Jaargang 32 - september 1998 - nr 9
LET OP!
Cataract bij langdurig gebruik van corticosteroïden via inhalatie of intranasaal De Stichting Lareb ontving twee meldingen van patiënten met cataract na het langdurig gebruik van corticosteroïden. De eerste melding betrof een 44-jarige vrouw die, vanwege allergische rinitis, 13 jaar beclometason 2 dd 50 µg in beide neusgaten had gebruikt. De eerste zes jaar had zij deze medicatie intermitterend toegepast en vervolgens gedurende zeven jaar dagelijks. De oogarts constateerde cataracta subcapsularis posterior aan beide ogen en kon daarvoor geen andere verklaring vinden dan het langdurig gebruik van de beclometasonneusspray. Uiteindelijk onderging de vrouw aan beide ogen een lensextractie met implantatie van een kunstlens.
De tweede melding betrof een 72-jarige man die in verband met COPD gedurende twee jaar budesonide 2 dd 800 µg per inhalatie had gebruikt. Behalve incidenteel een
luchtwegverwijder, gebruikte deze patiënt geen verdere medicatie. In die twee jaar ontwikkelde hij een snel progressieve visusdaling ten gevolge van cataract. Enige jaren tevoren had hij tien dagen parenteraal corticosteroïden toegediend gekregen, gevolgd door een orale prednisonkuur van twee weken, tijdens welke de man destijds eveneens een sterke visusdaling bemerkte. De oogarts bevestigde dat behalve de leeftijd van de patiënt, mogelijk ook de inhalatiecorticosteroïden een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van dit cataract.
Orale corticosteroïden zijn meerdere malen in verband gebracht met een verhoogd risico van cataract.1-3 Van inhalatiecorticosteroïden werd in eerste instantie aangenomen dat de opgenomen dosis te laag was om systemische effecten te veroorzaken. In een recent
Australisch dwarsdoorsnede-onderzoek (n=3.654) werd een significant verband aangetoond tussen het gebruik van inhalatiecorticosteroïden (n=370) en het optreden van posterior
subcapsulair en nucleair cataract.4 De samenhang was sterker bij een hogere dosering, een langduriger gebruik en bij een combinatie met systemische corticosteroïden.4
Hoewel afhankelijk van zowel de dosering als de gebruiksduur, is de incidentie van
bijwerkingen lager bij een hoge dosis corticosteroïden gedurende een korte tijd dan bij een lage dosis gedurende langere tijd. De eerstgenoemde melding doet vermoeden dat
ongewenste systemische effecten, behalve na inhalatie, ook kunnen optreden na nasaal gebruik.
Voor de praktijk is het raadzaam om bij het voorschrijven van alle toedieningsvormen van corticosteroïden de tijdsduur en de hoogte van de dosering bij voortduring kritisch te heroverwegen. Aangezien corticosteroïden bovendien in verband zijn gebracht met het optreden van glaucoom5 dient men, bij langdurig gebruik van hoge doseringen of
verschillende toedieningsvormen van corticosteroïden tegelijkertijd, alert te blijven op mogelijke visusklachten.
Mochten zich vergelijkbare gevallen voordoen, dan wordt het op prijs gesteld als u deze meldt aan de Stichting Lareb.
Jaargang 32 - september 1998 - nr 9
http://search.geneesmiddelenbulletin.nl/1998/sep/cataract.htm (1 of 2) [23-1-2001 12:20:25]
1. Black RL et al. JAMA 1960; 174: 166-167. 2. Urban RC Jr. et al. Surv Ophthalmol 1986; 31: 102-103. 3.
Lubkin VL et al. J Asthma Res 1977; 14: 55-59. 4. Cumming RG et al. N Engl J Med 1997; 337: 8-14. 5.
Garbe E et al. JAMA 1997; 277: 722-727.
Jaargang 32 - september 1998 - nr 9
http://search.geneesmiddelenbulletin.nl/1998/sep/cataract.htm (2 of 2) [23-1-2001 12:20:25]