• No results found

Gravitatie en kosmologie FEW Cursus

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gravitatie en kosmologie FEW Cursus"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jo van den Brand & Joris van Heijningen Speciale relativiteitstheorie: 29 September 2015

Gravitatie en kosmologie

FEW Cursus

Copyright (C) Vrije Universiteit 2009

Najaar 2009 Jo van den Brand

Inhoud

• Inleiding

• Overzicht

• Klassieke mechanica

• Galileo, Newton

• Lagrange formalisme

• Quantumfenomenen

• Neutronensterren

• Wiskunde I

• Tensoren

• Speciale relativiteitstheorie

• Minkowski

• Ruimtetijd diagrammen

• Lagrangiaan en EM

• Wiskunde II

• Algemene coordinaten

• Covariante afgeleide

• Algemene

relativiteitstheorie

• Einsteinvergelijkingen

• Newton als limiet

• Kosmologie

• Friedmann

• Inflatie

• Gravitatiestraling

• Theorie

• Experiment

(2)

Minkowski ruimtetijd

Gebeurtenis (event) 1 heeft coöordinaten Waarnemer O: (ct1, x1)

Volgorde voor gebeurtenissen 2 en 3 is verschillend voor beide waarnemers Dit lijkt schokkend: het kan ons begrip van causaliteit omver werpen Voor waarnemer O is de volgorde

van de events: 0, 2, 3, 1

event 0 op (0,0)

x ct

event 2

event 3 event 1 Waarnemer O’: (ct’1, x’1)

Lees (ct’1, x’1) in O’ af door lijnen //

aan ct’ en x’ assen te trekken Voor waarnemer O’ gebeurt event 1 op dezelfde tijd als event 2

Voor waarnemer O’ is de volgorde van de events: 0 en 3 gelijktijdig, dan 1 en 2 gelijktijdig

De SRT respecteert causaliteit mits we geen signalen met snelheden > c toestaan!

x1

ct1

en op dezelfde plaats als event 3

Lichtkegels zijn van groot belang: event 2 in kegel van 0, en 1 in kegel van 3

Lorentztransformaties

Transformaties laten ds2invariant

Lorentz 1902 Waarnemers in O en O’ bewegen met snelheid v t.o.v. elkaar.

Systemen vallen samen op t = t’ = 0.

Waarnemer in S kent (x, y, z, t) toe aan het event.

Waarnemer in S’ kent (x’, y’, z’, t’) toe aan hetzelfde event Wat is het verband tussen de coördinaten voor dit zelfde event?

(3)

Lorentztransformaties

Inverse transformatie

(snelheid v verandert van teken) Lorentztransformatie

Relativiteit van gelijktijdigheid

Stel dat in systeem O twee events, A en B, op dezelfde tijd, tA= tB, gebeuren, maar op verschillende plaatsen, xAxB.

Invullen levert

Events vinden niet simultaan plaats in systeem O’

(4)

Lorentzcontractie (lengtekrimp)

Stel dat in systeem O' een staaf ligt, in rust, langs de x' as Een einde op x' = 0, het andere op x' = L'

Wat is de lengte L gemeten in O?

We moeten dan de posities van de uiteinden meten op dezelfde tijd, zeg op t = 0

Het linker einde bevindt zich dan op x = 0 Het rechter einde op positie x = L' /

Een bewegend object wordt korter met een factor  in vergelijking tot zijn lengte in rust

Langs bewegingsrichting!

Tijddilatatie (tijdrek)

Een bewegende klok loopt langzamer met een factor  in vergelijking tot toestand in rust

Deeltjes hebben `ingebouwde’ klokken (verval)

(5)

Dopplereffect

Dopplereffect was reeds lang bekend (maar fout!) voordat de SRT haar intrede deed: het verschil in frequentie tussen bron en ontvanger t.g.v. relatieve beweging

De totale tijd van de door O’ gemeten periode bedraagt dusDt’ + vDt’/c

We vinden voor de door O’ gedetecteerde frequentie fD-1 = Dt’ + vDt’/c = Dt (1 + v/c) Voor waarnemer O’ is de tijd tussen

golflengtenDt’ = (v)Dt t.g.v. tijddilatatie

bron

x’

y

Belangrijk voor astronomie:

roodverschuiving van objecten

Bron emitteert golven met frequentie fBen golflengtelB= fB/c en voor waarnemer O duurt een golflengteDt = TB=1/fB

Ook neemt gedurendeDt’ de afstand tussen bron en detector voor O’ toe met vDt’

Uitschrijven levert

x y’

snelheid v

detector

𝑓𝐵= 𝑓𝐷 1 + 𝑣/𝑐 1 − 𝑣/𝑐

Optellen van snelheden

Een raket is in rust in inertiaalsysteem O' dat met snelheid v beweegt t.o.v. O Iemand vuurt een kogel af in systeem O' met snelheid ux' in O'

Wat is de snelheid van de kogel in O ? '

u

x

Een kwestie van afgeleiden nemen …

Het klassieke antwoord Als ux' = c, dan u = c en lichtsnelheid gelijk voor alle systemen!!!

(6)

September 28, 2015 Jo van den Brand 11

Viervectoren

Positie-tijd viervector xm, met m= 0, 1, 2, 3

Lorentztransformaties

September 28, 2015 Jo van den Brand 12

Viervectoren

Lorentztransformaties

In matrixvorm

met algemeen geldig

(7)

September 28, 2015 Jo van den Brand 13

Lorentzinvariantie

Ruimtetijd coördinaten zijn systeem afhankelijk

Invariantie voor

Analoog zoeken we een uitdrukking als

Met metrische tensor in SRT meestal gedefinieerd als

Hiervoor schrijven we de invariant I als een dubbelsom

Net als r2voor rotaties in R3

Co- en contravariante vectoren

Invariant

Contravariante viervector

Covariante viervector

Deze notatie wordt ook gebruikt voor niet-cartesische systemen en gekromde ruimten (Algemene Relativiteitstheorie)

Dit is de uitdrukking die we zochten.

De metriek is nu ingebouwd in de notatie!

(8)

September 28, 2015 Jo van den Brand 15

Viervectoren

Viervector am(contravariant) transformeert als xm

We associeren hiermee een

covariante viervector Ruimte componenten

krijgen een minteken Ook geldt

Invariant Scalar product

Er geldt

September 28, 2015 Jo van den Brand 16

Snelheid

Snelheid van een deeltje t.o.v. het LAB: afstand gedeeld door tijd (beide gemeten in het LAB)

Een hybride grootheid. Er geldt Proper snelheid: afstand in LAB gedeeld door eigentijd (gemeten

met klok van het deeltje)

Viersnelheid

Er geldt

(9)

Impuls en energie

Definieer relativistische impuls als

Indien behouden voor O dan niet voor O'

Ruimtelijke componenten Klassieke impuls p = mv

Tijdachtige component Definieer relatv. energie Energie-impuls viervector

September 28, 2015 Jo van den Brand 18

Energie

Taylor expansie levert

Rustenergie van deeltje Klassieke kinetische energie Merk op dat enkel veranderingen in energie

relevant zijn in de klassieke mechanica!

Relativistische kinetische energie Massaloze deeltjes (snelheid altijd c)

(10)

September 28, 2015 Jo van den Brand 19

Botsingen

Energie en impuls: behouden grootheden!

Merk op dat E en p niet (Lorentz) invariant zijn!

Massa is Lorentzinvariant Massa m is geen behouden grootheid!

Voorbeeld 1

begintoestand

Massa’s klonteren samen tot 1 object

eindtoestand

Impulsbehoud Er geldt Energiebehoud

Energiebehoud levert

Na botsing is object in rust!

Na botsing hebben we een object met massa M = 5m/2. Massa is toegenomen:

kinetische energie is omgezet in rustenergie en de massa neemt toe.

(11)

September 28, 2015 Jo van den Brand 21

Voorbeeld 2

Deeltje vervalt in 2 gelijke delen

eindtoestand begintoestand

Men noemt M = 2m de drempelenergie voor het verval.

Heeft enkel betekenis als M > 2m

Voor stabiele deeltjes is de bindingsenergie negatief. Bindingsenergie maakt net als alle andere interne energieën deel uit van de rustmassa.

Energiebehoud

(zie vorige opgave)

September 28, 2015 Jo van den Brand 22

Voorbeeld 3

Verval van een negatief pion (in rust): p- + m- Vraag: snelheid van het muon

Energiebehoud

Relatie tussen energie en impuls

Dit levert

Massa van neutrino is verwaarloosbaar!

(12)

Voorbeeld 3 – vervolg

Snelheid van het muon Gebruik

Invullen van de massa’s levert vm= 0.271c Relatie tussen energie, impuls en snelheid

Voorbeeld 3 – viervectoren

Er geldt

Energie en impulsbehoud

Hiermee hebben we weer Emen p gevonden en weten we de snelheid.

Merk op dat Kwadrateren levert

en We vinden Em

Evenzo

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Neem verder aan dat de kinetische energiedichtheid lang klein blijft (dit voorkomt dat inflatie te snel ten einde

Neem verder aan dat de kinetische energiedichtheid lang klein blijft (dit voorkomt dat inflatie te snel ten einde

Voor elk van deze soorten energie en materie geldt dat er een verband tussen energiedichtheid en druk bestaat. Toestandsvergelijking volgt uit friedmannvergelijkingen

Voor elk van deze soorten energie en materie geldt dat er een verband tussen energiedichtheid en druk bestaat. Toestandsvergelijking volgt uit friedmannvergelijkingen

kosmologische roodverschuiving evenredig met schaalfactor Hoeveelheid materie constant (= A) en wordt niet omgezet naar andere soorten energie.. Heelal gedomineerd

Helium-4 heeft hoge bindingsenergie van 28 MeV Donkere materie niet relevant, want dynamica wordt door straling gedomineerd. Neutron- en protonvangst leidt tot 3 H en

Een algemene tensor is een som over eenvoudige tensorproduct tensoren Een tensor is een lineaire afbeelding van M 1 – vormen en N vectoren naar de reële getallen (zie

Tijd tussen twee gebeurtenissen verstrijkt het snelst voor een waarnemer die in rust is ten opzichte van deze gebeurtenissen: eigentijd.. Lat passeert waarnemer O’ (dus geldt