De reformatie van Arnoldus Buchelius (1565-1641)
Judith Pollmann
bron
Judith Pollmann, Een andere weg naar God. De reformatie van Arnoldus Buchelius (1565-1641).
Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 2000
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/poll017ande01_01/colofon.htm
© 2008 dbnl / Judith Pollmann
Voorwoord bij de Nederlandse vertaling
Mijn vader groeide op in een katholiek gezin op een Amsterdams bovenhuis. Eén verdieping hoger woonde een hervormde dominee die kinderen van dezelfde leeftijd had. Ik denk niet dat iemand de kinderen van beide families hoefde te verbieden met elkaar te spelen. Het sprak vanzelf dat ze dat niet deden. Tegen de tijd dat ik geboren werd, begon de verzuiling in Nederland echter op zijn einde te lopen. In de vroege jaren zeventig, na 25 jaar dezelfde trap gedeeld te hebben, raakten mijn oma en haar protestantse bovenburen eindelijk bevriend. In de twintig jaar die haar nog restten, bleef ze zich afvragen waarom de verschillen tussen haar en haar buren eens ooit zo belangrijk hadden geleken, en ze verbaasde zich telkens weer over het gemak waarmee ze die ten slotte had overbrugd.
Mijn belangstelling voor de religiegeschiedenis van Nederland en voor de oorsprong van de confessionele apartheid die mijn ouders en grootouders ooit zo vanzelfsprekend vonden, gaat terug op dit nabije verleden van mijn familie. Dit boek speelt dan wel niet in de twintigste eeuw, het gaat wel over de religiegeschiedenis op het niveau van het trappenhuis. Het vertelt het verhaal van één Nederlander, Arnoldus Buchelius, wiens brieven en dagboeken getuigenis afleggen van de alledaagse, persoonlijke gevolgen van de transformatie van de opstandige Habsburgse Nederlanden tot een Republiek die befaamd was om haar religieuze veelkleurigheid. Zijn verhaal helpt ons iets te begrijpen van de processen die vierhonderd jaar geleden een religieus verdeelde maatschappij creëerden, en te verkennen wat deze verdeeldheid betekende voor het leven van vroegmoderne gelovigen in Nederland.
Dit boek was er niet gekomen zonder mijn leermeesters, collega's en
vrienden aan de Universiteit van Amsterdam, het Warburg Institute in Londen en Somerville College in Oxford. Mijn copromotor Henk van Nierop was de ‘eerste beweger’ van het promotieonderzoek dat aan dit boek ten grondslag ligt. Zijn belangstelling, aanmoediging en vriendschap zijn nooit verflauwd. Eco Haitsma Mulier, mijn promotor, leerde me dat onderzoek met veel vallen en opstaan gepaard gaat. Luuc Kooijmans begeleidde mijn eerste archiefonderzoek en wekte mijn belangstelling voor egodocumenten. Jill Kraye gaf me inzicht in het humanisme, en Hans Goedkoop in de valkuilen die de biograaf op zijn weg vindt.
Niemand weet meer van Utrecht dan Llewellyn Bogaers en Marten-Jan Bok, en hun hulp heeft me voor veel missers behoed. Sandra Langereis' kennis van Buchelius' oudheidkundige werk was van grote waarde. Zij, Gabrielle Dorren, Paul Knevel en Joanna Innes lazen eerdere versies van de tekst en Chris Heesakkers corrigeerde geduldig mijn transcripties en vertalingen uit het Latijn. Ook de andere leden van mijn promotiecommissie leverden waardevol commentaar. De leden van het Low Countries History Seminar in Londen, de Werkgroep Zestiende Eeuw in Leiden en de Amsterdamse
AIO-club kwamen altijd met goede ideeën. De stafleden van de bibliotheken en archieven in Utrecht, Amsterdam, Leiden en Berlijn waren steeds zeer behulpzaam, en ik ben M. Roscam Abbing zeer erkentelijk voor de toestemming om stukken uit het archief van de familie Van Hoogstraten in te zien. Het onderzoek voor dit boek werd gefinancierd door de Stichting Historisch Onderzoek van
NWO. Thijs Pollmann verwijderde veel anglicismen en andere ongerechtigheden uit deze Nederlandse vertaling.
Mijn ouders hebben zich misschien weleens afgevraagd waarom hun dochter de zegeningen van een ontzuilde opvoeding aangreep om van religiegeschiedenis haar beroep te maken. Het heeft hen er niet van weerhouden om me altijd te steunen en aan te moedigen, net als Marijke, Pram, Jop en Marjolijn. Malcolm is al acht jaar lang mijn beste collega, raadsman en corrector, mijn liefste vriend en mijn strengste criticus. Zonder hem was dit een ander boek.
Londen, september 1999
Stamboom
Familiebetrekkingen van Arnoldus Buchelius (Aernout van Buchell)
en Claesje van Voorst