Introductie
De
vindplaats
Het strandvanHoekvanHolland
(Zuid-Holland, Nederland)
isenwordt
regelmatig gesuppleerd
metzandvan verschillen-de herkomsten. Eén daarvan is hetEurogeulgebied.
DeEuro-geul
iseenkunstmatig
opdiepte gehouden geul
die in hetver-lengde
vande NieuweWaterweg ligt,
engroteschepen
toe-gangtotde havenvanRotterdam biedt. Om de
geul
opdiepte
tehouden wordterzanduit opgezogen, waaronder afzettin-gen uit het HoloceenenPleistoceenvande
Oerrijn
en Oer-maas.Met dat zand komen fossielenmee(Mol
etal., 2008).
Dit zand bevat dus verschillende
fossielen,
zoals restenvangroteenkleine
zoogdieren (zie bijvoorbeeld
Lange-veld,
2010a;Mol & Van derPlicht, 2012), sporadisch
restenvan
reptielen, vogels,
vissen,artefactenenbarnsteen(Lan-geveld, 2010b),
enverschillendesoorten mollusken. Een overzichtsartikelvandegrotereduidelijk
fossiele mollus-kenvandit strand isgepubliceerd
doorLangeveld (2011).
Aanvullendesoorten
gevonden
door deauteur sinds depublicatie
vanbovengenoemd
artikelzijn
Dosinia exoleta(Linnaeus, 1758) (1 compleet exemplaar),
Lutraria angus-tiorPhilippi,
1844(1 compleet exemplaar)
enL. magna(Da
Costa,1778) (1 fragment,
1beschadigd exemplaar).
Bij uitgebreid
verzamelen opeenfossielrijke
locatie dui-kenerin veelgevallen
vanzelf interessante vondsten op. In dit artikel worden achtexemplaren
vanAcanthocardia tuberculata(Linnaeus, 1758) beschreven,
dieafwijkingen
van de normalegroei
vertonen.Dergelijke
afwijkingen
zietmenniet vaakenzijn
daaromeenvermelding
waard.De
biologie
vanAcanthocardia tuberculata Acanthocardia tuberculata behoorttotde Cardiidae(kok-kelachtigen).
Cardiidae leven over hetalgemeen ondiep
vanGroot-Brittanniëtotaan
Marokko, bij
de Canarische eilandenenin de Middellandsezee(Moerdijk
etal., 2010)
engraaft
in bodemsvanslibrijk
zandengrind
vanafex-treem
laag
water totenkele tientallenmeterswaterdiepte
(Tebble,
1976).
Fossiele
schelpen
vanAcanthocardia tuberculata Acanthocardia tuberculatavormteengrote,stevige schelp.
Deze
schelpen zijn
eenbekend fossiel uit marienelagen
uit het EemienvanNederland. Het Eemien is dewarme
periode
voorde laatsteIjstijd,
entijdens
opzijn
minsteen deelvanhet Eemien stonder een zeein hetNoordzeebek-ken,
meteenmolluskenfaunadie enkeleovereenkomsten,
maarook verschillenvertoontmetdehedendaagse
Noord-zeefauna.Schelpen
uit deze faunazijn
fossiel bewaard ge-bleven enwaarschijnlijk
in het Weichselien door deOer-rijn/Oermaas omgewerkt (zie
Laban &Rijsdijk,
2002).
Bij
HoekvanHollandzijn
dezeschelpen
metdesupple-ties
meegekomen (maar
ookbijvoorbeeld
deMaasvlakte, deZandmotor, Noordwijk (Langeveld
&Dieleman, 2012),
de Waddeneilanden(Moerdijk
etal., 2010),
enopgespoten terreinen rond Almerezijn vindplaatsen
vanschelpen
uit hetEemien).
A. tuberculata kankennelijk goed
tegende tand destijds
enhetopspuiten,
wanthet is op het strandvan HoekvanHollandeenveelvuldig gevonden
soort,waarbij
hij
ook nog vaakcompleet
is. Dat wil zeggen, de omtrek vandeschelp
is dancompleet,
wel ziter soms eenslijtage-gatonder detop en
zijn exemplaren
somsaangeboord.
Methode
De definitievan ‘het strandvanHoekvanHolland’ in dit artikel is
gelijk
aandie inLangeveld (2011).
Materiaal ver-zameld op denabijgelegen
Zandmotor(zie
Van der Valket
al., 2011),
metverschillen in de molluskenfaunatenop-zichtevanHoekvanHolland
(Langeveld,
inprep.),
is dus buitenbeschouwing gelaten.
Gedurende
bijna
tweejaar (sinds
ongeveer
april
2010totenmet maart
2012)
werden alleexemplaren
vanAcanthocardia tuberculata die deauteurallopend
op het strandvanHoek vanHollandvondverzameld,
mits dieexemplaren
eencom-plete schelprand
hadden.Exemplaren
meteenbeschadigde
schelprand zijn
dus niet verzameld,omdatvan dieexem-plaren
nietmetzekerheid kan wordennagegaan ofze een onthe beach of Hoek vanHolland(The Netherlands) yielded8specimens
(0.9%)
with substantialgrowthabnormalities. These abnormalitiesare:(1)
anabnormalityof the posteri-ormusclescar(1 specimen); (2)
anabnormalpatternin the ribs(3specimens); (3)
repaired damagetothe umboregion(1 specimen); (4)
abnormalitiesinaddingnewgrowth rings tothe shell(3
specimens). These abnormalitiesare descri-bed andpossible causes areconsidered.groeiafwijking
vertoonden ofniet, delengte
nietgemeten kan wordeneneventuele(a)biotische aantastingen
vandeschelp
nietmetzekerheiduitgesloten
kunnen worden. Eenuitzondering hierop
vormendeexemplaren
6en7(zie
pag.35),
die ondanks hele kleinebeschadigingen
aandeschelp-rand,
toch verzameldzijn
vanwege hunduidelijke afwijking.
Trudy Langeveld droeg
ookbij
aanhet verzamelenvandecomplete exemplaren
envondexemplaar
4(zie
pag35).
Al het verzamelde materiaal isopgespoten,dus ex-situ ver-zameld. Een
stratigrafische positie
is dus nietmet zeker-heidvast testellen. Wel kanmen aannemendat hetmate-riaal Eemien in ouderdom is.
Resultaten
In totaal werdener914
kleppen
vanAcanthocardia tuber-culataverzameld,
daarvan 454rechterkleppen
en460lin-kerkleppen,
met eenlengte
variërendvan27 tot 64mm. Daarvan blekener8(0,9%)
een substantiëleafwijking
tevertonen,
namelijk
7linkerkleppen
en1rechterklep.
Dieexemplaren
worden hieronderbeschreven. Al hetbekeken materiaalbevindt zich in de collectievandeauteur.Exemplaar
1Exemplaar
1(Fig.
la,b, c.): Linkerklep,
collectieauteur 01169,verzameld 26maart2011,lengte
47mm,eerderafgebeeld
inLangeveld (2011: Fig.
1).
Beschrijving groeiafwijking
Heteerste
exemplaar
vertoonteeningewikkelde afwijking
aanhetposterieure spierindruksel.
Ook deschelpomtrek
ver-toond hiereenvreemdehoek, enigszins
naaranterieur,
omvervolgens
meer naarventraalweernormaalteverlopen.
Mogelijkeoorzaken
Aan de
buitenzijde
vandeschelp
iserposterieur
vandetopeen
boorgang
zichtbaar dienaardorsaal loodrecht op hetschelpoppervlak
deschelp
ingaatendienaarventraalover eenlengte
vanzo’n 2 mmevenwijdig
aanhetschelpopper-vlak
loopt
enopenis. Hetten
opzichte
vanhetschelpopper-vlak loodrechte deelvan de
boorgang loopt
niet helemaal dwars door deschelpdikte heen,
maarisaandebinnenzijde
duidelijk
nog overdekt dooreenheel dunlaagje
schelpmate-riaal. Dat
laagje
iszodun dat hettijdens belichting
meteen felledlampje
nog
doorschijnend
is. De diametervandezeboorgang
is ongeveer 1mm waarhij
deschelp
ingaat.Aan debinnenzijde
van deschelp
treedterterhoogte
vandezeboorgang
de hierboven beschrevenverstoring
vanhet pos-terieurespierindruksel
op.Mogelijk
is ditexemplaar
vroeg inzijn
levenaangeboord,
wat eenreactie leverde die resul-teerde in degeobserveerde afwijking. Lager
op deschelp,
meer naarhet middentoe,zijn
er aandebuitenzijde
nog meervandergelijke
openoppervlakkige boorgangen
zicht-baar,
waarvaner minimaal één deschelp
in duiktenhem daar wel helemaal doorboort.Van dezeboorgangen
is uiter-aard nietmetzekerheidvast testellen ofzetijdens
het leven vanhetschelpdier zijn gemaakt,
ofnade doodvanhet dier.Het is deauteur
onduidelijk
welkorganisme
hetboorgat
heeftgemaakt.
Veleexemplaren
vanAcanthocardia tuber-culatavanhet strandvanHoekvanHollandvertonen boor-gaten,waaronder detypische boorgaten
die op basis van hunachtvormige opening
toe teschrijven zijn
aan Polydo-ra(een borstelworm, phylum Annelida)
enboorgaten
dietedetermineren
zijn
als behorendetothetichnogenus
Ento-bia,
zoalsexemplaar
8vertoont(zie
pag.35) (veroorzaakt
door borendesponzen) (zie
CadéeenWesselingh, 2005),
maarook nogandere, lastiger
teplaatsen, boorgaten.
Het hierbovengenoemde boorgat lijkt
in iedergeval
niet ver-oorzaakttezijn
doorPolydora.
Deopening
is nietachtvor-mig
ende diametervanhetboorgat
istegroot.Ichnogenus
Entobia is niet
geheel
uittesluiten,
maarde totale boor-gang is tekortom eengoed
beeldtekrijgen.
Wel
opvallend
is datgeenvan de andere
aangeboorde
exemplaren
vanAcanthocardia tuberculataeendergelijke
heftige
reactie op deboorgaten
vertoontals ditexemplaar.
Reactiesvan
schelpdieren
op
boorgaten zijn
echter welbe-kend,
denkaanblisters of de doorPolydora aangeboorde
exemplaren
vanTridonta borealis(Schumacher,
1817)
af-gebeeld
door CadéeenWesselingh (2005).
Figuur1:ExemplaarlaBuitenzijde,1bBinnenzijde,1c Detail.de
posterieure zijde
eenopvallende
hoekrichting posterieur
ten
opzichte
vanhet deelvande ribben daarboven. De rib-benmeerrichting
anterieurzijn minder,
helemaalaande anterieurezijde
zelfs nietbeïnvloed.Exemplaar
3vertoonteen
gelijke afwijking,
maardanmeteeniets minder scher-pe hoek.Exemplaar
4vertoontookeengelijke afwijking,
maardanmet een nog minderscherpe
hoek,waarbij
die hoek ookwatlager
op deschelp ligt.
Mogelijkeoorzaken
Opvallend
is datbij
allegevonden exemplaren
de hoek in de ribbenrichting posterieur
is. Deauteur heeft geenaan-wijzingen
voor eenoorzaakvandezeafwijkingen
kunnen ontdekken.senschot’ is
gevormd.
Hierdoor iserdorsaaleenholte ont-staandiegrotendeels gescheiden
wordtvande inhoudvan deschelp
door dat dunnelaagje.
Deafsluiting
is echter niet meervolledig,
het dichtstbij
detopbevind zich een gat(maximaal
5bij
6mm)
in het schot. Ditgatis echterwaar-schijnlijk
weer later ontstaan,getuige
hetrecentogende
breukvlakaanhet schot. Het is
waarschijnlijk
dat dit door hetopspuiten
vanhet zand is veroorzaakt: veel anderemol-luskenen
zoogdierfossielen
vanhet strandvanHoekvan Hollandvertonen ookrecentebreukvlakkenenhet schot iszeer
dun,
iets minder dan 1mm,duszeerbreekbaar.Daar-naast vertoonthet schoteendunne
breuk,
enook het slotvertoont twee
breuklijnen.
Hetgatin deschelp
zelfmeetnumaximaal 18 mm,enzal
waarschijnlijk
niet veel klei-nerzijn
geweest: de breukvlakken rond hetgatlijken
na-melijk enige slijtage
tevertonen,dit integenstelling
tothet breukvlakaanhetschot,
wathetonaannemelijk
maakt dat de breukvlakken in deschelp
ookvan(zeer)
recente da-Figuur2:Exemplaar2aBuitenzijde,2bBinnenzijde.Figuur3:Exemplaar3a Buitenzijde,3bBinnenzijde. Figuur4:Exemplaar4aBuitenzijde,4bBinnenzijde.
tum
zijn.
Eenvergelijking
vande breukvlakken in detop vanditexemplaar
metde breukvlakken in detop van een anderexemplaar,
veroorzaakt dooreengerichte slag
meteen
geologenhamer,
toonde ditaan.Aan de
binnenzijde
vandeschelp,
tegenhet ‘tussenschot’aan,is ook nogextra
schelpmateriaal
tezien,
dat zichmo-gelijk
als reactieop enkele
boorgaten
aan debuitenzijde
vandeschelp
heeftgevormd.
Mogelijkeoorzaken
De oorzaakvande
reparatie
isduidelijk:
detopenumbozijn
verdwenen. De oorzaak dat zo’n grootdeelvandeschelp
is verdwenen is echter heel watlastiger
te achter-halen.Gerepareerde beschadigingen
als dezezijn vrij
zeld-zaam.Cadée(1997)
meldteenrecente Cerastoderma edu-le(Linnaeus,
1758)
uit de Waddenzeemeteenvergelijk-bare
beschadiging
enCadée & Checa(1997)
meldeneenrecente Mactra corallina
(Linnaeus,
1758)
met twee ge-heeldegaatjes.
Cadée(1997) geeft
eenmooi overzichtvan demogelijke
oorzakenvanhetontstaanvan eengatin de topvan eenCardiidae,
metals meestwaarschijnlijke
een combinatievanfactoren: mechanischeslijtage
doorope-nen ensluitenvande
schelp gecombineerd
metoplossing
vandeschelp
enmogelijk
ook microboorders.Volledige
zekerheid is in ditgeval
uiteraardnooitteverkrijgen,
maar de conclusievanCadéelijkt aannemelijk.
Exemplaar
6,7en8Exemplaar
6(Fig.
6a, b,c): Rechterklep,
collectieauteur01521,
verzameld 7januari
2012,originele lengte
niette metenwegens kleine
beschadigingen
aande randvan deschelp,
nu48mm.Exemplaar
7(Fig.
7a, b,c): Linkerklep,
collectieauteur01546,
verzameld2010/2011,
originele lengte
niette meten wegens kleinebeschadigingen
aande rand van deschelp,
nu47mm.Exemplaar
8(Fig.
8a, b,c): Linkerklep,
collectieauteur01547,
verzameld2010/2011, lengte
45mm.Beschrijving groeiafwijking
Bij exemplaren
6,7en8 heeft zicheenopvallende
‘dub-bele onderrand’gevormd.
Wanneervande binnenkantbe-keken, lijken
erdeelstweeschelpen
in elkaargestoken
tezijn. Bij exemplaar
6 is ditoverdegehele lengte
vandeschelp
hetgeval, bij
de anderetweeexemplaren
slechts overhet anterieure deelvandeschelp. Exemplaar
6ver-toonteen
klein,
dunopstaand richteltje
aandebinnenzij-de,
vanongeveer 7 mmlengte. Mogelijk hangt
ditrichel-tje
samen met devergroeiing. Exemplaar
7 vertoontaan debinnenzijde,
aande kantvande dubbelerand,
verschil-lende kleinekapselachtige
structuren,mogelijk
inkapse-lingen
vanzandkorrels,
ofaan deschelp gehechte
orga-nismen.Mogelijk
hebben die devergroeiing
veroorzaakt.Exemplaar
8vertoontbehalve devergroeiing
geenandereopvallende
zaken.Mogelijkeoorzaken
Deze dubbele onderrand is
mogelijk
veroorzaakt doordat de mantel(die
deschelp afscheidt) tijdelijk
hetcontact metde
schelp
is verloren. Later is hetcontact(op
eenandereplaats
binnen deschelp)
hersteldenisernieuwschelpma-teriaal
afgezet.
Dit contactverlies kan verschillende oorza-kenhebben,
zoals zand dat deschelp
binnenkomt,
of orga-nismen die zichaandebinnenzijde
vandeschelp
hechten. Eenprecieze
oorzaak is nietteachterhalen,
hoewelzand,
ofbinnengedrongen
aandeschelp
vasthechtendeorganis-men voor
exemplaar
7(met
deinkapselingen)
welaanne-melijk lijkt. Afwijkingen
als deze komen wel meervoorbij Cardiidae,
zie daarvoorbijvoorbeeld
Bartoli(1974,
ge-citeerd inLauckner,
1983).
Conclusie
Deze vondstentonen
(eens
temeer)
aandat veel exempla-renverzamelenvanalgemene
soortenopvallende,
interes-santeenzeldzame resultaten kan
opleveren.
Dankwoord
Hans
Langeveld,
enmet nameTrudy Langeveld
zochten meeop hetstrandvanHoekvanHollandendoneerden vele normaleexemplaren
vanAcanthocardia tuberculata.Trudy
doneerde ookafwijkend exemplaar
4. Ook dhr.Raymond
vander Ham(NHN)
enDonny Chrispijn
doneerdenenkele(<10)
normaleexemplaren.
Dhr. Gerhard Cadée(NIOZ),
dhr. Anton Janseendhr. Bertvander Valk(Deltares)
gaven ad-vies betreffende deafwijkende exemplaren
en/oflazen eer-dere versiesvandit artikel door. Dhr. Gerhard Cadéeweesopliteratuurenmaakteeendeel daarvan beschikbaar. Hans
Langeveld
maakte de foto’svoorditartikel. Dankaanallen.Literatuur
Cadée, G.C.,
1997. Eenbijzondere schelpreparatie bij
de kokkel(
Cerastodermaedulé)
uit de Waddenzee.- DeKreukel 33
(1/2):
3-7.Cadée,G.C. & A. Checa,1997. Een
gerepareerde schelp
van Mactra corallina(L.).
- De Kreukel 33(7/8):
137-140.
Cadée,
G.C. & F.Wesselingh,
2005.Van levendschelp-diernaar fossiele
schelp;
tafonomievanNederlandsestrandschelpen.
-Spirula
343: 36-52. PDF(vrij
down-loadbaar): www.spirula.nl/publicaties/informatiebladen/
NMVinfoblad13
.pdf.
Laban,C. & K.
Rijsdijk,
2002. DeRijn-Maasdelta’s
in de Noordzee.- Grondboor & Hamer 56(3/4):
60-65.Langeveld,
B.,2010a.Wolharige
neushoornrestenvanhet strandnabij
HoekvanHolland.- Cranium 27(2):
73.Langeveld,
B., 2010b. Enkele bamsteenvondstenvan de Nederlandse kust.- HetZeepaard
70(5/6):
178-181.Langeveld,
B.,2011. Fossiele molluskenvanhet strandvan HoekvanHolland.-Afzettingen
WTKG 32(4):
76-82.Langeveld,
B., in prep. De Zandmotorversus het strand vanHoek vanHolland:opvallende
verschillen in devondstffequentie
van fossielekleppen
van vierFiguur5:Exemplaar5aBuitenzijde,5bBinnenzijde,5cDetail,5d Detail.
Figuur6:Exemplaar6aBuitenzijde,6bBinnenzijde,6c Detail. Figuur7;Exemplaar7aBuitenzijde,7bBinnenzijde,7c Detail. Figuur8:Exemplaar8aBuitenzijde,8bBinnenzijde,8c Detail.
Langeveld,
B. &F.Dieleman,
2012. Een fossielvan de woelrat Arvicola terrestris(Linnaeus,
1758)
op het strandvanNoordwijk (Zuid-Holland).
- Cranium 29(1):
10-12..Lauckner, G., 1983. Diseases of Mollusca: Bivalvia. In
Kinne,
O.(ed.),
1983. Diseases of marine animals. Vo-lume II:Introduction,
BivalviatoScaphopoda.
-Bio-logische
AnstaltHelgoland, Hamburg,
FederalRepu-blic of
Germany:
477-961. PDF(vrij downloadbaar):
www.int-res.com/archive/domabooks/DOMA_ Vol_
II_%28bivalvia_to_arthropoda%29.pdf.
Moerdijk,
RW. etal.,
2010. De fossieleschelpen
vande Nederlandse kust. Nederlands CentrumvoorBiodiver-siteitNaturalis,Leiden.
Mol,
D. & H.vanderPlicht,
2012. Fossieleottersuit het Noordzeebekken daterenvan ca. 9000jaar geleden.
-Straatgras
24(1):
3-5.Mol, D., J. deVos, R. Bakker, B.van Geel,J.
Glimmer-veen,H.vander Plicht & K.Post,2008. Kleine
ency-clopedie
vanhet leven in het Pleistoceen-Mammoeten,neushoornsenandere dierenvande Noordzeebodem.
Uitgeverij
VeenMagazines
B.V.,Diemen.Tebble,
N., 1976. British Bivalve Seashells. Second editi-on. British Museum(Natural History).
Valk,B. van