• No results found

DE HELLING

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DE HELLING "

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

DE HELLING

verschijnt viermaal per jaar Losse nummers:

f

10,- Jaarabonnement:

f

39,50

Gironummer 2737994 Stichting Wetenschappel!jk Bureau Groen Links (o.v.v. DE HELLING)

UITGEVER

Stichting Wetenschappelijk Bureau Groen Links

REDACTIE

Marianne van den Boomen, Els Diekerho.f. Chris Keulemans,

Henk Krijnen (hoofdredacteur), Joost Lagendijk, los van der Lans,

Hans Schoen, Rad i Suudi en Tanja Veenstra

EINDREDACTIE

Henk Krijnen

ACHTERPAGINA

Tom Schreuder

OMSLAGFOTO

Jan Lankveld/HH

VORMGEVING

&

ZETWERK

Richard Pollé/Ruparo, Amsterdam

DRUK

Macula, Boskoop

ADVERTENTIE·

TARIEVEN f

300,- per 112 pagina

f

150,- per 114 pagina

f

75,- per 1/8 pagina

ADMINISTRATIE

&

CORRESPONDENTIE

DE HELLING Postbus 700 1000 AS Amsterdam

(020) 6202212

REDACTIE·

SECRETARIAAT

Henk Krijnen (020) 6735184

DE HELLING is een onafhankelijk politiek tijdschrift met belangstelling voor ontwikkelingen op het sociale en culturele vlak. Het tijdschrift wil een algemeen medium zijn voor linkse

politieke meningsvorming en wil publieke debatten beïnvloeden

H TIJDSCHRIFT e L

ASIELZOEKERS

Versoepeling van het toelatingsbeleid- wie praat daar tegenwoordig nog over? Samen met vele andere lijkt ook dit thema

gesneuveld op het slagveld van de politieke eer. MIRJAM DE RIJK registreert het

pijnlijk denkproces van links. Snotteren over inhumane uitzettingen helpt niet. Tijd voor een nieuwe visie op

gastvrijheid?

pagina 4

ONDERWIJSPOLITIEK

'De wisselwerking tussen corporatisering en vermarketing lijkt kenmerkend voor de reorganisatie van het onderwijs die thans in uitvoering is'. In deze bewoordingen schetsen ED WENDRICH en AR]AN DIELEMAN de achtergronden van het huidige onderwijsbeleid. Het ongenoegen in 'het veld'

neemt echter toe.

'De weerstanden lijken de gehele hiërarchie van het

onderwijs te doortrekken.'

pagina 40

(3)

~ R I N G

LINKSE POLITIEK

FILMHUIZEN

Volgens filmrecensent ]OS VAN DER BURG verliezen de Nederlandse filmhuizen hun oorspronkelijke identiteit. 'Zoals de

"betere bioscoopfilm" grotendeels uit de bioscoop is verdreven, zo dreigt nu de kunstzinnige film - die per definitie een marginaal publiek trekt - niet langer welkom te zijn in veel filmhuizen.' De filmhuiswereld staat erbij en kijkt ernaar.

pagina 38

VERZORGINGSSTAAT ONMISBAAR

De verzorgingsstaat rijdt zichzelf in de wielen en drastische ingrepen lijken onvermijdelijk, vertellen politici en economen elkaar. Tweede-Kamerlid INA

BROUWER verzet zich tegen deze vorm van politiek masochisme. Niemand kan voorkomen dat het beroep op de verzorgingsstaat de komende decennia toeneemt. 'De werkelijkheid is dat betaalde arbeid minder belangrijk wordt en het sociale stelsel juist belangrijker.'

pagina 26

4

Links tobt wat af' over het asielzoekersbeleid Mirjam de Rijk

ANALYSE

I I

De achterkant van de Groen Linkse ideologie Piet Zweers

COMMENTAAR I 7

Hoe zelfkritisch is Groen Links?

Henk Krijnen

STELLINGEN I 8

Tien argumenten tégen de Progressieve Volkpartij en tien argumenten vóór progressieve

samenwerking lneke van Gent I Bram van Ojik

ESSAY

2 I

Het post-materialisme lijkt bezig aan een onstuithare opmars Ronald lnglehart

KRIJTLIJNEN VAN LINKSE POLITIEK

26

Financiële inkrimping van de verzorgingsstaat is onhaalbaar

/na Brouwer

30

los Vernooij op het hellend vlak Hugo van der Steenhoven

CULTUUR

3 I

Lang niet alle skinheads zijn racistisch ]an- Willem Koolen

ANALYSE

33

In publiekscampagnes toont de overheid zich een ware zedenmeester

]os van der Lans

BESCHOUWING 3 7

De filmhuizen houden op oneigenlijke wijze

het hoofd hoven water ]os van der Burg

OPSTEL

40

De herverkaveling van onderwijsland Ed Wendriek I Arjan Dieleman

RUBRIEK

46

Berichten van het wetenschappelijk bureau

COLUMNS I

S]antine Oldersma

39

Astrid Roemer

(4)

I I

(5)
(6)

6

JAARGANG 4 NUMMER 4

Het was een week voor het anti-buitenlan- dersgeweld in Duitsland losbarstte dat ik werd gevraagd om deze reportage te maken.

Een reportage over taboes en dilemma's rond het vaderlandse asielzoekersbeleid. De tijd van mooie idealen was voorbij, zo werd mij verzekerd. Zeker voor links.

Maar heeft links het met haar tolerante visie

WINTER 1991

komen. Maar betekent dat ook dat je de mensen die hier aankloppen net zo goed terug kunt sturen? Nee. Of moet Nederland zich veel meer richten op het uitnodigen van vluchtelingen; dus selecteren vóór ze hier- heen komen. Wij bepalen wel wie het zie- ligst is!

Twee. Waarom zou je wèl mogen vluchten

je Tamils terugsturen en ondertussen Poolse of Tsjechische vaklui aantrekken? Richt je je vooral op het uitnodigen of op de mensen die hier uit zichzelf aankloppen?

Vier. Misschien willen wij wel gastvrij en aardig zijn voor buitenlanders maar als 'het volk' dat niet wil?

Offensief is links allang niet meer als het om Neerlands gastvrijheid gaat, rechts is aan zet

Maar deze dilemma's zijn toch geen ta- boes? Het zijn problemen waar in veel krin- gen al jarenlang over nagedacht wordt, waar je waarschijnlijk nooit een perfect antwoord op hebt, en waar vooral over nagedacht moet blijven worden. Saai hoor. ..

op vluchtelingenbeleid al die tijd nou echt aan het verkeerde eind gehad? Laten we ons eerst maar eens tot de praktijk wenden. Een ex-verpleegkundige van het Centrum Ge- zondheidszorg Vluchtelingen die jarenlang met asielzoekers werkte: 'Waarom zou links haar visie moeten veranderen? Oké, er zijn meer asielaanvragen en het gaat om andere landen dan vroeger. Maar dat verandert toch niets aan het principe? Die huidige asielzoeker kan er weinig aan doen dat wij het romantischer vonden om die Chileense aanhanger van Allende te helpen dan een Zaïrees of een Iraniër. Ja, inderdaad duurt de asielprocedure te lang, maar dat is een kwestie van meer personeel aantrekken bij justitie.' De enige oplossing, memoreert zij, is toch een verbetering van de economische en politieke situatie in de landen-van-her- komst.

Kamal Amain van de Federatie van vluchte- lingen-zelforganisaties (VON): 'Linkse groeperingen staan van oudsher een wereld voor waarin grenzen onbelangrijk zijn en waarin mensen van alle ras en kleur recht hebben op een goeie plek. Ik hoop dat links zich daar, ondanks de huidige verwarring in de wereld, niet vanaf laat brengen. ' Tja, zo komen we niet veel verder met de beoogde taboedoorbreking. En dat is maar goed ook, want dat hele taboegedoe is één grote, nergens op gebaseerde mode, vindt directeur Arriën Kruyt van het Landelijk bureau Racismebestrijding (LBR). Schuld- bewust- angst voor een tweede 'gelijk van rechts'? - vraagt met name intellectueel links zich de laatste tijd regelmatig hardop af of de toenemende intolerantie niet het gevolg is van het (door links) te lang te lief bejegenen van buitenlanders. Kruyt: 'Maar denkt links nu werkelijk dat racisme ont- staat doordat er in sommige links-intellec- tuele kringen niet over iets gesproken wordt?! Elsevier schreef tien jaar geleden al over criminaliteit onder buitenlanders hoor. Trouwens, in Frankrijk is er nooit iets taboe geweest als het om vreemdelingen gaat- en is het dáár béter?'

dilemma's

Toch zijn er dilemma's.

Eén. Vluchtelingen helpen lost structureel niets op, met het geld kun je in de vluchte- lingenkampen ter plaatse veel meer doen en het zijn vooral de sterke mannen die hier

voor de cel maar niet voor honger? Maar er zijn zoveel mensen die economisch aan de grond zitten. Dan toch maar selecteren?

Hoe?

Drie. En degenen die zijn afgewezen? Uit- zetten? Onmenselijk. Maar waarom zou je dan nog afwijzen? En wat vinden we van de 'illegalen' die hier al werken en volgens sommigen het werk doen dat de 'echte' vluchtelingen en migranten zouden kunnen doen? Trouwens over werk gesproken: Mag

Voor het goede begrip. Nog niet zo lang geleden (tot 1960) vertrokken zo'n 400.000 Nederlanders als 'economisch vluchteling' naar betere oorden zoals Canada en Austra- lië. Iets later konden goedkope arbeids- krachten, in de praktijk vooral Turken en Marokkanen, hierkomen werken. Weerwat later werd arbeids-migratie naar Nederland onmogelijk (tenzij er voor dat vak in de hele EG geen mensen te vinden zijn) en is het aanvragen van asiel de enige andere moge- lijkheid om Nederland binnen te komen.

Afgezien natuurlijk van de gezinshereni- ging en de gezinsvorming van buitenlanders

BISCHIIDIN STROOMP.II

In 1990 vroegen ruim 21.000 mensen asiel oon. Van de ruim 1 0.000 aanvragen die dot jaar werden behandeld, werden slechts 694 mensen als vluchteling erkend en 880 kregen op humanitaire gronden een 'vergunning tot verblijf' (die niet ingetrokken kon worden, moor minder rechten geeft). De overige 85 procent werd afgewezen en deels gedoogd. In 1983 werd nog bijna zestig procent van de asielzoekers als vluchteling erkend.

Naast de mensen die op eigen initiatief naar Nederland komen, nodigt de overheid ook groepen uit. In 1990 waren dot 700 mensen, bijna oliemooi uit Vietnam en Iran. Op dit moment wonen zo'n 25.000 erkende vluchtelingen in Nederland {de optelsom sinds 1951).

Het vluchtelingenbeleid heeft veel weg van politieke koehandel. Van de vluchtelingen die Nederland van 1977 tot 1989 uitnodigde, was 76 praeent Vietnamees. Sinds de inval van Irak in Koeweit, krijgen Iraki's opeens veel mokkelijker asiel, terwijl aangenomen kan worden dot de onderdrukking in Irak doorvóór echt even groot was. Toen Oost-Europa nog communistisch was, werden in sommige perioden tochtig procent van de Oosteuropese asielaanvragen gehonoreerd.

Daarentegen werd tegelijkertijd 95 procent van de vluchtelingen uit Middenamerikaanse dictaturen teruggestuurd.

De groei van het aantol asielzoekers (tot 1984 minder don 2500 aanvragen, inmiddels ruim 20.000 aanvragen per jaar) is deels te verklaren uit het afschaffen van de arbeidsmigratie: Turken die vroe- ger als migrant kwamen, komen nu als asielzoeker. Doorbij zijn de vervoersmogelijkheden toegenomen en de uitzichtloosheid is in veel Derde-Wereldlanden groter don tien jaar geleden. Vlok na de dekolo- nisatie was men misschien even arm, maar had men meer hoop op verbetering. Van de tien Ionden waar de meeste asielzoekers van·

doon komen, heerst in zeven een burgeroorlog. En er is de 'onvoltooi·

de westerse revolutie': het Westen heeft het beeld verspreid dat het

'normaal' is om welvoort en vrijheid te hebben, moor heeft de

welvaart en vrijheid er niet bijgeleverd.

(7)

en Nederlanders die hier al wonen; het recht om bij je familie te zijn en het recht op vrije partnerkeuze zijn beiden in de grondwet vastgelegd.

Het migratie-overschot bedroeg in 1990 ruim 25.000 mensen, waarvan 16.500 uit Turkije, Afrika, Azië en Suriname (want laten we het beestje maar bij de naam noe- men: als mensen het over buitenlanders hebben gaat het over zwarte buitenlanders).

op de vlakte

Links heeft een traditie van gastvrijheid. In het verkiezingsprogramma 1986-1990 pleitte de PSP voor afschaffing van de vreemdelingenwet, wat neerkomt op ieder- een toelaten: 'Na een jaar verblijf in Neder- land voor elk persoon een verblijfs- vergunning, zonder inkomenseisen. Legali- sering van alle in ons land verblijvende ille- galen.' Na een beschrijving van de betreu- renswaardige positie van de asielzoeker volgt de prachtige zin 'Dat moet snel verbe- terd worden'. Ook de PPR pleitte (program- ma '81-'85) voor legalisatie van de illega- len en stelt verder wat gematigder dat 'on- danks het feit dat ons land geen immigratie- land kan zijn', Nederland een toevluchts- oord moet zijn voor iedereen die onder het vluchtelingenverdrag valt èn voor mensen die vervolgd worden vanwege hun seksuele voorkeur. In een debat over vluchtelingen in 1987 stelde de PPR voor het uitnodigings- quotum te verhogen van 500 naar 5000. De PSP wilde er 10.000 van maken.

En hoe staan de zaken sinds het samengaan?

In het verkiezingsprogramma 1989 van Groen Links wordt aan de Geneefse defini- tie oorlogsgeweld als vluchtmotief toege- voegd. Over armoede als motief wordt ech- ter niet gesproken! Het streven is: 'Een hu- maan en ruimhartig toelatings- en opvang- beleid voor vluchtelingen die, als persoon of als lid van een groep, blootstaan aan vervolging, onderdrukking of oorlogsge- weld'. Verder: 'De huidige vreemdelingen- wet is te stringent' en 'Groen Links ( .. ) is solidair met illegalen.'

Al met al vrij vaag en niet wereldschok- kend. In het Manifest van Groen Links, een beginselprogram in staat van wording dat de toon moet zetten voor de komende jaren, worden nog minder woorden aan buitenlan- ders gewijd. Wèl staat er dat de 'stroom asielzoekers' blijvend is, dat 'deze nieuwe medelanders' gelijke kansen moeten krij- gen, en dat de positieve kanten van de mul- ticulturele samenleving benadrukt moeten worden. Over een soepeler toelatingsbeleid wordt niet meer gerept.

Lijkt het maar zo, of houdt men zich ècht meer op de vlakte dan enige jaren geleden?

Leo Adriaenssen van het Amsterdams Steunkommitee Vluchtelingen (ASKV) deelt een venijnige prik uit: 'Eigenlijk zijn de linkse politieke partijen van alle kanten ingehaald als het om buitenlanders gaat. En niet voor niks vooral door kerkelijke groe- peringen: dat zijn mensen die in de eerste plaats afgaan op hun principes, en vervol- gens wel zien hoe ze de praktische conse-

Foto: Marcel Molle/HH

quenties oplossen. '

Waar links wèl altijd goed in is geweest, is het bijsturen en bekritiseren van regelingen en wetten die op stapel staan. En dat is nog steeds zo. Het opsluiten van asielzoekers is fout, het té sterk bekorten van de procedure is fout (vluchtelingen zijn de eerste weken vaak nauwelijks in staat hun verhaal te doen), het verdrag van Schengen is fout.

Daar brand je je vingers minder snel aan dan aan een bredere visie op de gastvrijheid van Nederland. Maar zo'n totaalvisie kan wel zorgen voor een meer offensieve opstelling.

En offensief is links allang niet meer als het om Neerlands gastvrijheid gaat, rechts is aan zet.

Nederland vol?

De eerste vraag is waar je je door moet laten leiden bij het toelaten van vluchtelingen:

door het al dan niet 'vol' zijn van Nederland (bevolkingsdichtheid, 'draagvlak', werk- gelegenheid) àf door de positie van de vluchteling in kwestie? Dat laatste, zegt het verdrag van Genève: iedereen die aan de definitie voldoet, mag binnen, onafhanke- lijk van de situatie in het gastland. Maar de praktijk is anders. Het begrip vluchteling wordt steeds smaller geïnterpreteerd, zo blijkt ondermeer uit het promotie-onder- zoek van mr. R. Fernhout, voorzitter van Amnesty. Dat kan ook niet anders als de Nederlandse overheid absoluut geen zin heeft om meer mensen op te nemen, terwijl er in de wereld steeds meer mensen op drift zijn.

Het aantal opgenomen vluchtelingen daalt zelfs. In 1979 werden 2900 vluchtelingen erkend (veel uitgenodigde bootvluchtelin- gen), in 1985 nog geen duizend en vorigjaar 700 'zelfstandigen' en 700 'genodigden'.

Dan is het misschien beter aan alle hypocri- sie een einde te maken en toe te geven dat Nederland niet méér dan zoveel 'vreemden' op wil nemen. Een quotum vaststellen, en vervolgens ook niet te moeilijk doen over de selectie van de gelukkigen die binnen dat

quotum vallen. Het is immers een illusie dat je de 'enige echte vluchteling' zou kunnen selecteren en die paar duizend zijn toch minder dan een druppel op de gloeiende plaat.

Hoe vol is Nederland? Leo Adriaenssen van het ASKV: 'Wat is 'vol'? Moet ik naar buiten kijken en zeggen, goh, wat een hoop huizen, er kan niks meer bij?' Vol heeft nauwelijks iets te maken met ruimtegebrek.

Vijftig jaar geleden had geen mens kunnen vermoeden dat er nog zoveel mensen (en auto's, en huizen) bijpasten in Nederland.

De komende jaren komen er nog een mil- joen huizen bij, staat al in de nota's. Niet doordat de bevolking toeneemt; de bouw is slechts noodzakelijk vanwege 'gezinsver- dunning' en het verlangen van iedereen om steeds ruimer te wonen.

Arriën Kruyt, directeur van het Landelijk Bureau Racismebestrijding: 'Uitgangspunt van het toelatingsbeleid is dat Nederland dichtbevolkt is en dus weinig mensen op kan nemen. Die stelling is echter helemaal om- keerbaar: een stad van 500.000 mensen kan makkelijker 30.000 vluchtelingen opnemen dan een stad van 100.000.' Hij wil hiermee niet zeggen dat Nederland inderdaad de grenzen open moet stellen, als maar duide- lijk is dat allerlei 'algemene waarheden' zeer relatief zijn.

Volgens hem is de kans op horden vluchte- lingen, zoals sommige politici voorspellen, klein. 'Migranten, ook vluchtelingen, gaan bij voorkeur naar een land waar ze een geschiedenis mee hebben. Albanezen gaan al 400 jaar naar Italië, er zijn daar hele Albanese dorpen. Ook tijdens het commu- nisme gingen er al honderdduizenden Polen werken in Duitsland. Het is dus allemaal veel minder nieuw dan de media ons willen doen geloven.'

erg, erger, ergst

Advocaat Thomas Spijkerboer doet vrijwel alleen asielzaken. Zijn redenering is simpel:

omdat je nu eenmaal niet alle mensen die op

7

(8)

8

JAARGANG 4 NUMMER 4

de vlucht zijn op kunt vangen, moeten er keuzes gemaakt worden. 'Daar moet een discussie over komen. Vreselijk genant, maar het kan niet anders. Dan krijg je zoiets als 'vluchten voor erbarmelijke economi- sche omstandigheden is minder nijpend dan vluchten voor burgeroorlog, en dat is weer minder erg dan gekgemarteld worden. Ja,

WINTER 1991

als de afgewezenen vervolgens gewoon in Nederland kunnen blijven (zij het illegaal)?

Spijkerboer: 'Wie je niet toelaat, moet je uitzetten, anders moet je het vreemdelin- genbeleid opheffen. Dat vind ik ook hypo- criet van links: je moet niet gaan zitten snotteren over uitzettingen, dan moet je de hele vreemdelingenwet ter discussie stellen.

Advocaat Spijkerboer: 'Het is hypocriet van links om te gaan zitten snotteren over uitzettingen, dan moet je de hele

vreemdelingenwet ter discussie stellen'

het is erg genant. '

Het Nederlandse idee over vluchtelingen is doortrokken van elitair moralisme. Vrije meningsuiting is belangrijker dan eten. Wie in een land z'n mond open doet en daardoor in de gevangenis dreigt te komen, krijgt asiel. Wie geen eten heeft, niet. Wij hebben een zeer bepaald beeld van de echte vluchteling: een intellectueel of echte arbei- der die zich in zijn land voor de revolutie heeft ingezet (voor links: tegen rechtse dic- taturen, voor rechts: tegen communistische dictaturen) en vervolgens monddood werd gemaakt.

Iedereen die afgewezen wordt, heet in de Nederlandse media 'economisch vluchte- ling'. De grens tussen politiek en econo- misch vluchtelingen is in de praktijk echter nauwelijks te trekken. Spijkerboer geeft het voorbeeld van Haïti, waar een tijd geleden bewust een hongersnood-politiek werd ge- voerd omdat dit het volk rustig hield. 'Is iemand die daar weg vlucht dan een politiek of een economisch vluchteling?'

Toch is Spijkerboer er niet vóór om de poli- tiek en economisch vluchtelingen voortaan op één hoop te gooien. Dat zou namelijk in feite betekenen dat het vluchtelingenver- drag van Genève niet langer een leidraad is.

En zodra dat gebeurt, worden er misschien helemaal geen mensen meer tÓegelaten.

'Dan verlies je meer dan je wint.' Hij beschrijft de huidige asielprocedure als een aaneenschakeling van duwen en trek- ken, rekken, ambtenaren bellen ('Vind je het ook niet gek dat..') en zo nodig mensen naar de psychiater sturen. 'Dat laatste is heel pijnlijk, want als ze maar door- gedraaid genoeg zijn, krijgen ze wel een verblijfsvergunning. Maar een deel van die mensen is dan echt stûk en komt er ook niet meer bovenop. ' Om de kans op erkenning te vergroten is het zaak om een asielaanvraag te 'verbijzonderen'. Spijkerboer: 'Het ver- haal van deze asielzoeker is uniek, dus wees niet bang dat als u deze erkent, er meer komen. Want dat is de grote angst die achter iedere toekenning zit. '

Het asielbeleid bestaat, zo vindt Spijker- boer, vooral uit façade. Want wat heb je bij voorbeeld aan een eindeloze asielprocedure

Bij gebrek aan uitzettingen regelt de vreem- delingenwet alleen of mensen hier legaal of illegaal verblijven. ledereen weet waar de illegalen zitten, dat is het probleem niet. ' Typisch voorbeeld van façade is het 'trech- termodel' in het nieuwe asielzoekers beleid:

naarmate de kans op afwijzing groter wordt, moet de asielzoeker meer beschikbaar blij- ven voor uitwijzing. Spijkerboer: 'Dus weet de asielzoeker precies wanneer hij de benen moet nemen. De retoriek van het vreemde- lingenbeleid lijkt voor binnenlands gebruik bestemd: 'Kiezer, we doen echt wel iets tegen 'vol en vreemd'.'

Maar ook bij een streng uitzettingsbeleid zullen er altijd mensen illegaal in Nederland blijven, stelt hij. Of je zou alle asielzoekers tijdens hun procedure op moeten sluiten om ze in geval van afwijzing uit te kunnen zetten. Spijkerboer: 'Italiaanse toestanden.

Erg inhumaan en dat gebeurt in Nederland- terecht denk ik- dus niet. Het uitgangspunt moet dan ook zijn dat je het niet in de hand hebt wie hier binnen komen en blijven. '

illegalen

En daarmee zijn we, streng uitzettingsbe- leid voor afgewezen asielzoekers of niet, beland bij de illegalen. Het standpunt van clubs als het ASKV is bekend: blijkbaar kan de economie die mensen prima gebruiken, al jarenlang, dus erken dat maar en legali- seer de illegalen. Juist illegalen moeten werken voor hun levensonderhoud (alle on- derzoeken hebben inmiddels aangetoond dat illegalen verwaarloosbaar weinig ge- bruik maken van uitkeringen, zelfs als ze er premies voor betalen) en blijkbaar lukt het hen om werk te vinden. Het Platform Illega- le Vluchtelingen, waar het ASKV deel van uit maakt, stelt onomwonden dat Nederland wel degelijk een immigratieland is: ga maar kijken in de confectieateliers. Gezien de vergrijzing zullen we de migranten ook hard nodig hebben en daarom moeten de illega- len snel als volwaardig burger erkend wor- den. Toch is er iets vreemds met deze rede- nering. Illegalen vinden immers juist werk doordat zij onder de officiële prijs werken, ook onder de prijs van werkloze legale mi- granten.

Spijkerboer: 'De huidige situatie van ille- galiteit betekent dat je een leger van slaven

hebt die economisch chanteerbaar zijn. Bij Hoogovens - waar de staat een groot deel van de aandelen in heeft - zijn het bij Wind- kracht 7 Turken die het dak op gaan, en er waait er regelmatig eentje af' Hij is uitge- komen op een 'Frans republikeins idee'. 'Ik wil geen tweederangs burgers. Iedereen die hier is, is burger.' Bij wijze van proefbal- lonnetje lanceert hij het idee om het vreemdelingentoezicht af te schaffen (de vreemdelingenwet blijft bestaan, zodat ech- te vluchtelingen een legale status krijgen).

Dan lopen illegalen niet meer de kans uitge- zet te worden en zijn ze dus niet meer chan- tabel. Het enige wat de illegalen in het idee van Spijkerboer nog onderscheidt van de overige burgers is dat zij geen recht hebben op bijstand. Ze kosten 'de samenleving' dus niets. 'Illegalen die werk vinden, zullen dan blijven, anderen zullen bij gebrek aan mid- delen vertrekken.'

Maar aannemend dat de illegaliteit mensen afschrikt, zal het wegnemen van die illegali- teit extra mensen aantrekken; mensen die, onder meer omdat ze geen recht hebben op uitkering, voor minder geld willen werken en minder eisen stellen dan de huidige Ne- derlanders. Verdringing op de arbeidsmarkt en verlaging van de lonen zijn het gevolg.

Daar zullen werknemers blij mee zijn! Dit valt te voorkomen door een veel strengere controle op onderbetaling en uitbuiting. De textiel verdwijnt weer uit Nederland en tuinbouwprodukten en het pilsje op het ter- ras zullen er duurder door worden, maar dat is de consequentie als je geen eerste- en tweederangs burgers wilt.

Edoch, dan is er voor werkgevers geen en- kele voordeel meer om een illegaal in dienst te nemen. Daar zal die Ghanees blij mee zijn! Dikke kans dat hij liever uitgebuit wordt dan dat hij werkloos wordt en terug moet naar Ghana. Spijkerboer: 'Ja. Maar voor mij weegt toch zwaarder dat ik niet wil leven in een land met een onderklasse. ' Overigens zal het moeilijk zijn om het ont- staan van een onderklasse te voorkomen als de ene groep werknemers wel recht heeft op bijstand, en de andere niet. Illegalen zullen dan, weliswaar tegen een wit minimum- loon, toch de klussen blijven doen waar verder nauwelijks mensen voor te vinden zijn.

draagvlak

Het sluipt de laatste jaren steeds meer in de

betogen: het 'draagvlak' voor zwarte bui-

tenlanders vermindert, daar moeten we als

politici en overheid gehoor aan geven, dus

minder buitenlanders toelaten. De (dreiging

van) opkomend racisme als reden om asiel-

zoekers te weigeren. Adriaenssen kan daar

kort over zijn: 'Dat is het uitschakelen van

Janmaat ten koste van vreemdelingen. Als

er meer potenrammers komen, ga je toch

ook niet zeggen dat het maar afgelopen

moet zijn met de homoseksualiteit?'

Eerst even dit. Minder buitenlanders bete-

kent niet minder discriminatie, meer buiten-

landers betekent niet automatisch meer dis-

criminatie. Polen is zeer antisemitisch, ter-

(9)

Foto: Klaas Koppe/HH

wijl er in dat land nauwelijks nog een Jood over is. Oftewel, wanneer zou het racisme in Duitsland meer afnemen: als Bild en Kohl zich er tegen keren, of door I 0.000 asielzoe- kers op het vliegtuig te zetten? Er is dus geen aantoonbaar verband tussen discrimi- natie en de grootte van de gediscrimineerde groep. Toch klinkt bij links steeds vaker het 'Wij willen wel, maar het volk niet, en daar moeten we rekening mee houden.' Adriaenssen gaat er vanuit dat aan het ver- groten van het draagvlak gewerkt kan wor- den. En dat politici en media de laatste tijd het draagvlakjuist afbreken. 'Ook in Neder- land maken meerdere politici de migranten verdacht; ook hier worden voorwaarden ge- schapen waarin racisme en vreemdelingen- haat worden getolereerd en kunnen ge- dijen', stond in de advertentie die het ASKV en anderen naar aanleiding van het geweld in Duitsland plaatsten in de Volkskrant. De advertentie was opmerkelijk marginaal on- dertekend.

Kruyt van het LBR: 'Ik dacht dat politieke part!jen hun visie op de samenleving ingang wilden doen vinden h!j de bevolking. Maar politieke partijen worden steeds meer een soort Amerikaanse kiesverenigingen. De laatste t!jd neigt men ernaar het om de relatie tussen partijen en burgers om te keren: een enquête houden en dan je stand- punt bepalen.' Het draagvlak onder de be- volking is maakbaar, stelt hij, en de over- heid heeft een belangrijke rol bij het maken ervan.

Kruyt: 'Je kunt als overheid of politieke partij twee rollen kiezen. De burgemeester van Goes zei: laat dat asielzoekerscentrum maar komen, en hoorde daarmee een heel ander geluid onder de bevolking aan dan de burgemeester van Harlingen, die meteen riep dat er geen draagvlak was.'

Buitenlandershaat heeft veel te maken met de angst 'overspoeld' te worden door een 'stroom' waar niemand invloed op heeft. De politiek, Aad Kosto voorop, doet precies het tegenovergestelde van wat zij zou moeten doen. In plaats van mensen het idee te geven dat de overheid weet wat ze doet, dat ze

kiest voor (beperkte) toelating, dat ze de 'stroom' in de hand heeft, schreeuwt ze van de daken dat Den Haag het ook niet weet.

'Het is de Noordzee tegenhouden met een theelepeltje', zei Kosto in HP/De Tijd. Voor zover de angstgevoelens er nog niet zijn, kómen ze er dan wel.

intolerantie

Maar hoe zit het eigenlijk met de (in)tole- rantie in Nederland? Een blik in het archief zorgt voor enige relativering. Iedere zoveel tijd is er een mediahype over buitenlanders.

Soms met de ondertoon 'het moet nu maar eens gezegd worden', soms onder het motto 'pas op, het volk denkt racistisch'. We heb-

ben de tweede generatie Molukkers gehad, de Surinamers in de Bijlmer, de Marok- kaanse criminele jongeren, de criminele asielzoekers, de illegalen, de Turkse vaders die hun dochters van school houden en hun vrouwen slaan. Het is opmerkelijk hoe wei- nig rumoer er inmiddels, ook van de zijde van 'Nederland-voor-de-witte-Nederlan- ders' is over Surinamers en Antillianen.

Wordt Nederland werkelijk intoleranter of zitten we slechts in een tijdelijke hype?

Onderzoekers van de Nijmeegse universi- teit confronteerden in 1985 en in 1990 de- zelfde 350 mensen met uitspraken als 'Ma- rokkanen zijn crimineel' en 'Surinamers zijn lui' en 'Blanke Nederlanders zijn hard- werkend, betrouwbaar en fatsoenlijk'. Op grond van het ondersteunen of afkeuren van deze vooroordelen werd vastgesteld dat in 1985 twintig procent van de bevolking etno- centrisch is en vijf jaar later iets boven de twintig procent. 'Het gaat', zegt onderzoe- ker Peer Scheepers, 'slechts om een lichte stijging die te maken kan hebhen met het ouder worden van de ondervraagden.

Ouderen hebben altijd meer vooroordelen, over alles.' Desalniettemin wijzen ook an- dere onderzoeken, zoals van het Sociaal Cultureel Planbureau, erop dat de tolerantie iets afneemt. Overigens opmerkelijk: de to- lerantie was het hoogst tijdens de economi- sche crisis van begin jaren tachtig.

Kruyt: 'Migratie brengt altijd spanningen met zich mee. Er is nog nooit migratie ge- weest zonder spanningen. Maar meestal lost het zich in de loop van de t!jd vanzelf op.

En uiteindelijk is migratie een teken van groei en bloei, dat zie je door de hele ge- schiedenis. ' Maar zijn er ook voorbeelden van zwarte migratie waarbij de migranten

WAT IS EEN VLUCHTELING?

Sinds het verdrag van Genève uit 1951 is een vluchteling iemand die een gefundeerde angst heeft voor vervolging op grond, van ras, geloof, nationaliteit, of lidmaatschap van een sociale groep of politie- ke overtuiging. En een vluchteling mag niet teruggestuurd worden, stelt het verdrag. De vluchtelingen-definitie van de organisatie van Afri- kaanse landen, waarbij ook oorlog een erkend vluchtmotief ,js, werd door het Europees parlement overgenomen, maar Nederland legt

deze definitie naast zich neer. ,

Iemand wordt pas als vluchteling erkend a1s hij kan beWijzen dat hif persoonlijk vervolgd dreigt te worden; behoren tot een bedreigde bevolkingsgroep is niet genoeg. Wie niet erkend, is, maar ook niet·

teruggestuurd kan worden doordat er bij voorbeeld oorlog is in het land van herkomst, is 'gedoogde'. Tot nu toe viel deze groep tussen wal en schip, maar in de toekomst krijgen gedoogden een verblijfsver- gunning als ze na drie jaar nog steeds .niet terug k,unnen. Het totaal aantal gedoogden in Nederland wordt geschat op 12.000.

Wie is afgewezen en toch blijft, en wie Nederland binnenkwam ..

zonder langs de vreemdelingenpolitie te gaan, is illegaaL Afg~ezen asielzoekers moeten, als ze zifn uitgeprOOèdeerd, birm~: qertig dagen het land verlaten. Niemand weet hoeveet iUegalen 'er .in Nederland wonen. Hetgetal van 100.000, datvaak wordt ... genoemd* ....

blijkt gebaseerd op rondzingend na~vingerwerk. ·

9

(10)

1 0

JAARCA.NC 4 NUMMER 1

na verloop van tijd als volwaardige mede- burgers beschouwd worden'

1

'Nee, niet dat ik weet. In de VS zitten ze nog steeds aan de onderkant van de samenleving. Maar de niet-slaafse zwarte migratie komt ook nog maar net op gang. Er is alleen ervaring met slaven, dat is een heel andere beginsitua- tie.'

Misschien valt er iets te zeggen voor een grote voorlichtings-campagne over buiten- landers. Een campagne die op z'n minst alle

HIT OYIRIIIIDSBILIID

WINTER 1991

feiten erin prent en daarmee al een groot deel van de vooroordelen wegneemt. Als je zoiets wilt, moet je het nu doen; als hier 'Duitsland-achtige' toestanden zijn is het in ieder geval te laat.

links schuldgevoel

Spijkerboer is er het duidelijkst in: het draagvlak is maakbaar, maar zorg- als over- heid, als politieke partij -dan ook dat je het

Over één ding is Nederland het eens: de asielprocedure duurt nu veel te lang. Daardoor horen mensen soms pas na vijf jaar of ze mogen blijven of niet. Daar valt op drie manieren iets aan te doen: door meer ambtenaren aan te trekken, door de procedure te versimpelen of door te zorgen dat er minder mensen asiel aanvragen. Het Nederlandse beleid mikt vooral op de laatste twee strategieën.

Het verkorten van de asielprocedure is een belangrijk doel van de nieuwe vreemdelingenwet, die op dit moment door de Haagse molen gaat. Volgens het nieuwe asielbeleid wordt er al na een maand een schifting gemaakt tussen grote kanshebbers en kanslozen. Maar de duur van het vervolg van de procedure is onduidelijk. In het slechtste geval wordt de totale procedure niet korter, maar hebben de asielzoe- kers alleen iets eerder een indicatie.

Daarnaast wil de regering het aantal mensen dat Nederland bereikt zoveel rnagelijk beperken. Want als ze hier eenmaal zijn, moet je ze toestaan een aanvraag te doen! Dus worden er drempels opgeworpen in de vorm van een visumplicht (dat betekent een vals visum kopen, waar niet iedere asielzoeker toe in staat is), of door vliegmaat- schappijen te beboeten als zij 'onechte' vluchtelingen vervoeren. {Dat laatste betekent dat een steward in de slurf uitmaakt of het vluchtver- haal plausibel klinkt of niet.) Er wordt regelmatig gesuggereerd om mensen zonder papieren sowieso terug te sturen. Maar het kenmerk van een vluchteling is nu juist dat deze vaak geen (valide) papieren heeft.

Dat is de paradox van het huidige beleid: het is bedoeld om echte van onechte vluchtelingen te scheiden, maar {zo dat al mogelijk en terecht is) wordt het juist de 'echte' vluchteling nog moeilijker gemaakt hier te komen.

In kringen van vluchtelingenwerkers wordt gesuggereerd dat justitie met opzet het ambtenarenkorps niet drastisch uitbreidt omdat ze hoopt dat de 'stroom' binnenkort vanzelf opdroogt. Met het 'akkoord van

&:hengen' mag een vluchteling in de toekomst alleen asiel aanvragen in het eerste land van binnenkomst. En Nederland is, gezien de ligging in Europa, niet vaak het eerste land van binnenkomst.

Er wordt door politici steeds vaker gepleit voor opvang in 'de eigen regio', in de vluchtelingenkampen in buurlanden van het vluchtland.

Daar is op zichzelf niks tegen. Het gaat pas mis bij het tweede deel van het verhaal: 'Ze moeten daar opgevangen worden, dus moeten we ze hier weigeren'. Van alle vluchtelingen in de wereld komt hoogstens vijf procent naar het Westen/Noorden, zóveel doen we dus niet~ Met name voor politiek vluchtelingen is een buurland vaak geen .oplossing. En bovendien: je kunt wel roepen dat ze daar moeten blijven, ,maar àls ze het niet doen? Op het moment dat mensen hier aank1oppen, heeft Nederland hun lot in honden en gaat het om '20.000 van de 20.000' en niet om 20.000 van de dertig miljoen die over de hele wereld op de vlucht zijn.

vormt! Bij zijn 'Frans republikeinse idee' hoort ook dat iedereen die hier woont een 'volwaardig lid is van deze samenleving'.

Inderdaad: Turkse èn Staphorster meisjes die niet naar school gaan, worden opge- spoord en iedereen leert Nederlands. Niet omdat Marokkanen dan plotseling wèl een baan krijgen, maar omdat ze dan in ieder geval medeburger kunnen zijn. Spijkerboer:

'Het is toch te gek dat de gastarbeider- generatie die nu voor een groot deel afge- werkt in de WAO zit, niet eens kan volgen dat er van alles met die WAO aan de hand is. De mentaliteit hij organisaties van bui- tenlanders moet op dit punt grondig veran- deren. Ik word er zo ziek van als het Neder- lands Centrum Buitenlanders meteen hegint met 'verplichten isjóut, er zijn wachtlijsten voor taalcursussen'. Dat is zo'n Pavlov- reactie. Waarom zeggen ze niet: primazo'n verplichting; kom maar op met het budget.' Spijkerboer verzet zich fel tegen het schuld- gevoel-denken bij links: 'Natuurlijk heeft het Westen zich heestachtig gedragen in de koloniën, natuurlijk gedragen veel witten in Derde- Wereldlanden zich nog steeds niet zoals het hoort. Maar een schuldgevoel daarover is volstrekt improduktief:' Hij zal de laatste zijn om met de Bolkesteins mee te gaan huilen in het bos. 'Maar links moet nu eindelijk eens ophouden de hele buitenlan- ders-discussie te negeren. Het is nu een- maalniet genoeg om te roepen dat knoflook eigenlijk lekker ruikt en dat dat schaap maar één keer per jaar geslacht wordt, en meestal niet op het balkon. Dat overtuigt niet. Je komt er niet met hautain zijn in de zin van 'u denkt het wel, maar zoiets hoort u niet te denken'. Gelijk hebben is niet inte- ressant. ' Iemand met verwerpelijke stand- punten beschuldigen van racisme, werkt al- leen als die verwerpelijke standpunten niet voor veel mensen herkenbaar zijn, stelt hij.

Wie voortdurend anderen beschuldigt van racisme bereikt vooral dat racisme een 'normale' klank krijgt.

Spijkerboer: 'De gevoelens die mensen heb- ben bij alledaagse ervaringen zijn vorm- baar, maar links weigert tot nu toe om actief te vormen. Je moet analyseren wat zo ie- mand als Bolkestein precies zegt, wáár hij aan appelleert en dan op het kruispunt van dat betoog precies de andere weg in slaan.

Je moet zien te analyseren waarom een he- leboel mensen er wel toe komt om vluchte- lingen te helpen en hoe je datzeilde gevoel bij anderen kunt mobiliseren. Mijn zus is dominee ergens in een dorp in Brabant.

Daar woont een Togolese asielzoeker. Hij is misschien zo frauduleus als de pest, maar 's zondags wordt er in alle kerken voor zijn vluchtelingen-status gebeden. Want het is daar 'onze Togolees'.'

De radio meldt dat RARA de achtergevel van Kosto's huis heeft weggeblazen. 'Y Mirjam de Rijk

Mirjam de Rijk is free-lancejournalist

(11)

DE TWEE VERHALEN VAN GROEN LINKS

Foto: Mariëtte Carstens/HH

Nee, trendy is men genoeg. Grote Verhalen vertelt óók Groen Links niet meer. Het manifest GROEN LINKS - EEN PLAATSBEPALING - het nieuwe begin- selprogram in wording? - draagt de sporen van de sociaal gewenste ontideologisering. Maar is het meer dan een aarzelende ouverture? Want: hoe grondig of hoe intelligent is de afrekening met linkse illusies eigenliik? En: is het risico van funda- mentalisme bii het nieuwe ecologische denken niet minstens even groot als bii het oud-linkse gedach- tengoed? Wordt de kloof tussen Groen en Links niet uitsluitend gedicht door platitudes? En hoe gevaarliik ziin die? Filosoof PIET ZWEERS verdiepte zich voor DE HELLING in het patroon van de Groen Linkse denkwiize en ontdekte twee elkaar nog lang niet kruisende verhaalliinen.

Op de voorkant van het manifest Groen Links, een plaatsbepaling prijkt een teke- ning van een zelfingenomen mannetje met een bril op. Ergens uit het niets klinkt de vraag: 'Het leven? De wereld?' Het manne- tje antwoordt: 'Simpel.'

Het is niet ècht een antwoord, eerder een typering van het soort antwoord dat vanuit een ideologie wordt gegeven. Ideologie geeft op vragen over het leven en de wereld simpele antwoorden. Waarschijnlijk is de cartoon niet bedoeld als een ironisch com- mentaar op het manifest maar als een ver- wijzing naar datgene wat Groen Links ach- ter zich wil laten. De wereld en het leven zijn niet simpel maar complex en we bekij- ken ze niet meer vanuit de ideologie, de logica van het idee. De lezers van het mani- fest moeten de ideologische schellen van de ogen vallen en zien hoe het werkelijk is. En hoe het werkelijk is, is eerder een kwestie van plaatsbepaling, van een vraag naar het

1 1

(12)

1 2

JAARGANG ct Nl!~MER 4

'waar' - waar zitten de problemen, waar staat Groen Links?- dan naar een vraag naar de 'waarheid', zo lijken de opstellers van het manifest te suggereren.

kruispunt

In de verschuiving van waarheid naar

WTNTER 1991

moede (linkse politiek) kan dus bijdragen aan milieubehoud (groene politiek). Maar daarnaast heeft sociale gelijkheid 'als poli- tieke doelstelling een zelfstandige beteke- nis.'

Behandeld als zelfstandige uitgangspunten kunnen Groene en Linkse opties gemakke- lijk met elkaar conflicteren, maar dat is niet

Hoewel het manifest benadrukt niet te kiezen voor 'een algemeen geldend democratiemodel', blijkt de algemene opvatting toch te zijn dat democratie op zich een onproblematische waarde is

plaatsbepaling komt de enorme breuk tot uiting die Groen Links maakt met haar oor- sprong - het traditionele socialisme. Dit so- cialisme beschouwde zichzelf immers als dè waarheid, als dat wat al het andere daar- binnen kon plaatsen, begrijpen en verkla- ren, en wel vanuit het perspectief van de u- topie: de buitenplaats, de waarheid van het ideaal. Zo konden de wereld en het leven als simpel verschijnen.

De taak is nu om in de complexiteit van de wereld en het leven een plaats te bepalen.

Dat gebeurt onder het motto: 'Het gaat erom de wereld te veranderen om haar te behou- den.' Aangezien de wereld zoals die nu draait, afstevent op een ondergang, moet er iets veranderen en wel in datgene waarmee de mens zich in leven houdt: de economie.

De nieuwe revolutie van Groen Links komt grofweg neer op de verandering van de 'groeieconomie' in een 'duurzame econo- mie'. Het manifest staat als tekst op een kruispunt - van verkiezingsprogram en be- ginselprogram, van werkelijkheid en idee.

Het manifest stáát niet alleen op een kruis- punt, maar het gaat ook over de mogelijk- heid om nieuwe kruispunten te maken - van verleden en toekomst, van 'groeieconomie' en 'duurzame economie', van utopie en 'te behouden' wereld.

Dergelijke kruispunten vinden, is geen sim- pele opdracht. Want de breuk met het tradi- tionele linkse verleden is nu juist dat er geen plaats is buiten de wereld van waaruit de ware gestalte van de wereld kan worden waargenomen en een route kan worden uit- gestippeld waarlangs een betere wereld kan worden bereikt. Tegelijkertijd wordt zo'n uitkijkpostjuist wel weer verondersteld om de 'te behouden' gestalte van de wereld te kunnen bepalen. De nieuwe Linkse lijn en de nog nieuwere Groene lijn kruisen elkaar kennelijk niet zo makkelijk.

links en groen

Uit het manifest blijkt dat men zich dat probleem wel enigszins bewust is en men probeert dan ook de eindjes aan elkaar te knopen. Zo wordt enerzijds linkse politiek als een voorwaarde voor groene politiek gedacht, immers: 'Armoede en gebrek aan kennis leiden in ontwikkelingslanden tot milieuvernietiging.' Bestrijding van de ar-

het enige probleem. Oók de genoemde voorwaarde voor groene politiek - linkse politiek - is niet consistent, want om de positie van Derde-Wereldlanden te verster- ken, is 'groei van produktie en consumptie in het Zuiden onvermijdelijk'. Tegelijker- tijd is het volgens het manifestjuist de groei van produktie en consumptie die de ecolo- gische crisis heeft veroorzaakt: 'Een daling van het gemiddelde consumptieniveau in combinatie met een drastische bestedings- verschuiving is daarom onvermijdelijk in de Westerse kapitalistische landen.' Kort- om, een groeieconomie-maar-dan-zonder- milieuvernietiging voor het Zuiden, en een krimpeconomie-om-het-milieu-te-behou- den voor het Noorden c.q. Westen. Maar hoe dan ook drukt de consumptieve groei in het Zuiden op het milieu en dat zal gecom- penseerd moeten worden.

Linkse politiek en groene politiek liggen dus niet per se in elkaars verlengde; vaker zullen ze gewoon tegenstrijdig zijn. Die te- genstrijdigheid lijkt te volgen uit twee ver- schillende benaderingswijzen. De (nieuwe) linkse lijn gaat uit van een 'bottom-up' mo- del: vanuit de concrete praktijk naar een oplossing van de aanwezige problemen (en niet meer zoals traditioneel links 'top- down': vanuit een abstracte utopie naar de praktijk). De groene lijn redeneert vanuit een 'top-down' model: vanuit een abstractie - de 'te behouden wereld' - komen tot een zodanige inrichting van de samenleving dat de problemen opgelost raken.

Dat betekent niet dat de lijnen niet meer bij elkaar komen. Ze vinden elkaar halverwege de route tussen 'top' en bottom', op het bemiddelende niveau van de economie: 'De huidige kapitalistische markteconomie ver- hindert een goede maatschappelijke contro- le op milieueffecten van het produktiepro- ces. De huidige economische verhoudingen belemmeren bovendien de ontwikkeling naar sociale gelijkheid.' Zowel voor de groene als voor de linkse lijn is de economie het object van ingrijpen. En dit ingrijpen moet leiden tot een duurzame economie, die niet drijft op groei en verspilling maar recht doet aan 'de kringloopgedachte'.

Het is duidelijk dat een vrij beloop van de markt, die immers zo haar eigen kringloop kent, niet zal leiden tot een duurzame eco- nomie. De staat is evenmin bij machte om

die duurzame ontwikkeling af te dwingen.

Het manifest neemt 'afscheid van de over- dreven verwachtingen van de rol van de staat'. Máár er is meer dan slechts staat en markt. Zij zijn zèlf 'ingebed in een civiele maatschappij: het geheel van instituties, or- ganisaties, bewegingen en sociale netwer- ken dat geen deel uitmaakt van het over- heidsapparaat en daar ook min of meer on- afhankelijk van functioneert'. Sterker zelfs:

'Het functioneren van de staat is( ... ) in hoge mate afhankelijk van wat er leeft in de maat- schappij: veel hangt af van de mogelijkhe- den die de civiele maatschappij biedt voor veranderingen, en van de barrières die daar- in aanwezig zijn voor het doorzetten van veranderingen.'

Marx en Gramsci

Hoewel de term civiele maatschappij vooral doet denken aan het 'maatschappelijk mid- denveld' van het CDA, bestaat er in de linkse politieke filosofie een rijke traditie rond die term. Zoals de oudgedienden zich wellicht nog zullen herinneren, lagen de wortels van de moderne civiele maatschap- pij volgens Karl Marx in de overgang van de feodale naar de kapitalistische maat- schappij. Toen verdwenen de oude maat- schappelijke verbanden van standen en gil- den om plaats te maken voor het naaktgebo- ren moderne individu dat zijn arbeidskracht kan verkopen (of zijn kapitaal te gelde te kan maken door arbeidskracht te kopen). De banden van privilege en traditie worden ver- vangen door de zelfzuchtige behoeften van de atomistische individuen die van elkaar en de gemeenschap zijn gescheiden. Het recht vormt dan in toenemende mate het bemiddelende niveau. Dat impliceert de op- komst van twee nieuwe verdelingen: de ver- deling tussen individuen (die zijn opgeslo- ten in hun 'privaatheid') en de verdeling tussen de moderne staat en de maatschappij (het publieke en het private domein, beide ook weer tot uiting komend in het rechtssys- teem). Slechts de staat c.q. het recht is in staat de private belangen van de krioelende civiele individuen te overstijgen en beli- chaamt zo de mogelijkheid van representa- tie en van universaliteit- van een moraal die het enge eigenbelang overstijgt.

Antonio Gramsci ging een stap verder. Vol-

gens hem is de civiele maatschappij niet

simpelweg de sfeer van de individuele be-

hoeften in toom gehouden door het recht en

eventuele organisaties, maar vooral een

sfeer waarin de staat hegemonie (ideologi-

sche consensus en spontane instemming)

weet te bewerkstelligen. De staat doet méér

dan wetten uitvaardigen en het land bestu-

ren: hij dringt met zijn dominante ideologie

door in alle burgerlijke sociale relaties. Pri-

vé en openbaar, civiele maatschappij en

staat zijn dus niet strikt gescheiden maar op

elkaar betrokken. Voor Gramsci heeft de

staat dus een stevige vinger in de pap van de

civiele maatschappij, maar uiteindelijk

moet en zal de staat verdwijnen, en wel als

hij overbodig is geworden door een volledi-

ge ontwikkeling van de zelfregulerende ca-

(13)

Foto: Eduard de Kam/HH

paciteiten van de civiele maatschappij.

Hoewel hedendaagse Groen Linksers zeker nog steeds hun voordeel kunnen doen met de gedachten van deze old timers - al is het maar de erkenning dat ook in de hedendaag- se civiele maatschappij de hegemonie wordt georganiseerd: de civiele organisaties zijn zeker niet per definitie progressief en democratisch en bestaan niet alleen uit mi- lieugroepen, vakbonden en consumenten- bonden, maar ook uit pakweg de Rotary en Blij Dat Ik Rij - wordt het gedachtengoed van Marx en Gramsci sterk gedomineerd door het streven naar een in de toekomst te realiseren goed. Staat en maatschappij, ar- beid en kapitaal zijn in een dynamisch pro- ces verwikkeld dat tot een uitkomst moet leiden. Vanuit een gewenste uitkomst terug- geredeneerd, lichten dan problemen, strate- gieën en doelen op. Het leven? De wereld?

Simpel. Met het postmoderne failliet van de Grote Verhalen - in het manifest omschre- ven als de ballast van 'de neiging om oorza- ken van maatschappelijke problemen te herleiden tot één Achterliggende Oorzaak of één Overkoepelend Probleem', maar het gaat natuurlijk net zo goed om een Voorlig- gend Perspectief- is die blik niet meer mo- gelijk.

democratie en terreur

Wat wèl blijft, is het Grote Verhaal over democratie: een eis, ja een voorwaarde, voor elke beïnvloeding en controle op pro- duktie en consumptie vanuit zowel de staat, de civiele maatschappij als vanuit bedrij-

ven. Hoewel het manifest benadrukt niet te kiezen voor 'een algemeen geldend demo- cratiemodel', blijkt de algemene opvatting toch te zijn dat democratie op zich een on- problematische waarde is. Dat nu is de vraag.

De Franse filosoof Claude Lefort- tot 1948 lid van de communistische partij - stelde zich bijvoorbeeld wel deze vraag en kwam, vergelijkbaar met Alexis de Toqueville, tot de conclusie dat democratie de historische mogelijkheidsvoorwaarde voor het totalita- risme vormt - zowel in de communistische als in de fascistische vorm. Lefort consta- teert dat beide totalitaire systemen zijn voortgekomen uit de (moderne) democra- tie, juist omdat in deze democratie macht een lege plaats is geworden. Het gaat hier om een 'maatschappij waarin macht, wet en kennis zijn blootgesteld aan een radicale onbepaaldheid, een maatschappij die het to- neel van een oncontroleerbaar avontuur is geworden, zodat wat wordt aangezet ('insti- tuted') nooit wordt gevestigd ('establis- hed'). De kennis blijft onbepaald door het ongekende, het heden en aanwezige blijkt ondefinieerbaar te zijn.' (Uit: The Politica!

Farms of Modern Society.)

Kortom, de democratie ligt, zoals ook Jac- ques Derrida ooit zei, in het verleden of in de toekomst, nooit in het hier en nu, en zo'n fragiele status maakt een plaatsbepaling moeilijk. De afwezigheid van een zichtbare machtscanfiguratie - zoals voorheen feo- daal belichaamd in de persoon van vorst of heer en gebonden aan een transcendentale autoriteit - neemt al bij voorbaat de moge-

lijkheid van een stabiele bron van legitima- tie weg. De democratie is daarmee per defi- nitie geen eenheid. En waar een eenheid of identiteit wordt gepropageerd, bij voor- beeld voor een schoon doel, is de terreur niet ver.

De aan de democratie inherente neiging tot afglijding naar het totalitarisme ligt volgens Lefort in de 'weigering van de lege plaats van de macht'. Donald Loose werkt in een artikel over de politieke filosofie van De Toqueville en Lefort dit verband tussen de- mocratie en terreur als volgt uit: 'Omdat een democratische maatschappij de gelijkheid van allen, desnoods onvrij, verkiest op de ongelijkheid boven de vrijheid van enkelen en omdat de democratische maatschappij voorzover ze op haar beloop gelaten wordt voortdurend nieuwe ongelijkheid creëert, nodigt ze vanzelf tot de fatale noodgreep van het totalitarisme uit.' (Uit: 'Van de ene democratie naar de andere', in: Filosofie en Democratie, red. L. Heyde en H. Visser.)

vriiheid en geliikheid

De democratie wordt dus van twee kanten bedreigd. Enerzijds vanuit een overmatige benadrukking van de gelijkheid. Hierin ligt het aanknopingspunt voor een totalitair so- cialistisch regime dat de gelijkheid reali- seert in de gelijke onvrijheid. Anderzijds wordt de democratie vanuit een opvatting over vrijheid als een gebied vrij van staats- bemoeienis. Dit is het liberale vrijheidsbe- grip, waarin de staat zich niet bemoeit met een bepaald domein- meestal de economie-

1 3

(14)

1 4

JAARGANG 1 NlJMMER 4

en bepaalde individuen daarmee in staat stelt hun private interesses na te ja- gen. Zolang de staat deze vrijheid garandeert, is er geen reden voor de genie- ters van deze vrijheid om de staat überhaupt te controle- ren en kan de staat verder, bij voorbeeld op het gebied van mensenrechten, haar gang gaan. Zo kan - net als uit het socialisme - ook uit het liberalisme de dictatuur volgen.

De twee hoofdstromingen van de democratie - socia- lisme en liberalisme - be- vatten daarom inherente be- dreigingen van de democra- tie. Dat is natuurlijk geen reden om dan maar af te zien van democratie, maar wèl is het zaak in de gaten te houden wat er gebeurt met de aanpalende begrippen vrijheid en gelijkheid.

Het manifest erkent dat de invullingen van de klassie- ke thema's vrijheid en ge- lijkheid een andere invul- ling hebben gekregen: 'Bij sociale gelijkheid gaat het niet om één of andere vorm van gelijkmakerij, maar om een gelijke mate van een zo groot mogelijke vrijheid voor elk individu. Bij socia- le vrijheid gaat het om een gelijke kans voor ieder indi- vidu om zich te kunnen ont- plooien, zonder dat de vrij- heid van anderen en toe- komstige generaties wordt aangetast.'

WINTER 1991

Hoewel het manifest het li- berale vrijheidsbegrip 'on- toereikend' noemt 'om het streven naar individuele zelfstandigheid volledig te dekken', draagt het toch de sporen van het liberalisme.

Vrijheid wordt immers vooral opgevat als een meer of mindere mate van vrij zijn van staatsbemoeienis, en zoals we gezien hebben leidt dit volgens Lefort zo niet direct tot dictatuur dan

Foto: Theo Audenoerd/HH

toch tot een zich afwenden van wat de staat verder onderneemt, oftewel algemene poli- tieke desinteresse. Het alternatief van Le- fort bestaat eruit vrijheid niet als negatief te definiëren, als 'vrij van staatsbemoeienis', maar als een vrijheid die juist bestaat uit het zich kunnen bemoeien met de staat. Dat veronderstelt een plaatsbepaling buiten de staat- en precies daaruit bestaat de vrijheid - maar wel met een betrokkenheid op de staat. Zo gaat het niet meer om vrij zijn van staatsbemoeienis, maar om het zich in vrij- heid kunnen bemoeien met de staat c.q. zich

kunnen bemoeien met de bemoeienis van de staat. De vrijheid in een democratie is dan ook eerder een politieke vrijheid. En die moet steeds worden bevochten en geëffec- tueerd om de politieke democratie te behoe- den voor het afglijden.

subiecten

De vraag is echter wîe of wàt deze politieke vrijheid moet dragen. Politieke partijen, ci- viele organisaties, individuen? Het buiten de staat staan, is voor een politieke partij

wat moeilijk, maar voor de civiele maat- schappij creëert het wellicht de mogelijk- heid van maatschappelijke beïnvloeding.

Of gaat het toch nog steeds om het individu?

De vraag is echter of er nog wel iemand

thuis is die draagkrachtig genoeg om is deze

last te dragen sinds Sigmund Freud ver-

klaarde dat het 'Ik" geen heer in eigen huis

is. Hoe moet dat eigenlijk verder met het

postmoderne gefragmenteerde individu in

de democratie'l Chantal Moufte en Emesto

Laclau denken dit subject niet zozeer leeg

of versplinterd maar vooral als intern radi-

(15)

caal gedemocratiseerd. (In o.a. Hegemony and Socialist Strategy: Toward a Radical Demoeratic Polities.)

Mouffe schrijft over het subject als een ge- decentreerde, gedetotaliseerde agent, ge- construeerd op het snijpunt van een veel- heid van subjectposities waartussen niet noodzakelijkerwijs een relatie bestaat. De articulatie van een subjectpositie - het 'ge- zicht naar buiten', afhankelijk van de situa- tie bij voorbeeld als student, vrouw, consu- ment enzovoort - is het resultaat van hege- monistische praktijken. Derhalve is geen identiteit ooit definitief gevestigd, er is al- tijd een bepaalde openheid, tijdelijkheid en ambiguïteit in de wijze waarop de verschil- lende subjectposities worden gearticuleerd.

Kortom: exit liberalisme (gebaseerd op het idee van een individu dat slechts eigen be- langen najaagt) en exit marxisme (geba- seerd op de reductie van de subjectposities tot die van klasse).

Mouffe sluit aan bij Gramsci. Volgens MoutTe is hij 'misschien de enige marxist die de rol van traditie begreep·, maar Mouf- fe ziet meer ruimte voor het subject dan slechts de op basis van klasse georgani- seerde tegenhegemonie: 'Wat we nodig hebben is een hegemonie van democrati- sche waarden, en dit vereist een vermenig- vuldiging van democratische praktijken, hun institutionalisering in steeds meer di- verse sociale relaties, zodat een veelheid van subjectposities worden gevormd door een democratische matrix.' (Uit: 'Radical Democracy', in: Universa! Abandon? ed.

A. Ross.)

De benadering van Mouffe lijkt aan te slui- ten op de opvattingen over democratisering en civiele maatschappij in het manifest:

'Het gaat niet meer op de eerste plaats of uitsluitend om sociaaleconomische tegen- stellingen. De ontplooiingsmogelijkheden van individuen worden ook beïnvloed door andere maatschappelijke tegenstellingen (man-vrouw, homo-hetero, zwart-wit).' Wèl zijn de hier genoemde subjectposities nogal obligaat, en vooral statisch: ze leunen zwaar op een idee van identiteit (als man, vrouw et cetera). Dergelijke identiteiten zijn wellicht nodig als noemer voor sociale bewegingen, maar als noemers voor het in- dividu, immers een veelheid van mogelijke tijdelijke subjectposities, doen zij geen recht aan de complexiteit van het leven en de wereld.

natuur en cultuur

Tot zover de bespreking van de 'linkse lijn' in het manifest, een lijn langs vrijheid, ge- lijkheid en democratie - en alle problemen die daarbij horen. De tweede lijn in het manifest is de 'groene lijn', een lijn die zich afwikkelt rond begrippen als ecologie en natuur.

'Een groene politiek eist dringend maatre- gelen om de toenemende milieuvervuiling en -vernietiging tegen te gaan en om ver- spilling zoveel mogelijk te voorkomen.( ... ) uitgangspunt van groene politiek is respect voor de natuur, het herstel van het ecologi-

ONGEZONDE POLITIEK

Ik val middenin een interview met Brinkman die streng wordt onder- vraagd over thuis. Krijgen vrouw en kinderen wel voldoende aandacht?

Wordt zijn vrouw niet de dupe van zijn carrièredrift? Komt zij wel voldoende aan haar eigen ontplooiing toe?

Veronica's

zijn om een volledig eenzijdige ambitie te ontwikkelen.

We hebben ons moeten neerleggen bij de gedachte dat de wereld niet maakbaar is. Politici kunnen we echter kiezen en als het aan mij ligt, dan selecteren we alleen nog die mannen

Nieuws/i in blijkt zich het lot van de echtgenote van de toekomstige

column

voor politieke functies, die een beetje een 'dubbele persoonlijk- heid' hebben.

premier te

hebben aangetrokken. Het brengt mij in grote verwarring. Hoe moet ik dit duiden? Is dit feminisme, of is dit riooljournalistiek? Wat is de juiste lijn?

/na Brouwer en Rio Beekers pleitten de afgelopen maanden bij een aantal gelegenheden voor minder macho- gedrag onder politici. Het zou jammer zijn als dit soort pleidooien alleen werden gezien als belangenbeharti- ging voor vrouwen. Het is ongetwijfeld waar dat hoontjesgedoe het politieke spel speciaal voor veel vrouwen onaantrekkelijk maakt. Maar als ik zie hoe sommige politici opereren, als robots geprogrammeerd op het eigen gelijk, dan voel ik me ook ongelukkig en onveilig bij de gedachte dat dit mensen zijn die mij regeren. Wat meer vrouwelijke onzekerheid lijkt me goed voor de kwaliteit van het politieke debat.

Hoe komt het dat mannen volgens de statistieken haniger zijn dan vrouwen?

Populair is de gedachte dat het komt doordat aan vrouwen in onze cultuur eenzijdig de zorg voor mannen, kinderen en andere hulpbehoevenden wordt toegewezen. Met een dergelijke dubbele verantwoordelijkheid, voor jezelf en de anderen, zou het moeilijk

sche evenwicht, en het besef dat natuurlijke hulpbronnen in de ruimste zin van het woord eindig zijn.' En: 'Uiteindelijk bete- kent dit een radicale cultuurbreuk in ecolo- gische zin.'

Maar wat moet eigenlijk worden verstaan onder ecologie? Zij is duidelijk meer dan een biologische wetenschap. In het manifest gaat ecologie om een 'expliciet, normatief, levensbeschouwelijk perspectief op de wer- kelijkheid en op de plaats van de mens daar- in', en dit perspectief heet 'ecologisch om-

Behalve niet in het belang van ons volk is het natuurlijk ook gewoon onethisch om carrière te maken met voorbijzien van de belan- gen van de eigen meest naasten. Wie de eigen persoonlijkheid volledig ondergeschikt maakt aan het bedrijf politiek, maar daarenboven ook nog niet aarzelt om het leven van de eigen echtgenote op te offeren aan de vraatzucht van het monster, kan geen goede volksvertegenwoordiger zijn.

Hoe herken je de goede mannen? Is het daarvoor nodig ze ter verantwoor- ding te roepen via de pers? Journalisten zitten vrouwelijke politici graag achterna tot bij de supermarkt, de couturier of het eigen aanrecht.

Mevrouw Da/es werd door Elsevier met behulp van de brandweer zelfs getra- ceerd tot in het bed van een goede vriendin. Helaas valt uit de reportage niet met zekerheid op te maken of de telefoon niet naast het logeerbed stond.

Willen we dergelijke reportages ook over mannelijke politici? Als burger heb ik de neiging 'Nee' te zeggen, als cliënt van de gezondheidszorg zeg ik: 'Jazeker'.

Jantine Oldersma

dat het de samenhang van al het bestaande accentueert.' (W. Zweers, 'Milieufilosofie:

Een overzicht van standpunten en litera- tuur' in: Filosofie en Praktijk 1987.) Nu kun je samenhang natuurlijk op ver- schillende manieren opvatten en er zijn dan ook grofweg twee hoofdstromingen binnen die ecologie. De eerste stroming is die van het 'reformistisch antropocentrisme', ver- bonden met de naam John Passmore. Deze stroming heeft een utilitaristische invals- hoek: de visie op natuurbehoud wordt inge-

1 5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aanpak 1: deze leerlingen werken met de basisstof en krijgen extra instructie van de leerkracht.. Aanpak 2: deze leerlingen hebben een

Ontdek dat verkopen het beste werkt als je het ontspannen doet, of je nou een product verkoopt, een dienst, een idee of jezelf.. ONTSPANNEN

De ASD is mét u van mening dat de veranderingen in het abonnementstarief voor maatwerkvoorzieningen vanuit de WMO en aangegeven aanpassingen in de Verordening technisch van aard

Daarnaast zou Van der Meer zou volgens Kuijpers bezig zijn met één van de grootste stedelijke omwente- lingsoperaties van Nederland op dit moment, waar bouwen aan de

In het Noordzeeoverleg werk ik met rijkspartijen, maatschappelijke organisaties en de wetenschap aan de energietransitie, de natuurtransitie, de voedseltransitie en de scheepvaart

Je loopt het risico dat het pand wordt gebruikt voor productie van drugs, opslag van illegale handelswaar, illegale onderhuur of illegale kamerverhuur?. JE KUNT MAAR ÉÉN KEER

«Er zijn nu eenmaal gevallen waarin je geen instemming meer kan vragen, omdat ze niet meer gegeven kán worden.».. Het aantal gevallen van levens- beëindiging zonder toestem- ming

openbare inrichtingen met de bestemmingen Horeca, categorie 2 en Horeca, categorie 3, en gelegen in de uitgaansgebieden op zaterdag en zondag gesloten tussen 03.00 uur en 06.00