De woonplaats van de faam : grondslagen van de stadsbeschrijving in de zeventiende-
eeuwse republiek
Verbaan, E.
Citation
Verbaan, E. (2011, December 15). De woonplaats van de faam : grondslagen van de stadsbeschrijving in de zeventiende-eeuwse republiek. Uitgeverij Verloren, Hilversum. Retrieved from
https://hdl.handle.net/1887/18256
Version: Not Applicable (or Unknown) License:
Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden
Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/18256 Note: To cite this publication please use the final
published version (if applicable).
Stellingen
behorend bij het proefschrift
De woonplaats van de faam
Grondslagen van de stadsbeschijving in de zeventiende-eeuwse Republiek
Eddy Verbaan
Universiteit Leiden, 15 december 2011
1 Het verdient aanbeveling om een onderscheid te maken tussen stads- beschrijvingen, stadsgeschiedenissen en stadsgidsen.
2 Het genre van de Nederlandse stadsbeschrijving begint in zijn gedrukte vorm bij Der stadt Leyden dienst-bouc (1602) van Jan van Hout.
3 Het geïntendeerde lezerspubliek van een stadsbeschrijving waren de redelijk gegoede bovenlagen van de bevolking in de beschreven stad.
4 Het stadsbestuur speelde geen rol van belang bij het onderzoeken, schrijven en publiceren van stadsbeschrijvingen.
5 Reiskunde en stedenlof liggen ten grondslag aan het beschrijvingsmo- del: reiskunde biedt de informatiecategorieën en de gedetailleerde en consciëntieuze manier waarop die worden gevuld, stedenlof bepaalt de lovende invalshoek.
6 Gelooft niet wat de geschiedschrijvers zeggen, maar evenmin dat zij het zonder grond zeggen.
(J. Romein, Geschiedenis van de Noord-Nederlandsche geschiedschrijving in de Mid- deleeuwen. Bijdragen tot de beschavingsgeschiedenis, Haarlem 1932.)
7 De bestudering van lokale vormen van geschiedschrijving heeft baat bij een internationaal comparatief perspectief.
Stellingen
behorend bij het proefschrift
De woonplaats van de faam
Grondslagen van de stadsbeschijving in de zeventiende-eeuwse Republiek
Eddy Verbaan
Universiteit Leiden, 15 december 2011
1 Het verdient aanbeveling om een onderscheid te maken tussen stads- beschrijvingen, stadsgeschiedenissen en stadsgidsen.
2 Het genre van de Nederlandse stadsbeschrijving begint in zijn gedrukte vorm bij Der stadt Leyden dienst-bouc (1602) van Jan van Hout.
3 Het geïntendeerde lezerspubliek van een stadsbeschrijving waren de redelijk gegoede bovenlagen van de bevolking in de beschreven stad.
4 Het stadsbestuur speelde geen rol van belang bij het onderzoeken, schrijven en publiceren van stadsbeschrijvingen.
5 Reiskunde en stedenlof liggen ten grondslag aan het beschrijvingsmo- del: reiskunde biedt de informatiecategorieën en de gedetailleerde en consciëntieuze manier waarop die worden gevuld, stedenlof bepaalt de lovende invalshoek.
6 Gelooft niet wat de geschiedschrijvers zeggen, maar evenmin dat zij het zonder grond zeggen.
(J. Romein, Geschiedenis van de Noord-Nederlandsche geschiedschrijving in de Mid- deleeuwen. Bijdragen tot de beschavingsgeschiedenis, Haarlem 1932.)
7 De bestudering van lokale vormen van geschiedschrijving heeft baat bij een internationaal comparatief perspectief.
8 In het onderzoek naar de vroegmoderne geografi e wordt te veel nadruk gelegd op de cartografi e en (ontdekkings)reizen.
9 De professionalisering van de internationale neerlandistiek is afhanke- lijk van de beschikbaarheid van digitale bronnen.
10 Buiten het Nederlandse taalgebied heeft vakinhoudelijk onderwijs op het gebied van Dutch Studies (in tegenstelling tot taalonderwijs) weinig baat bij het gebruik van het Nederlands als voertaal.
11 Literatuuronderwijs dient niet zozeer kennis te kweken, als vaardighe- den te ontwikkelen.
12 Verwijzen naar digitale bronnen is link.
8 In het onderzoek naar de vroegmoderne geografi e wordt te veel nadruk gelegd op de cartografi e en (ontdekkings)reizen.
9 De professionalisering van de internationale neerlandistiek is afhanke- lijk van de beschikbaarheid van digitale bronnen.
10 Buiten het Nederlandse taalgebied heeft vakinhoudelijk onderwijs op het gebied van Dutch Studies (in tegenstelling tot taalonderwijs) weinig baat bij het gebruik van het Nederlands als voertaal.
11 Literatuuronderwijs dient niet zozeer kennis te kweken, als vaardighe- den te ontwikkelen.
12 Verwijzen naar digitale bronnen is link.