M M E E M M O O
AAN : Commissie Burgers (ter kennisname)
VAN : Marleen Rutten, namens wethouder J. Huijsmans
DATUM : 30-7-2009
BETREFT : Wijziging vaststelling pgb tarief voor hulp bij het huishouden middels aanpassing van artikel 5 van het besluit maatschapplijke ondersteuning gemeente Asten.
Collegebesluit
In de vergadering van 28 juli 2009 heeft het college het voorstel tot wijziging van de vaststelling van het tarief voor hulp bij het huishouden aangenomen.
Vanwege een aantal ingrijpende veranderingen die van invloed zijn op de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden is de huidige wijze van vaststelling van het pgb niet meer marktconform. De ingrijpende veranderingen betreffen:
1. wijziging van ondersteuning voor pgb-houders.
2. de stijgende prijzen voor zorg in natura;
Pgb houders worden momenteel financieel bevoordeeld ten opzichte van cliënten met zorg in natura. Een aanpassing van de wijze van vaststelling van het pgb tarief is derhalve
noodzakelijk. Aangezien de zorgaanbieders met ingang van 1-1-2010 geen alfahulpen meer in dienst mogen hebben, krijgen klanten die momenteel een alfahulp hebben opnieuw de keuze tussen pgb of zorg in natura. Dit traject gaat na 1-10-2009 van start. In de voorlichting is het essentieel dat de tariefstelling voor het pgb per 1-1-2010 op dat moment duidelijk is.
Collegebesluit tot wijziging tariefstelling pgb met ingang van 1-1-2010:
Inzet hulp door: Hoogte Pgb Op basis huidige min.loon norm:
Pgb basis tarief voor hbh1 en hbh2
Particuliere hulp 125% minimumloon incl. vakantiegeld/-uren
€ 12,35 per uur
Pgb hbh2 plus tarief
Particuliere
gediplomeerde hulp
150% minimumloon incl. vakantiegeld/-uren
€ 14,82 per uur
Pgb extra tarief Erkende zorgaanbieder
Gelijk aan laagste tarief zorg in natura
Hbh1: € 18,-- Hbh2: € 21,50
Voor bestaande budgethouders wordt een overgangstermijn gehanteerd van 6 maanden.
Samenvatting
-2-
In het kader van de individuele voorzieningen Wmo is in de verordening artikel 6 lid 1 onder c vastgesteld dat de wijze waarop het pgb wordt vastgesteld door het college wordt vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten, artikel 5.
In dit artikel is vastgesteld dat het pgb tarief momenteel wordt gebaseerd op de uurtarieven die bij aanbesteding en gunning aan de zorgaanbieders zijn overeen gekomen voor zorg in natura.
Ad. 1 Wijziging ondersteuning voor pgb-houders
In de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning was geregeld dat pgb-houders uit hun pgb zowel de zorg als eventueel noodzakelijke ondersteuning moesten bekostigen.
Bij de inwerkingtreding van de Wmo was de pgb-ondersteuning geregeld via Savant. Cliënten konden hier een beroep op doen, maar moesten de kosten zelf voldoen uit hun pgb.
Medio 2007 werd door Savant de Sociale Verzekeringsbank (SVB) ingeschakeld voor de ondersteuning. De SVB opereert landelijk en heeft een jarenlange ervaring op het gebied van pgb-ondersteuning.
Eind 2008 heeft Savant het contract betreffende ondersteuning van Pgb-houders eenzijdig opgezegd. Gemeente Asten heeft sindsdien een collectief contract met SVB voor pgb- ondersteuning. Daarmee is collectief het volgende geregeld voor alle pgb-houders:
o een brede ondersteuningsmogelijkheid (voorbeeldcontracten, helpdesk etc), o een collectieve verzekering
o regeling loondoorbetalling bij ziekte van de zorgverlener.
Gemeente moet de ondersteuningskosten voor pgb houders rechtstreeks betalen aan de Sociale verzekeringsbank. Cliënten hoeven dit dus niet meer te betalen uit hun pgb.
Gemeente betaalt voor de ondersteuning per pgb houder een vast jaarbedrag en daarnaast mogelijk een variabel bedrag indien beroep wordt gedaan op de ondersteuning (zie bijlage 1)
Ad 2. Stijgende uurprijs zorg in natura
De ontwikkeling van de uurtarieven voor zorg in natura (die voortkomen uit Europese aanbesteding) zijn zodanig dat er geen sprake meer is van een marktconforme uurprijs voor inkoop van laaggeschoolde arbeid op de particuliere markt. De huidige koppeling van het pgb tarief aan de tarieven voor zorg in natura is derhalve niet (meer) reëel. Ter verduidelijking onderstaande tabel, waarin middels diverse geldende uurtarieven de verschillen in beeld worden gebracht. Daarbij moet opgemerkt worden dat de uurtarieven CAO thuiszorg de max.bedragen per schaal zijn. De hulpen hbh1 worden ingeschaald in FWG 10 of 15. De hulpen hbh2 worden ingeschaald in FWG 15 of 20. (bijlage 3)
Zorg in natura
Hbh1
Zorg in natura Hbh2
Max CAO thuiszorg FWG 10
Max CAO thuiszorg
FWG 15
Max CAO thuiszorg FWG 20
Minimumloon incl. vakantie geld/-uren 1-1-2007 € 14,90 € 21,50
2009 (nu) € 18,-- € 21,50 € 9,76 € 12,13 € 12,90 € 9,88
Vergelijkbare en toereikende zorg
Gelet op bovenstaande ontwikkelingen is het reëel om het besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Asten aan te passen op het punt van de tariefstelling.
Daarbij moet voldaan worden aan de eis zoals gesteld in de Wet maatschappelijk
ondersteuning (Wmo): “middels een pgb moet vergelijkbare en toereikende zorg ingekocht kunnen worden door de budgethouder”.
De afweging blijft dat pgb houders in ieder geval met zorg in natura vergelijkbare zorg in moeten kunnen kopen. In onderstaand schema wordt aangegeven welke taken en directe kosten (gemarkeerde velden) er zijn:
Motivering
Zorg in natura Persoonsgebonden budget
Persoonsgebonden budget Door
zorgaanbieder
Door budgethouder
(Ondersteuning) via SVB
Werving van de hulp x x
Contract, uurloon x x x
Belasting-premie afdracht* x
Loon bij ziekte x x
Vervanging regelen x x
Verzekeringen x x
Loonadministratie x x x
Verantwoording x x
* Indien de zorgverlener op maximaal 3 dagen per week bij de pgb houder werkt hoeft de budgethouder geen belasting-premie afdracht te doen (Regeling dienstverlening aan huis).
Streven is om in de toekomst ook te bevorderen dat cliënten hun pgb in kunnen zetten voor alternatieve zorgvormen die opgezet gaan worden.
Mogelijke bemiddelingskosten die daarmee gemoeid zijn moeten dan ook uit het pgb voldaan kunnen worden. Tevens kunnen pgb houders hun hulp zelf inkopen bij een zorgaanbieder. Het uitgangspunt dat pgb houders niet/nooit te maken hebben met overheadkosten is dan ook niet steekhoudend. Een groot deel van de pgb’s wordt echter ingezet middels particuliere hulp.
Voorstel is om te gaan werken met een basis pgb bedrag waarop een toeslag mogelijk is indien de hulp wordt gerealiseerd via een erkende zorginstelling. Het verhoogde pgb tarief kan echter nooit meer bedragen dan het goedkoopste uurtarief voor zorg in natura zoals vastgesteld n.a.v. de aanbesteding.
Daar staat tegenover dat indien pgb houders hun zorg inkopen via een zorginstelling daarbij automatisch vervanging bij ziekte is opgenomen (men koopt immers uren zorg in en is dan geen werkgever maar opdrachtgever). De Pgb houder hoeft bij ziekte van de zorgverlener dan dus geen beroep te doen op de sociale verzekeringsbank voor loondoorbetaling vanwege ziekte zorgverlener. Ook salarisadministratie hoeft men niet te doen. Gemeente wordt in deze situatie derhalve niet geconfronteerd met mogelijke bijkomende kosten als gevolg van beroep op de ondersteuning vanuit de sociale verzekeringsbank.
Vaststelling Pgb tarief
Voor de vaststelling van de hoogte van het basis pgb bedrag wordt aansluiting gezocht bij het wettelijk minimumloon. Dit is een erkende landelijke standaard. De hoogte van het pgb is een afgeleid percentage van het minimumloon. Door deze koppeling met het minimumloon vindt jaarlijks automatisch indexering van de hoogte van het pgb plaats.
Aangezien het Pgb marktconform moet zijn, is aansluiting gezocht bij het geldende
alfahulptarief. Dit bedraagt momenteel € 12,20 per uur en dit bedrag komt nagenoeg overeen met 125% van het geldende minimumloon inclusief vakantiegeld en vakantieuren. Dit is een prima basis voor vaststelling van het pgb tarief voor hbh1.
Voor hbh2 wordt een iets hoger opleidingsniveau gevraagd als dit wordt geleverd als zorg in natura. Bij inkoop via een pgb is dit meestal niet aan de orde. De pgb-houder zoekt een hulp die beschikbaar is en die bij hem past. Opleidingsniveau is daarbij in de particuliere setting meestal geen criterium. Derhalve kan in principe hetzelfde uurtarief gehanteerd worden als bij hbh1. Indien aangetoond kan worden dat er sprake is van een gediplomeerd zorgverleenster, dan kan een hoger uurtarief gehanteerd worden. Een verhoogde norm voor hbh2 is dan derhalve reëel. Bij inzet van particuliere gediplomeerde hbh2 wordt derhalve uitgegaan van 150% van het geldende minimumloon inclusief vakantiegeld en vakantieuren. Dit komt overeen met het CAO loon FWG 20 plus vakantiegeld en vakantieuren.
Momenteel zijn er 48 cliënten met een pgb voor hulp bij het huishouden. Deze pgb’s zijn vastgesteld op het oude tarief ZIN.
Risico’s
-4-
Door de wijziging vaststelling tarief pgb zullen de aan de cliënten toegekende budgetten tussentijds verlaagd worden. In dit kader is het voorstel om een overgangstermijn van 6 maanden te hanteren. Binnen deze periode hebben de budgethouders de mogelijkheid om te anticiperen op de nieuwe budgetten. 6 maanden is een erkende juridische overgangstermijn.
De toegekende persoonsgebonden budgetten voor hulp bij het huishouden zullen aangepast moeten worden middels herziening van het eerdere besluit, beschikking en administratieve aanpassing. Alle cliënten die momenteel een pgb voor hulp bij het huishouden ontvangen moeten voor 1 januari 2010 schriftelijk op de hoogte gesteld worden van de wijziging van de hoogte van hun pgb na de overgangstermijn van 6 maanden (dus per 1-7-2010).
Financieel kader
Op 6 juli 2009 hebben we in Asten 48 pgb-houders hulp bij het huishouden.
Deze zijn onderverdeeld in:
• hbh1: 42 klanten met in totaal 157 geïndiceerde uren
• hbh2: 6 klanten met in totaal 41 geïndiceerde uren
Berekening op basis van deze getallen:
1. Pgb tarief ter hoogte van 100% van geldende tarief Zorg in natura (huidige regeling):
Hbh1: 157 uren x € 18,-- x 52 weken = € 146.952,-- Hbh2: 41 uren x € 21,50 x 52 weken = € 45.838,--
Totaal: € 192.790,--
2. Pgb tarief op basis van voorgestelde wijziging:
Hbh1: 157 uren x € 12,35 x 52 weken = € 100.825,40 Hbh2: 41 uren x € 14,82 x 52 weken = € 31.596,24
Totaal: € 132.421,64
Op basis van deze aantallen bedraagt het financiële verschil tussen de huidige pgb
tariefstelling en de voorgestelde tariefstelling ruwweg € 60.000,--. Bij het opstellen van de begrotingscijfers 2010 is het budget voor Pgb berekend op basis van de gewijzigde
tariefstelling. Voor 2010 is voor pgb hulp bij het huishouden een bedrag begroot van
€ 130.000,--.
Indien de tariefstelling niet zou zijn aangepast, zou het begrote bedrag € 190.000,-- zijn geweest.
Een concept voorstel tariefwijziging pgb is in mei met de Koepel voor Zorgvragers besproken.
Zij zijn het principieel oneens met wijziging in de tariefstelling. Hun uitgangspunt is dat de door de Wmo gestelde vergelijkbaarheid betekent dat het tarief van het Pgb en het tarief van de zorg in natura overeen moeten stemmen. Het argument dat de Wmo doelt op de mogelijkheid van inkoop van vergelijkbare zorg vond geen gehoor. Ook het argument dat de huidige systematiek juist zorgt voor een ongelijke situatie tussen pgb houders en cliënten met zorg in natura vond geen gehoor.
Communicatie
Het besluit van het college zal op bestuurlijk niveau besproken worden met de Koepel op 7 september 2009. Cliënten worden individueel op de hoogte gesteld van de wijziging in de tariefstelling pgb.
Asten, 30-7-2009 MO/MR Uitvoering
Koepel voor zorgvragers
Bijlage 1.
Sociale Verzekeringsbank
Gemeente Asten heeft een collectieve overeenkomst met de Sociale Verzekeringsbank voor ondersteuning en verzekering van de pgb budgethouders (bh)
De financiering:
1. De gemeente betaalt vastrecht per bh per maand: € 3,50 per maand excl. Btw
• Kenniscentrum op arbeidsrechtelijk terrein
• Modelovereenkomsten
• Collectieve verzekeringen
• Arbodienstverlening
2. De gemeente betaalt voorheffing* per bh per maand: € 1,30 per maand excl. Btw
• Vergoeding loondoorbetaling bij ziekte hulp
• Aanvullende kosten arbodienstverlening
3. Kosten die gemoeid zijn met salarisadministratie tbv budgethouders worden apart in rekening gebracht
bij de gemeente € 30,50 per loonstrook
per maand excl. Btw
* Let op: betreft voorheffing aan het eind van het jaar vindt een afrekening plaats, waarbij de SVB berekent welke kosten voor budgethouders uit Asten zijn gemaakt. Deze werkelijke kosten worden vervolgens verrekend met de betaalde voorheffing. Bij teveel betaalde voorheffing vindt terugbetaling plaats. Bij te weinig betaalde voorheffing volgt een naheffing. Gemeente wordt middels kwartaalrapportages op de hoogte gehouden de
gemaakte kosten.
Over het jaar 2008 is gemeente Asten geconfronteerd met een forse naheffing als gevolg van extreem hoog beroep op de regeling loondoorbetaling bij ziekte hulp.
