• No results found

Fermions, criticality and superconductivity She, J.H.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Fermions, criticality and superconductivity She, J.H."

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Fermions, criticality and superconductivity

She, J.H.

Citation

She, J. H. (2011, May 3). Fermions, criticality and superconductivity. Casimir PhD Series. Faculty of Science, Leiden University. Retrieved from

https://hdl.handle.net/1887/17607

Version: Corrected Publisher’s Version

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/17607

Note: To cite this publication please use the final published version (if

applicable).

(2)

De veel-deeltjessystemen om ons heen, gecre¨eerd door de natuur of door de mens, bestaan uit elektronen. Elektronen zijn fermionen. De fermionische golffunctie verandert van teken wanneer twee fermionen van plaats verwisseld worden. Dus als we een kwantummechanische som over alle veel-deeltjestoestanden uitvoeren, dan tellen we termen op met zowel positief als negatief teken, en het netto re- sultaat zal hevig oscilleren. Dit leidt tot het beruchte fermionische mintekenpro- bleem, dat zo complex is als zijn kan, genaamd niet-deterministisch polynomiaal (NP) moeilijk in wiskundige termen. Het minteken-probleem verhindert in het algemeen een wiskundig exacte oplossing van het veel-deeltjessysteem.

Verrassend genoeg zijn er verscheidene wisselwerkende fermionische systemen, bijvoorbeeld normale metalen en3He bij lage temperaturen, die op een bevredi- gende manier beschreven kunnen worden met een fenomenologische theorie van Landau, gebaseerd op de aanname van adiabatische verbondenheid met het vrije Fermi gas. Echter, in de afgelopen decennia is er meer en meer experimenteel bewijs verzameld waarbij het erop lijkt dat het Landau paradigma het begeven heeft en de helse fermionische mintekens vrij spel hebben. Deze exotische ma- terialen bevinden zich meestal nabij een nultemperatuur-faseovergang naar een andere stabiele fase. Geassocieerd met dit singuliere punt worden abnormale schalingseigenschappen voortdurend waargenomen in een eindig gebied van het fasediagram. Dit is de motivatie van het idee van kwantumkritikaliteit, om te proberen de vreemde eigenschappen van het systeem bij eindige temperatuur te beschrijven in termen van lage-energie vrijheidsgraden van de grondtoestand.

In dit proefschrift verkennen we de minteken-volle fermionische wereld. In hoofdstuk 2 en 3 bestuderen we het fermionische minteken-probleem in het we- reldlijn padintegraal formalisme, waarin het minteken-probleem het meest trans- parant is. In hoofdstukken 4 tot en met 6 analyseren we het idee van kwantum kritikaliteit. We leggen de nadruk op de instabiliteiten van de kwantum-kritische punten (KKPen) bij lage temperaturen, alwaar exotische nieuwe fases ontstaan.

In hoofdstuk 2 presenteren we een simpele oefening met minteken-volle wereldlijn-padintegralen. We leggen met behulp van dit formalisme het me- chanisme achter het Anderson-Higgs effect voor een gas van geladen bosonen met een achtergrond magnetisch veld uit, and vervolgens gebruiken we deze me- thode om de afwezigheid van dit effect voor een gas van fermionen te bewijzen.

(3)

176 Samenvatting

In dit formalisme wordt de fermionische statistiek gecodeerd door het gebruik van aanvullende Grassmann co¨ordinaten op een manier die leidt tot manifeste wereldlijn-supersymmetrie. Deze extra symmetrie is de spil om de afwezigheid van het effect voor geladen fermionen te demonstreren.

In hoofdstuk 3 beginnen we het fermionische minteken-probleem op te pak- ken in het wereldlijn-formalisme. Het inzichtelijke werk van Ceperley om fer- mionische padintegralen the construeren in termen van begrensde wereldlijnen wordt herhaald. In deze representatie worden de mintekens geassocieerd met de Fermi-Dirac statistiek op zelfconsistente wijze vertaald naar een geometrische begrenzingstructuur, het nodale hyperoppervlak, die werkt op een effectieve bo- sonische dynamica. Werkend met de padintegraal in impuls-ruimte laten we zien het Fermi gas begrepen kan worden door analogie met een Mott isolator in een harmonische val.

In hoofdstuk 4 verkennen we de instabiliteiten van KKPen die ontstaan door competitie tussen de bosonische orde-parameters. De fases nabij KKPen worden verondersteld om of klassiek of kwantummechanisch te zijn en worden aange- nomen afstotend te wisselwerken via een kwadraat-kwadraat wisselwerking. We ontdekken dat voor willekeurige dynamische exponent en voor willekeurige di- mensionaliteit een voldoende sterke wisselwerking KKPen instabiel maakt, en dat deze de overgangen naar eerste-orde dringt. We stellen voor dat deze insta- biliteit en het begin van eerste-orde overgangen leidt tot ruimtelijk inhomogene toestanden in praktische materialen nabij vermoedelijke KKPen.

In hoofdstuk 5 onderzoeken we de instabiliteit van fermionische vrijheidsgra- den nabij KKPen. In het bijzonder bestuderen we de instabiliteit in het deeltje- deeltje kanaal, en we presenteren een simpele fenomenologische schalingstheorie voor supergeleiding in kwantumkritische metalen. Onder de aanname dat de normale toestand een sterk-wisselwerkende kwantumkritische toestand van fer- mionen is, stellen we voor dat de paringssusceptibiliteit relevant wordt, in plaats van de marginale BCS-vorm, met het effect dat de paringsinstabiliteit veel ster- ker wordt. Zelfs met een zwakke wisselwerking kunnen we een hoge overgangs- temperatuur krijgen vergelijkbaar met wat in echte materialen wordt gevonden.

We bediscussi¨eren ook de gedraging van het orbitaal-gelimiteerde hogere kritisch magnetisch veld als functie van de nultemperatuur koppelingsconstante. Vergele- ken met de variatie in de overgangstemperatuur zou het kritisch veld een grotere variatie kunnen laten zien afhankelijk van de waarde van de dynamische kritische exponent.

In hoofdstuk 6 stellen we voor om een tweede-orde Josephson-effect te ge- bruiken als directe detector van het Cooper-kanaal van kwantumkritische meta- len, om het probleem van onconventionele supergeleiding in zulke systemen te belichten. Om experimentatoren van sjablonen te voorzien, berekenen we de pa- ringssusceptibiliteit voor verscheidene verschillende scenario’s. De evolutie van de piekstructuur in het imaginaire deel van de susceptibiliteit wordt in detail onderzocht. We ontdekken dat modellen die aannemen dat elektronen zich in een kritische normale toestand bevinden substantieel verschillen van het Fermi

(4)

vloeistof BCS-model en zijn moderne uitbreidingen.

(5)

178 Samenvatting

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

By applying pressure, magnetic field, or doping, a second- order phase transition can be tuned to zero temperature, producing a quantum critical point (QCP).. Such a singular

One can easily show [36] that below the Fermi temper- ature, worldlines with macroscopic winding number also proliferate in fermionic systems; this leads to a puzzle: the

Quite recently Mitas [79] proved a conjecture due to Ceperley [73], stating that the reach of the higher dimensional Fermi gas is ‘maximal’ in the sense that, for a given R 0 and τ

We find in our analysis that the QCP is indeed unstable towards a first order transition as a result of competition. Obviously details of the collapse of a QCP and the resulting

Instead of using the Fermi gas pair susceptibility (as in conventional BCS), we rely on the fact that conformal invariance fixes the analytical form of this response function in

Using a SIN tunneling junction, experimentalists can measure the imaginary part of the full dynamical pair susceptibility χ 00 p in the normal state of the quantum critical metals..

The basic observation of the Hubbard model is that pairing in the critical region is due to an algebraic temperature-dependence of the bare pair susceptibility rather than an

Simons, Condensed Matter Field Theory (Cambridge University Press, Cambridge, UK, 2006)..