• No results found

Boete en wettelijke rente: vanaf wanneer verschuldigd? · Markt & Mededinging · Open Access Advocate

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Boete en wettelijke rente: vanaf wanneer verschuldigd? · Markt & Mededinging · Open Access Advocate"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2003 / nr. 6

203 MM A r t i k e l e n

Boete en wettelijke rente: vanaf wanneer verschuldigd?

mr C.T. Dekker

In het redactionele commentaar in Markt en Mededin- ging, 2003, nr. 3 merkt B.J. Drijber op dat met het opleggen van substantiële boetes, zoals in de zaak van de Mobiele ope- rators1ook de vraag interessant wordt hoe wordt omgegaan met de rente over betaalde boetes indien later een besluit tot oplegging van een boete door de Rechtbank Rotterdam (of in laatste instantie het CBB) wordt vernietigd. Bij deze vraag hoort eigenlijk een voorvraag, namelijk vanaf welk moment een boete verschuldigd is en vanaf wanneer wettelijke rente moet worden berekend in het geval een boete niet wordt betaald.

Volgens artikel 67, lid 2, Mw, wordt een boete vermeer- derd met wettelijke rente vanaf de dag waarop de in artikel 67, lid 1, Mw genoemde betalingstermijn is verstreken. Arti- kel 67, lid 1, Mw bepaalt dat een boete wordt betaald binnen dertien weken nadat de beschikking waarbij de boete is opge- legd in werking is getreden. We moeten derhalve de vraag beantwoorden wanneer een boetebesluit in werking treedt.

Volgens de hoofdregel van artikel 3:40 Awb treedt een besluit niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Andersom geldt dat het besluit pas in werking treedt wanneer het is bekendgemaakt, indien in het besluit niet wordt aangegeven dat het op een later tijdstip in werking treedt. Bekendmaking geschiedt, zo bepaalt artikel 3:41, lid 1, Awb door toezending of uitreiking aan, kort gezegd, de geadresseerde.

De Mededingingswet wijkt voor wat betreft sanctiebe- sluiten als bedoeld in artikel 62, lid 1, Mw, van deze hoofdre- gel (inwerkingtreding door de bekendmaking) af, door in artikel 63, lid 1, Mw te bepalen dat de werking van een beschikking als bedoeld in artikel 62, lid 1, Mw wordt opge- schort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist. Deze opschor- tende werking geldt ook wanneer een bezwaarschrift is inge- diend2. Onder ‘werking’ als bedoeld in art 63, lid 1, Mw, kan moeilijk iets anders worden verstaan dan ‘inwerkingtreding’

als bedoeld in artikel 3:40 Awb.3Opschorting houdt in dat de inwerkingtreding niet plaatsvindt.

Nu de oplegging van de boete deel uitmaakt van het sanctiebesluit als bedoeld in artikel 62, lid 1, Mw, heeft het instellen van bezwaar en beroep tot gevolg dat ook voor wat dit element van het sanctiebesluit betreft de werking van het besluit wordt opgeschort.4

Aangezien het besluit derhalve niet in werking treedt wanneer bezwaar en beroep worden ingesteld, begint de be- talingstermijn van dertien weken als bedoeld in artikel 67, lid 1 Mw, evenmin te lopen, aangezien het begin van deze be- talingstermijn is gekoppeld aan de inwerkingtreding van het besluit. Nu bij niet- inwerkingtreding van het besluit de ter- mijn niet begint te lopen, kan deze ook niet verstrijken, zodat de wettelijke rente, genoemd in artikel 67, lid 2, Mw, totdat op het beroep is beslist, niet verschuldigd is.

Het moge zo zijn dat de wetgever dit effect niet heeft beoogd,5maar de tekst van de wet dient voor te gaan op het- geen blijkens de wetsgeschiedenis de bedoeling van de wet- gever is geweest.6Wanneer de wetgever het beoogde effect had willen bereiken, had hij in artikel 67, lid 1, Mw niet moe- ten aansluiten bij de inwerkingtreding, maar bij de bekend- making van het besluit. Deze bekendmaking, als feitelijke handeling, wordt immers niet geschorst of opgeschort.

Ik meen dan ook dat, pas indien de rechter beslist enig beroep tegen het sanctiebesluit te verwerpen, met die uit- spraak van de rechter een sanctiebesluit in werking treedt en de betalingstermijn als bedoeld in artikel 67, lid 1, Mw begint te lopen. Pas vanaf dertien weken nadien is dan wettelijke rente verschuldigd. Het instellen van hoger beroep doet ver- volgens niet af aan deze verschuldigdheid van de boete.7

Nu de huidige tekst van de Mededingingswet niet de bedoeling van de wetgever weerspiegelt, is het raadzaam de tekst op dit punt te wijzigen. Daarbij zal dan meteen moeten worden voorzien in de opschorting van het besluit (maar niet van de betalingstermijn) in het geval hoger beroep wordt ingesteld.

Mr C.T. Dekker is advocaat bij Loyens & Loeff te Rotterdam en verbonden aan de leerstoelgroep Ordeningsrecht van de Universiteit van Amsterdam.

1 Besluit d-g NMa 30 december 2002, zaak 2658.

2 MvT, p. 92 en NV II, p. 77-78.

3 Zie ook Handboek Awb (losbl.), commentaar op art. 3:40 (H.J. Simon), die opmerkt: ‘Ten aanzien van de werking van een besluit moet worden opgemerkt dat deze niet onverbrekelijk is gekoppeld aan de bekendma- king’ [cursivering toegevoegd].

4 Dit regime strekt zich niet uit tot het hoger beroep. Zie Voorzieningen- rechter CBB 9 april 2003, zaaknr. AWB 03/240, LJN-nummer AF7441.

5 Immers, in de MvT op art. 63 Mw is aangegeven dat om te voorkomen dat vanwege het rentevoordeel bezwaar beroep wordt aangetekend, art.

67, lid 2, erin voorziet, dat na het verstrijken van een bepaalde termijn rente is verschuldigd.

6 Vgl. ook Voorzieningenrechter CBB 9 april 2003, reeds aangehaald, waarin is uitgemaakt dat de wetgeschiedenis geen aanleiding geeft om te stellen dat de uitzondering van art. 63, lid 1, Mw, zich niet uitstrekt tot de hogerberoepsfase, nu de tekst van de wet het hoger beroep niet noemt. Ten aanzien van de kwestie van art. 67 Mw geldt dat de tekst zodanig is geredigeerd dat er mijn inziens geen plaats is voor een uitleg- ging op grond van de wetsgeschiedenis die tegen de tekst van de wet zelf ingaat.

7 Zie Voorzieningenrechter CBB 9 april 2003, reeds aangehaald.

Dit artikel uit Markt & Mededinging is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Artikel 3 lid 5 onder c CoVo, bepaalt dat een concentratie wordt geacht niet tot stand te komen ‘wanneer de in lid 1, onder b, bedoelde handelingen worden uitgevoerd door

Voor elk van de kwalificaties geldt dat de directeur DTe de betreffende afspraken destijds niet heeft vervat in een voor derden kenbaar (voorgeno- men) besluit om geen gebruik te

Zo oordeelde de president van de rechtbank Amsterdam in het – zoveelste – geschil tussen Canal + en Kabeltelevisie Amsterdam over doorgiftevergoe- dingen 4 : ‘een kort geding leent

De enige aandeelhouder van SKALA was bezig de activiteiten van SKALA geleidelijk af te bouwen, en wilde op het moment van aanmelding 100% van de aandelen in

Dit artikel uit Markt & Mededinging is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker.. C-144/81, Keurkoop BV v Nancy Kean Gifts BV, 14 september1982)

29 Richtsnoeren Clementietoezegging, Stcrt. Overigens kan druk van een andere onderneming wel tot boetematiging leiden. Arrest grafietelektroden, punten 322 en 344.

Deze benadering is niet verenigbaar met punt 5 van de Richtsnoeren inzake de toepassing van artikel 81 lid 3 EG waar de Commissie stelt dat zij bij de beoordeling van over-

Ofschoon zowel de conceptmededeling terzake van nevenrestricties in het concentratietoezicht als de bekend- making uit 1993 als uitgangspunt hanteren dat niet-con- currentiebedingen