• No results found

Vraag nr. 1 van 18 oktober 1995 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 1 van 18 oktober 1995 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 1

van 18 oktober 1995

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Gezondheidszorg – Kwaliteitstoetsing

Kwaliteitstoetsing in de welzijns- en de gezondheids-zorg wordt als noodzakelijk ervaren.

De (federaal ontwikkelde) MKG (minimale klinische gegevens) en MVG (minimale verzorgingsgegevens) bieden hiertoe reeds mogelijkheden. Maar ook andere methodes worden ontwikkeld.

Mag ik de minister vragen :

– of de MKG en MVG ook ter beschikking staan van de Vlaamse Gemeenschap als mogelijke kwaliteits-toetsing en

– of de Vlaamse Gemeenschap andere kwaliteitscon-trolemechanismen ter beschikking heeft voor medi-sche activiteiten, voor verpleegkundige en voor multidisciplinaire activiteiten ?

Antwoord

De vraag heeft betrekking op twee zaken :

1) de beschikbaarheid van MVG- en MKG-gegevens voor de Vlaamse Gemeenschap voor doeleinden met betrekking tot kwaliteitstoetsing ;

2) andere kwaliteitscontrolemechanismen ter beschik-king van de Vlaamse Gemeenschap voor de evalu-atie van medische, verpleegkundige en multidiscipli-naire activiteiten.

Op de eerste vraag kan het antwoord kort zijn : de MVG- en MKG-gegevens van individuele ziekenhuizen worden door de federale administratie niet ter beschik-king gesteld van de Vlaamse Gemeenschap, omdat wordt gevreesd voor problemen in verband met de wet-geving inzake bescherming van de persoonlijke levens-sfeer. Zowel de Vlaamse administratie als de Vlaamse adviescommissie voor ziekenhuizen en andere vormen van medische verzorging en begeleiding, hebben dit standpunt, in een officieel schrijven dd. 19.10.1995 gericht aan het federale ministerie van volksgezond-heid, betreurd. Binnen de Vlaamse administratie kun-nen immers éénzelfde soort maatregelen worden geno-men ter beveiliging van de privacy. Bovendien heeft de Vlaamse administratie steeds meer nood aan geanoni-miseerde patiëntengegevens en performantiegegevens per ziekenhuis, bij behandeling van individuele zieken-huisdossiers.

Wat nu de andere kwaliteitscontrolemechanismen ten dienste van de Vlaamse Gemeenschap betreft, kan ik het volgende meedelen.

– De voorkeur wordt gegeven aan de term bewaking en -bevordering in plaats van kwaliteits-controle, omdat niet alleen het bewaken van een minimaal kwaliteitsniveau in de zorginstellingen tot de opdracht van de overheid wordt gerekend, maar ook het stimuleren naar een hoger kwaliteitsniveau toe.

– Momenteel is een decreet betreffende de kwaliteits-zorg in de welzijns- en verkwaliteits-zorgingsvoorzieningen in de maak. Het is de bedoeling om het bestaan van een intern kwaliteitsbeleid, dat moet resulteren in een kwaliteitsconcept en in een concreet kwaliteits-plan, als voorwaarde te stellen voor verdere erken-ning van de voorzieerken-ning. De voorzieerken-ning zal zelf haar resultaatgebieden inzake kwaliteitsbeleid kun-nen kiezen, maar dient termijkun-nen vast te leggen bin-nen dewelke haar gekozen doelstellingen zullen worden nagestreefd. De vorderingen van het kwali-teitsniveau van de zorgprocessen of zorgresultaten binnen de gekozen resultaatgebieden zullen meet-baar en aantoonmeet-baar moeten zijn en worden gerap-porteerd aan de administratie. Daarnaast zal ook de overheid resultaatgebieden naar voor schuiven die zullen moeten geïntegreerd worden in het kwali-teitsconcept en in het kwaliteitsplan van de voorzie-ningen.

– Vanuit het departement WVC (Welzijn, Volksge-zondheid en Cultuur) van de Vlaamse Gemeen-schap werd de idee ontwikkeld om een monitoring-systeem uit te bouwen in de voorzieningen met het oog op het verkrijgen van beleidsrelevante gegevens en de instellingen zelf uit te rusten met een aange-paste set van kwaliteitsindicatoren. In de Verenigde Staten (Maryland) en in Australië werden reeds kwaliteitsindicatoren ingevoerd in de zorgvoorzie-ningen. Ook in Europa (Schotland) wordt in dezelf-de richting gewerkt. Ik ben van oordezelf-deel dat dezelf-de Vlaamse zorgsector met een gelijkaardig systeem moet worden uitgebouwd.

Samenvattend zou ik willen stellen dat momenteel een eigen Vlaams kwaliteitsbeleid voor de zorgsector in opbouw is, waarbij een nieuw evenwicht wordt gezocht tussen, enerzijds, de verantwoordelijkheid van de zorg-verstrekkers – en van de zorginstellingen in het alge-meen – voor de bewaking en de bevordering van de kwaliteit van hun eigen zorgverlening en, anderzijds, de toezichthoudende en stimulerende rol van de overheid om een dergelijk kwaliteitsbeleid te ontplooien en bij te sturen waar nodig.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door mevrouw Mieke Vo g e l s, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en

Aan de steden en gemeenten werd (in 1994) in het kader van de actie Jeugd & Sportclub Gemeente '94 gevraagd om op lokaal vlak de coördinatie van dit weekend te

Graag had ik van de minister vernomen hoeveel uitdrij- vingen er gebeurden in 1992-1993-1994 bij de sociale. woningmaatschappijen die actief zijn

In antwoord op haar vragen wil ik het Vlaams parle- mentslid wijzen op het feit dat in de nieuwe organisa- tiestructuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Artikel 7bis van het decreet op de Sociaal-Economi- sche Raad van Vlaanderen bepaalt dat iedere sectoriële commissie wordt samengesteld uit een gelijk aantal stemgerechtigde

Een verkoopopdracht van het Aan- koopcomité leidde recentelijk tot het lichten van de verkoop met betaling van een voorschot.. – Boom,

Ik wil het Vlaams parlementslid er bovendien op wijzen dat het niet alleen gaat over de ondervertegenwoordiging van vrouwen in sectoriële commissies van de SERV, maar ook over

In het antwoord op mijn interpellatie (maart 1995) over de problematiek van de opleiding tot verpleegkundige, citeerde de minister de brief van de toenmalige federa- le minister