is het park in rustiger vaarwater terecht gekomen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inlichtingen bij mw. M.J.M. van Haagen, telefoonnummer (026) 359 87 75 e-mailadres: post@gelderland.nl

Antwoord op Statenvragen PS2017-160 Arnhem, 4 april 2017 zaaknr. 2017-004035

De leden van Provinciale Staten Beantwoording schriftelijke Statenvragen statenlid Paul Hofman- Fransen (Groen Links)

‘Samenwerken aan Park Lingezegen’

Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het statenlid Paul Hofman- Fransen toekomen

Inleiding van de vragensteller:

Park Lingezegen is nu acht jaar onderweg, sinds in 2008 de hoofdlijnen voor het masterplan van het park zijn vastgelegd. De GroenLinksfracties van Lingewaard, Overbetuwe, Arnhem, Nijmegen en Gelderland zien met interesse dat het Park uitgroeit tot een gebied waar natuurontwikkeling en recreatie in relatie tot elkaar ontwikkeld worden. Dit leidt tot een park dat nu reeds een duidelijke meerwaarde heeft voor inwoners van de gemeenten en bijdraagt aan het groen in de regio. Na een eerste periode die soms onstuimig was, is het park in rustiger vaarwater terecht gekomen. We zijn op het punt aangeland, zo vinden de GroenLinks fracties, dat we door moeten pakken: de reeds

ingeslagen weg markeren en voortvarend voortzetten.

GroenLinks ziet twee waardevolle nieuwe pijlers ontstaan binnen Park Lingezegen, naast de

ontwikkeling van natuur en recreatieve gebieden binnen het Park. De eerste pijler is het ontstaan van burgerinitiatieven met maatschappelijke doelstellingen die in het Park een plek vinden om hun activiteiten te ondernemen. Hierbij kan gedacht worden initiatieven als boerderij Lingezegen, voedselbossen; parklopen en initiatieven van natuurlijke landbouw.

Ten tweede zien wij dat het park ook een vruchtbare voedingsbodem is voor innovatieve

ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, natuurontwikkeling en milieu. Mits goed uitgevoerd en met voldoende controle op de eventuele risico’s van deze ontwikkelingen zien de GroenLinks fracties dit als een positieve ontwikkeling. Zonder vooraf een oordeel uit te spreken over haalbaarheid en wenselijkheid, kan gedacht worden aan initiatieven rondom energieopwekking, adaptief

watermanagement, fosfaatproductie en waterzuivering.

Door de eigendomspositie in het park krijgen burgerinitiatieven te maken met

bruikleenovereenkomsten voor één jaar. In gesprekken met initiatiefnemers blijkt daarover

bezorgdheid te zijn. GroenLinks vindt het niet wenselijk dat de zekerheid die initiatiefnemers krijgen voor bijvoorbeeld de ontwikkeling van een voedselbos zich beperkt tot de periode van één jaar. Deze afspraak staat in géén verhouding tot de inspanning die door initiatiefnemers wordt verricht om de ontwikkeling mogelijk te maken en te continueren en de bovengemiddelde bijdrage die zij leveren aan het Park.

Veel onzekerheid heeft te maken met de eigendomspositie van gronden in het Park en het gegeven dat de provincie haar investeringskrediet (PS2014-656) wenst terug te verdienen met de verkoop van 442 hectare grond, waarvan de eerste gronden (182 hectare) reeds zijn verkocht aan

Staatsbosbeheer. Het college heeft aangegeven een knelpunt te verwachten bij de verdere verkoop en de Staten bij de midterm review nader te informeren over de omvang van het knelpunt. GroenLinks is bezorgd over de mogelijke toekomstige verkoop van grondposities in de periode 2017-2019 en de invloed die dit kan hebben op de ontwikkeling van het landschapspark.

GroenLinks vindt het van belang dat de komende jaren het park zich in zijn eigen tempo kan

ontwikkelen met ruimte voor nieuwe burgerinitiatieven en innovatieve ontwikkelingen. Daarom is het van belang dat de gronden die behoren tot de basisuitrusting in eigendom blijven van overheden of inhoudelijke betrokken organisaties, die de kwaliteiten van het park verder kunnen versterken. Op deze wijze kan continuïteit en richting worden gegeven aan ontwikkelingen in Park Lingezegen.

(2)

2

Naar aanleiding van het bovenstaande heeft GroenLinks de volgende vragen:

Vraag 1:

Herkent het college de twee nieuwe pijlers in het park, namelijk de burgerinitiatieven en innovatieve projecten? Deelt dit college het oordeel van GroenLinks dat dit een waardevolle aanvulling is op de natuurontwikkeling en recreatie in het park?

Antwoord:

Ja het college herkent dat er veel belangstelling en een toename is van private initiatieven en partijen die kansen zien in het Park. Uitgaande van een doorontwikkeling van het Park naar mogelijk ook een proeftuin voor ontwikkelingen zoals duurzame energie, stadslandbouw en strategisch duurzaam waterbeheer ziet het college dit als waardevolle ontwikkeling.

Vraag 2:

Is het college bereid om zich ervoor in te zetten dat bestaande burgerinitiatieven en innovatieve projecten meer zekerheid krijgen over de voortzetting en nieuwe initiatieven de kans krijgen om te kunnen ontstaan? Hoe wil het college dit realiseren?

Antwoord:

Het college hecht aan het faciliteren van burgerintiatieven en innovatieve projecten.

Echter wat betreft de bestaande initiatieven die plaatsvinden op gronden die deel uitmaken van de zogenaamde basisuitrusting is met de Staten afgesproken dat deze gronden als dekking voor het aan de Parkorganisatie verstrekte investeringskrediet verkocht zullen moeten worden. De bestaande initiatieven zullen zich dan vervolgens moeten verhouden met de nieuwe eigenaar over de voortzetting van het bestaande initiatief.

Ten aanzien van nieuwe intiatieven is het college voornemens om 13 ha grond, buiten de basisuitrusting, in te zetten voor een ‘proeftuin’ voor experimenten op het gebied van duurzame, bodemverbeterende landbouw en waar particuliere initiatiefnemers vanaf 2018 op kunnen ‘intekenen’.

Vraag 3:

Is het college op dit moment in gesprek met partijen over de verkoop van de grondposities? Zo ja; Wat voor type partijen betreft dit? Zo nee; heeft het college signalen over welk type partijen eventueel interesse kunnen hebben in de aankoop van de gronden?

Antwoord:

Ja het college is in gesprek met partijen over de verkoop van de basisuitrusting. Dit betreft overheden.

Vraag 4:

Is het college bereid om de gronden enkel aan te bieden aan partijen die inhoudelijk aansluiten bij de basiskwaliteiten van het park of deze verder kunnen versterken? Is het college bereid om bij eventuele verkoop van de gronden voorwaarden op te nemen die burgerinitiatieven en innovatieve projecten duurzaam ruimte bieden in het park?

Antwoord:

Het college is bij de verkoop van grond gehouden aan het vastgestelde grondprotocol. Dit houdt onder meer in dat gronden openbaar, transparant en marktconform verkocht dienen te worden. Wat betreft verkoop aan overheden kan daarvan worden afgeweken mits de aankoop van de grond in

overeenstemming is met een beleidsdoel.

Bij de verkoop van de ingerichte gronden uit de basisuitrusting zullen voorwaarden worden gesteld die in lijn zijn met de doelen van het Park, waaronder de instandhouding van de gerealiseerde kwaliteiten.

Echter voorwaarden en/of een verplichting voor de koper om vervolgens de gronden duurzaam in gebruik te geven aan derden is niet gewenst.

(3)

3 Vraag 5:

Is het college bereid om bij het informeren van de Staten over het knelpunt van de grondverkoop bij de midterm review, de Staten tevens te informeren over mogelijke gevolgen voor de kwaliteiten natuur, recreatie, burgerinitiatieven en innovatieve projecten.

Antwoord:

Het college is voornemens om de Staten niet, zoals eerder is gesteld, bij de midterm review over de grondverkoop te informeren. Dit aangezien gebleken is dat de eerder door de Staten beschikbaar gestelde en op de meerjarenbegroting geplaatste risicoreservering van € 3,4 mln voor Park

Lingezegen alsnog voldoende is om tegenvallende opbrengsten van de grondverkoop en daarmee de afwikkeling van het investeringskrediet te kunnen dekken.

Het college zal, als daar aanleiding voor is, de Staten later in het jaar informeren over de verkoop van de gronden van Park Lingezegen. Daarbij zal het college de Staten informeren over de mogelijke gevolgen van de verkoop voor de voor het Park relevante kwaliteiten.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarmee strekken die hande- lingen van de aannemer immers nog niet tot nako- ming van zijn tweede verbintenis tot (op)levering van het tot stand gebrachte werk: zij hebben enkel

een verdienstelijk karakter." 1) Ofschoon deze zienswijze over den arbeid niet noodzakelijk ertoe behoeft te leiden, dat deze tot absoluut doel wordt verheven en als het eenige

Mede aanleiding voor het nemen van het aanwijzingsbesluit is geweest dat bij de aanmeldingen voor de Jaarkalender grote evenementen 2014 is gebleken dat er een ongewenste

Zo gaan we gefrituurde producten bij scholen weren, en het maximumstelsel (gebieden waar een maximum aantal plekken wordt aangewezen waar standplaatshouders mogen staan)

Doordat een groot gedeelte van de nog niet onderzochte groen gevoelige locaties mogelijk ook door langdurig gebmik negatief beinvloed is, vinden we het belangrijk om ook deze

energie(besparing), die door bijvoorbeeld de Natuur- en Milieufederatie of het Groninger Forum worden georganiseerd, moeten een handelingsperspectief kennen die langs

Wij hebben de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bericht dat de toegezon- den documenten ons geen aanleiding geven tot het maken van opmerkingen.. Een afschnft

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of