• No results found

4X 0,-

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "4X 0,-"

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

11 , I

deinhoud

4

VLUCHTELINGEN

In Helmond gebeurt het al elf jaar met groot succes: inburgering

van vluchtelingen in de Nederlandse samenleving. "Het

niemandsland, waarin vele vluchtelingen ook na de vaak

langdurige erkenningsprocedure terechtkomen, draagt bij

aan het ontstaan van een uitzichtloze vicieuze cirkel:

werkloosheid, sociaal isolement, psychosomatische

klachten. Die cirkel kan doorbroken worden."

28

PSP-NOSTALG IE

De journalist

John Jansen van Galen

was als jongeling lid van de

PSP. Politiek groeide hij van de partij af, maar zijn

genegenheid bleef. "Als het prototypische PSP-lid beschouw

ik nog altijd de geschiedenisleraar die in een interview

glashelder en met veel overtuigingskracht de lijnen trok

tussen Sharpeville, het Amerikaanse imperialisme, de

politiek van Luns en de Nederlandse omroeppolitiek."

3 I

PIM FORTUYN

"De man

is

niet weg te branden van de televisie, maar door zijn

pedanterie en betweterigheid roept hij vooral gêne op. Hij

heeft de afgelopen drie jaar vier boeken gepubliceerd. En

hoewel hij een Nederlands schrijft waar de clichés, de

taalfouten en de oubolligheden over elkaar heen buitelen,

beschikt hij over visie."

Hein-Anton van der Heijden

schetst het intellectuele profiel van een mediagenieke

vee/poot.

36

SOCIALE VERNIEUWING

"Critici die menen dat de sociale vernieuwing verzand

is

in

regelgeving en bureaucratie, hebben alleen de landelijke

circuits voor ogen. Het vreemde

is

dat een goed en

concreet plan op één A4-tje kan en dat op plaatselijk

niveau regels en wetten bijna nergens iets hebben

gedwarsboomd." Een pleidooi voor voortzetting van het

beleid.

18

FALENDE MILIEUPOLITIEK

De politiek heeft het milieu weggeparkeerd.

"Milieu speelde

geen

rol bij de verkiezingen,

en

speelt dus

ook geen

rol bij de formatie

en

opstelling van

een

regeerakkoord. Zeker de

milieubeweging

moet

zich dat

aantrekken.

(3)

22

HET CDA IN SPAGAAT

In het CDA-verkiezingsprogramma was

maar

een

zeer bescheiden plaatsje

ingeruimd voor de christelijk-sociale

filosofie. Of de ondergang van Wim van

Velzen in combinatie

met

de

afgang

van

Elco Brinkman de communitaristische

ideologen de gelegenheid biedt

om

hun

partij over

te

halen

een

meer principiële

opstelling

te

kiezen, zal de

komende

tijd

leren:• Gerry van der List licht het

ideeëngoed van het CDA door

en meet

de spanning

tussen

ideologie

en

praktijk.

DE PROGRESSIEVE KIEZER

I 0

De zwevende kiezers vlogen GroenLinks voorbij

Evert de Vos

COMMENTAAR

2 7

Pa u/ Kalm a en de progressieve samenwerking

Henk Krijn en

KITSCH

I 4

De kortzichtigheid van de culturele elite

Filip Huysegems

THEO VAN GOGH

40

De ditjes en datjes van een beroepsprovocateur

Paul Damen RUBRIEKEN

13

column

Jantine Oldersma

39

column

Karin Spaink

45

30 ... vragen aan ... Guikje Roethof

46

WB-berichten

ACHTERPAGINA

Tom Schreuder

COLOFON

De Helling, tijdschrift voor linkse politiek. is een onafhankelijk politiek magazine met belangstelling voor ontwikkelingen op het sociale en culturele

vlak.

De Helling verschijnt viermaal per jaar. Losse nummers:

f

I 0,-,

jaarabonnement:

f 39,50, gironummer: 2 73 7994, Stichting Wetenschappelijk

Bureau Groen Links (o.v.v. DE HELLING).

Uitgever: Stichting Wetenschappelijk Bureau Groen Links. Redactie: Marianne van den Boomen, Els Diekerhof, Adriënne van Heteren, Henk Krijnen, Joost Lagendijk, )os van der Lans, lneke Bijnagte, Hans Schoen, Radi Suudi, Kees Vendrik. Hoofdredactie: Henk Krijnen. Vormgeving &

zetwerk: Richard Pollé/Ruparo, Amsterdam. Druk: Drukkerij Raddraaier. Abonnement: De abonnee verplicht zich het abonnementsgeld over te

maken vóór het begin van het nieuwe kalenderjaar. Niet voor I januari opgezegde abonnementen worden automatisch voor één jaar verlengd. Redactiesecretariaat, administratie & correspondentie: DE HELLING, Postbus 700; I 000 AS Amsterdam (020) 6202212.

(4)

I

i I

I

I

De succes-story

van een lokaal

Vluchtelingenbeleid wordt in het publieke debat

als vanzelfsprekend verengd

tot

toelatingsbeleid. Maar nu de inburgering van

erkende vluchtelingen

tot

de burelen van de

kabinetsinformateurs is doorgedrongen, is zij

zelfs gepromoveerd

tot een

serieus

beleidsthema. Handicap is inmiddels wèl dat in

de praktijk

nog

maar weinig doeltreffende

vormen van opvang bestaan. Door de

afwezigheid van beleid zijn de

meeste

vluchtelingen

ook

na jarenlang verblijf

maatschappelijke drop-outs. Maar de ruim

tienjarige ervaring die is opgedaan in

een

vluchtelingenproject in Helmond

toont

aan dat

succesvolle

~inburgering'

zeker mogelijk is.

Den

(5)

Een werklozenproject 1n He/mond - (oto: Jon Lonkve/d/HH

Het gros van de vluchtelingen met een verblijfstitel in ons land wordt aan zijn lot overgelaten. Het beste bewijs daarvoor vormen de werkgelegenheidscijfers. In

1991 was naar schatting zo'n 80 tot 90 procent van de mannelijke beroepsbevol-king van vluchtelingen werkloos. Dat is buitengewoon veel, ook vergeleken met de al zeer hoge werkloosheid onder andere categorieën migranten. Dit gegeven is des te opmerkelijker omdat vluchtelingen rela-tief gesproken een hoog opleidingsniveau hebben. Kennelijk zijn voor erkende vluch-telingen de barrières op de arbeidsmarkt bijna onneembaar.

Opvallend is de volstrekte afwezigheid van een landelijk gecoördineerd opvangbeleid voor gelegaliseerde vluchtelingen, zeker als men bedenkt dat deze groep vaak worstelt met traumatische ervaringen uit het verle-den. Het lijkt erop dat de aandacht voor asielzoekers omgekeerd evenredig is aan die voor erkende vluchtelingen. Maat-schappelijke integratie van vluchtelingen is een onderwerp dat laag op de politieke agenda staat.

EXPERIMENT

Gelukkig is niet alles kommer en kwel. Op lokaal niveau wordt hier en daar wel enige aandacht besteed aan deze vergeten kant van het vluchtelingenbeleid. Sommige ini-tiatieven tonen aan dat het wel degelijk mogelijk is om de arbeidskansen voor deze groep te vergroten zonder dat men zijn toevlucht zoekt tot het toepassen van dwangmiddelen inclusief bijbehorende uit-keringssancties.

Het meest bekende lokale initiatief is wel het Vluchtelingenproject Helmond. Het is één van de langstdurende experimenten op dit gebied. Het project startte in 1983 en loopt nog steeds. Aan het eind van de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig kwam een groot aantal Vietnamese boot-vluchtelingen in ons land aan. Een deel van hen werd in Helmond 'opgevangen'. Naast

huisvesting en garantie van een RWW-uitkering deed de centrale overheid niets om hun integratie te bevorderen. Net als bij de andere categorieën vluchtelingen bleef de overgrote meerderheid werkloos. Ze waren niet in staat om een eigen toe-komst op te bouwen.

De bal kwam aan het rollen toen het Helmondse arbeidsbureau besloot om zich

GEVECHT TEGEN DE BUREAUCRATIE

Aanvankelijk bestond er biJ de landelijke overheld we1nig animo om het Helmondse VluchtelingenproJect te subsidiëren. Herhaalde verzoeken nchting 'Den Haag' liepen stuk op bureaucratische regelgeving. Het prOJeCt bleek niet te passen b1nnen de bestaande

subs1dieregel1ngen. Ten langen leste besloten de initiatiefnemers in de zomer van 1983 dan maar op

eigen kosten door te gaan met het project.

Pas na de fe1telijke start van het project sprong de landelijke overheid - na veel lobby-werk en steeds voor een korte penode-financieel biJ. Deze f1nancienng vond plaats op basis van a1-t1kel 75 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs. Volgens dit art1kel kunnen, op aanvraag, biJzondere projecten of cursussen voor bepaalde doelgroepen voor een éénmalige subs1d1e in aanmerking komen. Oe looptijd van de subsidie was in beginsel beperkt tot één, maximaal twee jaar.

Dat betekende dat om de twee Jaar telkens weer opn1euw veel tijd en energ1e aan het project onttrokken moest worden om de finanoering rond te krijgen. Dat vereiste veel lobby-werk richt1ng Oen Haag. Diverse malen heeft het proJect op de rand van de subsidie-afgrond gebalanceerd. Zo werd in 1987 de f1nancienng pas verkregen nadat een delegatie van de Kamercommissie z1ch ter plekke had overtuigd van de continuering van de- op zich bescheiden- subsidie. Pas zeer onlangs (1n december 1993) werd door het Ministerie van OnderwiJS besloten de opleiding structureel te bekostigen. Vanaf 1995 is de financlering gebaseerd op het toekennen van extra m1ddelen voor de vluchteling-curs1sten. omdat de cursus niet alleen techn1sche vakken bevat kenmerkend voor het Kort Middelbaar Beroeps OnderwiJS maar ook algemene vakken kenmerkend voo1- het Voortgezet Algemeen Vormend Onderwijs. Daarmee is een e1nd gekomen aan de bizarre wanverhouding tussen de vere1ste rompslomp om de extra financienng rond te krijgen en de omvang van het betreffende subsidiebedrag.

(6)

i

i'

! !

samen met de toenmalige MTS voor deze vluchtelingen in te zetten. De bestaande voorzieningen bleken ontoereikend. On-danks de relatief hoge vooropleiding van de betreffende vluchtelingen en de door hen gevolgde cursussen Nederlandse taal, struikelden ze vrijwel allemaal in het regu-liere onderwijs en raakten ze aan de zijlijn van de arbeidsmarkt. Alleen door een spe-cifieke aanpak van zowel de scholing als de arbeidsbemiddeling zou de vluchtelingen reëel uitzicht op een betaalde baan kunnen worden geboden. In de loop der tijd is de samenstelling van de cursusgroep steeds gevarieerder geworden. Vluchtelingen uit vrijwel alle continenten volgden de cursus-sen.

Van meet af aan rustte het Helmondse Vluchtelingenproject op twee pijlers. De eerste pijler is een speciaal op de vluchte-lingen toegesneden tweejarig

opleidingstra-ject op het terrein van het middelbaar technisch beroepsonderwijs. Niet alleen technische kwalificaties staan centraal, ook op het verwerven van praktische kennis over de Nederlandse samenleving en de Nederlandse arbeidsverhoudingen èn op het aanleren van communicatieve vaardig-heden, zoals omgangsvormen en technisch Nederlands, concentreert men zich. Op deze manier speelt men beter in op de specifieke problemen van de cursisten, inclusief de post-traumatische stress waar-mee velen van hen kampen. De opleiding wordt afgesloten met een stage binnen een bedrijf. Voor de vakinhoudelijke opzet van het opleidingstraject kozen de initiatiefne-mers voor een opleiding elektrotechniek en een opleiding werktuigbouwkunde. Deze keuze was mede gebaseerd op de

gebleken behoefte aan arbeidskrachten bij bedrijven in de regio Helmond waarmee het arbeidsbureau van begin af aan intensie-ve contacten onderhield.

De tweede pijler is een actieve arbeidsbe-middeling van de afgestudeerde cursisten volgens de 'maatwerk-methode'. Op basis van de specifieke kenmerken en capacitei-ten van de individuele werkzoekende wordt een passende baan gezocht. Dit ver-eist niet alleen dat de bemiddelaar goed op de hoogte is van de specifieke kwaliteiten van de werkzoekende maar ook van de plaatsingsmogelijkheden: het soort be-schikbare vacatures en de aard van de ar-beidsomstandigheden in de betreffende bedrijven.

Door het opleidings- en bemiddelingstra-ject beter op elkaar te laten aansluiten, wordt voorkomen dat opleiding alleen maar leidt tot een betere kwalificatie van werkzoekenden. Deze aanpak staat sedert enkele jaren bekend als 'integrale traject-bemiddeling'. Het belangwekkende van het Helmondse project is nu dat daarmee reeds meer dan tien jaar ervaring is opge-daan. Is door de gekozen aanpak de ar-beidsmarktpositie van de deelnemende vluchtelingen daadwerkelijk verbeterd?

RESULTAAT

Het Helmondse project behoort niet tot de bekende categorie beleidsinitiatieven waarvan de presentaties aanzienlijk indruk-wekkender zijn dan de feitelijke prestaties zoals het 60.000-banenplan van de sociale partners voor het terugbrengen van de werkloosheid onder allochtonen. In Helmond is sprake van een zeer gering aantal 'afhakers'. Meer dan 80 procent van

"Voor vluchtelingen is zo'n cursus onmisbaar. Als ik

die cursus niet gevolgd had, dan was ik destijds tegen

de muren van mijn kamertje opgevlogen.

Waarschijnlijk was ik in dat geval, evenals sommige

Vietnamese jongens, in Wolfheze terecht gekomen.

Daar zitten verschillende jongens uit het vroegere

Vietnamese leger die hier niets om handen hadden en

maar bleven piekeren en nu helemaal in de war zijn."

(Vietnamese vluchteling, Nijmegen)

de deelnemers voltooit de tweejarige op-leiding. De uitval, die voornamelijk tijdens de beginfase van de cursus plaatsvindt, is hoofdzakelijk te wijten aan psychosociale problemen die men niet meester wordt. De ervaring leert dat de snelheid waarmee vluchtelingen worden opgevangen en bege-leid in de richting van een regulier bestaan van groot belang is. Hoe langer vluchtelin-gen in het niemandsland tussen erkennings-procedure èn opleiding en werk bivakke-ren, hoe groter de kans op mislukking in een later stadium.

Een tweede indicatie voor het Helmondse succes is het opmerkelijke rendement van de opleiding. Ruim driekwart van de cursis-ten tussen 1983 en 1993 had in 1993 een betaalde baan. Van degenen die op dat moment geen werk hadden, volgde een a'\ntal een vervolgopleiding (bijvoorbeeld een reguliere HTS-opleiding) of een aanvul-lende cursus. Slechts een klein aantal oud-cursisten ( 12 procent) was in dat jaar werk-loos.

Maar niet alleen het 'kale rendement' in termen van arbeidsmarktpositie bewijst het succes van het Helmondse project. Uit interviews met voormalige deelnemers aan het Vluchtelingenproject blijkt dat het vol-gen van de opleiding ook een belangrijke

vormende functie heeft. Het zelfvertrouwen van de vluchtelingen wordt versterkt: ze bleken in staat 'in den vreemde' een eigen bestaan op te bouwen. Bovendien kon een aantal vluchtelingen door de cursus doel-treffend traumatische ervaringen en herin-neringen verwerken. Deze 'therapeutische'

functie wordt door de cursisten zèlf als heel belangrijk gezien.

De resultaten in Helmond tonen aan hoe belangrijk het is dat vluchtelingen na bin-nenkomst niet aan hun lot worden overge-laten. Het niemandsland, waarin vele vluch-telingen ook na de vaak langdurige erken-ningsprocedure terechtkomen, draagt bij aan het ontstaan van een uitzichtloze vi-cieuze cirkel: werkloosheid, sociaal isole-ment, psychosomatische klachten. Die cir-kel kan doorbroken worden. Dat is wat het initiatief in Helmond zichtbaar heeft ge-maakt.

BARRIÈRES

Onderzoek toont steevast aan dat de relatief hoge werkloosheid onder migranten en vluchtelingen voor een belangrijk deel het gevolg is van de manier waarop bedrijven personeel werven en selecteren. Het suc-ces van het Helmonds Vluchtelingenpro-ject roept daarom de vraag op hoe men erin geslaagd is om medewerking van werkge-vers te verkrijgen bij het plaatsen van de betrokken vluchtelingen.

(7)

een arbeidsbemiddelaar geconfronteerd wordt bij pogingen om vluchtelingen te plaatsen. De eerste en grootste barrière is de onbekendheid. Bij selectie van personeel geven werkgevers de voorkeur aan datgene wat hen min of meer bekend voorkomt boven datgene wat voor hen onbekend is. Als gevolg daarvan belanden vluchtelingen, evenals andere migranten, al snel achteraan in de rij van werkzoekenden. Deze angst voor het onbekende kan overwonnen wor-den wanneer een bemiddelaar erin slaagt om een vertrouwensrelatie op te bouwen met de werkgever. Dat vereist dat hij goed geïnformeerd is over de capaciteiten en de beperkingen van de betrokken individuele werkzoekende en over de inhoud van de vacature.

De tweede barrière wordt gevormd door de mogelijke extra inwerkkosten die een plaatsing met zich mee kan brengen. Werk-gevers behoren van oudsher tot de catego-rie calculerende burgers. Risico's die zij menen te lopen bij het aanstellen van per-soneel, spelen uiteraard een rol bij de selec-tie. Deze barrière kan worden overwon-nen wanneer de arbeidsbemiddelaar de mogelijkheid heeft om afspraken te maken met de werkgever over een loonkosten-subsidie die de werkelijke extra inwerkkos-ten compenseert. Een dergelijke aanpak vereist een flexibele loonkostensubsidie in plaats van de gebruikelijke algemene loon-kostensubsidie voor bepaalde categorieën werkzoekenden. De omvang en zelfs de noodzaak van een loonkostensubsidie is sterk afhankelijk van de specifieke omstan-digheden. Het succes van het Helmondse project is daarom mede gebaseerd op deze flexibele loonkostensubsidie, die in het al-gemeen aanzienlijk goedkoper uitvalt dan de toepassing van een algemene loonkos-tensubsidie.

De derde barrière is racisme. Openlijk ra-cisme komt zelden voor. Maar in meer bedekte termen ('ons bedrijf is daar nog niet aan toe' of: 'ik heb geen bezwaar, maar op de werkvloer pikt men het niet') spelen vooroordelen tegen buitenlanders wel de-gelijk een rol bij het niet in dienst nemen van vluchtelingen. Deze barrière is het moeilijkst te overwinnen. Toch zijn ook hier voorbeelden van werkgevers die door het vluchtelingenproject uiteindelijk over de streep werden getrokken om 'het toch maar eens te proberen'. Belangrijk aangrij-pingspunt is dat ondanks racistische voor-oordelen soms ook een appèl kan worden gedaan op noties als maatschappelijke ver-antwoordelijkheid ('als we ze toelaten, dan moeten we ze ook opvangen') en non-discriminatie ('ze moeten ook kansen heb-ben'). Met andere woorden: ook weerstan-den met een min of meer racistische inslag

"Je voelt je soms aan de kant gezet. Je wordt soms niet

geaccepteerd. Dat merk je gewoon aan iemands gebaren.

Dan denk ik bij mezelf: die man, die wil jou gewoon niet, hè.

Met sommige collega's gaat het goed; met andere niet; dat is

het enige probleem, want verder gaat het uitstekend.

We werken soms met een team aan één grote machine,

want dan zegt de baas: 'jullie moeten daar gaan werken'.

Als i1< dan een keer iets fout doe, wordt er veel gemopperd

(godverdomme!), maar als een blanke iets fout doet,

dan wordt er gezegd: 'geen probleem, de volgende

keer beter'. Maar mijn chef, dat is een echte vader voor mij!"

(Zaïrese vluchteling, Helmond)

bij werkgevers kunnen worden overwon-nen.

Opvallend is wèl dat kleine en middelgrote bedrijven eerder bereid lijken om mee te werken aan het plaatsen van vluchtelingen dan grote bedrijven en overheidsinstellin-gen. Dit gebrek aan medewerking kan voor een deel verklaard worden uit het feit dat grote bedrijven en overheidsinstellingen over eigen wervings- en selectie-apparaten beschikken. Bovendien zorgen hiërarchi-sche verhoudingen in grote organisaties er vaak voor dat verantwoordelijkheden van degenen die de feitelijke selectie en wer-ving van nieuw personeel verzorgen, be-perkt zijn. Als gevolg daarvan is men niet snel geneigd om aan 'experimenten' mee te werken.

HELMONDSE LESSEN

Een succesvolle bemiddeling van vluchtelin-gen op basis van de in Helmond ontwikkel-de aanpak betekent uiteraard nog niet dat daarmee àlle problemen zijn opgelost. Inte-gendeel, uit gesprekken met oud-cursisten blijkt dat - zeker in de beginfase van de arbeidsloopbaan - duidelijke weerstanden en vooroordelen bestaan tegenover de nieuwkomer 'van buiten'. Een goede ver-standhouding met de 'witte' collega's moet vrijwel altijd bevochten worden. Maatschap-pelijke integratie van vluchtelingen op basis van wederzijds respect van gevestigden en nieuwkomers vergt dus aanzienlijk méér dan een adequaat beleid met betrekking tot opvang en arbeidsbemiddeling.

Dat blijkt ook heel duidelijk uit de verdere loopbaan van oud-cursisten. Een deel van hen werkt nog steeds in het bedrijf waar ze ooit via het vluchtelingenproject geplaatst werden. Andere oud-cursisten zijn door-gestroomd naar een HTS-opleiding. Weer andere cursisten hebben inmiddels een zeer gevarieerd arbeidsverleden in Neder-land opgebouwd en zijn terechtgekomen in totaal andere functies dan waarvoor ze werden opgeleid. Deze arbeidsmobiliteit blijkt soms het gevolg van het feit dat vluchtelingen evenals andere migranten niet alleen behoren tot 'the last to be hired' maar ook tot 'the (lrst to be (lred'. Dat men vervolgens toch meestal weer in staat bleek om zelfstandig een andere baan te vinden (of als zelfstandige te beginnen), wordt door henzelf toegeschreven aan positieve ervaringen opgedaan in de cursus van het vluchtelingenproject en in de eerste baan waarin ze via dit project terecht kwamen. Welke factoren zijn nu bepalend voor het succes van het Helmondse vluchtelingen-project? De eerste succesfactor is de ma-nier waarop het opleidingstraject is inge-past in een actieve aanpak van de arbeids-bemiddeling. Doorslaggevend is dat na de opleiding in beginsel een baan gezocht wordt 'op maat'. Daarbij staat de individue-le vluchteling centraal, zowel in het opindividue-lei- oplei-dings- als in het bemiddelingstraject. Deze individuele benadering kan beschouwd worden als de tweede succesfactor. Een derde factor is de actieve aanpak van de arbeidsbemiddeling. De nauwe

(8)

"Vorig jaar had ik medische klachten. Het zijn de

problemen die je op de televisie ziet over Somalië.

En het zijn de brieven die je van je familie krijgt.

Ze verwachten veel van je, dat is een druk, ze zaten

illegaal in Kenia. Ik voelde me machteloos: ik kon

ze niet uitnodigen hier. Ik heb gezegd: 'ik kan minder

doen dan jullie denken'. Er waren momenten dat ik niet

kon slapen. Een neef belde me weleens met nieuws uit

Somalië: over dat meisjes werden verkracht of in de

gevangenis gezet werden. Je familie kan nergens naartoe.

Ik heb me nooit ziek gemeld. Ik vond dat als ik thuis

bleef dat ik nog meer zou gaan denken. Studeren en

werken verkort de tijd om te denken. Op het werk kon ik

er niet over praten. Ze begrijpen het niet, snappen

het ook niet. Maar met een jongen die bij mij woont,

kan ik praten. Als ik die cursus niet had gedaan en dat

werk niet had, had ik niet verder gekund."

king tussen cursusbegeleiding en arbeids-bemiddeling maakt het mogelijk dat de bemiddelaar goed op de hoogte is van achtergronden en capaciteiten van elk van de cursisten. Daardoor kan in beginsel voor elke werkzoekende een geschikte stageplaats en vacature worden gevonden. Ook voor de werkgever biedt deze aanpak voordelen: de werkgever krijgt in zekere zin de garantie dat een geschikte kandidaat wordt aangeboden. De flexibele loonkos-tensubsidie is de laatste succesfactor. De mogelijkheid voor de werkgever om zo nodig een beroep te kunnen doen op een loonkostensubsidie-op-maat ter afdekking van de extra kosten die in de aanloopperio-de soms gemaakt moeten woraanloopperio-den, is welis-waar geen doorslaggevende factor maar is toch van belang voor een flexibel arbeids-bemiddelingsbeleid.

CATEGORIAAL BELEID

Het Helmondse Vluchtelingenproject is een voorbeeld van een specifieke voorziening

op het terrein van onderwijs en arbeidsbe-middeling gericht op een bepaaldecategorie 'nieuwkomers'. Een belangrijke vraag bij de opvang van 'nieuwkomers' zoals vluchte-lingen is of dergelijke categoriale voorzie-ningen behalve voordelen ook onbedoelde nadelen met zich meebrengen. Sinds het eind van de jaren tachtig bestaat er in landelijke politieke en wetenschappelijke discussies een neiging om juist de nadelen

van categoriale voorzieningen te onder-strepen: stigmatisering, belemmering van integratie.

Dat soort algemene debatten wordt heel vaak over de hoofden van de betrokkenen heen gevoerd in pro- of contra-termen. De deelnemers aan het Helmondse project denken er zèlf genuanceerd over. Enerzijds beklemtonen zij dat de algemene reguliere opleidingen voor vluchtelingen vaak een brug te ver vormen, ook al hebben zij een cursus Nederlands achter de kiezen. Ze zeggen veel problemen te ondervinden met het meer specialistische Nederlands

dat in vakopleidingen gebezigd wordt. Bo-vendien menen ze onvoldoende op de hoogte te zijn van de Nederlandse (opleidings)cultuur om zich snel te kunnen aanpassen. En ten slotte hebben vluchtelin-gen naar eivluchtelin-gen zegvluchtelin-gen te kampen met psychosomatische problemen als gevolg van hun verleden. Daardoor raken ze snel op een zijspoor van de algemene reguliere opleiding. Om die reden bepleiten zij de noodzaak van een specifiek voor vluchte-lingen opgezette cursus. Het meest tastba-re bewijs daarvoor is ook dat vluchtelingen van heinde en verre naar Helmond reizen om juist déze cursus te volgen. In een aantal gevallen heeft dat zelfs geleid tot een verhui-zing naar Helmond. Hoewel de vluchtelin-gen de noodzaak van een categoriale voor-ziening onderstrepen, pleiten zij

tegelijker-tij~ voor een opleiding die 'gelijkwaardig' is aan de reguliere opleiding. Een categoriale opleiding wordt door hen gezien als een

noodvoorziening, die gericht moet zijn op het opheffen van de 'aparte' positie van vluchtelingen.

In het Helmondse project wordt gepoogd om de risico's van een categoriale aanpak te vermijden door een sterk op het individu gerichte benadering zowel in het oplei-dingstraject als in het bemiddelingstraject: uiteindelijk gaat het om de individuele vluch-teling met zijn of haar specifieke achter-gronden en capaciteiten.

DEN HAAG

(9)

plaatsen niet van de grond zijn gekomen vanwege de Haagse regelgeving. Dit soort initiatieven verdient het ook elders in het land gestimuleerd te worden. Het is im-mers geen ideale situatie dat vluchtelingen uit heel Nederland naar Helmond moeten reizen om een plek in de samenleving te veroveren. De groeiende belangstelling heeft ertoe geleid, dat hetTer AA College, de uitvoerder van het project, steeds meer vluchtelingen die zich aanmelden, moet afwijzen. Terwijl ze wèl voldoen aan de vereisten! De 'capaciteitsproblemen' kun-nen alleen opgelost worden wanneer ook elders in het land mogelijkheden worden geboden voor dit soort opleidingen. Het landelijke beleid zou gericht moeten wor-den op aanmoediging van dit soort lokale

initiatieven. Dat lijkt meer perspectieven te bieden dan de generieke maatregelen (het

afschaffen van het minimumloon, het opleg-gen van scholingsverplichtinopleg-gen aan mi-granten et cetera) waarover in Den Haag zo graag gefilosofeerd wordt. T

Harry van den Berg en Kees van der Veer

Horry van den Berg en Kees van der Veer ziJn be1den werkzoom biJ de Vakgroep Methoden en Technieken van de Vnje Universiteit te Amsterdam

Het socialisme is ontaard in een zak-Japan-ner, het gaat ons er alleen nog maar om de gezamenlijke inkomsten tot op drie cijfers achter de komma rechtvaardig te verdelen. Dat IS vriJ vertaald en 1n zeer verkorte vorm de kntiek van Pau/ Ka/ma op z1jn eigen par-tiJ. Hij pleit voor eerherstel van het cultuursocial1sme, we zouden ons weer meer bezig moeten houden met cultuur en zorg. Daarover wil Kal ma discussieren met D66 en Groenlinks. Hoewel ik erg voor cultuur en zorg ben, vind ik toch dat Groenlinks nog eens goed moet nadenken alvorens met Kalma in zee te gaan. Mijn probleem is minder zijn uitkomst dan de analyse waarop die is gebaseerd. Die gaat ongeveer als volgt. Steeds meer onderdelen van het dagelijks leven worden getrokken b1nnen de invloedssfeer van de marl<!: of van de bureaucratie. Menselijke betrekkingen worden daardoor steeds meer gestuurd door overwegingen van winst-maximalisatie en eigenbelang. Intussen ver-schraalt de 'leefwereld': het domein van de autonome sferen van zorg en cultuur wordt kleiner en ook daar dringen marktconforme redenenngen steeds meer door. Kalma's oplossing is een herwaardenng van de cultuursoCialisten. ZiJ hadden weliswaar een grote minachting voor het lagere volk dat zich door zijn maag laat leiden, maar in hun waardering voor Literatuur, Kunst en de Natuur zou toch ook veel waardevols lig-gen.

Kalma zet twee werelden tegenover elkaar, die van de 'marl<t' en de 'bureaucratie' -voor het gemak op één hoop gegooid - èn die van de 'leefwereld', in de gedaante van cultuur en zorg. De ene wereld wordt ge-kenmerl<t door calculatie en eigenbelang, de andere is 'autonoom', de suggestie is dat d1e wordt beheerst door mooiere emoties als altruïsme, affectie en de zucht naar het hogere.

Antropologen, sociologen en sommige eco-nomen laten zien dat dit portret van de marl<!: een constructie van economen is en niet klopt. De marl<!: 1s geen gebied waar mensen hun 'waarden' achter z1ch laten, integendeel. De marl<!: werl<t alleen als ziJ gestructureerd is volgens strenge morele regels. Geld 1s ook geen 'geliJkmaker', zoals Marx dacht. Wie goed kijl<t, ziet dat geld dat u1t verschillende bronnen afi<omstig is, ook verschillende morele rechten en plichten met zich meebrengt. Vrouwen geven hun 'eigen' AOW op een andere manier u1t dan ze gedaan zouden hebben met de

'gezamenlijke' AOW, die echtparen tot voor kort kregen. Affectie en hogere waar-den staan ook n1et bwten de markt. Via de marl<!: zijn aardig wat landgenoten bezig een eigen buitenlandse politiek te voeren. Der-de-Wereldwinkels, Max Havelaar-koffie,

de Helling-jaargang 7 - nummer 2 - zomer 1994

Outspan-sinaasappelen, het zijn evenzovele bewijzen van het feit dat ook de marl<!: mo-raal kent.

Er IS intussen een groot aantal studies dat laat zien dat de bureaucratische rat1onalite1t van de verzorgingsstaat gebaseerd is op een overleefde opvatting over de manier waar-op mannen en vrouwen horen samen te leven. Bijstandswet, soc1ale verzekeringswet-ten, pens1oenregel1ngen, wonlngvoorschrif-ten, het zijn evenzovele voomeelden van de extreme betutteling van de overheid. Die bureaucratische morele rationaliteit is niet alleen seksistisch, ze 1s ook vervuld van een extreem wantrouwen tegen de medemens dat sterk doet denken aan de cultuurso-cialisten. Voortdurend is men beducht dat de mens, mits aan zichzelf overgelaten z1ch te buiten zal gaan aan lagere hartstochten. leder jaar als ik miJn belastingfonmulier 1nvul, sta ik weer versteld van de verregaande mate waarin Kok zich bemoeit met mijn uitgavenpatroon. Besteed 1k mijn zuurver-diende centjes aan studieboeken, computers of blocnotes, dan krijg 1k de helft van de kosten terug. Breng ik de avonduren door met het schrijven van leuke stukjeS voor maatschappelijk nuttige bladen, dan wordt weer een fors deel van mijn belastingen afgetrokken. Koop ik daarentegen een bont-jas om de verwarming wat lager te kunnen zetten, dan is die geheel voor eigen reke-ning. Net als de vakantie op de Canarische e1landen d1e kan voorkomen dat ik over-spannen in de Ziektewet raak. Over de sub-sidies op muziek en toneel, die zo geheel en al aan Ons Soort Mensen ten goede komt terwijl de anmoedzaaier zelf zijn André Ha-zes-ticket ophoest, zullen we het maar hele-maal niet hebben.

Markt en bureaucratie z1jn, kortom, niet

zonder 'hogere' waarden. Daar staat tegen-over dat de werelden van zorg en cultuur niet autonoom z1jn en dat ook nooit zijn geweest.

Alle werelden, de marl<!:, de bureaucratie en de leefwereld, worden beheerst door een mengsel van hoge moraal, affectie, 'calculis-me' en eigenbelang. De suggestie dat we de ene wereld moeten terugdringen om in een mooiere te komen, lijkt me dan ook onjuist. Beter dan de vlucht van de ene naar de andere wereld lijl<t het me om al die gebie-den eens goed door te lichten en te kijken hoe we oude vormen en gedachten kunnen vervangen door betere.

En cultuursocialisten, met hun seksisme, hun geborneerde burgerlijkheid en hun extreme minachting voor het lagere volk moeten met wortel en tak worden uitgeroeid, als eerste 1n het belastingstelsel.

(10)

i

i'

i!

Progressieve

kiezer zweeft weg

van Groenlinks

Zes mensen met

sympathie voor GroenLinks die bij de

jongste kamerkiezingen toch niet op die partij

gestemd

hebben. Waarom niet? Wat

moet

GroenLinks doen

om

bij

een

volgende

gelegenheid wèl hun

stem te

verwerven? Stemden

ze

eenmalig op

een grote

partij of is er sprake

van

een

vast patroon?

Zes

gesprekken

met

zwevende progressieve kiezers die

~nuttig

stemden' en

daarom op 3 mei landden bij PvdA

en

D66.

Analyse van de opiniepeilingen leert dat dit 'niet onze verkiezingen waren'. Dit schrijft Hans Schoen in een artikel in het juni-nummer van het Groenlinks Magazine, het ledenblad van de gelijknamige partij. De onverwachte race tussen PvdA en CDA om wie de grootste partij zou worden, deed Groenlinks de das om. Mensen ko-zen ditmaal voor 'de macht', voor de pro-gressieve potentiële regeringspartij. Dit beeld wordt gedeeltijk in de zes ge-sprekken bevestigd. Doortje Diekerhof ( 61) bijvoorbeeld, voormalig onderwijzeres uit Deventer, stemde altijd PPR en Groen-Links, nu PvdA. Op Jan Pronk. 'Want die gaat overal zèlf op af.' Ze is geroerd door zijn bewogenheid, waardeert het dat deze minister niet alleen oordeelt op basis van rapporten. Ze vond het nodig om dit keer PvdA te stemmen. Ze wilde die partij voor een grote nederlaag behoeden. 'Ik vreesde voor de toekomst van links als de PvdA te klein zou worden.' Ze wil ook een regering met de PvdA, liefst paars. 'Want het CDA mag best wel eens in de wachtkamer zit-ten.'

Ook Liesbeth Garritsen (36 ), organisatie-adviseur uit Amsterdam, stemde op 3 mei PvdA. 'Ik vond het risico te groot om nu Groenlinks te stemmen. Ik was bang dat CDA en WO samen teveel stemmen zou-den zouzou-den krijgen, dat we een nog recht-ser kabinet zouden krijgen.'

(11)

foto: GUido van Doormoolen/HH

machtsvraag, daarom heb ik op de PvdA gestemd, ondanks dat WAO-debacle.' CLINTON-WENS

Liggen alle factoren dan buiten Groenlinks? Kun je campagne voeren wat je kan, maar word je toch nooit gekozen als het om 'het eggie gaat'? Kun je doorrekenen wat je wat je wil, maar word je toch nooit serieus genomen? Stemmen mensen wel bij de gemeenteraad en voor Europa Groen-Links, maar niet voor de Tweede Kamer? Nee! De meesten zijn wel over te halen. Alle zes zijn het bewuste kiezers, lezen ze met meer dan normale belangstelling de krant en kijken naar nieuws en actualitei-tenrubrieken. Ze twijfelen regelmatig, want hun principes komen overeen met die van Groenlinks. En als de boodschap maar genoeg aansprekend is, zijn ze over te halen. Dit keer was dat echter niet het geval, en daarmee leveren ze indirect kri-tiek op de verkiezingscampagne en de acti-viteiten van Groenlinks.

Joost Grol (43), zelfstandig fotograaf in Utrecht, zal één van de moeilijksten zijn om over te halen. Hij stemt zelden op Groen-Links, meestal op PvdA of (zoals nu) D66. Hij heeft een 'Ciinton-wens', wil dat er wat verandert en dat dus 'paars' een kans krijgt. Groenlinks was om die reden voor hem niet interessant. Een potentiële regerings-partij krijgt zijn stem. Bovendien, Groen-Links heeft wat hem betreft nog 'teveel (geitewollen) sokken aan'. De partij straalt geen deskundigheid uit, wat hij bij D66 wel het geval vindt. Pas als een paars kabinet 'teveel de Bolkestein-kant opgaat', vooral

wat betreft de sociale zekerheid en het beleid ten aanzien van migranten, komt Groenlinks over vier jaar bij hem in het vizier.

VoorDoortje Diekerhof hoeft Groenlinks daarentegen niet veel moeite te doen. 'Ik stemde voor de gemeenteraad op Groen-Links, en nu voor de Europese verkiezingen weer. Ik denk dat ik eenmalig gezondigd heb,' bekent ze een beetje schuldbewust. 'Over vier jaar wordt het vast Groenlinks.' De andere vier zullen Groenlinks de ko-mende tijd kritisch volgen, en daar hun oordeel vanaf laten hangen. 'Ik stem niet op partijprogramma's, maar op wat partijen doen,' zegt Bernadette Schoemaker (35), uit Den Haag. Ze is journaliste bij het Welzijns-weekblad èn lid van Groenlinks. 'En daarin ben ik wat Groenlinks betreft teleurge-steld. Waar was Groenlinks bij de discussie rond de WAO en de AOW? Juist in een tijd dat alles naar rechts schuift, verwacht ik heldere standpunten. En dan niet alleen maar 'tegen' roepen en aan jaren-zeventig-standpunten vasthouden, maar met plan-nen komen waarbij in ieder geval de mensen aan de onderkant beschermd worden.' Op het terrein van de volksgezondheid, dat ze voor haar werk nauwlettend volgt, vond ze de inbrengvan Groenlinks in de Tweede Kamer minimaal. 'Ze waren er niet, of ze gingen tijdens commissievergaderingen eerder weg. En de verhalen waren niet geïnspireerd en obligaat. Ik heb de indruk dat na het vertrek van Ria Beekers dit onderdeel in ieder geval niet goed is over-gedragen. Groenlinks had veel harder het Plan Simons moeten ondersteunen, want

de Helling- jaargang 7- nummer 2 -zomer 1994

dat is nu door de belangengroepen finaal om zeep geholpen.' Haar stem ging uitein-delijk uit naar Jacob Kohnstam. Die is zeer ter zake kundig en weet moeilijke materie duidelijk uit te leggen. Jammer, ik had graag op Groenlinks gestemd,' verzucht ze. 'Maar ik ben teleurgesteld zowel in de PvdA als Groenlinks. En dan wordt het toch D66. Ik wilde absoluut niet dat PvdA en CDA door zouden gaan. Nu D66 zo groot geworden is, is de kans groot dat er een andere ploeg aantreedt. Wat dat be-treft ben ik tevreden met de uitslag.' AVERSIE

De verkiezingscampagne oogst over het algemeen weinig lof bij de zes. En ook het lijsttrekkersduo kan zich niet in veel popu-lariteit verheugen. 'De eerste keer dat ik dacht 'dit keer keer maar geen Groen-Links', was na een radiopogramma met lna Brouwer en Mohamed Rabbae,' zegt Paula de Jong (38), psychotherapeut bij het Riagg in Den Haag. 'Ze vertelden alleen maar hoe ze samenwerkten, waar ze ruzie over maakten enzovoorts. Het kabbelde maar door in een verschrikkelijke Tantje-Betje-stijl. Terwijl er toch genoeg inhoudelijke punten zijn waar je op in kan gaan.' 'Op het moment dat lna Brouwer en Mohamed Rabbae als lijsttrekker werden gekozen, wist ik zeker dat ik niet op ze zou gaan stemmen,' zegt Doortje Diekerhof. 'Ik vond dat stel te reclame-achtig. Net als tijdens mijn jeugd in Indië. Moesten blanke en gekleurde kinderen ook altijd naast elkaar in de schoolbanken zitten, want dat stond zo leuk.'

(12)

. ! I I I I I

~En

maar roepen dat

er

Het duo-schap an sich stuitte niet op

be-zwaren, men vond het wel een leuk expe-riment. 'Want het is natuurlijk onzin dat politici 80 uur in de week moeten werken.' Alleen dit duo, of soms één van de twee, riep hier en daar aversie op. 'Ik geloof niet dat het huidige duo een toegevoegde waar-de had,' meent Liesbeth Garritsen. Bernadette Scheemaker had het niet zo op lna Brouwer. 'Iemand die zegt zich nooit communiste gevoeld te hebben, terwijl ze lijsttrekker was van de CPN, vind ik onge-loofwaardig.' Paula de Jong vond I na Brou-wer 'niet sterk', terwijl Garritsen juist Mohamed Rabbae de zwakke schakel vond. 'Je hebt natuurlijk die affaire met 'De Dui-velsverzen' gehad. Het ergst daarbij vond ik dat gedraai achteraf. Dat-ie het wel gezegd heeft, maar niet zo bedoeld et cetera.' Over de campagne soms een enkel positief geluid, maar ook veel kritiek. Erik Pentinga vond de thema-posters 'natuurlijk gewoon de beste'. 'Die waren mooi en gingen- als enige- ergens over.' De meesten verwach-ten van Groenlinks een consequent inhou-delijk geluid, maar dat hebben ze nu net gemist. Paula de Jong: 'Er werd wel voort-durend geroepen dat er discussie moest komen in de politiek over tal van onder-werpen, maar daar blééf het dan bij. Nooit werd helder wat daarbij de inzet van Groenlinks zou zijn, wat ze ermee wilden bereiken. Het bleef gewoon te vaag.'

Lies-discussie

moest

komen

in de politiek.

Nooit werd helder

wat daarbij de inzet

van GroenLinks

zou

zijn'

beth Garritsen: 'Ik snap niet dat je zo'n boottocht doet, of gaat boksen in een sportschool, of zo'n houseparty organi-seert, terwijl je juist vindt dat er meer inhoudelijk politiek gevoerd moet worden. Groenlinks kreeg daardoor niet echt een betrouwbare uitstraling.' 'Die houseparty was gewoon een beetje zielig,' zegt Berna-dette Schoemaker, 'dat die ouwe sokken daar een biertje gaan staan tappen, om te laten zien dat ze wel degelijk contact met de jeugd hebben. Terwijl Groenlinks het volgens mij helemaal niet van de housepar-ty-jongeren moet hebben. Groenlinks-jongeren zitten elders.'

ONVERDIEND

Toch waren al dit soort zaken van secundair

belang. Ze zorgden er hoogstens voor dat men aan de keuze voor de grote partij

minder twijfelde. Ook de gematigde opstel-ling van Groenlinks ten opzichte van de PvdA maakte de opstap naar deze partij hoogstens iets gemakkelijker. Opvallend is dat alle zes de ondervraagden hun keuze al ruim voor de verkiezingen bepaald hadden. De grote twijfelaars, die volgens de opinie-peilingen pas op het allerlaatste moment overstag gingen, soms pas in het stemhokje zelf, zijn dus nog niet gevonden.

Erik Pentinga heeft vanuit z'n werk als vakbondsbestuurder in de industrie nog een belangrijke andere reden om niet op Groenlinks te stemmen. 'Ik heb jaren op de PSP en op Groenlinks gestemd. Dan hoorde je weleens: als je ouder wordt, word je wel rechtser. Ik heb me daar heel lang tegen verzet, maar nu is het dan toch gebeurd. Mijn belangrijkste reden om nu Pv.dA te stemmen, komt voort uit een ontwikkeling die bij kaderleden van vak-bonden sinds het WAO-debat gaande is. Wij zijn als bonden bij die WAO-acties ontzettend tegen de politiek tekeer gegaan. Grotendeels terecht natuurlijk. Maar nu zie je dat mensen gaan zeggen: 'het zijn allemaal zakkenvullers'. Er wordt volstrekt geen onderscheid meer gemaakt tussen linkse of rechtse politiek. Het is een ont-wikkeling die zeker gezien de opkomst van extreem-rechts zeer gevaarlijk kan zijn.' Maar is Groenlinks voor deze teleurge-stelde PvdA-stemmers dan geen alterna-tief? Aan het Groenlinkse WAO-stand-punt heeft het tenslotte niet gelegen? Pent-inga: 'Wat staat er ook alweer in dat verkie-zingsprogramma? Ik geloof dat er 13.000 banen in de industrie geschrapt moeten worden. Daar kan ik natuurlijk niet mee aankomen. Nee, voor mensen die overwe-gen op extreem-rechts te stemmen, is Groenlinks geen alternatief. Die partij is te radicaal en de uitstraling is veel te yuppie-achtig. Dan is de PvdA eigenlijk de enige partij waar je wèl mee aan kunt komen, hoe gek het gezien de WAO-perikelen ook lijkt. En ik zie het belang van zo'n partij nu duidelijk in.'

Desondanks vindt Pentinga het 'wel lullig' dat GroenLinks een zetel verloor. Hij had het absoluut niet verwacht. 'En ze hebben dat ook niet verdiend.'

MEESCHUIVEN

(13)

•.

Enk Penttnga - foto: Angelo Goedemondt

De andere vier zijn het onafhankelijk van elkaar met haar eens. Het voorstel past niet in het beeld dat zij van de huidige politieke situatie hebben: Nederland ver-rechtst en een rechts CDA/VVD/D66-kabinet zou het alleen maar erger maken. 'Iedereen schuift', dus moet wel mee om nog wat invloed uit te kunnen uitoefenen. 'Het leek me nu slimmer om de linkerkant van de PvdA te steunen,' zegt Paula de Jong. Ze stemde uiteindelijk, net als Liesbeth Garritsen, op Karin Adelmund. Terwijl Ruud Vreeman van Pentinga een stem kreeg.

Toch is het niet zo dat iedereen altijd per definitie op een potentiële regeringspartij wil stemmen. 'Groenlinks moet er eens vanaf stappen dat de oppositie minder-waardig is, zegt Bernadette Schoemaker. 'Een felle oppositie is, denk ik, broodnodig. Juist in het huidige politieke klimaat. Ze moeten de contolerende functie waarma-ken. Zaken ontrafelen, zèlf met voorstellen komen. Ze moeten opkomen voor de men-sen die de meeste zorg nodig hebben. Maar zo'n voorstel om alle bijstandsuitkeringen te verhogen, is dan niet reëel. Je zult groe-pen moeten kiezen die het extra moeilijk hebben, en je ervoor inzetten dat die een verhoging krijgen.'

Belangrijk is volgens Scheemaker dat de fractie een heel netwerk van deskundigen om zich heen verzamelt. En men moet stoppen met het flirten met de macht. 'Dat heeft hun positie alleen maar verzwakt.' Groenlinks-kiezers zijn chronisch onbe-trouwbaar. Berekeningen maken duidelijk dat Groenlinks slechts over een kleine zeer trouwe basis van twee zetels beschikt, de rest moet gewonnen worden uit een redelijk grote groep sympathisanten. Deze progressieve zwevende kiezers bepalen hun stemkeuze elke keer weer opnieuw, bij elke verkiezing afzonderlijk. Afgaande op de zes gesprekken zelfs al enige weken of maanden van tevoren.

ALTERNATIEF

De Europese verkiezingen bevestigen dit beeld. De helft van de Groenlinks-stem-mers kwam bij deze verkiezingen op. Dat is, bijvoorbeeld vergeleken met PvdA en D66, een hoog percentage. Maar van deze men-sen die zes weken daarvoor nog op Groen-Links stemden, koos 44 procent (!) voor een andere partij. Gelukkig kwam er ook weer een groot aantal stemmers van ande-re partijen over - vijf van de zes ge-interviewden gingen hoogstwaarschijnlijk Groenlinks stemmen-, en daardoor werd

de Helling-jaargang 7-nummer 2 - zomer 1994

het uiteindelijk nog een matige uitslag. Wat moet Groenlinks doen om de zes afvalligen weer in het oude nest terug te krijgen? Bij Pentinga en Grol lijkt het bijna een onmogelijke opdracht. Zij willen een potentiële regeringspartij of een partij die de industriële werknemers aanspreekt, beide geen vooruitzichten die snel realiteit zullen worden. Alleen als het paarse kabi-net te rechts wordt, wordt een stem op Groenlinks een alternatief. Vooral wat betreft de sociale zekerheid en de politiek ten aanzien van migranten en asielzoekers zullen ze Kok, Bolkestein en Van Mierlo scherp in de gaten houden.

Doortje Diekerhof stemt volgende keer weer Groenlinks, als er geen onverwachte dingen gebeuren. Voor De Jong, Garritsen en Scheemaker blijft Groenlinks een reëel alternatief. De keuze voor een progressie-ve regeringspartij blijft lonken, maar als Groenlinks een inhoudelijke en soms felle oppositie voert, met goede initiatieven en voorstellen komt en intern niet al teveel rotzooi trapt, zouden ze over vier jaar best op deze partij kunnen stemmen. Dat laat-ste - die interne rust - is echter zeer belangrijk. Zowel De Jong als Garritsen hadden zich zeer geërgerd aan het inter-view met Maarten van Poelgeest in de Volkskrant. Ruzie bij Groenlinks doet de kiezers wegrennen.

Een rechts-paars regeringsbeleid is een belangrijke voorwaarde voor een goed resultaat bij de Tweede-Kamerverkiezin-gen voor Groenlinks, maar niet de enige. De kritische zwevende kiezer rekent ook af op de eigen daden. Of op de afwezigheid daarvan. T

Evert de Vos

Ever/ de Vos is eindredacteur van het Welzijnsweekblad

(14)

De smaak

1tsc

van

Mensen met

~goede

smaak, hebben een bijna

fysieke weerzin tegen kitsch. Begrijpelijk,

zo lijkt het. Want kitsch is surrogaat-kunst

voor het afgestompte volk. Hij is

schijnkunst die nep-emoties tracht op te

wekken met dubieuze artistieke middelen.

Tot zover het sprookje waarmee de

culturele elite zichzelf in slaap sust. In

werkelijkheid kan kitsch natuurlijk gewoon

kunst zijn. Een essay over goede en slechte

smaak. En over goede en slechte kunst.

Heb het in een gezelschap over kitsch en iedereen blijkt instinctief te weten wanneer iets wel of geen kitsch is. Maarvraag niet om een definitie. Want dan blijkt 'kitsch' plot-seling een begrip dat moeilijk in woorden te vangen is. Hele boeken zijn er over het onderwerp bijeengesprokkeld, maar nooit met een sluitend recept om mensen en dingen in. onbetwistbare smaakca-tegorieën in te delen. Behalve dat het woord zweeft, blijkt het ook nog eens met groene zeep ingesmeerd.

Kitsch wordt gewoonlijk vereenzelvigd met het smake-loze, het pseudo-artistieke en het namaak-mooie in onze wereld. Gelukkig achten de meeste mensen er zichzelf im-muun voor. Immers, het merkwaardige is dat, als men over kitsch praat, het altijd over andermans smaak gaat. Kitsch is de manier waarop andermans opvattingen van 'goede smaak' botsten met de mijne. Het zijn altijd de ànderen die kitsch in huis hebben.

Maar hoe zit het eigenlijk met de kitsch in

(15)

...

---,

.•.. ""'(··

P1n-up van Alberto Vorgos

-

die zich totaal weet te onttrekken aan kitschpraktijken. Zèlf moet ik toegeven dat ik op de lijst vrij hoog scoor.

ARISTOCRATISCH

Kitsch wordt vaak beschouwd als kunst met een minteken ervoor. Terwijl kunst in wezen een vernieuwende en 'bevragen-de' functie ambieert, teert kitsch op de stereotypen in onze cultuur. Kitsch stelt geen conventies ter discussie, maar speelt integendeel handig in op de meest ele-mentaire, bestaande codes. Kitsch zal ons nooit buiten onze vertrouwde denk-patronen slingeren. In essentie werkt kitsch dus 'systeembevestigend'. Daarom heeft kitsch zo'n slechte reputatie bij kunstcritici, die natuurlijk alleen oog heb-ben voor de 'code-brekers'.

Helaas is kunst in de bovenstaande beteke-nis goed voor misschien 0,56 procent van alle culturele produktie. Is de overige 99,44

ken over kitsch. Voor de meeste mensen behoort smaak tot het rijk der zuiver-subjectieve voorkeuren, en is hij een mysterieuze, merendeels zintuiglijke neiging die niet onder de soevereiniteit van de rede te brengen is. De gustibus non

est disputandum. Over smaak valt niet te twisten. Zo maakten de Romeinen korte metten met die discussie. Zij hadden het in zoverre bij het rechte eind dat smaak geen systeem is en geen bewijsvoeringen toelaat. Maar dat neemt niet weg dat er wel zoiets bestaat als een 'logica van de smaak': een bepaalde smaak is geënt op een gevoeligheid die er de oorsprong van vormt.

Kitsch is niet gewoon mislukte kunst. Er is goede en er is slechte kunst; en daarnaast is er goede en slechte kitsch. Kitsch keert de zaken niet om. Hij is niet dat het slechte goed wordt en het goede slecht. Kitsch presenteert gewoon een alternatieve set van maatstaven. Kitsch heeft nu eenmaal een andere finali-teit dan kunst. Of kitsch 'goed' is, hangt af van de mate

waarin hij dat is. ÜBERKITSCH

procent het dan niet waard om bij stil te staan? En waarom de emoties van de kitschliefhebber verdacht maken als minderwaardig? Riekt dat niet naar sociale uitsluiting?

En welja, kitsch leeft van de clichés en de gemeenplaatsen. Maar vanuit een bepaald standpunt kan je daarom kitsch nu net optimale communicatie noe-men. Want zonder dat gigantische reser-voir aan gemeenplaatsen zouden veel men-sen er enorm veel moeite mee hebben om, zeg maar, de liefde voor hun mama uit te drukken. Dank zij het voorhanden zijn van kitsch kan iedereen doodgewoon een gift-shop binnenlopen en een kussen kopen met de opdruk van een 'Moeder'-spreuk. Niet iedereen is immers zèlf een poëet. Kitsch is een vastgegeven in de maatschap-pelijke werkelijkheid. Het kan derhalve geen kwaad dieper in te gaan op de werking ervan in plaats van kitsch intuïtief en aristo-cratisch te verwerpen.

'Smaak' is een centraal begrip bij elk

den-Het doel van kitsch is niets meer of minder dan zijn gebruiker een portie emotioneel

welbe-hagen toe te dienen. Genieten van kitsch is het menselijk equivalent van het spinnen van een kat. Kitsch vraagt geen

hersen-werking. Kitsch appelleert rechtstreeks aan het hart. Geen afstand, maar

onder-dompeling.

Kitsch is op effect gericht, en zet dus alle middelen in om dat effect te bereiken. Risico's nemen is daarbij uit den boze. Vanuit zijn finaliteit be-keken moet kitsch op zeker spelen. Het effect, daar komt het op aan.

Kitsch stevent niet recht-toe-recht-aan op zijn doel af. Kitsch wil enigszins de schijn van een 'verfijnd genoegen' hoog houden. Daarom is een t-shirt met neukende mui-zen geen kitsch, maar gewoon boertig. Een uitvouwbare Playmate is ook geen kitsch, maar gewoon een uitvouwbare Playmate. Zij zou kitsch worden als ze op diezelfde centerfold viool zat te spelen, met als onderschrift: 'Vickie (91-63-91) houdt erg vee/ van klassieke muziek'.

Maar hoe herken je nu goede kitsch uit slechte? Goede kitsch krijg je als het juiste mengsel van het fantastische, het gepassio-neerde en het naïeve aanwezig is. Als iets slechte kitsch is, komt dat vaak doordat hij te middelmatig van ambitie is. De maker heeft niet ècht zijn best gedaan om clichés te exploiteren, want daar gaat het nu pre-cies om in kitsch.

Neem nu die afbeelding van een roos. Met een overmaat en een overdaad aan duide-lijkheid wordt hier de idee 'liefde' uitge-beeld. Wèlk symbool past daar beter bij dan een rode roos? En heeft niet élke roos doornen? En als toegift- en dat maakt deze

(16)

foto tot Ueberkitsch - zet de fotograaf nog eens twee 'dauwdruppels' in scène (twee puntjes doorzichtige lijm, zonder twijfel) om ons gewild-subtiel erop te wijzen dat de liefde niet altijd ... (juist) en maneschijn is. Verkeerdelijk wordt aangenomen dat je van kitsch geen vernuftigheid kan verwach-ten. In tegendeel. Kitsch van grote klasse getuigt van een ongelooflijke verbeeldings-kracht. De beste kitsch bestaat uit torenho-ge opeenstapelingen van de meest onvoorspelbare clichés. Destijds kon je in cadeauwinkels een Rock'n Flower kopen: dat was een plastic bloem die kon swingen dank zij een batterij, verborgen in haar bloem-pot, en daarbij ook nog een gitaar in haar stengels torste. Een ander knap staaltje kitsch is een miniatuurversie van de Venus van Milo die, in haar maagstreek, een klok ingebouwd kreeg. Kitsch van de bovenste plank vond ik ook Dürers geamputeerde

'Handen van de Apostel' in kaarsvorm. Een-maal in werking kon je de biddende handen van de apostel voor je ogen zien weg-smelten. De lijst is schier eindeloos: Miss Liberty met een thermometer in haar sokkel en een echt lichtpeertje in haar nacht-toorts, een verbronsd vliegtuigje dat je een vuurtje geeft als je aan de propeller draait ... KITSCHWOLLEN

Het lijkt erop dat er in de platonische heme-len een Eeuwige Kitschvorm bestaat die zegt dat hoe meer een kitschvoorwerp een loopje neemt met de oorspronkelijke betekenis van het model, hoe dichter het kitschideaal wordt benaderd. In het rijk van de kitsch volgt form niet de function van het origineel maar divergeren zij juist. Bloemen

foto. Jon Loni<veld!HH

in hun natuurlijke staat zijn niet voorbe-stemd om muziek te spelen, laat staan om te dansen. Evenmin ligt het voor de hand een wijzerplaat aan te brengen in de buik van Venus. Grote kitsch komt aardig in de buurt van het beste dat het surrealisme ooit voortgebracht heeft.

Maar wat drijft het Kitschwollen van de mens? Wàt maakt dat mensen van kitsch houden? Kitsch nestelt zich bij voorkeur in de woonkamer, en dat is meteen een begin van antwoord. Zelden zal je concentraties kitsch aantreffen op kantoor, in de fabriek, in vergaderruimtes of in computerzalen. Eethuizen en cafés zijn weliswaar vaak ware kitschtempels. Maar dat zijn ze vooral wan-neer ze een huiselijke gezelligheid willen oproepen. Verder doet ook de auto het goed als kitsch-habitat, om dezelfde reden: de meest kitscherige auto-interieurs zijn ingericht als knusse leefruimtes.

Je huis volstouwen met kitsch is een dam opwerpen tegen de kille, boosaardige buitenwereld. Een kitschinterieur is een oase van zekerheden temidden van een woelige buitenwereld waar werkloosheid, criminaliteit, levensduurte, en het slechte weer woeden.

Dus keert de kitschliefhebber de hardvoch-tige wereld de rug toe en creëert hij zijn eigen paradijs. Om hethorrorvacui buiten de deur te houden, bouwt de kitschliefhebber aan een waanzinnige opeenstapeling van emblemen van zinvolheid, een potpourri van de menselijke beschavingsgeschiedenis, samengesteld uit ingrediënten uit de vier windstreken.

Kitsch wil alles beldeden met Betekenis. Neem nu de tuinkabouter. Wat is het

effect van zo'n plastic mannetje in de tuin? Het antwoord is heel eenvoudig: hij tovert in één klap je gazon om tot een sprook-jesland. De tuin is niet langer een banale grasmat, maar wordt een land van magie en tover.

Alles wat algemeen als fraai wordt erkend, met andere woorden, alles wat een golf van welbehagen door je lijf doet stromen (de finaliteit van kitsch), komt hiervoor in aan-merking. Hoeveel Mona Lisa's en beeld-houwwerk uit de oudheid, in wat voor gedaanten en combinaties, zouden niet huiskamers en tuinen sieren? Maar ook produkten van lopende-band-schilders kunnen dit doel dienen: hogervernoemde zigeunerinnen, stormachtige zeeën of on-schuldig blikkende kindjes met een poesje op schoot voldoen perfect aan de voor-waarden van kitsch.

ENCLAVE

Maar daar blijft het niet bij: kitsch haalt ook inspiratie uit imaginaire verledens, toen de wereld nog niet moeilijk in mekaar zat: vandaar het gedweep met oude karrewie-len die een nieuw leven krijgen als tuinver-siering of als luchter, elektrisch gevoede houtvuren, meubilair in nee-oudstijl en an-dere rekwisieten uit de tijd dat de samenle-ving nog een Gemeinschaft was.

Stukjes paradijs worden ook binnengerijfd uit de exotische uithoeken van de wereld: Chinees vaat- en vaaswerk, goedige Boed-dha's en beeldjes van Afrikaanse vrouwen met steekborsten. In diezelfde strijd tegen Zinledigheid wil kitsch per se functionele dingen redden van de lelijkheid. Want het wemelt in huis van prozaïsche gebruiks-voorwerpen die schreeuwen om esthe-tisering. Kitsch wil die voorwerpen optillen uit hun kleurloze bestaan. Dus worden briefopeners middeleeuwse zwaarden. En krijg je een asbak waar je de peuk niet uitdrukt op een anonieme bodem, maar op het portret van het koningspaar. Dit ver-klaart meteen de surrealistische wending van sommige kitsch.

Kitsch helpt het leven draaglijk maken. Hij tovert de woonkamer om in een enclave waar je nog zekerheden kan vinden. Voor breuken met de traditie heeft kitsch geen plaats. Laat de Bilderstreit maar buiten de muren razen.

(17)

...

---~

teken1ng: Anneke de Soete

zichzelf en van kitsch. I ets houdt op kitsch te zijn zodra de producent of consument zich van het kitscherige bewust is. Bewuste

kitsch is geen echte kitsch meer, want kitsch is niet tegen ironie bestand. Kitsch is altijd onopzettelijk kitsch. Kitsch heeft nooit de bedoeling om grappig te zijn. Mensen die kitsch in huis hebben doen daar niet ginnegappend of grinnikend over, ze genieten ervan. De fotograaf die een tra-nende rode roos in scène zet, maakt geen grapjes. Hij zegt in alle ernst: 'Voilà! De Liefde Verzinnebeeld!'

CAMP

Ogenschijnlijk is er theoretisch gesproken geen manier denkbaar waarop je oprecht van kitsch kan genieten. Vandaar dat er een onderscheid gemaakt wordt tussen zuivere kitsch en bewuste kitsch, en het laatste is beter bekend onder de noemer 'camp'.

Camp is geciteerde kitsch. Kitsch met een knipoog. Camp zet alles tussen aanha-lingstekens. Een Grieks naakt is 'een Grieks naakt'. Een camp-adept zal de tuinkabouter niet in zijn tuin, maar op zijn nachtkastje zetten.

Wat ze ook mogen beweren, camp-ken-ners blijven impliciet kitsch als slechte smaak beschouwen, als ontsporingen van de 'correcte' esthetica. Maar voor hen wordt de getemperde vulgariteit van kitsch legitiem als hij als dusdanig wordt geperci-pieerd; humor en ironie worden daarin

essentiële mechanismen.

Al wat Jeff Koons maakt is camp, alhoewel hij dat zelfwel zal ontkennen. Zijn beeldjes van poedels, engeltjes, porseleinen kinder-tjes en borstbeelden van adellijke lieden zijn eigenlijk gewoon uitvergrote versies van klassieke kitsch-schouwgarnituur. Het feit dat hij hun schaal met een factor 5 of meer opblaast (en de prijs met een factor I 0.000 en meer) en exposeert in musea, heeft een

Platzverfremdungseffekt dat onmiskenbaar tot camp leidt.

Ook de werkstukken van het Franse kun-stenaarsduo Pierre et Gilles horen bij de camp thuis. Hun bewerkte foto's combine-ren de romantiek van pcombine-rentkaarten en oude ingekleurde foto's met de ijzige erotiek van klassieke beelden en de passie van religieu-ze schilderkunst. Pierre en Gilles portret-teren bijvoorbeeld Nina Hagen als de Hei-lige Maagd Maria, Cathérine Deneuve als witte koningin en pornoster Jeff Stryker

tussen de konijntjes.

Maar de mooiste momenten beleef je als je niet meer weet of iets nu kitsch of camp is en je de auteur het voordeel van de twijfel moet gunnen. De pin-ups vanAiberto Vargas

bijvoorbeeld: zonder uitzondering stra-tosferische blondines die je altijd een beetje

tongue-in-cheek aangrijnzen. Of de geoliede fantasieën van de illustratorBoris Va//ejo: die spelen in een buiten-historische woeste wereld is bevolkt door drie soorten we-zens: Schwarzeneggeriaanse mannen,

Play-de Helling- jaargang 7- nummer 2 -zomer 1994

mates voorzien van bolle borsten en krijgsarmatuur en monsters op zoek naar bloed. Vallejo zelf is altijd net in de buurt met palet en schildersezel als er zich ergens een dramatisch hoogtepunt voordoet. Een ander subliem staaltje van kitsch/ camp-dubbelzinnigheid is het 'Portret van de Hond'. 'Gelezen' als pure kitsch past deze poster perfect in het genre prenten dat onze positieve gevoelens jegens paarden, honden, poesjes, en chimpansees exploi-teert. Anderzijds komt het portret zo gewild antropomorf over, (die belichting! die blik! datallzumenschliches haar -eigenlijk gewoon de oren van de hond) dat je zou gaan denken dat het de fotograaf om sub-tiele gein te doen is.

Zo is de cirkel rond. Via camp wordt kitsch gerecupereerd in het kamp van de goede smaak. Want camp-kenner zijn is eigenlijk getuigen van goede smaak voor wansmaak. Van kitsch houden, gerecycleerd als camp, staat dan uiteindelijk zelfs voor een distinc-tief teken van raffinement. Kitsch wordt chique. En dat is het ook ongeveer, als je het uitspreekt van achteren naar voren. T

Filip Huysegems

F1lip Huysegems IS cultuurcnLicus. Hij is onder meer werkzoom bij de BRT

(18)

De politieke onmacht

van milieuminnend

Nederland

Milieu is geruisloos van de politieke agenda

verdwenen.

Dat

is

een

pijnlijke constatering,

maar geweeklaag over dit bittere feit is zinloos.

Beter is het

om na te gaan

waarom noch de

milieubeweging, noch de politiek

een

vuist wist

te

maken.

Waarschijnlijk is er

meer aan

de hand dan

gebrek

aan

mobiliserend vermogen. Waarom zit

de milieupolitiek in het slop?

Of het nu de lijsttrekker, de machtsvraag, het mee willen regeren of de campagne is geweest die potentiële Groenlinks-stem-mers bij de Kamerverkiezingen naar de PvdA of D66 hebben gedreven, het radicale milieubeleid van Groenlinks had blijkbaar niet genoeg aantrekkingskracht om kiezers die twijfelden te binden.

Het is onnodig al te dramatisch over het verlies van Groenlinks te doen, deze partij moet haar eigen positie ook enigszins rela-tiveren, maar het verlies is, om het voor-zichtig te zeggen, geen signaal aan de poli-tiek dat ze harder aan het milieubeleid moet trekken. Dat D66 heeft gewonnen is niet aan haar milieustandpunten toe te schrijven. D66 heeft zich in de verkiezings-strijd in het geheel niet geprofileerd op het milieu. Het campagneteam van de PvdA b-=sloot al in de voorbereiding dat voor haar milieu geen verkiezingsthema zou worden, omdat 'je het met milieu toch nooit goed doet'. Voor het brede publiek ga je snel te ver, voor de milieubeweging niet ver genoeg, was de redenering. Dat de eigen en nu weggepromoveerde minister Aiders door Jan en Alleman werd afgescho-ten, gaf de doorslag.

(19)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Alleen voor de partij- scholing bleef Struik nog korte tijd iets doen, maar hij schreef in zijn memoires op

&#34;In de troonrede wordt gesproken van de noodzaak van een herijking van ons stelsel van sociale zekerheid. Daar sta ik volledig achter. Wij willen dat de

omdat alles verpolitiekt is,omdat de a-christelijke,neutrale partijen(waarin de kleine kernen zitten van doordrammende afbrekers van alles wat traditie en

a) maak een ‘eerste-orde’ schatting van de hoeveelheid bio-ethanol die voor de Nederlandse benzinemarkt moet worden geproduceerd in 2005 respectievelijk 2010 volgens de Brusselse

Tegelijkertijd spreekt het voor zich dat 'Wageningen' niet geïsoleerd opereert, noch zou kunnen (of moeten) opereren. Vandaar dat hier ook gekozen is voor het wat meer

29-1-2018 Bestuurder Levenseindekliniek: 'Soms zien patiënten toch weer het licht' | Zwolle |

Op zich mooi maar het is wel belangrijk dat u in deze strijd duidelijke regels stelt en handhaaft zodat uw inwoners hier optimaal van kunnen profiteren en ook de meeste

Op de GR kun je gemakkelijk een groeitabel als in opgave 9a te maken. Maar het kan ook op andere manieren.. Exponentiële groei 29 Spreeuwen komen 's zomers in grote zwermen