60(12) december 2017 Huisart s & We tenschap
48-
NHGRedactie NHG-Nieuws Colofon Yvonne Buitenhuis (voorzitter), Annet Janssen, Simone Sinjorgo, Linda Tolsma en Yvonne Vos. Met bijdragen van Erica Bastiaanssen, Fijtje Koets, Karin van der Star, Tanja Veenstra, Richard Westerhof en Maret Zonneveld. Eindredactie en contact: Fijtje Koets, f.koets@nhg.org; 030-282 35 39.
NHG-Nieuws is een uitgave van het NHG-bureau.
Voor het colofon van het wetenschappelijke deel van Huisarts & Wetenschap: blader vier pagina’s terug.
Interview met Carinke Buiting, wetenschappelijk medewerker NHG en richtlijnauteur
Baanbrekende richtlijn informatie-uitwisseling huisarts-specialist
dan verantwoordelijk zijn?” De Ge-dragscode is nu heel duidelijk over wie wanneer verplicht is om een bericht te sturen en wie waarvoor verantwoorde- lijk is. Die verantwoordelijkheden heb- ben in de Gedragscode een apart kader- tje gekregen, bijvoorbeeld:
“bij ontslag uit de kliniek blijft de ver- antwoordelijkheid voor de klacht bij de geconsulteerde (medisch specialist),
‘tenzij ander bericht’; voor de overige zorg gaat de verantwoordelijkheid te- rug naar de verwijzer (huisarts) of an- dere geadresseerde (verwijzer krijgt dan kopiebericht)”.’
Wat is verder nieuw aan de richtlijn?
‘De kern van de berichten is aange- scherpt, zoals bij de rubriek ‘Reden + context verwijzing’. Want vaak is de verwijsbrief wel op tijd bij de specialist, maar is het voor de specialist niet dui- delijk wat de huisarts van hem ver- wacht. De specialist mist dan bijvoor- beeld de verwijsreden of -vraag. Als je erbij vertelt dat de duizeligheid cruciaal is voor het functioneren omdat meneer vrachtwagenchauffeur is, weet de spe- cialist beter waarom of hoe hij moet helpen. Door de participatie van al die artsengroepen is de winst een veelvoud aan efficiëntie en gemak.’ [FK]
Zie over de richtlijn ook het artikel van Carinke Buiting elders in dit blad.
Het NHG heeft een handige online HASP- viewer ontwikkeld waarin u per soort bericht alle toelichtingen per rubriek kunt aanklikken.
Ook de verbijzonderingen per specialisme, zaken die in praktijk vermeldenswaard zijn gebleken, zijn hierin handig aanklikbaar. Zie
www.nhg.org/ict, Informatie-uitwisseling tussen huisarts en specialist (HASP).
Wat is er zo bijzonder aan deze herziening?
‘De Raad Kwaliteit van de Federatie Medisch Specia- listen (FMS) was volledig vertegenwoor- digd bij deze derde versie. Dat is echt een ommekeer. Het veld worstelt al ja- ren met de informatie-uitwisseling: bij verwijzing, maar ook bij tussentijdse rapportage en bij ontslag. Het rapport Continuïteit van zorg voor kwetsbare ouderen vanuit het ziekenhuis naar verpleeg- en verzor- gingshuizen, thuiszorg en huisartsen niet ge- waarborgd van de Inspectie voor de Ge- zondheidszorg (IGZ) uit 2015 zette alles op scherp. IGZ heeft overigens meege- keken bij de nieuwe richtlijn en zei:
‘Help ons bedenken hoe we handhaven, dat kunnen jullie het beste zelf aange- ven. De inspecteurs bij IGZ moesten tot nu toe zelf bedenken hoe ze de naleving van communicatierichtlijnen konden controleren, en keek bijvoorbeeld of de informatie over medicatie via verschil- lende overdrachten identiek was. Maar dat tot in detail nastreven is op dit mo- ment niet het eerste doel. Nu komen we met een Gedragscode HASP, die slechts één A4’tje beslaat. De Inspectie kan nu het accent leggen op naleving van de Gedragscode, dus op de zaken in com- municatie die het belangrijkste zijn voor continuïteit van de zorg.
Bij de huisartsen ging het al goed: die volgden de richtlijn uit 2008 voor zeker 95%. Dat ging vaak zonder dat zij er erg in hadden: huisartsen gebruikten al vrijwel allemaal dezelfde verwijsappli- catie en die genereerde een uniforme, duidelijke verwijsbrief volgens de richt-
lijn: de NHG-verwijsbrief. Specialisten daarentegen gebruiken talloze ver- schillende applicaties. En die 17.000 specialisten schreven sowieso verschil- lende soorten ontslagbrieven en tus- sentijdse updates voor de huisarts. Dat waren 17.000 fantastische brieven, maar voor de huisarts niet snel inzich- telijk en overzichtelijk. Daarom hebben we bij de herziening in 2016-2017 alle verschillende specialistenverenigingen mee laten kneden om één ontslagbrief te krijgen die ze allemaal goed vinden.’
Is het gelukt, één ontslagbrief?
‘Ja! Overigens noemen we de brieven nu
“berichten en updates” omdat veel niet meer per post gaat. Maar niet alleen die berichten zijn belangrijk, ook dat je ze op het juiste moment stuurt, de tijdig- heid. Huisartsen zeggen: ‘Bij ontslag moet het ontslagbericht er direct zijn. Er staan zaken in voor de follow-up richting patiënt die we moeten weten.’ Daarom hebben we nu die nieuwe Gedragscode HASP. De Gedragscode schrijft precies voor wanneer je als huisarts of specialist een bericht of een update stuurt: het ontslagbericht uit de kliniek bijvoorbeeld volgt in principe op het moment van ontslag, maar uiterlijk binnen 24 uur.’
En hier zie je ook de structurele tijds- winst: tijdig informeren is niet alleen beter voor de zorg voor de patiënt, maar kost ook minder tijd van de artsen. Het kost nu eenmaal veel meer tijd om de informatie te moeten halen bij de patiënt, of om de collega te gaan bellen.
Gaat het om verantwoordelijkheden?
‘Huisartsen zeggen: “Ik weet niet eens dat de patiënt ontslagen is, hoe kan ik
Foto: Dick Holthuis
Carinke Buiting
Al voor verschijning was er succes voor de nieuwe Richtlijn Informatie-uitwisseling tussen huisarts en specialist (Richtlijn HASP): de volledige participatie van de medisch specialisten. Dat is nieuw, en het is goed voor bijvoorbeeld kwetsbare ouderen. Daarbij maakt de nieuwe richtlijn het werk van zowel huisartsen als specialisten gemakkelijker en efficiënter, aldus de auteur van de richtlijn, Carinke Buiting van het NHG.