Puzzel inkomsten & uitgaven
= een spatie. Het woord bestaat uit twee om meer delen.
De letter ij moet in één vakje.
1 (wat : waarvan) x 100 en (nieuw - oud) : oud x 100 zijn voorbeelden van ………..sommen 2 Alles wat je nodig hebt of graag wilt hebben
3 Grote uitgaven die je minder vaak doet, zijn …………. uitgaven
4 Zakgeld, kleedgeld en kinderbijslag zijn voorbeelden van………..
5 De afkorting van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting 6 Rente en huurinkomsten zijn voorbeelden van………
7 Geld opzij zetten om er later onverwachte of grote uitgaven mee te betalen (werkwoord) 8 Als je inkomsten groter zijn dan je uitgaven, kun je…
9 Je zet dingen die jij belangrijk vindt, onder elkaar. Dat noem je ……… stellen.
10 Huur, verzekeringen, energiekosten en contributies zijn voorbeelden van……….
11 Inkomen uit arbeid, bezit en inkomensoverdrachten noem je de drie………….
12 Het opstellen van een begroting noem je…(werkwoord)
13 De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien, noem je ………….
14 Boodschappen , een los tijdschrift en een broodje gezond zijn voorbeelden van …….uitgaven 15 De hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen
16 Als je een beloning krijgt in de vorm van goederen & diensten, dan noem je dat inkomen in……
17 Met reclames proberen bedrijven jouw koop……… te beïnvloeden Welk woord verschijnt er in de lichtgrijze vakjes van boven naar beneden?
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17