• No results found

Weergave van Moderne architectuur in de schaduw van het modernisme

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Weergave van Moderne architectuur in de schaduw van het modernisme"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Moderne architectuur in de schaduw van het modernisme

Vincent van Rossem

Inleiding

H o e w e l Giovanni Fanelli in 1968 met Architettura Moderna

in Olanda 1900-1940 e e n voor d i e tijd ruimhartige k e u z e h a d

gemaakt, d o m i n e e r d e o o k in zijn pionierswerk het m o d e r n i s ­ m e . ' D e A m s t e r d a m s e School, J.F. Staal en W.M. D u d o k kre­

gen aandacht, m a a r de grote lijn was toch H.P. Berlage en het functionalisme. Dit beeld van de bouwkunst in de twintigste e e u w was al in 1941 vastgelegd door Sigfried Giedion in zijn befaamde Space, Time and Architecture. Henry-Russell Hitch- cock heeft geprobeerd nuances aan te brengen met zijn hand­

b o e k Architecture Nineteenth & Twentieth Centuries. dat in 1958 verscheen, m a a r zijn overzicht w a s b e d u i d e n d m i n d e r toegankelijk voor de g e m i d d e l d e lezer dan het boek van G i e ­ dion. Z o verdween een groot deel van de historische werke­

lijkheid uit de architectuurgeschiedenis. Ook in Nederland.

D o o r de eenzijdige definitie van m o d e r n e architectuur w e r d het onmogelijk om tal van m o d e r n e g e b o u w e n als zodanig te h e r k e n n e n . De A m s t e r d a m s e Bijenkorf, om m a a r een voor­

beeld te n o e m e n , was een heel modern w a r e n h u i s , voltooid in 1913, m a a r het g e b o u w schittert door afwezigheid in Archi­

tettura Moderna. O o k talloze A m s t e r d a m s e k a n t o o r g e b o u w e n

zijn o p deze wijze onttrokken aan het blikveld van architec­

tuurhistorici. De banvloek die Berlage in 1900 had uitgespro­

ken over de neostijlen heeft de t o o n a a n g e v e n d e architecten van de negentiende eeuw lange tijd onzichtbaar gemaakt. In feite ontstond een volledig vertekend beeld van de Nederland­

se b o u w k u n s t in de negentiende en de twintigste eeuw.

I n m i d d e l s heeft P.J.H. C u y p e r s e e n w e r k e l i j k g r a n d i o z e c o m e b a c k gemaakt en ook over andere n e g e n t i e n d e - e e u w s e architecten wordt gepubliceerd. M a a r er is nog veel w e r k te doen om enig reliëf aan te brengen. Met n a m e het begin van de twintigste e e u w is een duistere periode. Of beter geformu­

leerd: de Beurs van Berlage verspreidt hier nog altijd een pro­

fetisch licht, w a a r d o o r het lijkt alsof een n i e u w hoofdstuk w a s a a n g e b r o k e n in de hoofdstedelijke architectuur. N i e t s w a s echter minder waar. De Bijenkorf is in het bovenstaande reeds g e n o e m d , en aan het Beursplein staat nog een gebouw- dat helemaal niet past in het officiële verhaal over m o d e r n e architectuur in Nederland: de Effectenbeurs van Jos. C u y p e r s , o o k voltooid in 1913. In feite w a s 1913 een rampjaar voor m o d e r n g e z i n d e a r c h i t e c t e n .

2

Het is niet moeilijk o m nog

honderden andere voorbeelden te n o e m e n . Dankzij het M o n u ­ m e n t e n Selectie Project zijn vele van d e z e o n t w e r p e n , m e t n a m e m o d e r n e k a n t o o r g e b o u w e n , zij het niet in de geest van Fanelli, op de rijksmonumentenlijst geplaatst.

3

E e n groot aan­

tal minder p r o m i n e n t e b o u w w e r k e n is vervolgens tot g e m e e n ­ telijk m o n u m e n t verklaard.

4

D e vraag rijst wat er eigenlijk aan de hand w a s in A m s t e r ­ dam. De Beurs van Berlage werd in kleine kring b e w o n d e r d , m a a r het was voor velen, onder wie belangrijke o p d r a c h t g e ­ vers, een v o l k o m e n onbegrijpelijk gebouw. In de financiële wereld had men een uitgesproken voorkeur voor classicisti­

s c h e v o r m e n t a a l . O o k k u n s t e n a a r s , i n t e l l e c t u e l e n en h e t A m s t e r d a m s e patriciaat waren niet vernieuwingsgezind. M e n had de modernisering van de stad sinds de opening van het N o o r d z e e k a n a a l in 1876 met t o e n e m e n d e wrevel aangezien en rond 1900 w a s de maat vol.

A m s t e r d a m rond 1900

De n i e u w e e e u w b e g o n in de hoofdstad met een eclatante nederlaag voor de profeten van de vooruitgang. Het plan van het g e m e e n t e b e s t u u r om de R e g u l i e r s g r a c h t te d e m p e n ten behoeve van de aanleg van een tramlijn stuitte op breed verzet onder de burgerij. De kunstenaar Jan Veth roerde in oktober 1901 de trom met zijn lezing Stedenschennis en al snel bleek dat hij niet alleen s t o n d .

5

Het Koninklijk O u d h e i d k u n d i g G e n o o t s c h a p richtte zich met een adres tot de gemeenteraad, de kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae liet van zich horen en ook het G e n o o t s c h a p A m s t e l o d a m u m , opgericht in april 1900, leverde een bijdrage aan deze deftige v o r m van burger­

lijke o n g e h o o r z a a m h e i d .

De Reguliersgracht bestaat gelukkig nog, m a a r de actie van Veth kon natuurlijk geen einde m a k e n aan de v o o r t g a a n d e v e r n i e u w i n g van het stedelijk b o u w w e r k . Voor de n i e u w e k a n t o o r g e b o u w e n aan de grachten moesten o u d e grachtenhui­

zen wijken en met de Woningwet van 1901 kreeg het g e m e e n ­ tebestuur de mogelijkheid, en misschien zelfs de plicht, o m actief aan ' k r o t o p r u i m i n g ' te d o e n . De z o g e n o e m d e krotten waren uitgewoonde huizen uit de zeventiende en de achttien­

de e e u w , d o o r g a a n s voorzien van fraaie g e v e l b e k r o n i n g e n . S o m s , m a a r lang niet altijd, waren d e z e o u d e h u i z e n o o k bouwvallig. D e Woningwet had geen oog voor wat wij tegen-

P A G I N A ' S

138-146

(2)

B U L L E T I N K N O B

2008-4

woordig m o n u m e n t a l e waarden n o e m e n en het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht aarzelde niet o m de wet toe te pas­

sen: w o n i n g e n w e r d e n o n b e w o o n b a a r v e r k l a a r d .

0

O u d e r e lezers kunnen zich dat bordje op de gevel misschien nog her­

inneren.

De ijver van de volkshuisvesters richtte al snel grote schade aan en huisjesmelkers begrepen ook wel dat een nieuw tijd­

perk w a s a a n g e b r o k e n , vaak n a m e n ze zelf initiatief tot nieuwbouw. Z o verdween in rap t e m p o een groot deel van het stedelijk b o u w w e r k in de puinschuit, inclusief het beeldhouw­

werk in zandsteen dat de gevels bekroonde. Deze aanslag op de oude stad werd al in 1909 gesignaleerd door het Genoot­

schap A m s t e l o d a m u m . Men richtte zich met een schrijven tot J.W.C. T e l l e g e n , de eerste d i r e c t e u r van het G e m e e n t e l i j k Bouw- en Woningtoezicht, om te wijzen op de teloorgang van het erfgoed. D e N V Stadsherstel bestond toen nog niet en de mogelijkheden, zowel technisch als financieel, om dergelijke ' k r o t t e n ' te b e h o u d e n w a r e n n o n - e x i s t e n t . A m s t e l o d a m u m drong e r o p aan o m bij sloop in elk geval de g e b e e l d h o u w d e gevelbekroningen te d o c u m e n t e r e n of veilig te stellen. Teile­

gen was geen doorsnee ambtenaar, d a a r o m werd hij ook bur­

gemeester van A m s t e r d a m in 1915, en gaf zijn inspecteurs op 26 april 1909 een instructie, een 'aanschrijving aan het perso­

n e e l ' . Hij steunde het initiatief van het g e n o o t s c h a p en gaf o p d r a c h t om b e d r e i g d e " o n d e r d e d e n van kunst- of althans historische w a a r d e " te melden, "schriftelijk of per telefoon", bij de architect G. van Arkel, die A m s t e l o d a m u m vertegen­

woordigde. Van Arkel was een b e k e n d e A m s t e r d a m s e archi- :ect met grote belangstelling voor het erfgoed.

O p 21 maart 1911 volgde een nieuwe instructie. "Hier ter ste­

d e " , aldus Tellegen, "heeft zich gevormd eene c o m m i s s i e zich n o e m e n d e De Commissie voor het Stadsschoon wier doel o.m. is d o o r teekeningen en fotografiën een beeld te bewaren van m e r k w a a r d i g e of mooie perceelen, perceelsgedeelten of nterieurs wanneer deze d o o r slooping of verbouwing verlo­

ren zullen g a a n " . De inspecteurs kregen opdracht om derge- ijke gevallen te melden aan Jan de Meijer. Zijn restauratie van het Huis aan de drie grachten, waarbij het historische huis ingrijpend werd gereconstrueerd, had in 1909 de toon gezet voor veel toekomstige restauraties in A m s t e r d a m .

7

De C o m m i s s i e v o o r het S t a d s s c h o o n

In Architectura van 18 maart 1911 stond een korte m e d e d e ­ ling over het ontstaan van de c o m m i s s i e . O p initiatief van het G e n o o t s c h a p A m s t e l o d a m u m waren afgevaardigden van een aantal verenigingen bijeen g e k o m e n "in het belang van het stadsschoon". Vertegenwoordigd waren: het Koninklijk O u d ­ h e i d k u n d i g G e n o o t s c h a p , de M a a t s c h a p p i j ter B e v o r d e r i n g van B o u w k u n s t , de k u n s t e n a a r s v e r e n i g i n g Sint L u c a s , de a r c h i t e c t e n v e r e n i g i n g A r c h i t e c t u r a et A m i c i t i a , de k u n s t e ­ naarsvereniging Arti et Amicitiae, de Katholieke Kunstkring ' D e Violier', en, uiteraard, A m s t e l o d a m u m . De doelstelling, was o m in n a u w e s a m e n w e r k i n g met B o u w - en Woningtoe­

zicht te redden wat er te redden viel, zoals Tellegen enkele dagen later aan zijn personeel schreef, maar in Architectura

volgde een belangrijke toevoeging. " D e c o m m i s s i e " , aldus de m e d e d e l i n g in het vakblad, "zal zich hiertoe intusschen niet beperken, maar ook invloed trachten te krijgen op de uitvoe­

ring van nieuwe werken, z o n d e r daarbij echter o p het terrein te k o m e n van d e r e e d s b e s t a a n d e S t e d e l i j k e S c h o o n ­ h e i d s c o m m i s s i e " .

8

Er was een goede reden om het werkterrein van de Schoon­

h e i d s c o m m i s s i e zorgvuldig te mijden. Deze c o m m i s s i e werd namelijk door de architectenverenigingen b e s c h o u w d als een essentieel instrument in de strijd om werkgelegenheid. Ont­

werpen die niet gemaakt waren door g e d i p l o m e e r d e architec­

ten, van de A c a d e m i e voor B o u w k u n s t of uit Delft, k e u r d e men systematisch af. Vele b o u w w e r k e n werden toen nog ont­

worpen d o o r eenvoudige b o u w k u n d i g e n , metselaars en tim­

merlui, zoals e e u w e n l a n g de praktijk was geweest. De gedi­

p l o m e e r d e architecten spraken in dit verband van 'onbevoeg­

d e n ' en streefden e r n a a r o m een e i n d e te m a k e n aan het bestaan van deze concurrerende b e r o e p s g r o e p . Het werkter­

rein van de Stedelijke S c h o o n h e i d s c o m m i s s i e w a s e c h t e r b e p e r k t tot b o u w t e r r e i n e n die d o o r de g e m e e n t e v e r k o c h t werden of in erfpacht uitgegeven. Althans na 1914, daarvoor waren de bevoegdheden van de c o m m i s s i e beperkt tot de def­

tige buurt rond het M u s e u m p l e i n . Pas na 1924 zou de c o m ­ missie alle b o u w a a n v r a g e n in de stad gaan b e o o r d e l e n .

9

In de o u d e binnenstad, waar de grond overwegend in particu­

lier e i g e n d o m was, had de S c h o o n h e i d s c o m m i s s i e dus niet veel werk, maar het voornemen van de C o m m i s s i e voor het Stadsschoon o m de "onbevoegden' te gaan assisteren bij hun w e r k . in goed overleg, geheel gratis en in het belang van het stadsbeeld, viel toch in slechte aarde. De architectenvereni­

gingen wensten niet meer officieel vertegenwoordigd te zijn in de d o o r A m s t e l o d a m u m g e c o n s t i t u e e r d e c o m m i s s i e . Zij voorzagen, met v o o r u i t z i e n d e blik, zo kan achteraf vastge­

steld worden, dat het bestaan van de ' o n b e v o e g d e n ' met de adviezen van b e k w a m e architecten nog langer zou voortdu­

ren. Er ontstond een gangbare en acceptabele oplossing voor n i e u w e w o n i n g b o u w in de binnenstad, die de S c h o o n h e i d s ­ c o m m i s s i e na 1924 niet meer met goed fatsoen kon afkeuren.

Deze moderne architectuur w a s zo goed als onzichtbaar, en heeft d a a r o m ook geen plaats gekregen in de architectuurge­

schiedenis van de twintigste eeuw.

De g e s c h i e d e n i s van d e C o m m i s s i e v o o r het S t a d s s c h o o n m o e t nog geschreven worden. In het A m s t e r d a m s e Stadsar­

chief wordt enig archiefmateriaal bewaard. Er heeft ooit een omvangrijk archief bestaan, met tekeningen, foto's, en andere d o c u m e n t a t i e , maar of en waar dit materiaal wordt bewaard is vooralsnog o n b e k e n d . J . P Mieras beschreef in het Bouwkun­

dig Weekblad van 1917 een "tentoonstelling van fotografiën

en teekeningen uit het werkarchief' van de c o m m i s s i e .

1 0

De foto's worden niet vermeld in de inventaris van het Stadsar­

chief.

Het eerste j a a r v e r s l a g , over 1915, geeft een goed beeld van de

w e r k z a a m h e d e n . O p 10 februari 1914 werden statuten en een

h u i s h o u d e l i j k r e g l e m e n t vastgesteld. De w e i g e r i n g van de

a r c h i t e c t e n v e r e n i g i n g e n o m officieel leden af te v a a r d i g e n

kon omzeild worden met 'vrije l e d e n ' . Verschillende architec-

(3)

I 4 Q

ten waren bereid o m op die wijze bij te dragen aan het w e r k van de c o m m i s s i e . Jan de Meijer participeerde in het d a g e - lijks bestuur, G. van Arkel, K.P.C. de Bazel, J.C. van Epen, J.W. Hanrath, A.J. Joling en B.J. O u ë n d a g waren lid. Bepaald geen kinderachtig gezelschap.

H e t verslag meldt dat B o u w - en Woningtoezicht 167 ' s l o o - p i n g e n ' r a p p o r t e e r d e . N a o n d e r z o e k ter p l a a t s e w e r d in 13 gevallen actie o n d e r n o m e n door de c o m m i s s i e . De resultaten waren niet b e m o e d i g e n d , m a a r het was toch een begin. Een belangrijk begin zelfs. M e n kon niet voorkomen dat de gevel van K e i z e r s g r a c h t 328 uit 1642, " e e n e e n v o u d i g t y p e van V i n g b o o n s - s t i j l " , werd v e r v a n g e n d o o r een m o d i e u s geval.

Het huis bleef ongewijzigd. Waterlooplein 90 en 92, g e b o u w d d o o r " Z o n e n van het O u d e Volk" in 5 4 2 0 ( 1 6 5 7 ) , w e r d e n afgebroken. D e schade aan Amstelveld 21 kon beperkt wor- den. D e eigenaar van Herengracht 59, uit 1659, bleek bereid o m af te zien van het plan o m een nieuwe gevel te b o u w e n . Het huis b e h o o r t tot de eerste a a n k o p e n van de Vereniging H e n d r i c k de Keyser. R o k i n 2, 6 en 9 0 v e r d w e n e n uit het stadsbeeld, net als Begijnehof 30 en 31 en Overtoom 5 9 5 . De n i e u w b o u w p l a n n e n voor N o o r d e r m a r k t 35 en 36 konden ver- beterd worden, m a a r het k w a m niet tot uitvoering. Over Prin- sengracht 749 en Dijkstraat 2 was de c o m m i s s i e n o g in onder- handeling. Prinsengracht 7 4 9 zou in de j a r e n vijftig "in oude trant" herbouwd worden. Dijkstraat 2 bestaat niet meer. Zelfs het adres is van de kaart geveegd.

De 'Van H o u t e n p a n d e n '

Het m e e s t opmerkelijk van de ' g e v a l l e n ' die de C o m m i s s i e voor het Stadsschoon in 1915 behandelde, is echter H a a r l e m - merdijk 142. Hier verrees het p r o t o t y p e van een n o o d g r e e p die later nog veel m e e r toegepast zou worden. N a lang aan- dringen waren de opdrachtgever en zijn ontwerper bereid o m de b o u w a a n v r a a g , gedateerd 16 augustus 1915, aan te passen.

D e eerste aanzet daartoe werd gegeven d o o r E. van Houten, adjunct-inspecteur B o u w - en Woningtoezicht. O p 22 septem- ber noteerde hij: "Er was nog geen werk van g e m a a k t de oude gevel te behouden. D o o r mij hiervoor bij den eigenaar aange- d r o n g e n " . Hij informeerde ook de C o m m i s s i e . " M e t zeer veel m o e i t e " , aldus het j a a r v e r s l a g , "is hier een gedeeltelijk succes bereikt. D e topgevel is namelijk b e h o u d e n , er zijn verschil- lende wijzigingen in het door o n b e v o e g d e handen g e m a a k t e o n t w e r p d o o r den e i g e n a a r en den b o u w k u n d i g e aanvaard.

Hierbij zijn wij in de gelegenheid geweest, op te merken hoe d o o r taktisch optreden het inzicht van den leek kan worden gewijzigd, en e n i g a r c h i t e c t o n i s c h b e g r i p h e m kan w o r d e n bijgebracht. Elk succes op dit gebied, hoe klein ook, is daar- o m verheugend".

Het ligt voor de hand dat Jan de Meijer als bezoldigd secreta- ris van het dagelijks bestuur de n o d i g e tijd aan dit geval heeft b e s t e e d . In het j a a r v e r s l a g w o r d t uitdrukkelijk gesteld: " d e C o m m i s s i e kan niet optreden als architect, dus zelf niet ont- werpen", maar De Meijer kon natuurlijk ook m o n d e l i n g ont- w e r p e n . Het advies o m de o o r s p r o n k e l i j k e L o d e w i j k X I V halsgevel te reconstrueren is duidelijk. Ook kreeg de ontwer-

B U L L E T I N K N O B

2008~4

Afb. 1. P.A.J. Scheelbeek, twee ontwerpen voor Haarlemmerdijk ¡42.

¡915. Links Plan A

per, P.A.J. S c h e e l b e e k , een b e k e n d e ' o n b e v o e g d e ' , de raad o m een andere b a k s t e e n te kiezen: niet een hardgele n a g e - perste steen m a a r e e n goed kleurige w a a l s t e e n . Liever n o g had d e C o m m i s s i e een L e i d s c h e of Utrechtsche steen gezien, m a a r dat w a s w a a r s c h i j n l i j k te duur. O o k details w e r d e n gewijzigd. De sierlateien moesten plaats maken voor eenvou- dige g e m e t s e l d e strekken, en de brede vensteropeningen met Franse balkons o p de m i d d e n a s v e r d w e n e n . De opdrachtgever voelde niets voor het gewijzigde ontwerp. " E i g e n a a r verlangt plan A". vermeldt de achterzijde van de tekening (afb. 1). Ver- volgens is een c o m p r o m i s tot stand g e k o m e n , de Franse bal- k o n s zijn u i t g e v o e r d , m a a r De Meijer heeft toch in veel opzichten zijn zin gekregen. De eigentijdse pui van de parter- re b e s c h o u w d e hij w a a r s c h i j n l i j k als e e n o n v e r m i j d e l i j k kwaad. De ironie van de geschiedenis wil dat de balkons later verwijderd zijn. Dat was waarschijnlijk g o e d k o p e r dan her- stel.

De krotopruiming in de binnenstad werd met harde hand voort-

gezet en zo k w a m e n er m e e r en meer toppen beschikbaar. Toch

duurde het enige tijd voordat het voorbeeld van Haarlemmer-

dijk 142 populair werd. Dit had waarschijnlijk te maken met

het beleid van de Schoonheidscommissie. Vanaf 1924 oordeel-

(4)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 8- 4 H I

III

mali

1

3

' « H M ^ _

wJrn P T I

L

Ëll IB

4/6- Egelantiersgracht 191-193-195, ongedateerd, vermoedelijk 1931 (foto E. van Houten)

de men over alle bouwaanvragen in de binnenstad. De C o m ­ missie voor het Stadsschoon fuseerde toen met de S c h o o n ­ heidscommissie en kon dus een zekere dwang uitoefenen om het ver- en herplaatsen van toppen te bevorderen. De samen­

stelling van de S c h o o n h e i d s c o m m i s s i e kreeg o o k een m e e r behoudend karakter. Jan de Meijer en Jan Gratama werden in 1933 door het avant-garde tijdschrift de 8 en Opbouw genoemd als de geestelijke vaders van een reactionair architectuurbe­

l e i d .

1 1

Maar o o k voor andere leden was het moeilijk, zo niet onmogelijk, om het herplaatsen van toppen af te keuren. Dat radicale standpunt werd alleen i n g e n o m e n d o o r de hardcore modernisten die in 'de 8' verenigd waren, zij weigerden conse­

quent o m "uitsluitend met lippenstift en p o e d e r d o o s te wer­

ken", zoals Ben Merkelbach het uitdrukte.

1 2

D e n i e u w e koers van de S c h o o n h e i d s c o m m i s s i e werd m a n i ­ fest in 1930 toen het ontwerp voor de Arbeiderspers aan het Hekelveld werd afgekeurd. J.W.E. B u y s en Joan B . Lürssen h a d d e n e e n min of m e e r m o d e r n i s t i s c h plan g e m a a k t . D e C o m m i s s i e w a s van mening dat "een g e b o u w van zóó uitge­

sproken rationalistische allure een dissonant zou beteekenen in de atmosfeer van A m s t e r d a m " . Alleen J.F. Staal had geen

bezwaar. Het advies werd niet overgenomen door het g e m e e n ­ t e b e s t u u r .

1 3

Tegelijkertijd startte e e n actief beleid o m m e e r o u d e toppen te herplaatsen. Van Houten, inmiddels bevorderd tot hoofdinspecteur, speelde hierbij een sleutelrol. In zijn bij­

d r a g e aan de ' H e e m s c h u t s e r i e ' , g e t i t e l d Amsterdamsche

Merkwaardigheden, m e m o r e e r t Van H o u t e n dat het eerste

succes van deze c a m p a g n e voltooid werd in 1933: Laurier­

g r a c h t 6 2 , hoek Eerste L a u r i e r d w a r s s t r a a t . '

4

D e v o o r b e r e i ­ d i n g : o n b e w o o n b a a r v e r k l a r i n g , s l o o p , n i e u w b o u w p l a n n e n , moet dus jaren eerder van start zijn gegaan. Bovendien k w a m vrijwel tegelijkertijd ook andere n i e u w b o u w met oude toppen g e r e e d . Het tijdschrift de 8 en Opbouw s i g n a l e e r d e begin

1933 n o g twee voorbeelden: aan de Reguliersgracht en op de hoek van de Korte en de L a n g e Houtstraat. Beide Houtstraten zijn reeds lang verdwenen, net als de H a a r l e m m e r h o u t t u i n e n en een deel van het H a a r l e m m e r p l e i n , maar Reguliersgracht 16 bestaat nog. "Gij zoudt het niet willen g e l o v e n " , s c h a m ­ perde de A m s t e r d a m s e avant-garde, " m a a r achter deze n i e u w - antieke gevel schuilt een staalskeletje".

1 5

De b o u w v e r g u n n i n g v o o r Egelantiersgracht 191-195 w a s al verleend in d e c e m b e r

1931 (afb. 2 en 3).

(5)

142

B U L L E T I N KNOB 2 O O 8- 4

AJb. 3. Egelantiersgracht ¡91-193-195. ongedateerd, vermoedelijk 1933 (foto E. van Houten)

Schriftelijk bewijs is v o o r a l s n o g niet v o o r h a n d e n , m a a r Jan de Meijer m o e t r o n d 1930 initiatief h e b b e n g e n o m e n , w e l - licht in overleg met c o l l e g a ' s in de S c h o o n h e i d s c o m m i s s i e , o m het streven van de C o m m i s s i e v o o r het S t a d s s c h o o n n i e u w leven in te b l a z e n . Van H o u t e n hield lijsten bij van b e s c h i k b a r e toppen en o n d e r h a n d e l d e met de e i g e n a r e n van o n b e w o o n b a a r v e r k l a a r d e w o n i n g e n . " M e e s t a l " , zo schrijft hij in Amsterdamsche Merkwaardigheden, blijven de toppen o p de plaats waar ze b e h o r e n , evenals de gevelsteenen. " D e stedelijke s c h o o n h e i d s c o m m i s s i e verleent hiervoor krachtige h u l p en m e d e w e r k i n g " .1 6 Dit laatste was natuurlijk essentieel.

Van H o u t e n kon opdrachtgevers garanderen dat n i e u w b o u w - plannen met een o u d e top zonder enig p r o b l e e m g o e d g e k e u r d z o u d e n w o r d e n . O m a l l e r l e i r e d e n e n van p r a k t i s c h e aard m o e s t e n toch ook vele toppen verplaatst w o r d e n , m a a r dat w a s v o o r de C o m m i s s i e e v e n m i n e e n r e d e n om kritisch te zijn.

Het lukte Van H o u t e n niet altijd o m een top bij s l o o p en n i e u w b o u w te h e r p l a a t s e n . S o m s w a s daar g e e n a a n l e i d i n g t o e , o m d a t d e top van het o n b e w o o n b a a r verklaarde b o u w - werk r e e d s lang v e r d w e n e n w a s , en o p d r a c h t g e v e r s k o n d e n natuurlijk niet verplicht w o r d e n om een top te herplaatsen. Z o ontstond een standaardformule voor m o d e r n e w o n i n g b o u w in de binnenstad z o n d e r o u d e top. O o k die o n t w e r p e n vond de S c h o o n h e i d s c o m m i s s i e heel aanvaardbaar. J.H. S c h e e r b o o m w a s een m e e s t e r in dit genre, zij het ook ' o n b e v o e g d ' . E g e - lantiersgracht 191-195, een vroeg voorbeeld van n i e u w b o u w

met oude toppen w a s van zijn hand, m a a r hij o n t w i e r p ook n i e u w b o u w z o n d e r t o p p e n , z o a l s de n i e u w e hoek van d e Palmgracht en de B r o u w e r s g r a c h t , min of meer o v e r e e n k o m - stig het gesloopte m o n u m e n t . Westerstraat 111-117, een groot blok woningen met winkels uit 1938, is ook een goed voor- beeld, het vormt een markant e n s e m b l e met de tegenoverlig- g e n d e s t r a a t h o e k aan de E e r s t e A n j e l i e r s d w a r s s t r a a t van J.

Dunnebier, die overigens wel ' b e v o e g d ' w a s .

S c h e e r b o o m b o u w d e ook N o o r d e r m a r k t 3 5 - 3 6 , in een gevel- w a n d die bij uitstek g e t u i g t van p r a k t i s c h e zorg v o o r het stadsschoon (afb. 4 ) . H e t o n t w e r p van S c h e e r b o o m uit 1935, met twee tuitgevels, is neutraal en beschaafd. Jan de Meijer had twintig j a a r eerder al aandacht besteed aan d e z e locatie en het n i e u w e b o u w p l a n kon h e m blijkbaar wel b e k o r e n . De r i j k s m o n u m e n t e n op beide h o e k e n zijn aardig m a a r b e p a a l d niet bijzonder. De n e g e n t i e n d e - e e u w s e gevel naast de linker- hoek m a g banaal g e n o e m d w o r d e n , storend is deze e e n v o u d i - ge architectuur echter nooit. Van H o u t e n heeft eind j a r e n der- tig een b i j d r a g e g e l e v e r d a a n de m o d e r n i s e r i n g van d e z e gevel w a n d d o o r de feestelijke top uit 1727 rechts van de gevel uit de n e g e n t i e n d e e e u w te herplaatsen (afb. 5 en 6). H o e w e l de ramen a n d e r s suggereren, kon hij natuurlijk niet voorko- men dat de v e r d i e p i n g h o o g t e n gestandaardiseerd w e r d e n . H e t m o d e r n e kozijnhout w a s eveneens onvermijdelijk. Tegelijker- tijd werd o o k het b e l e n d e n d e b o u w w e r k v e r n i e u w d , het gaat in feite om één ontwerp, en het is evident dat het o o r s p r o n k e - lijke beeld op aandringen van Van H o u t e n zo goed mogelijk in stand werd g e h o u d e n . Men kan kritisch zijn, m a a r dit was stadsvernieuwing op een niveau dat later nooit meer g e ë v e - naard is.

Eelke van H o u t e n ( 1 8 7 2 - 1 9 7 0 ) was een gedreven ambtenaar.

H e t j u i s t e a a n t a l 'Van H o u t e n p a n d e n ' is o n b e k e n d . E r bestaan verschillende lijsten die u i t e e n l o p e n d e aantallen n o e - m e n . Het A m s t e r d a m s e B u r e a u M o n u m e n t e n & A r c h e o l o g i e heeft kort g e l e d e n een inventarisatie g e m a a k t en telde 2 0 5 resterende e x e m p l a r e n . Van Houten deed echter meer dan top- pen her- en verplaatsen. Hij was actief in de Bond H e e m s c h u t en in de Vereniging A m s t e l o d a m u m , ook d e e d hij o n d e r z o e k naar oude g e b o u w e n en p u b l i c e e r d e daarover. Zijn b e k e n d s t e wapenfeit w a s de heruitgave in 1922 van het G r a c h t e n b o e k van C a s p a r Philips uit 1 7 6 8 - 1 7 7 1 , door h e m voorzien van een u i t v o e r i g e i n l e i d i n g .1 7 O p 6 j a n u a r i 1970 gaf het Algemeen Handelsblad een b o n d i g e m a a r treffende s a m e n v a t t i n g v a n zijn verdiensten voor A m s t e r d a m : " M e t d e heer Van H o u t e n is een van de pioniers, die zich beijverden voor het b e h o u d en het bevorderen van stadsschoon h e e n g e g a a n " (afb. 7 en 8).

Van H o u t e n s t o n d niet alleen. Hij w e r d v o o r a f g e g a a n d o o r een eerdere generatie pioniers, onder wie natuurlijk Victor de Steurs, de ware pionier, m a a r ook architecten als G. van Arkel en A.W, W e i s s m a n .1 8 Zijn collega C. Visser bij het G e m e e n t e - lijk B o u w - en W o n i n g t o e z i c h t zette zich o o k in v o o r het b e h o u d van het s t a d s s c h o o n . Visser heeft veel werk g e d a a n v o o r de V e r e n i g i n g H e n d r i c k de Keyser. D e architect A . A . Kok r e s t a u r e e r d e in A m s t e r d a m en s p e e l d e een t o o n a a n g e - v e n d e rol in de B o n d H e e m s c h u t . A a n Jan de Meijer is in het b o v e n s t a a n d e al a a n d a c h t besteed. M e d e o n d e r zijn invloed

(6)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 8 - 4

Afb. 4. Noordermarkt 34-43 (nummering gaat van rechts naar links), omstreeks 2000 (foto auteur)

koos de S c h o o n h e i d s c o m m i s s i e g e d u r e n d e de j a r e n dertig voor een u i t g e s p r o k e n b e h o u d z u c h t i g e koers in de b i n n e n - stad. Een koers w a a r v o o r o v e r i g e n s al in 1916 w a s gepleit door C.B. P o s t h u m u s Meyjes senior, een verstandige architect voor w i e e l k e v o r m van r a d i c a l i s m e a n a t h e m a w a s .

| y

D e Meijer werd niet alleen gesteund, zoals Merkelbach in 1933 s u g g e r e e r d e , d o o r Jan G r a t a m a , die m e t recht r e a c t i o n a i r genoemd kon worden. O o k W.M. Dudok, J.M. van Hardeveld en Albert B o e k e n steunden het beleid. Boeken had bedenkin- gen, want hij was zelfs lid geweest van "de 8 ' , maar in zijn Dgen w a s er geen betere oplossing voor b o u w e n in de Amster- d a m s e b i n n e n s t a d .

2 0

Van H a r d e v e l d w o r d t d o o r F a n e l l i genoemd als een architect van de A m s t e r d a m s e School, m a a r hij was zijn carrière begonnen met b e t o n w o n i n g e n in Brussel en R o t t e r d a m .

2 1

D u d o k m a a k t e m o d e r n e architectuur, m a a r l e t m o d e r n i s m e was hem v r e e m d .

E e n terugblik

Eind 1940 verscheen een reeks artikelen in het Bouwkundig

Weekblad die terugkeek o p het welstandsbeleid van de j a r e n

dertig. Boeken beet de spits af, met ' B o u w e n en restaureren n O u d - A m s t e r d a m ' , op basis van een voordracht voor Archi-

tectura et A m i c i t i a .

2 2

De h i s t o r i s c h e b i n n e n s t a d v o r m d e in zijn ogen een p r i m a i r gegeven, dat leidend zou moeten zijn v o o r het beleid van de S c h o o n h e i d s c o m m i s s i e . Hij b e s t e e d - de veel a a n d a c h t e e n de s t e d e n b o u w k u n d i g e kwaliteit van de g r a c h t e n g o r d e l , die e e u w e n l a n g v e r a n d e r i n g e n had k u n - nen a b s o r b e r e n z o n d e r zijn k a r a k t e r te verliezen. M a a r d e g r e n s van het mogelijke was wel bereikt, n o g m e e r b o u w v o - l u m e zou o n h e r s t e l b a r e s c h a d e a a n r i c h t e n . En o o k de r e s t e - r e n d e detaillering van het historische beeld mocht niet ver- der v e r s c h r a l e n , dat zou leiden tot " a l g e h e e l e n o n d e r g a n g van het s t a d s b e e l d " . Toch m e e n d e B o e k e n dat " h e t t e r u g - b r e n g e n in e e n o u d e n v e r d w e n e n t o e s t a n d " niet de j u i s t e b e n a d e r i n g w a s bij r e s t a u r a t i e s . M e t n a m e de a c h t t i e n d e - e e u w s e r o e d e v e r d e l i n g , het h a n d e l s m e r k van A . A . K o k , achtte hij ' g e k u n s t e l d ' .

Vervolgens werd het ' t o p p e n g e s o l ' ter s p r a k e g e b r a c h t . B o e -

ken kwalificeerde de d o o r s n e e nieuwbouw' als volgt. " H o o g -

stens ontstaat iets dat o p zijn b e s t net het peil bereikt, dat

het op grond van de w e l s t a n d s b e p a l i n g niet m e e r g e w e e r d

kan w o r d e n : een neutraal geval, z o n d e r in het oog l o o p e n d e

leelijkheid, net redelijk van k l e u r en v e r h o u d i n g , m a a r o o k

z o n d e r iets p o s i t i e f s " . En hij m o e s t b e k e n n e n dat het her-

p l a a t s e n van een o u d e t o p , hoe verwerpelijk ook, toch tot

(7)

144

B U L L E T I N * K N O B 2 O O 8- 4

Aß. 5. Noordermarkt 37-40. 1936 (foto E. van Houten)

een beter resultaat leidde. " O m o p hun m a n i e r bij te dragen tot het s t a d s s c h o o n , en ook o m af te zijn van het m a k e n van het e e n i g e g e v e l g e d e e l t e , dat t o c h iets van v o r m h e b b e n m o e t , n a m e l i j k het b o v e n g e d e e l t e , n e m e n d e z e o n t w e r p e r s dikwijls hun t o e v l u c h t tot het a a n b r e n g e n van o u d e g e v e l b e ­ k r o n i n g e n of g e v e l t o p p e n afkomstig van g e s l o o p t e p e r c e e - len. Ja, zulk e e n o p l o s s i n g is d a n m e e s t a l o p zichzelf iets b e t e r te a a n v a a r d e n d a n de h o u t e r i g e b e k r o n i n g of griezelig harde g e v e l t o p p e n , tot w e l k e zij op e i g e n kracht z o u d e n zijn g e k o m e n . Dat dit e v e n w e l niet de o p l o s s i n g van het inder­

d a a d belangrijke v r a a g s t u k van de v e r v a n g i n g van v e r o u d e r ­ d e p e r c e e l e n is, behoeft hier wel g e e n b e t o o g " .

Van Hardeveld was het in grote lijnen eens met B o e k e n , m a a r in zijn nuchtere artikel werd de essentie van het probleem nog wat scherper geformuleerd. Naar zijn mening w a s de binnen­

stad als geheel een m o n u m e n t , een nationaal m o n u m e n t zelfs, de titel van het artikel gaf dat duidelijk aan: ' A m s t e r d a m als m o n u m e n t ' .2 3 In 1940 was die visie op de historische binnen­

stad nog niet gangbaar. In zijn c o m m e n t a a r op de g e m e e n t e ­ lijke m o n u m e n t e n l i j s t had J.F. S l o t h o u w e r al g e s u g g e r e e r d dat de g r a c h t e n w a n d e n als geheel interessanter waren dan een aantal bijzondere g r a c h t e n h u i z e n .2 4 Van Hardeveld ging nog een stap verder. M e t de gemeentelijke m o n u m e n t e n v e r o r d e ­ n i n g van 1926 e n de o m v a n g r i j k e Voorloopige Lijst der

Ajb. 6. Noordermarkt 37-40. 1939. Geheel rechts het ontwerp van J.H.

Scheerboom (foto E. van Houten)

Nederlandse Monumenten voor de Gemeente Amsterdam uit 1928 w a s er een begin van b e s c h e r m i n g voor het werkelijk m o n u m e n t a l e erfgoed in de binnenstad. "Niet de grote hee­

renhuizen", stelde hij vast, " d o c h de kleinere en smalle w o o n ­ huizen baren dus, bij het b e h o u d van A m s t e r d a m s oude stad de m e e s t e zorg".

D e z e analyse leidde natuurlijk linea recta naar het werk van Van Houten. Van Hardeveld was zich terdege bewust van de kritiek op het ' t o p p e n g e s o l ' , maar hij was, n o g meer dan B o e ­ ken, g e n e i g d o m de v o o r d e l e n van d e z e n o o d o p l o s s i n g te b e k l e m t o n e n : "het toepassen van o u d e topgevels op een nieu­

w e n of v e r n i e u w d e o n d e r b o u w heeft d u s in ieder geval het voordeel, dat h i e r m e e tot het behoud van dat levendige, pitto- resque silhouet, en d a a r m e e tot een integreerend bestanddeel van de sfeer der o u d e stad wordt bijgedragen". Van de ' o n b e ­ v o e g d e n ' , stelde Van Hardeveld vast, kon redelijkerwijs niets verwacht w o r d e n , zodat het: " o n d e r die o m s t a n d i g h e d e n van wijs beleid m o g e getuigen, o m , inplaats van p r o b e e r s e l s van bedenkelijk gehalte, m e n i g e fraaie authentieke hals- of klok- gevel, of m e n i g e stijlvolle v e r h o o g d e kroonlijst, het ging bij­

na steeds o m de betere voorbeelden, weer hun functies in het stadsbeeld te d o e n vervullen".

A n d e r s d a n Boeken maakte Van Hardeveld onderscheid tus­

sen de 'Van houten p a n d e n ' : in zijn ogen w a r e n er meer en

(8)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 8 - 4

Afb. 7. Keizersgracht 464-Leidsegracht 29, ongedateerd (foto E. van Houten)

m i n d e r geslaagde voorbeelden. Leidsegracht 57 b e s c h o u w d e hij als een goed voorbeeld, het blokje e t a g e w o n i n g e n met drie o u d e toppen aan de P a l m g r a c h t kreeg geen v o l d o e n d e . Het beeld van m e e r d e r e 'Van Houten p a n d e n ' naast elkaar, zoals aan de R o z e n g r a c h t en in de Rozenstraat, beviel h e m even- m i n . O o k zestig j a a r later begrijpt de w a a r n e m e r nog heel g o e d wat hij b e d o e l d e , al verschuift dit esthetisch o o r d e e l l a n g z a a m naar architectuurhistorische waardering. Hetzelfde geldt voor de restauraties die bekritiseerd worden. Het artikel was geïllustreerd met vele d u o afbeeldingen: oud en nieuw, waarbij de 'Van Houten p a n d e n ' al dan niet moedwillig ver- m e n g d w e r d e n m e t r e s t a u r a t i e s . S o m s zijn de v e r s c h i l l e n moeilijk zichtbaar. " I n t u s s c h e n " , aldus Van Hardeveld, " h o e - d e men zich voor overdrijving".

N a zijn g e n u a n c e e r d e o o r d e e l o v e r d e n i e u w b o u w in de A m s t e r d a m s e b i n n e n s t a d k w a m Van H a r d e v e l d tot e e n o p m e r k e l i j k e c o n c l u s i e . T e r w i j l B o e k e n n o g d a c h t d a t a r c h i t e c t e n in staat z o u d e n zijn o m n i e u w e l u i s t e r t o e t e v o e g e n a a n de o u d e l u i s t e r , p l e i t t e hij v o o r e e n a n d e r e o p l o s s i n g . " M i s s c h i e n k o m t m e n met mij t o c h w e l tot de o v e r t u i g i n g dat het g e w e n s c h t is in het b e h o u d v a n h e t s t a d s s c h o o n van A m s t e r d a m straffe m a a t r e g e l e n te n e m e n . Ik h e b d e n i n d r u k dat men te s p o e d i g tot b o u w v a l l i g h e i d van een huis c o n c l u d e e r t en tot s l o o p e n o v e r g a a t " . K o r t o m ,

Afb. 8. Keizersgracht 464-Leidsegracht 29, foto E. van Houten, 1936 (foto E. van Houten)

d e t o e k o m s t v a n de b i n n e n s t a d w a s e e n o p g a v e v o o r de m o n u m e n t e n z o r g . O n g e t w i j f e l d h e b b e n vele l e z e r s dit d e s - tijds g e ï n t e r p r e t e e r d a l s e e n b e h o u d z u c h t i g e o p l o s s i n g . M a a r a n n o 2 0 0 8 is w e l d u i d e l i j k dat m o n u m e n t e n z o r g o n m i s k e n b a a r d e e l u i t m a a k t van de m o d e r n e b o u w k u n s t . D e v i s i e v a n d e C o m m i s s i e v o o r het S t a d s s c h o o n liep in v e e l o p z i c h t e n v o o r u i t o p h e d e n d a a g s e o p v a t t i n g e n . M e t d e o n d e r g a n g van het m o d e r n i s m e is d e h o o p o p n i e u w e l u i s t e r v o o r g o e d v e r v l o g e n . D e t o e k o m s t i g e o p g a v e is g e l e g e n in het h e r g e b r u i k van o u d e g e b o u w e n .

Van H a r d e v e l d b o u w d e zelf in 1939 een n i e u w k a n t o o r g e - b o u w in de binnenstad van A m s t e r d a m : Keizersgracht 11-13 (afb. 9 ) . Het o n t w e r p voegt zich rustig in de g r a c h t e n w a n d . Architectuurhistorici n o e m e n dat, bij gebrek aan een betere t e r m , h i s t o r i s e r e n d e architectuur. M a a r het is g e w o o n een m o d e r n k a n t o o r g e b o u w uit 1939. Wie de boeken van J.H.W.

L e l i m a n nog e e n s doorbladert, over het m o d e r n e landhuis en het s t a d s w o o n h u i s , begint zich af te vragen of dat dan alle- maal aangeduid moet worden als historiserende a r c h i t e c t u u r .2 5

En ook B o e k e n , Van den B r o e k en Friedhoff gaven in 1956 met Nederlandse Architectuur e e n b e e l d van d e t w i n t i g s t e e e u w waarin m o d e r n e architectuur nog heel gevarieerd w a s .2 6 D e z e belangrijke b r o n n e n zijn alleen bij het antiquariaat ver-

(9)

146

B U L L E T I N K N O B 2 O O 8- 4

Afb. 9. Keizersgracht ¡1-13 (foto Han van Gooi. BMA Amsterdam)

krijgbaar en pittig geprijsd. Misschien wordt het tijd voor een n i e u w e en o n g e r e t o u c h e e r d e architectuurgeschiedenis.

Noten

' G. Fanelli, Moderne architectuur in Nederland 1900-1940, 's-Gra- venhage 1978 [Firenze 1968].

2 M. Bock, 'Architectuur tussen Berlage en de Amsterdamse School, J. de Vries (red.), Nederland ¡913, een reconstructie van het cultu- rele leven, Amsterdam/Haarlem 1988, 117-131; V. van Rossem, ' D e stad gebouwd. De oude binnenstad vernieuwd', M. Bakker e.a.

(red.), Amsterdam in de tweede Gouden Eeuw, Bussum 2000. 36-58.

3 'Omdat de vormen goed gekozen zijn'. Gemeenteblad 2 juni 1999, afd. 1, bijlage F.

4 Het Gemeentelijk Monumentenproject Amsterdam Centrum.

Gebouwd tussen 1850 en 1940, Amsterdam 2007.

5 J. Veth, Stedenschennis, Amsterdam 1901.

6 V. van Rossem, 'Uitgewoond', J. Gawronski, F. Schmidt en M.-Th.

van T h o o r (red.), Amsterdam Monumenten & Archeologie 4, Amsterdam 2005, 20-29.

7 M. Haaksman, 'De restauraties van Jan de Meijer en A.A. de Kok'.

Bulletin KNOB 104(2005), 10-21.

s 'Stadsschoon', Architectura 19(1911), 8 8 .

9 D. Baaiman, Architectenstand en welstand. Amsterdam 1982, doc- toraalscriptie Vrije Universiteit.

1 0 J.R Mieras, 'Tentoonstelling van fotografíen en teekeningen uit het werkarchief', Bouwkundig Weekblad 38(1917), 255-256.

1 1 B. Merkelbach, "Het Nieuwe Bouwen en de schoonheidscommis- sies', de 8 en Opbouw 4(1933), 78-80.

>2 Merkelbacht 1933, 79.

1 3 A.J. van der Steur, 'Van het Hekelveld', Bouwkundig Weekblad 51(1930), 65-68.

1 4 E. van Houten, Amsterdamsche Merkwaardigheden, Amsterdam 1942, Heemschutserie deel 14, 38.

I ? K. Limperg, 'Monumentenzorg?', de 8 en Opbouw 4(1933), 7 1 - 7 1 .

1 6 Van Houten 1942, 37.

1 7 De Van Houten versie uit 1922 is zeer zeldzaam. Een courante her- druk is: Grachtenboek. Naar de oorspronkelijke tekeningen van Caspar Philips Jacobszoon. Te Amsterdam plusminus ¡767.

Geschied-Bouwkundige beschrijvingen door E. van Houten. Oud- hoofdinspecteur van Bouw- en Woningtoezicht te Amsterdam, Stads- drukkerij van Amsterdam 1962.

5S G. van Arkel. Architect te Amsterdam, Bibliotheek voor de moderne Hollandse architectuur, Bussum 1917; M. Brekelmans, 'Hollandse Renaissance als bron van de Nieuwe Kunst. Analyses van de gebou- wen van G. van Arkel (1858-1918) en H.P. Berlage (1856-1934), architecten te Amsterdam, Bulletin KNOB 88(1989), 2 2 - 4 1 ; C.P.

Krabbe en J. Smit. 'Doeltreffende schoonheid. Adriaan Willem Weissman en Lizzy Cottage', Bulletin KNOB 106(2007), 179-200.

1 9 C.B. Posthumus Meyjes, 'Het typische karakter onzer oude steden en de taak der s c h o o n h e i d s c o m m i s s i e ' . Bouwkundig Weekblad 37(1916), 2 4 9 - 2 5 1 .

2 0 M.Bock e.a., Van het Nieuwe Bouwen naar een Nieuwe Architec- tuur: Groep 32, Den Haag 1983.

2 1 J.M. van Hardeveld, 'Ontwerp voor vier betonwoningen te Brussel', Bouwkundig Weekblad 43(1922), 4 0 9 - 4 1 1 ; A.H. Sweys, 'beton- bouw te Rotterdam', Bouwkundig Weekblad 46(1925), 138-141.

2 2 A. Boeken, 'Bouwen en restaureren in Oud-Amsterdam', Bouwkun- dig Weekblad 61(1940), 279-287.

2 3 J.M. van Hardeveld, 'Amsterdam als m o n u m e n t ' . Bouwkundig Weekblad 61(1940), 299-306.

2- D . F Slothouwer, 'De lijst ingevolge de monumentenverordening van Amsterdam', Bouwkundig Weekblad 56(1935), 213-217.

2 5 J.H.W. Leliman en K. Sluyterman, Het Moderne Landhuis in Neder- land, Den Haag 1916, tweede en vermeerderde druk 1917, derde herziene en veelvermeerderde druk bewerkt door K. Sluyterman en A.J. van der Steur 1922; J.H.W. Leliman, Het Stadswoonhuis in Nederland gedurende de laatste 25 jaren. Den Haag 1920, tweede herziene en veelvermeerderde druk, door A.J. van der Steur, 1924.

De boeken van Leliman waren bij opdrachtgevers populair als voor- beeldenboeken. Zie: J.P. Mieras. 'Ontvangen boekwerken', Bouw- kundig Weekblad 43(1922), 154.

2 6 A. Boeken e.a., Nederlandse Architectuur. Uitgevoerde werken van bouwkundige ingenieurs, Amsterdam 1956.

Met dank aan Geert van Nieuwstadt voor het archiefwerk. Bij het schrijven van dit artikel is gebruik gemaakt van de scriptie Herge- bruik historisch bouwmateriaal in Amsterdam door Patrick Bosman, IGO/bouwkunde, Utrecht 2008.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Simpel gezegd, de profetische boodschap mag niet in strijd zijn met de kennis van Gods Woord en van de waarheid die door de andere leden van de vergadering wordt vastgehouden..

Perspectieftekeningen van het nieuwe gebouw voor het Hoofdbestuur van de PTT in Den Haag (privé-archief Bremer, Laag Soeren en archief Hoofdbestuur van de PTT: 1940)

Dat de bisschop de toren aan het Utrechtse kapittel en de stad 'ontnam' om deze aan Amersfoort te geven (p. 5), lijkt mij een ongelukkige formu- lering: niet alleen bleef de

Het gebonden stel- sel met zesdelige ribgewelven over twee tra- veeën (St. Aposteln en St. Kunibert in Keu- len, Zutphen, Limburg an der Lahn), de drie- of vierdelige wandopbouw

Het maai- veld wordt nauwelijks meer ervaren als deel van het oorspronkelijke landschap, zelfs niet in de groengebieden van de stad die door inrichting en beheer zijn losgemaakt van

Niet al- leen werd het arkel-torentje evenals de bijzondere hoekoplossing aan de vooraf- gaande traditie ontleend, de rationele ver- menging van Gotische en

voorverkoopadressen. U2 was vier jaar geleden voor het laatst live in ons land te zien tijdens drie spectaculaire concerten in het Gelredome naar aanleiding van de Elevation Tour.

Malengier is duidelijk verguld met mijn consta- tering: ‘Het is de taak van een architect om iets te ontwerpen waar mensen zichzelf in stilte en leegte terug kunnen vinden..