• No results found

Ultrasone metingen in vloeistoffen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ultrasone metingen in vloeistoffen"

Copied!
65
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tijdschrift van het N ederlands Radiogenootschap

Juli 1951 D eel X V I No 4

Ultrasone metingen in vloeistoffen

door C. E. M ulders

Nat. Lab. P.T.T.

Voordracht gehouden voor het Nederlands Radio Genootschap op 30 M aart 1951.

S U M M A R Y

This p a p e r w a s read before the „ N e d e rla n d s R a d io g e n o o tsc h a p ” on -March 30, 1951. It gives a short survey of ultrasonic investigation in liquids, as an introduction to a su b se q u en t lecture by Prof. W illis Jackson.

„ U ltrasonic m easurem ents on liquids over the fre q u en cy -ran g e from 1 0 0 k c /s to 100 M c /s .”

1

. Inleiding.

H e t menselijk gehoororgaan is in s ta a t d ru k v ariaties in de omringende atm osfeer als geluid w a a r te nemen, mits de fre ­ quenties van deze variaties binnen een in terv al van ca 20-15.000 H z liggen. D it frequentiegebied heeft dus door de eigenschappen van het menselijk gehoororgaan bijzondere betekenis ; w a t b e tre ft het physisch k a r a k te r d er o ptredende verschijnselen zijn deze grenzen echter van geen belang. D it blijkt reeds uit h e t feit, d a t zij van mens to t mens verschillen ; v erd er hebben vele dieren gehoororganen en geluid-producerende organen, die to t veel hogere frequenties w erk zaam zijn, zoals vleermuizen, sommige vissen, garnalen etc. Tegenw oordig beschikt men over mogelijk­

heden om periodieke dichtheidsvariaties van dezelfde a a rd als geluid op te w ek k en en w a a r te nemen to t v er boven de h o o r­

b a re frequenties, in gassen zowel als in vloeistoffen en vaste stoffen. D it zgn. ultrageluid1) vindt belangrijke technische en w etenschappelijke toepassingen. Principieel b e s ta a t er echter

*) T eg en w o o rd ig houdt men zich in publicaties algemeen aan de benam ing ultrageluid-ultrasonics-ondes ultrasonores-U ltraschall, n a a r analogie van u ltra ­ violet. D e benam ingen suprasoon-supersonic hebben b etrek k in g op v e r ­ schijnselen, die zich afspelen bij snelheden groter d an de v o o rtp lan tin g s­

snelheid van het geluid (vliegtuigen, projectielen e.d., dus ultra -> frequenties en su p er -*■> snelheden).

(2)

156 C. E. Mulders geen verschil tussen geluid en ultrageluid en in de meeste ge­

vallen heeft h et geen zin, hiertussen onderscheid te maken.

In iedere geluidsgolf voeren de m ateriele deeltjes van h et medium bew egingen uit om een evenw ichtsstand, w aarm ed e periodieke druk- en dichtheidsvariaties van de m iddenstof ge­

p a a rd gaan. D eze processen zullen door de snelheid d er v ariaties adiabatisch verlopen, zo d at bij de periodieke expansie en com­

pressie d er volume-elementjes te m p e ra tu u rv a ria ties van dezelfde frequenties zullen optreden. D it beeld blijft geldig to t de hoogste te bereiken frequenties van enige honderden M H z .

2. Opwekking en waarneming van ultrageluid.

In de la a ts te tijd zijn, vooral voor technische toepassingen,

x AS

■— t ---

1

---

1

--- i -

1-4 — 4.— t— 1_- a

Fig. 1.

a. D iktetrilling van een X snede. D e o p p erv la k k en trillen in ieder p u n t m et gelijke fase in de richting van de dikteafm eting

v an het kristal.

b. A m plitude van de bew eg in g in de Ar richting als functie van x voor de grondtrilling.

c. Als b voor de 3e harm onische.

een re sp e cta b e l a a n ta l mogelijkheden voor de opw ekking van ultrageluid ontw ikkeld, doch voor de hier te b esp rek en w e te n ­ schappelijke toepassingen is h et piëzoelectrische k ristal (voor­

namelijk k w a rts ) de voornaam ste geluidsbron.

U it het k w a rts k r is ta l w o rd t loodrecht op de kristallografische X as een p la a t gesneden (een X snede) die op boven- en ondervlak van electroden w o rd t voorzien. W a n n e e r hiertussen een w issel­

spanning w o r d t aangelegd zal het k rista l bij zekere frequentie een mechanische trilling gaan uitvoeren, w aarbij de bew eging van het o p pervlak gelijkfasig in de dikterichting van h et k ristal p la a ts vindt. D e am plitude van de bew eging als functie van ,r is in fig. l b aangegeven. W o r d t dit k rista l in een gas of vloei-

x a s x AS

(3)

Ultrasone metingen in vloeistoffen 157 stof opgesteld of tegen een vaste stof gekit, dan zullen d aarin geluidsgolven u itg estraald w orden.

V o o r een k w a rts k ris ta l v an 3 mm. dikte zal een mechanische resonantie bij een frequentie van

1

M H z optreden. D e reso- nantiefrequentie is om gekeerd evenredig m et de dikte van h et kristal, zo d at voor een

0,1

mm. dik k rista l de resonantie bij 30 M H z zal liggen. D u n n ere kristallen zijn practisch niet m eer te han teren . H o g ere frequenties kunnen b ereik t w o rd en door gebruik te m aken van het feit, d a t ook de oneven harm onischen van de genoemde diktetrilling aan g esto ten kunnen w o rd en (fig. lc).

E en k w a rts k ris ta l van 3 mm. kan dus behalve bij

1

M H z ook als geluidsbron bij 3, 5, / enz. M H z geb ru ik t w orden, echter m et steeds verm inderende am plitude bij gegeven electrische spanning.

D o o r dunne kristallen in hoge harm onischen te doen trillen k a n men to t enige h o nderden M H z ultrageluid van een voor proeven b ru ik b are energie opw ekken.

U ltrag elu id kan w aargenom en w o rd en en de intensiteit ervan gemeten w o rd en door middel van :

a. de piëzoelectrische microfoon, b. de meting van de stralingsdruk, c. optische m ethoden.

a. De piëzoelectriocbe micro Joon.

W a n n e e r een hierboven b esproken k w a rts k ris ta l in een ge- luidsbundel g e p la a tst w o rd t, zullen tussen de electroden w issel­

spanningen o p g ew ek t w o rd en als gevolg van h et om gekeerde piëzoelectrisch effect. D e grootte van de w isselspanning is even­

redig m et de am plitude van de geluidsdruk te r p laatse van h et door de bundel getroffen k ristalo p p erv lak . O n d e r de geluids­

d ru k v e r s ta a t men de m et de frequentie van h et geluid perio ­ dieke afwijking van de gemiddelde d ru k in het medium.

b. De étraiingodruk.

W a n n e e r een p la a t van een w illekeurig m a te riaa l in een ge- luidsbundel g e p la a tst w o rd t, dan zal op het getroffen o p p e r­

vlak behalve de geluidsdruk ook een niet-periodieke druk, de stralin g sd ru k w erken. D eze stralin g sd ru k k an v e rk la a rd w o rd e n uit de niet-lineaire eigenschappen van het geluidsveld voor eindi­

ge am plitudes. D e stra lin g sd ru k neem t toe volgens het q u a d ra a t van de am plituden d e r periodieke grootheden van h e t geluids-

(4)

158 C E. Mulders veld (bv. de geluidsdruk) en is hierdoor voornam elijk voor g e ­ luid van hoge intensiteit van belang. D e meting van de stra lin g s­

druk kan bv. geschieden door de tre fp la a t a a n d ra d e n op te hangen en de uitwijking ten opzichte van de verticale sta n d na inschakelen van de geluidsbron te bepalen.

c. Optiéche methoden.

In een geluidsgolf vinden door de periodieke v ariaties van de dichtheid van h et medium ook overeenkom stige variaties van de brekingsindex plaats. D it m a a k t h et mogelijk langs optische w eg een afbeelding van een geluidsveld te verkrijgen. Als een voorbeeld van de vele mogelijkheden op dit gebied is in fig.

2

een opstelling getekend om m et de zgn. „S ch lieren m eth o d e” een ultrageluidsveld zich tb aar te maken.

REFLECTOR

KRISTAL

Fig. 2.

H e t z ic h tb a a r m aken v an ultrageluidsgolven m et behulp v an de „ S ch lieren m eth o d e” .

E en spleet ^ w o r d t m et een lichtbron L en condensor K verlicht. D e spleet w o r d t m et een lens te r p laatse B afgebeeld, doch dit beeld w o rd t m et een schermpje B precies bedekt, zo­

d a t een d a a ra c h te r g e p la a tst oog een d o n k er veld w aarn eem t.

Indien nu een k w a r ts k r is ta l tezam en m et een reflector R een acoustisch sta a n d golfveld o p w e k t op de in de figuur aa n g e ­ geven p laats, d an zal dit voor h et w a a rn e m e n d oog ach ter B zich tb aar w orden.

Op

de p laatsen in de geluidsgolf, w a a r de brekingsindex periodieke v ariaties o n d erg aat, m.a.w. in de drukbuiken, zal h et licht gedurende een groot gedeelte van iedere periode afgebogen w o rd e n en het oog langs B kunnen bereiken.

V a n een sta a n d golfveld ziet men op deze wijze de d ru k ­ buiken als lichte strepen.

In een veld van lopende golven tre d en dichtheids- en bre- kingsindexvariaties in ieder p u n t van de golf op, zo d at men

(5)

Ultrasone metingen in vloeistoffen 159 d a a r h et gehele veld ziet oplichten. D e helderheid d er afb eel­

ding neem t toe m et s te rk e r w o rd en d geluidsveld.

3. WetenschappeLijke toepassingen.

H e t w etenschappelijk belang van de ultrasone a p p a ra te n en m eetm ethoden is gelegen in het feit, d a t d aarm ed e de metingen d er acousfiek to t een zeer veel g ro ter frequentiegebied kunnen w o rd en uitgebreid. E en frequentiegebied van 20 k H z to t ca 500 M H z — rond 15 octaven w o rd t hierm ede voor metingen ontsloten en in dit gebied zijn in teressan te verschijnselen aan de dag getreden.

D e o p tred en d e golflengten w o rd en m et het stijgen d er fre ­ quentie evenredig kleiner en n ad eren voor de hoogste frequenties die van zich tb aar licht. H ie rd o o r w o rd e n vele metingen bij ultrasone frequenties eenvoudiger dan de overeenkom stige m e­

tingen bij h o o rb are frequenties. M en kan hier nl. gemakkelijk scherp gerichte bundels produceren en zo w o rd t bv. een bepaling van de voortplantingssnelheid van het geluid m et zeer kleine hoeveelheden vloeistof mogelijk.

E en belangrijk punt van onderzoek op dit terrein is de b e ­ studering van de voortplanting van geluid en ultrageluid in verschillende media. Hierbij tred en tw ee grootheden op nl. de voortplantingssnelheid en de absorptie. O v e r deze punten zullen eerst enige theoretische beschouw ingen gegeven w orden.

A. De voortplantingssnelheid van hei geluid.

O p theoretische gronden leidt men hiervoor af :

1

p

voor gassen c — \ — y , O )

f Q

„ vloeistoffen c — ] / --- , (

2

) ' Q ßad

w a a rin p — druk,

q = dichtheid,

y = verhouding d er soortelijke w ärm ten Cf, en Cv , ßad = adiabatische com pressibiliteit van de v lo eis tof.

M e t behulp van de hier gegeven formules kunnen uit de metingen van de voortplantingssnelheid enige grootheden afgeleid

(6)

160 C. E. Mulders w orden, die op and ere wijze zeer moeilijk te bepalen zijn, zoals bv. y en fiad •

V olgens de formules is de voortplantingssnelheid o n a fh a n k e ­ lijk van de frequenties m.a.w. het geluid v e rto o n t geen dispersie en in de meeste gevallen zijn de w aarnem ingen hiermee in overeenstemming.

B. De absorptie van het geluid.

D e grootte van h et a b so rb e re n d vermogen van een medium voor geluidsgolven w o r d t aangegeven m et een absorptie-coëffi- cient, die op de volgende wijze gedefinieerd w o r d t : Indien een vlakke geluidsgolf zich over een a fsta n d in een medium v o o rt­

plant, zal de am plitude A van de verschillende periodieke grootheden, zoals bv. de geluidsdruk afnem en op een wijze, die voorgesteld k an w o rd en door de formule

A = A 0 exp ( — a x ) , (3)

w aarbij A 0 de am plitude te r p laatse x — O voorstelt. V o o r de intensiteit van de geluidsgolf, die evenredig is m et h et q u a d ra a t van A geldt dus

I = J0 exp

(—2

a x ) . (4) D e absorptiecoëfficiënt a heeft de dimensie m \ E en w a a rd e van a = I betekent, d a t de vlakke golf over een m eter een verzw akking van de am plitude to t op ije o n d erg aat, m.a.w. de demping is in d a t geval I N eper\m —

8,7

d B jm .

In de loop van de vorige eeuw reeds zijn enige factoren aangew ezen, die op de ab so rp tie van invloed zijn en is hun invloed q u a n tita tief nagegaan. D o o r S t o k e s is in 1845 een formule afgeleid voor de bijdrage van de inwendige wrijving (viscositeit) van h et medium in de geluidsabsorptie. Hij vindt hiervoor

4V 3 w a a rin f = frequentie

7] = coëfficiënt van inwendige w rijving (viscositeit).

E en verdere bijdrage w o rd t geleverd d oor h et w arm tege- leidingsvermogen van h et medium. H ie rv o o r is d oor K i r c h h o f f de formule gegeven

(7)

Ultrasone metingen in vloeistoffen 161

2

n f ( y -

i )

K

a-K = --- — • --- — ---,

Q C Lp

w a a rin K — warmtegeleidingscoëfficient van het medium.

W ij zien d a t de resulterende a = ar] + a#- evenredig is met

/ 2

zo d at a j f 2 co n stan t is. a neem t dus sterk toe m et de frequentie.

D e op deze wijze berekende a w o rd t dikwijls de klassieke absorptiecoëfficiënt genoemd. V o o r gassen zijn ar] en o.k in het algemeen van dezelfde grootteorde, voor vloeistoffen overheerst ar] m eestal sterk. Als voorbeeld zij verm eld da,t men uit deze formules voor a w a a rd e n vindt, die aangeven, d a t de intensiteit van een vlakke geluidsgolf bij een frequentie van 100 k H z in lucht na

10

m to t op I je van de b eg in w aard e is gezakt en in w a te r na 10.000 m. V o o r stoffen m et hoge ?; , zoals glycerine en olie w o r d t de demping veel groter.

W ij zullen zien, d a t de experim enteel gevonden w a a rd e n slechts in zeldzame gevallen met de hier b esp ro k en klassieke absorptiecoëfficiënt overeenstem m en. A lvorens dit probleem v e rd er te behandelen zullen echter enige m ethoden voor de experi­

mentele bepaling van de absorptiecoëfficiënt besproken w orden.

4. Bepaling van de absorptiecoëfficiënt in gassen en vloeistoffen.

a. D e in principe eenvoudigste m ethode voor de bepaling van a is die, w elke rech tstreek s aan de definitie van deze grootheid aansluit, nl. de meting van de verzw akking van het geluid in een voortlopende vlakke golf. H ierto e w o rd t de in­

ten siteit in de door een geluidsbron u itg estraald e golf op v e r­

schillende afstan d en van de bron gemeten, ^ o o r de intensiteits- meting k an men de verschillende reeds genoemde m ethodes voor de meting van ultrageluid gebruiken. D eze wijze van het bepalen van de a is in de laatste tijd door het to ep assen van a an de ra d arte c h n ie k ontleende pulsm ethoden zeer geperfectionneerd en is to t zeer hoge frequenties b ru ik b aar.

b. De nagalmnielhode. Indien de ab so rp tie in de te o n d e r­

zoeken stof klein is bv. o,l d B fm , m oet men voor het toepassen van de onder a. genoemde m ethode over een groot in terv al in de geluidsbundel m eten om een m erk b are verzw akking van het geluid te constateren. D e metingen w o rd en dan onnauw keurig om d at door onvermijdelijke spreiding in de nooit volkomen vlakke bundel ook een intensiteitsverm indering optreed t, die

(8)

162 C. E. Mulders nu ste rk kan gaan overw egen. V o o r deze kleine absorpties (in het algemeen dus voor de lagere frequenties) kan men nu de uit de acoustiek bekende nagalm m etingen gebruiken. D e te m eten stof w o r d t hiertoe in een reserv o ir g eb rach t en m et een of m eer kristallen w o rd t in deze ruim te een diffuus geluidsveld opgew ekt. N a het plotseling uitschakelen van de geluidsbron zal h et geluid in de ruimte geleidelijk u itsterv en en w el sneller n a a rm a te de ab so rp tie in h e t medium g ro ter is. Bij deze m ethode w o rd t de uitsterftijd langer en dus m akkelijker te m eten n a a r ­ m ate de ab so rp tie kleiner w o rd t, zodat deze w erkw ijze speciaal voor het m eten van kleine a voordelen b iedt en de onder a.

genoemde m ethode d a a rd o o r aanvult. E en moeilijkheid van de

electrisch circuit.

b. D e k ringstroom i als functie van de a fs ta n d kristal-reflector.

m ethode is, d a t behalve de te m eten ab so rp tie in h et medium ook nog storende e x tra-a b so rp tie s a an de w a n d en van het reserv o ir optreden. D eze storende ab so rp ties kunnen gecorri­

geerd w o rd en door metingen te verrich ten in reservoirs van verschillende grootte.

c. De acoiuLdche uüerjeronieter. In dit a p p a r a a t w o r d t een k w a rts k ris ta l opgesteld tegenover een met h et k rista l zuiver evenwijdige reflectorplaat, w aarbij de ruim te d a a rtu s se n m et de te onderzoeken stof gevuld w o rd t. H e t in de ruim te tussen k w a rts en reflector opgew ekte acoustische sta a n d e golfsysteem zal de trillingen van h et k rista l ste rk beïnvloeden. Bij het langzaam verschuiven van de reflector zal de trilling van het k ristal m et onderlinge afstan d en van -j- X vergem akkelijkt en

(9)

Ultrasone metingen in vloeistoffen 163 bemoeilijkt w orden. O o k de absorptie in de stof beïnvloedt de trilling. E en voorbeeld van een d e r vele uitvoeringsvorm en van deze m ethode is in fig. 3a gegeven.

E en g en erato r lev ert een w isselspanning van de gew enste, constante frequentie aan h et aangegeven electrisch circuit.

W a n n e e r nu de reflector R continu n a a r boven bew ogen w o rd t zal de w isselstroom door de m eter als functie van de a fsta n d kristal-reflector in fig. 3b getekende variatie vertonen.

H e t is duidelijk d a t de golflengte in h et medium direct uit de grafiek kan afgelezen w o rd en uit de al stan d van de opeen­

volgende „ d i p s ’ in de stroom. D o o r de abso rp tie in het medium zullen de dips voor grote reflectorafstanden kleiner w o rd en en uiteindelijk o n m erk b aar w orden. D e absorptiecoëfficiënt kan, zij het op tamelijk gecompliceerde wijze, uit de verkleining van de dips als functie van de reflectorafstand b erek en d w orden.

5. RejuLtaten.

U it de experim entele gegevens, die b esch ik b aar zijn is het volgende duidelijk gew orden. D e gemeten absorptiecoëfficiënt is bijna altijd g ro ter dan de volgens S t o k e s en K i r c h h o f f be- rekende klassieke absorptiecoëfficiënt. Slechts voor enige mono- moleculaire gassen en vloeistoffen, zoals gasvorm ig en v loeibaar argon, kw ikzilver is de gemeten ab so rp tie ongeveer gelijk aan de klassieke. V o o r vloeistoffen als w a te r, alcohol e.d. vindt men, d a t de absorptiecoëfficiënt in overeenstem m ing m et de klassieke theorie evenredig m et C toeneem t en dus a

//2

een constante is, echter is de numerieke w a a rd e

3

_I° X te groot.

V o o r zw avelkoolstof en benzol is a

//2

eveneens constant doch enige honderden malen te groot. V o o r azijnzuur is de a b so rp tie ­ coëfficiënt veel te groot en bovendien a/f* van de frequentie afhankelijk.

H e t is duidelijk, d a t de klassieke theorie niet alle oorzaken van absorptie in rekening heeft gebracht. In de la a tste tijd zijn vooral voor gassen m et succes verklaringen gegeven van deze grotere absorpties, die gezocht w e rd en in moleculaire relaxatieverschijnselen, die zich als gevolg van de snelle com- pressies en expansies in de geluidsgolf dem onstreren. V ele physici hebben h ieraan gew erkt, m a a r speciaal door K n e s e r zijn deze theoriën in een overzichtelijke vorm gebracht. D e absorptie in C 0 2 gas is bijzonder uitvoerig b estu d eerd en aan de hand van dit voorbeeld zal nu een ko rte uiteenzetting van de theorie van K n e s e r gegeven w orden.

(10)

164

C. E. Mulders

6

. De Lbeorie van Kneéer.

D e experim entele gegevens voor C 0 2 gas zijn in de grafieken van fig. 4 w eergegeven.

In fig. 4a ziet men, d a t a

//2

niet co n stan t is, doch n a a r de hoge frequenties afneemt.

In fig. 4b is in p la a ts van a uitgezet fx — a . X , h e t p ro d u ct van golflengte en absorptiecoëfficiënt, m.a.w. de ab so rp tie p er golflengte. V olgens de klassieke theorie moet deze evenredig

log f

l og f

l og f

G eluidsabsorptie en voortplantingssnelheid in C 0 2 gas, onder norm ale om standigheden, als functie van de frequentie.

zijn m et ƒ

2

X I/ ƒ = !/ƒ• V o o r C 0 2 gas heeft (x echter een maximum.

In fig. 4c ziet men, d a t er dispersie van h et geluid is. D e voortplantingssnelheid neem t voor stijgende frequentie toe en n a d e rt to t een w a a rd e , die 4

°/0

hoger is d an die voor de lage frequenties. c0 is de voortplantingssnelheid voor lage frequenties.

D e verklaring voor een en a n d e r is als v o l g t : In een ge­

luidsgolf vinden periodieke druk- en dichtheidsvariaties p laats

(11)

Ultrasone metingen in vloeistoffen 165 en w el adiabatisch, zo d at dit g e p a ard g a a t met tem peratu u r- variaties. Bij een verhoging van te m p e ra tu u r neem t de kinetische energie d er moleculen toe. D eze b e s ta a t uit de translatieenergie van de voortgaande beweging en de rotatieenergie van de haltervorm ige C 0 2 moleculen.

V olgens de a e q u ip artitie w e t m oet in de evenw ichtstoestand de energie zich gelijkelijk, over de vrijheidsgraden van tran slatie en ro ta tie verdelen m et een energie van

1/2

k T p er vrijheids­

graad. Behalve de hier genoemde zijn er ech ter nog zgn. in­

wendige v rijh e id sg rad e n ; dit zijn inwendige trillingen van de moleculen, die ook een van de te m p e ra tu u r afhankelijke bijdrage in de to tale energie leveren. H e t idee is nu, d a t deze inwendige

Fig. 5.

Volume en d ru k in een „rechthoekige” geluidsgolf.

vrijheidsgraden m et relaxatie b eh ep t zijn, d.w.z. d a t er een m erkbare tijd verloopt alvorens deze inwendige vrijheidsgraden de energie opgenomen hebben, die bij de nieuwe te m p e ra tu u r past. M e n k an zich dit w el indenken, als men onderstelt, d a t voor het a a n sto ten van de inwendige trillingen in het molecuul een groot a a n ta l botsingen tussen de moleculen nodig zijn. Bij de hoge frequenties van de ultrasone geluidsgolf w o rd t nu bij de adiabatische compressies en expansies de ev enw ichtstoestand van de energieverdeling w a t b e tre ft de inwendige vrijheids­

graden niet m eer bereikt.

D it heeft verschillende consequenties :

le. de voortplantingssnelheid. W ij zagen, d a t de voortplan-

(12)

166 C. E. Mulders tingssnelheid in een gas gegeven w o r d t d o o r de formule

w a a rin y de verhouding d er soortgelijke w a rm te Cp en Cv voor­

stelt. N u w o rd t door het hier besproken verschijnsel Cv kleiner voor hoge frequenties. Im m ers de inwendige vrijheidsgraden krijgen geen tijd om de bij de tem peratuurverhoging behorende energiehoeveelheid op te nemen. Cp is zoals bekend gelijk aan Cv + R , w a a rin R de gasco n stan te voorstelt. D e verhouding

y , zal d us bij kleiner w o rd en d e Cv toenemen, zo d at voor toenem ende frequentie c g ro ter zal w orden. U it fig. de blijkt, d a t dit in d e rd aa d h et geval is.

2e. H e t beproken relaxatieverschijnsel zal ook een extra- absorptie in de geluidsgolf ten gevolge hebben. T erw ille van de overzichtelijkheid zullen wij dit nagaan voor een „rech t­

hoekige” geluidsgolf, w a a rin het volume van een elementje op de in fig. 5a getoonde wijze van de tijd afhangt.

O p het moment A zal een ad iabatische compressie p laats vinden. D e tran slatie- en rotatieenergie d e r moleculen zullen nu zeer snel een nieuwe, hogere w a a rd e aannem en als gevolg van de bij de com pressie verrichte arbeid. N a het tijdstip A zullen echter de inwendige vrijheidsgraden geleidelijk energie opnemen, w elke aan de tran slatie- en rotatieenergie o n ttro k k en w o rd t. In fig. 5b is dit grafisch w eergegeven. T w ee grootheden zijn hier van belang :

le. H e t b e d rag ö van de energie, d a t ten slo tte in de in­

wendige vrijheidsgraden te rec h t komt,

2

e de tijdconstante i van de exponentiele functie, volgens w elke de ev en w ich tsto estan d b en ad erd w o rd t. D e tran slatie-ro tatieen erg ie b e p a a lt tevens de d ru k in het gaselem entje, zo d at uit fig. 5a en b h et p — v diagram van een kringloop van een periode geconstrueerd kan w o rd en (fig. 5c.) H e t is duidelijk d a t bij iedere cyclus een hoeveelheid energie a an de geluidsgolf o n ttro k k en w o rd t, die gelijk is aan de opperv lak te van de kringloopfiguur. D eze energie w o rd t in w a rm te omgezet en er is dus geluidsabsorptie.

E r tred en tw ee extrem e gevallen op, le als de frequentie zeer laag is. In d a t geval hebben de inwendige vrijheidsgraden reeds tijdens h et stijgen van de tran slatie-ro tatieen erg ie op het tijdstip A de gelegenheid de evenw ichtsverdeling te bereiken

(13)

Ultrasone metingen in vloeistoffen 167 en zal dus de gestippelde lijn in fïg. 5b gevolgd w orden.

2

e als de frequentie zeer hoog is : In d a t geval zullen de inwendige vrijheidsgraden in h e t geheel niet m eer meedoen en zal de ge­

streep te lijn in fig. 5b gevolgd w orden. In deze beide gevallen is h et p — v diagram een rechte lijn en w o r d t dus p e r cyclus geen energie opgenomen. D it is in overeenstem m ing m et de g ra ­ fiek voor fji in fig.

4

b, w a a rin wij zien, d a t deze grootheid voor hoge en lage frequenties n a a r nul gaat. H e t maximum ligt bij frequenties in de b u u rt van een w a a rd e , die van de orde l/r is.

H e t hier gegeven geschem atiseerde beeld van de rechthoekige geluidsgolf, geeft dus in grote tre k k en een verklaring van de geluidsabsorptie en dispersie in

6

0 2 gas, w elke door het b e ­ sproken relaxatieverschijnsel v ero o rzaak t w o rd t. D e nauw keurige theorie voor sinusvormige geluidsgolven geel t de volgende formules :

V o o r a , de ex tra-ab so rp tie, die door het relaxatieverschijnsel v e ro o rza a k t w o rd t, geldt :

B _ B

2 2 /-2 / /-2 I + CO X 1 + f m

w a a rin f m = i/ 2 j z t, B een constante.

V o o r [jl = a A , de ab so rp tie p e r golflengte, geldt : B ' f

i + f ' I A .

(7) (8)

(9)

Tussen de dispersie en ab so rp tie geldt het volgende v erband

( 1 0 )

w a a rin jum de maximale w a a rd e van ^ en cQ en c resp. de voortplantingssnelheden bij zeer lage en zeer hoge frequenties voorstellen.

Beéiuit.

D e hier beschreven theorie geeft een q u alitatief en q u an titatief zeer bevredigende verklaring van h e t gedrag van C 0 2 gas w a t b e tre ft de geluidsvoortplanting en ook voor verschillende andere gassen is zij m et succes gebruikt. Bij vloeistoffen ligt de zaak echter moeilijker. In h et geval van benzol b.v. vindt men over h e t gehele frequentiegebied, d a t men bestrijken k an (to t enige

(14)

168 C. E. Mulders honderden M H z ) voor cl/f 2 een constante w aard e, die evenw el vele malen hoger is dan de klassieke w a a rd e . V a n h et in fig. 4b getoonde verloop van de absorptiecoëfficiënt is hier niets te bem erken. M o ch ten hier dus relaxatieverschijnselen een rol spelen, dan ligt in ieder geval hun relaxatiefrequentie zo hoog, d a t hiervan nog niets opgem erkt is. In enige gevallen heeft men echter ook voor vloeistoffen de theorie van K n e s e r m et succes kunnen toepassen (bv. voor azijnzuur) en hierover zal Prof.

J a c k s o n in zijn v o o rd ra c h t uitvoerig spreken.

Discussie

Prof. J. P. S c h o u t e n : a). D e freq u en tie-afh an k elijk h eid van de a b ­ sorptie moet op grond van algem ene overw egingen sam engaan met dispersie.

Is d a a ro m tre n t iets te zeggen?

b). K a n men het geheel beschrijven m et lineaire differentiaal-vergelijkingen?

D r C. E. M u l d e r s : a. V o o r zover mij bekend, is voor de v o o rtp la n ­ ting van acoustische golven uit algem ene overw egingen geen v e rb a n d aan te geven tussen het reële en het im aginaire deel van de voortplantingscon- stante. W e l is dit mogelijk voor ab so rp tie en dispersie die v e ro o rz a a k t w o r d t door een relaxatieverschijnsel tussen d ru k en com pressie in een m edium en hiervan is form ule 10 een voorbeeld.

b. D e hier b esp ro k en absorptie- en dispersieverschijnselen zijn te b e ­ schrijven m et lineaire differentiaalvergelijkingen en zijn ook in d e rd a a d o n ­ afh an k elijk van de am plitude.

I r }. G. v a n d e V u s s e : Zijn er gegevens betreffende de absorptie, w a n n e e r zich in het m edium een disperse fase b e v in d t? H o e is de invloed van de deeltjesgrootte en de d istrib u tiek ro m m e van de deeltjes bij een emulsie op de ab so rp tie?

M . : O v e r het hier genoem de p ro b leem zijn vele onderzoekingen gedaan, speciaal w a t b etre ft de ab so rp tie v an geluid in w a te r, w a a rin een gasfase gedispergeerd is. H e t probleem is te uitgebreid om in een korte o p m e r­

king te w o rd e n sam engevat; slechts zij er op gew ezen, d a t het gecom pliceerd k an w o rd e n door het feit d a t de geluidsgolf, mits voldoende intensief, de disperse fase k an doen coaguleren.

J. C. A b e l s : W e l k e b e z w a re n zijn er om het k w a rts k ris ta l in een ge­

d w o n g en trilling te brengen in p laats van de eigenfrequentie of de b o v e n ­ tonen aan te stoten (b ep erk in g -frequentiegebied). ?

M . : B uiten de resonanties is de am plitude van de trilling van het k w a r t s ­ kristal te klein voor practische toepassingen. Z elfs bij de sterk gedem pte, in vloeistof trillende k w a rts e n treed t bij de resonantie nog een vergroting v an de am plitude m et een fa c to r 30 ten opzichte v an het aperiodieke ge­

val op, dus een en erg iew in st v an een facto r 900.

(15)

Ultrasone metingen in vloeistoffen 169

Ir E . J. P o s t . W a n n e e r de hier gegeven beschouw ingen tot de vaste stof geëxtrapoleerd w o rd en , is het d a n mogelijk, d a t de lage in w en d ig e dem ping van b ep aald e eenkristallen uitsluitend van therm o-elastische a a rd zou zijn, om dat de coëfficiënten van inw endige w rijving in dit geval v e r ­ moedelijk zeer klein zullen zijn.

M . : D it lijkt mij w el mogelijk, hoew el ook nog een absorptie zou kunnen optreden door een relaxatie tussen m echanische sp anning en deform atie.

Naschrift

D eze v o o rd ra c h t w e rd gehouden als inleiding tot een v o o rd racht, voor het N e d e rla n d s R ad io g en o o tsch ap gehouden d oor P ro f. W allis fackson, m et als titel „U ltra so n ic m easu rem en ts on liquids over the freq u ën cy -ran g e from 100 kc/s to 100 M c / s ” .

H e t o n d e rw e rp van P rof. Jackson is later o n d er de titel ,.U ltrasonic relex atio n ” door een van de m e d e w e rk e rs van P ro f. Jackson nl. D r J. L a m b behan d eld op het Colloquium over ultrasonore trillingen, georganiseerd door de K oninklijke V laam se A cadem ie voor W e te n s c h a p p e n , L e tte re n en Schone K u n ste n van België op 7, 9 en 9 Juni 1951 te Brussel. D e tek st van deze v o o rd ra c h t zal in de .M ededelingen van deze A cadem ie verschijnen.

(16)
(17)

Tijdschrift van het Nederlands Radiogenootschap

Nauwkeurige direct aanwijzende frequentie meetinrichting 30 Hz - 30 MHz

L. R. M. V os de W a e l

Radio Lab. P .T .T .

S U M M A R Y

A description is given of a direct read in g freq u en cy m easu rin g e q u ip ­ ment, w hich enables precise freq u en cy m easurem ents b etw een 30 c/s and 30 M c /s to be carried out in one second.

T he m easuring device itself consists of an electronic cou n ter ran g in g from 30 c/s -—« 1 M c/s, an in stru m en t giving m ultiples of 1 .Mc/s in the range from 1 — 29 M c /s a n d a com bining p a rt. T he w hole has only one knob nam ely for choosing the disered multiple of 1 M c/s.

T h e result of a m easurem ent is indicated on the electronic cou n ter and on the knob.

W h e n taking a series of m easurem ents the results are p rin te d on a norm al page p rin te r; one m easu rem en t every tw o seconds. I f disered a continuous recording in stru m en t m ay be used for the registration of every tw o figures out of the six figures of the electronic counter.

T he a ccu ra cy w h e n m aking a m e asu rem en t in one second is of the o rd er of 10- 7 - 10"8 pi us or minus 1 c/s.

To enable m easurem ents on far-off telephone or telegraph transm itters, the eq uipm ent is com pleted w ith a receiver, ranging from 5 — 30 M c/s.

In this case the a c c u ra c y is so m e w h a t less. T he m axim um deviation is, how ever, a lw a y s below plus or m inus 5 c/s.

1

. Inleiding.

1

.

1

. Enige algemene gezichtspunten.

H e t a a n ta l radio telefonie en telegrafie zenders is door de grote uitbreiding van h et v erk eer gedurende h et la a tste tiental jaren zeer ste rk toegenomen.

D eze grote toenam e heeft to t gevolg, d a t elke zender zo n auw keurig mogelijk op de hem toegew ezen frequentie m oet

(18)

172

L. R. M. Vos de W ael w erk en en d a t de toegelaten toleranties voor afwijking van de nominale w a a rd e regelm atig in tern atio n aal zijn verkleind. T en ­ einde na te kunnen gaan of een zender zich bevindt op de hem toegew ezen frequentie, is er behoefte a an een meetinrichting, w elke de frequenties w a a ro p de zenders w erk en snel, op een­

voudige wijze en m et grote nauw keurigheid k an meten.

O ok voor het n au w k eu rig bepalen van de frequentie van g en erato ren (bv. in een laboratorium ) is een dergehjke m eet­

inrichting nodig.

D e meeste frequentie m eetinrichtingen gaan uit van de har- monischen van een s ta n d a a rd frequentie, welke w o r d t gemengd m et de onbekende frequentie. Figuur

1

geeft een blokschem a van een gebruikelijke schakeling.

E en s ta n d a a rd frequentie van 100 k H z s tu u rt een multivi- b r a to r op 10 kH z. H e t hierm ede opgew ekte frequentie spectrum , b e sta an d e uit veelvouden van 10 kH z, w o rd t, samen m et de te

<00 k H z VAN FREQUENTIE

STANDAARD

Fig. 1.

m eten frequentie, a an een m o d u lato r toegevoerd. D e harm oni­

sche van 10 k H z, die h et d ich tst bij de onbekende frequentie ligt, vorm t in de m odulator een verschil frequentie die lager is dan 5 k H z. Deze frequentie w o rd t gem eten m et een nauw keurig geijkte toongenerator, door deze, m et behulp van een zwevings indicator, in te stellen op nul zw evingen m et la a ts t genoemde frequentie. D e onbekende frequentie is dan gelijk aan IO

4

m aal het ran g g etal van de gebruikte harm onische van 10 k H z, v e r­

m eerderd of verm inderd (naargelang deze harm onische onder of boven de te m eten frequentie ligt) m et de door de to o n ­ g e n erato r aangegeven frequentie. D o o r de te m eten frequentie iets te veranderen, k a n men nagaan, of de harm onische van de

10 k H z onder of boven de te m eten frequentie ligt.

Indien men i.p.v. een g e n erato r de frequentie van een zender wil meten, is h e t gebruik van een o n tv an g er noodzakelijk.

Hierbij doen zich moeilijkheden voor bij h et m eten van telegrafie zenders, vooral indien bovendien nog fading o p treedt. E en op-

(19)

Nauwkeurige direct aanwijzende frequentie meetinrichting 173 lossing hiervoor is toepassing van een zg. „overneem g e n e ra to r” , dit is een locale generator, w a a rv a n men de frequentie zo n au w k eu rig mogelijk gelijk m a a k t aan die van de te m eten zender, w a a rn a men de frequentie van deze overneem g e n e ra to r m et de frequentie m eter op de b eschreven wijze bep aalt. D e m ate, w a a rin de frequentie van de overneem g e n e ra to r gelijk g em aak t k an w o rd en aan die van de zender is rech tstreek s van invloed op de te bereiken m eetnauw keurigheid.

V o o r h et m eetbereik van bv. 5 — 30 M H z , b e p e rk t men soms h et frequentiebereik van de overneem g e n e ra to r to t het gebied van 1 —2 M H z , w aarbij men d an een harm onische van de overneem g e n erato r gelijk m a a k t a an de zender frequentie. D it heeft h et voordeel, d a t men voor het bepalen van de frequentie van de overneem g e n e ra to r niet zo n hoog ran g g etal van de harmonische van de 10 k H z s ta n d a a rd frequentie nodig heeft.

Anderzijds m oet men h et ranggetal van de gebruikte h arm o ­ nische van de overneem g e n e ra to r kennen.

V erschillende varianten en verfijningen op de beschreven meetwijze zijn mogelijk, w a a rd o o r de m eetnauw keurigheid k a n w o rd en opgevoerd. O v e r het algemeen b re n g t dit tevens een een g ro te r a a n ta l instel- en afregelknoppen m et zi ch mede, terw ijl goed geschoolde bediening nodig is om de gevolgen van de verschillende handelingen te kunnen overzien.

1.2 Bezwaren van de aangegeven meetwijze.

D e beschreven wijze van frequentie m eten heeft o.a. de volgende b ezw aren :

a. Bij de bepaling van h et gebruikte ra n g g e ta l van de h a r ­ monische van de 10 k H z s ta n d a a rd frequentie kunnen fouten w o rd en gem aakt, (bv. d o o rd a t de ijking van de locale g e n e ra to r is verlopen, of bij de hulpberekeningen, w elke men m oet m aken) vooral indien de te m eten frequentie niet bij benadering bekend is en een hoog ran g g etal van de harm onische nodig is.

b. V o o r n au w k eu rig e m etingen m oet de ijking van de toon- g e n erato r regelm atig m et behulp van harm onischen van een lage s ta n d a a rd frequentie w o rd en nagegaan.

c. V o o r de uiteindelijke bepaling van de frequentie moeten enkele, zij h e t eenvoudige, berekeningen w o rd en g e m a a k t; h et re s u lta a t is niet direct afleesbaar.

d. V o o ra l bij telegrafie zenders en indien diepe fading o p ­ tr e e d t is het moeilijk de overneem g e n e ra to r n au w k eu rig in te

(20)

174

L. R. M. Vos de W ael stellen op de zenderfrequentie. D it w o rd t nog v ererg erd indien de zenderfrequentie niet co n stan t is. D e te bereiken n a u w k e u ­ righeid w o rd t hierdoor re c h tstre e k s beïnvloed.

Bij een meting m oet een betrekkelijk groot a a n ta l knoppen w o rd en ingesteld of bij geregeld.

1.3 Eisen voor een nieuwe meetinricbting.

Bij het o n tw erp van een nieuw e frequentie m eetinrichting w e rd gestreefd te voldoen a a n de volgende eisen :

a. M e e tb e re ik van ca 30 H z —3 0 M H z .

b. M e e tn au w k e u rig h e id gelijk a a n de nauw keurigheid van de gebruikte frequentie s ta n d a a r d ± 5 H z of beter.

c. D ire c t afleesbaar, zonder hulpberekeningen, de uitkom st m oet bij voorkeur op p ap ier afg ed ru k t kunnen w orden.

d. Z oveel mogelijk vermijden van de kans op m eerduidigheid bij de instelling van de meetinrichting.

e. Eenvoudig in de bediening m et zo weinig mogelijk instel­

en afregelknoppen.

ƒ. G ro te m eetsnelheid, z o d at in k o rte tijd een groot a a n ta l metingen m et grote nauw keurigheid k an w o rd en verricht.

2. Grondslagen van de meetinrichling.

F requenties to t 1 M H z w o rd e n gem eten m et een electroni- sche decim aal teller (a fg e k o rt: D T ), w elke iedere sinusvormige frequentie van ca 20 H z — 1 M H z re c h tstre e k s aan w ijst m et de nauw keurigheid van de uit de frequentie s ta n d a a r d afgeleide sec impulsen ±

1

Hz. D it kom t overeen m et een nauw keurigheid van IO

7

-

7

- IO

8

i 1 Hz.

D e meting m et de D T d u u rt slechts 1 sec. M e n m eet dus niet alleen zeer snel, m a a r bovendien krijgt men een „m om en­

tele" frequentie. Bij h e t m eten van zenders behoeft de frequentie van de overneem g e n e ra to r dus slechts k o rte tijd gelijk te zijn aan de zender frequentie om een juiste meting te verkrijgen.

D it is van belang, indien de o n tv an g st z w a k of g estoord is.

M e e t men gedurende 10 sec. d an w o r d t de m eetnauw keurigheid van de D T ± 0,1 H z i.p.v. ± 1 Hz.

F requenties hoger d an 1 M H z w o rd e n g etran sfo rm eerd n a a r een fequentie lager d an 1 M H z . H ie rv o o r zijn nodig s ta n d a a rd frequenties die een veelvoud zijn van

1

M H z . D eze w o rd en verkregen m et behulp van een „harm onischen k ie z e r/'

(21)

Nauwkeurige direct aanwijzende frequentie meetinrichting 175 Ten aanzien van de benodigde a p p a ra tu u r dient men on d er­

scheid te m aken tussen het meten van de frequentie van een plaatselijke generator, bv. in een laboratorium , en h et m eten van de frequentie van zenders, bv. in een frequentie meet- of

100

kuz

VAN FREQUENTIE STANDAARD

r n

IMPULS VORMER

1MHz. IMP. rMODULATOR

KIESFILTER

32,5 MHz 2 E MODULATOR O.DFILTER <30 MHz

L HARMONISCHEN KIEZEB

J

FPEQUf NTIE TRANSFORMATOR

se c im pulsen

VAN FREQ.STANDAARD

1

DECIMAAL TELLER

SCHAKEL APPARATUUR

^ ^ ^ ^ ^ AANWIJZING GEMETEN FREQ.

L. DECIMAAL T E L L E R

. J

FREQUENTIE VEPMENIG.

VULDIGER 1600kHz

OVERNEEM GENERATOR I e OSCILLATOR

DISCRIMINATOR FREQUENTIE BIJREGELINC

ZEER SMAL BANDFILTER

100kHz

i 1

1eDEDECT0.Q <EM.F

<500kUz 2cDBDECT0R — 2eM.F

<00 kHz

ELECTRONu

QSCILLOGRAAF

M EETÛN TVAN G EP

Fig. 2.

controle centrum. In h et la a tste geval moet de frequentie m eet­

a p p a ra tu u r, b e sta an d e uit harm onischen kiezer, frequentie tr a n s ­ fo rm a to r en decim aal teller, aangevuld w o rd en m et een m eet ontvanger. D eze on tv an g er is mede bepalend voor de te bereiken m eet nauw keurigheid.

(22)

176 L. R. M. Vos de W ael E en blokschem a van de volledige m eetinrichting geeft figuur 2.

D eze b e s ta a t uit:

a. D e harm onischen kiezer voor h e t verkrijgen van n a a r w ens te kiezen harm onischen van

1

M H z , to t en m et de 29e h a r ­ monische, uitgaande van een s ta n d a a rd frequentiie van 100 k H z.

b. D e frequentie tra n sfo rm ato r, w a a rin de te m eten frequentie m et behulp van het n a a s t bij liggende veelvoud van

1

M H z , verkregen uit de harm onischen kiezer, w o r d t g etran sfo rm eerd to t m inder dan

1

M H z .

c. D e decim aal teller (D T ), w a a ro p de te m eten frequentie re ch tstre e k s w o rd t afgelezen.

d. D e m eetontvanger m et overneem generator.

2.1 De harmonischen kiezer.

E en 100 k H z s ta n d a a r d frequentie w o rd t in 2 tra p p e n v e r­

tienvoudigd (5 X 2) to t

1

M H z . D e sinus-vormige 1 M H z spanning w o r d t hierna omgezet in smalle impulsen met een h e rh aal frequentie van 1 M H z ; deze impulsen b e v a tten alle harm onischen die een veelvoud zijn van

1

M H z . D e gew enste harm onische w o r d t uitgekozen m et een schakeling volgens de m ethode van dubbele modulatie, v e rd er ,,harm onischen kiezer” genoemd. M e n heeft hierbij geen meelopende filters nodig, doch enkel een smal b an d filter, zij h e t dan op vrij hoge freq u en tie; dit w o r d t v e rd er m et ,,kiesfiiter’ aangeduid. Alle harm onischen to t en m et de 29e kunnen, zonder om schakeling van h et bereik, m et één knop w o rd en gekozen.

W ij n o e m e n :

f s = h e rh a a l frequentie van de impuls, afgeleid van de freq u en ­ tie sta n d a a rd .

f 0 = midden frequentie van h et kiesfilter.

F = n fs — gew enste frequentie, w aarb ij n = ra n g g eta l van de harm onische.

F max — frequentie van de hoogste gew enste harm onische.

f g — frequentie, w a a ro p de zoek g e n e ra to r is afgestem d.

H e t harm onischen spectrum van de 1 M H z impulsen w o r d t in de le m o d u lato r (fig.

2

) gemengd m et de spanning van een regelbare oscillator, ,,zoek-generator” genoemd, w elke w o rd t afgestem d op de frequentie fg = F - \ - f 0 . E r o n ts ta a t dus een ge trans! orm eerd frequentie spectrum , w a a rv a n door h et kies- filter, d a t op de le m o d u lato r volgt, alleen de frequentie f Q w o rd t doorgelaten. In de

2

e m odulator w o rd t dezelfde freq u en ­

(23)

tie f g van de zoek g e n e ra to r gemengd m et de frequentie f 0 uit h e t kiesfilter. N a deze 2e m odulator volgt een o n d e rd o o rla a t­

filter, w a a rv a n de grensfrequentie tussen f 0 en F max ligt. N a dit filter k a n dan de gew enste harm onische w o rd en afgenomen.

Bij de hier beschreven m eetinrichting is f s = l M H z .

D e hoogste gew enste harm onische is de 29e, zo d at F max =

29

M H z . D e d o o rla a t van het smalle kiesfilter w e rd gekozen op f 0 =

32,5

M H z . H e t frequentiegebied van de zoek g en erato r loopt dan van

32,5

+

1

— 33,5 M H z to t

32,5 4

-

29

=

61,5

M H z .

D it kan in één bereik w o rd en verkregen.

D e grensfrequentie van het o n d erd o o rlaatfilter ligt bij ca

30

M H z . D e midden frequentie f 0 van h et kiesfilter en de fre ­ quentie van de zoek g e n e ra to r zijn gekozen boven de hoogste gew enste frequentie F maXf o p d a t na de 2e m odulator, behalve de gew enste frequentie F , alle overige m engproducten boven

F max liggen. D eze kunnen d an m et een eenvoudig o n d e rd o o r­

laatfilter w o rd en tegengehouden.

Nauwkeurige direct aanwijzende frequentie meetinrichting 177

Voorbeeld.

Stel men w e n s t F =

14

M H z , de zoek g en erato r m oet dan w o rd e n afgestem d op f g =

14

+

32,5

=

46,5

M H z .

O p de ingang van de le m o d u lato r k o m t:

...

13

;

1 4

;

15

; ...M H z en

46,5

M H z .

N a de le m odulator kom t dus op de ingang van het kiesfilter:

46,5 ± (...13; 14; 1 5; ... ) M H z = ... 33,5; 32,5; 31,5;

. . . . M H z e n ...

59,5

;

60,5

;

6 1 ,5

...M H z .

V a n dit frequentie spectrum la a t het kiesfilter alleen de fre ­ quentie

32,5

M H z door, zo d at op de ingang van de 2e m odu­

la to r kom t :

32,5

M H z en

46,5

M H z . N a de

2

e m odulator krijgen w e dus :

46,5

i

32,5

M H z =

14

M H z en 79 M H z .

A ch ter h et o n d erd o o rlaatfilter blijft dus alleen de gevraagde sinusvormige spanning van

14

M H z over.

Tengevolge van de dubbele m odulatie heeft een afwijking van de nominale w a a rd e van de frequentie f g van de zoekgenerator (in b o v en staan d voorbeeld

4,65

M H z ), bv. door onnauw keurige instelling van de zoek generator, of ten gevolge van tem p eratu u rs wisselingen, geen invloed op de nauw keurigheid van de uitein­

delijk verkregen frequentie. D eze blijft steeds zuiver harm onisch t.o.v. de s ta n d a a rd grondfrequentie. Alleen de am plitude kan

(24)

178 L. R. M. Vos de W ael v eran d eren d o o rd a t de in de le m o d u lato r opgew ekte frequentie scheef in het kiesfilter kom t te liggen.

D e afstem m ing van deze generator, w a a rv a n h et bereik loopt van

33,5

M H z -f-

61,5

M H z , is dus helem aal niet critisch. D e schaal is d an ook re ch tstre e k s geijkt van 14-$

29

M H z . D o o r toepassing van een grote variabele co n d en sato r m et cirkelvormige platen in serie m et een kleine v aste capaciteit is een vrijw el line aire schaal verkregen over l8o° van de schaal.

M e n kan dus m et één knop, w a a rv a n de instelling niet cri­

tisch is, elke frequentie kiezen die een veelvoud is van I M.Hz, en w el tussen

1

en

29

M H z . E lke afgegeven frequentie heeft daarbij de nauw keurigheid van de gebruikte frequentie s ta n ­ d aard .

D e d oorlaatfrequentie f 0 van h e t kiesfilter w e rd gekozen op een frequentie, die geen veelvoud is van de impuls frequentie, om d at and ers de harm onische van de impuls frequentie die gelijk is aan f Q , altijd in h et d o o rla a t gebied van het kiesfilter valt, onafhankelijk van de in de le m odulator gevorm de frequentie.

Bovendien w e rd de im pulsbreedte zodanig gekozen, d a t de am plituden van de harm onischen, die h e t dichtst bij het door- laatgebied van het kiesfilter liggen, minimum zijn.

Enerzijds is h et gew enst de b a n d b re e d te van het kiesfilter zo breed mogelijk te maken, w a a rd o o r de instelling van de zoek-generator vergem akkelijkt w o rd t.

A nderzijds m oeten de h et d ich tst bij f Q liggende frequenties uit h et frequentie spectrum n a de le m odulator, w elke veel­

vouden van de impuls frequentie verschillen m et f 0 , reeds voldoende (d.w.z.

5

°

60

dB ) gedem pt zijn. Hierbij dient nog rekening gehouden te w o rd e n met de afwijking, w elke de zoek- g e n erato r k a n hebben van zijn nominale frequentie, hetgeen de to e la a tb a re b a n d b re e d te verkleint.

H e t kiesfilter op

32,5

M H z b e s ta a t uit

3

v e rs te rk e r tra p p e n m et in to ta a l

4

op 32>5 M H z afgestem de kringen, w aarbij te r verm indering van de dem ping het ro o ste r telkens op een a f ta k ­ king van de spoel w o rd t g ep laatst.

Figuur 3 geeft de dem pingskrom m e van het filter, de b a n d ­ b re ed te tussen de

3

d B punten is 5° k H z. Bij

0,5

M H z n a a s t

de midden frequentie f 0 is de demping ca

5

° dB .

H e t o n d erd o o rlaatfilter na de 2e m odulator b e s ta a t uit 4 co n stan t k secties en

1

afgeleide sectie. H e t heeft een sym ­ m etrische in- en uitgang, a a n g e p a st a a n een afgescherm de kabel.

D e demping bij

32

M H z is ca

45

dB .

(25)

Nauwkeurige direct aanwijzende frequentie meetinrichting 179 Ten behoeve van laboratorium gebruik is bovendien nog een b re d eb a n d v e rste rk e r voor het gebied van I

—30

M H z toege­

voegd, w aarbij a an de uitgang een spanning van

0,5

V over

80

O hm b esch ik b aar is. D eze b red e-b an d v e rs te rk e r is voor de frequentie m eetinrichting als zodanig niet nodig.

dB

500 400 300 200 WO 0 WO 200 300 400 500 VERSTEMMINQ IN kHz

KIE5FILTCR 32,5 MHz

•Fig. 3.

2.2 De frequentie transformator.

A an de frequentie ta n sfo rm a to r w o rd t toegevoerd de te meten frequentie en de naastbij liggende harm onische van

1

M H z uit de harm onischen kiezer, zo d at de verschil frequentie kleiner dan

1

M H z is en door de decim aal teller kan w o rd en gemeten. N a de m odulator volgt een o n d erd o o rlaatfilter m et een grensfre- quentie van

1

M H z , welke de overige m engproducten tegen­

houdt.

E en uitgangs m eter na het o n d e rd o o rlaa t filter geeft aan w a n n e e r een verschilfrequentie kleiner dan

1

M H z o n tsta a t.

M e n vindt bij d raaien aan de afstem knop van de zoek gene­

r a to r voor elke onbekende frequentie tw ee uitslagen op deze uitgangsm eter, nl. één voor de naastbij zijnde onderliggende harm onische van de 1 M H z impulsen en één bij de e e rst vol­

gende, en dus boven liggende, harm onische.

(26)

180 L. R. M. Vos de W ael O o k indien de te meten frequentie niet bij benadering bekend is, kan men dus zeer gemakkelijk bepalen tussen w elke tw ee opeenvolgende harm onischen van de

1

M H z hij ligt. M e n b e­

hoeft hiertoe slechts één knop te v erdraaien.

Indien de onbekende frequentie ongeveer een geheel veelvoud is van

1

M H z krijgt men bij drie opeenvolgende stan d en van de zoek g en erato r een uitslag op de uitgangs m eter. E r zijn dan namelijk 3 verschillende frequenties w elke door het o n d er­

d o o rla a t filter komen, nl. achtereenvolgend : le een frequentie w elke iets m inder is dan 1 M H z , 2e een zeer lage frequentie en 3e een frequentie w elke iets m eer is dan

1

M H z . Deze 3 frequenties zijn alle m et de D T te meten. U it h et re s u lta a t volgt ondubbelzinnig de w a a rd e van de onbekende frequentie, zodat ook dit bijzondere geval geen moeilijkheden oplevert.

M en kiest bij v oorkeur die naastbij liggende harm onische, w elke onder de te m eten frequentie ligt, om dat dan de a a n ­ wijzing van de D T k an w o rd en opgeteld bij de gekozen h a r ­ monische. N e e m t men de bovenliggende harm onische, dan moet het com plem ent van de aanwijzing van de D T w o rd e n ge­

nomen.

E r doet zich evenw el een moeilijkheid voor, indien de onbe- bekende frequentie ligt tussen

1

en 2 M H z . In de frequentie tra n sfo rm a to r moet d an 1 M H z w o rd en bijgevoegd. E r o n tsta a n dan n a a s t de gew enste verschil frequentie ook nog de som frequentie, de onbekende frequentie en de bijgemengde 1 M H z . B ehalve de som frequentie m oeten ook de beide la a ts t genoemde frequenties door h et

1

M H z o n d o o rlaat filter w o rd en tegenge­

houden. D it k an niet gebeuren door de grensfrequentie van dit filter te verlagen to t onder

1

M H z , om dat dan frequenties, w elke iets m inder zijn dan ongeveer een veelvoud van 1 M H z en w a a rv a n dus de verschilfrequentie na frequentie tran sfo rm atie bijna 1 M H z b e d raa g t, ook zouden w o rd en tegengehouden en dus niet ge­

m eten kunnen w orden. D e m o d u lato r w e rd d aaro m uitgevoerd als b alans m odulator, w aarbij de te m eten frequentie én de gekozen harm onische uit de harm onischen kiezer beide in balans w o rd en toegevoerd, terw ijl voor de uitgangs k eten de anoden van de beide m odulator buizen p a ralle l geschakeld zijn. D e onderdrukking van de genoemde, niet gew enste, frequenties blijft evenw el ten dele nog onvoldoende. D a a ro m w o rd t v o o r­

lopig voor h et m eetgebied van

1

-f ca 1,4 M H z de bovenliggende harm onische genomen, w aarbij dus het com plem ent van de a a n ­ wijzing van de D T in rekening m oet w o rd e n gebracht. E nkele

(27)

an d ere oplossingen van dit probleem zijn in onderzoek, teneinde deze ,,schoonheids fout” op te heffen. D e m eetnauw keurigheid w o r d t er evenw el niet door verm inderd.

2.3 De decimaal teller (D T ).

D e electronische decim aal teller is van een gebruikelijk type, m eet elke sinusvormige frequentie van ca 30 H z —

1

M H z en w ijst het re s u lta a t re c h tstre e k s op m eters aan.

Bovendien zijn een a a n ta l relais in de schakeling opgenomen, w a a rd o o r h et mogelijk is de d oor D T aangegeven m eetuitkom st m et een norm ale b la d d ru k k e r in cijfers af te drukken.

D e meting m et de D T zelf d u u rt juist één seconde. In de hierop volgende seconde w o r d t begonnen m et het afd ru k k en van deze meting. E lke tw ee seconden k an zodoende een meting w o rd en verricht. M e n k a n op deze wijze in k o rte tijd bv. h e t frequentie verloop van een g e n e ra to r opm eten m et de n a u w ­ keurigheid van de van de frequentie s ta n d a a rd afgeleide seconde impuls ± 1 Hz.

V o o rts is h et nog mogelijk van een lange reeks metingen a a n dezelfde g en erato r of zender, n a a r verkiezing tw ee cijfers van de gemeten frequentie, bv. de beide la a ts te cijfers of elk a n d e r gew enst p a a r, m et een zelfregistrerende m eter op te nemen.

M e n krijgt zodoende re ch tstre e k s een grafiek van h et frequentie verloop.

Nauwkeurige direct aanwijzende frequentie meetinrichting 181

2.4 De meel ontvanger.

V o o r h et m eten van de frequentie van zenders is bovendien een o ntvanger nodig. Bij telegrafie zenders en in h et algemeen bij snelle en diepe fading is h et zeer moeilijk h et signaal van de zender zelf m et de geëiste nauw keurigheid te meten. D a a ro m w o rd t gebruik g em aakt van een z.g. „overneem g e n e ra to r” d a t is een locale g e n e ra to r w a a rv a n de frequentie gelijk w o r d t g em aak t a an die van de zender, w a a r n a de frequentie van deze overneem g en erato r op de reeds beschreven wijze w o rd t gemeten.

In de verdere beschrijving b ep erk en wij ons to t het frequentie gebied van 5 —30 M H z . In dit gebied liggen de meeste in te r­

continentale radio verbindingen, terw ijl hier ook aan de a p p a ­ r a tu u r de z w a a rste eisen w o rd e n gesteld.

D e ontvanger kom t in beginsel overeen m et de nieuw ste, d o o r h et radio lab o rato riu m d e r P T T ontw orpen, ontvanger

(28)

182

L. R. M. V os de W ael voor commercieel v erk eerd ) O m d a t de on tv an g er nu bestem d is voor h et m eten van frequenties, w erd en enkele wijzigingen aan g eb ra c h t te r bereiking van de geëiste m eet nauw keurigheid.

D e le midden frequentie ligt op 1500 k H z . D e frequentie van de eerste oscillator is 1500 k H z hoger gekozen d an de frequentie van de zender. D eze eerste oscillator dient nu tevens als overneem generator, w a a rv a n de frequentie op de aangegeven wijze w o rd t gemeten. D e zender frequentie is dus 1500 k H z lager, dan deze oscillator frequentie.

D e nauw keurigheid w a a rm e d e de frequentie van de zender gemeten k an w orden, w o rd t, behalve door de m eet n au w k eu rig ­ heid van de frequentie m eter zelf, mede b e p a a ld d oor de a f­

wijking w elke de frequentie van de eerste oscillator k a n hebben van de juiste frequentie, nl. zender frequentie 4- lo00 k H z.

D e eerste oscillator is voorzien van autom atische frequentie bijregeling, w a a rd o o r de frequentie afwijkingen kleiner blijven d an + 5 H z. H e t is mogelijk dit gebied nog v e rd e r te v e r­

nauw en, doch een grotere m eet nauw keurigheid is, in h et fre ­ quentie b ereik v an de ontvanger, niet nodig.

D e tw eed e m idden frequentie is 100 k H z, w a a rto e de tw eed e m engfrequentie is gekozen op 1600 k H z . D eze la a tste w o rd t afgeleid van de 100 k H z s ta n d a a rd frequentie, zo d at de 2e m engfrequentie geen o o rzaak k an zijn van m eetfouten.

D e bijregelketen b e s ta a t uit een zeer smal k rista l bandfilter op 100 k H z m et een b a n d b re e d te van ± 50 Hz, gevolgd d oor een v ersterk er, begrenzer en discrim inator. D e regelspanning b ek rach tig t de spannings-spoel van een F e rra ris m otor, w a a rv a n de as, via een tandw iel-vertraging, is gekoppeld m et een kleine variabele condensator, w elke p arallel is geschakeld aan de afstem condensator van de le oscillator. D e bijregeling w e r k t zow el bij telefonie-zenders m et en zonder o n d erd ru k te draaggolf, als voor telegrafïe-zenders, w elke gesleuteld w o rd en in de draaggolf zelf (z.g. „on-off") of die w e rk e n m et frequentie-m o- dulatie („frequency shift").

V o o r verdere bijzonderheden van de o ntvanger w o r d t v e r­

wezen n a a r het boven genoemde artikel.

D e uitgang v an h et smalle kristal-filter op 100 k H z is ook verbonden m et de horizontale p laten van een k a th o d e s tra a l oscillograaf, terw ijl de verticale p laten op een 100 k H z stan- l

l) C. T. F. van d e r W ijc k . E e n m oderne telegrafie ontvanger. T ijd ­ schrift v an het N e d e rla n d s R a d io G enootschap, deel X IV n r 2, M a a r t 1949.

(29)

Fig. 4.

___

(30)

1

' M

11

,

J.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een hoeveelheid jood wordt opgelost in 0,100 M kaliumjodide in water. Aan deze oplossing is tevens een zuur toegevoegd. Vervolgens wordt de bovenstaande oplossing flink geschud

Een hoeveelheid jood wordt opgelost in 0,100 M kaliumjodide in water. Aan deze oplossing is tevens een zuur toegevoegd. Vervolgens wordt de bovenstaande oplossing flink geschud

Een toelatingsfase, waarin de bereikte projectontwikkelingresultaten worden veran- kerd in de juridische regelingen Wet Ruimtelijke Ordening (bestemmingsplan) Naast de

Demonstratie- project Herindeling en herinrichting van stedelijke gebieden (in de gemeenten Eindhoven en Rijswijk); Opzet voor het onderzoekprogramma in de naperiode

Op die manier wordt de ziekteverspreiding door de stal geminimaliseerd, wordt de overlast in de afge- voerde mest beperkt en blijft de piepschuimkever- populatie beheersbaar met

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd

De EU-verordening schrijft voor dat de fabrikant, van een als opkomende technologie geclassificeerde elektriciteitsproductie-eenheid , vanaf de datum van het besluit van de

De EU-verordening schrijft voor dat de fabrikant, van een als opkomende technologie geclassificeerde elektriciteitsproductie-eenheid , vanaf de datum van het besluit van de