2004
2003
2002
Rapporten en boetes
* Aantal mededingingsrechtelijke onderzoeken
22
53
27
* Aantal onderzoeken dat is afgedaan middels een rapport (vaststelling
van een redelijk vermoeden dat de Mededingingswet is overtreden)
4
116
9
* Aantal zaken dat is afgedaan middels de inzet van een ander instrument
dan een rapport
3
15
nb
* Aantal zaken waarin het onderzoek is stopgezet vanwege onvoldoende bewijs
15
22
nb
* Aantal zaken waarin een boete en/of last is opgelegd
12
14
6
* Totaal boetes in 1 miljoen
78,7
135,5
99,6
Onthefingen, klachten en informele zienswijzen
* Afgeronde verzoeken onthefingen van het kartelverbod
16
40
46
* Afgeronde klachten over overtredingen van de Mededingingswet
199
219
187
* Informele zienswijzen
80
143
202
Concentraties
* Meldingen van fusies, overnames en joint ventures (concentraties)
83
69
77
* Ingetrokken meldingen
4
5
8
* Onthefing van wachtperiode
3
1
1
* Besluiten op meldingen concentraties
71
71
66
* Vergunning voor concentratie vereist
1
2
1
* Besluiten op vergunningsaanvraag
0
1
0
Vervoerkamer
* Zaken gemeentelijke vervoerbedrijven in behandeling genomen
8
6
8
* Aantal zaken afgerond met rechtsoordeel
14
5
3
DTe
* Methode-besluiten
14
18
17
* Uitvoeringsbesluiten
212
346
329
* Handhavingsbesluiten
46
43
29
* Adviezen aan minister van Economische Zaken
20
65
20
Bezwaar
* Afgerond bezwaar in mededingingszaken
66
247
62
* Afgerond bezwaar in DTe-zaken
98
98
125
Beroep
* Afgeronde zaken beroep tegen mededingingsbesluiten door rechtbank Rotterdam
14
18
20
* Afgeronde zaken hoger beroep tegen mededingingsbesluiten door College
van Beroep voor het bedrijfsleven
12
5
3
* Afgeronde zaken beroep tegen DTe-besluiten door College van Beroep
voor het bedrijfsleven
26
38
76
Budget en personeel
* Totaal toegekend budget in 1 miljoen
35
36
32
* Aantal medewerkers op 31 december
345
342
303
1 De NMa maakte in 2004 in vier zaken rapport op, waarvan drie in de bouwsector. Twee van deze zaken waren zeer omvangrijk; bij één zaak waren 379 ondernemingen betrokken. 2 Inclusief vijf zaken bij de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet (BAC).
Kerngegevens NMa en DTe 2004
2004
2003
2002
Rapporten en boetes
* Aantal mededingingsrechtelijke onderzoeken
22
53
27
* Aantal onderzoeken dat is afgedaan middels een rapport (vaststelling
van een redelijk vermoeden dat de Mededingingswet is overtreden)
4
116
9
* Aantal zaken dat is afgedaan middels de inzet van een ander instrument
dan een rapport
3
15
nb
* Aantal zaken waarin het onderzoek is stopgezet vanwege onvoldoende bewijs
15
22
nb
* Aantal zaken waarin een boete en/of last is opgelegd
12
14
6
* Totaal boetes in 1 miljoen
78,7
135,5
99,6
Onthefingen, klachten en informele zienswijzen
* Afgeronde verzoeken onthefingen van het kartelverbod
16
40
46
* Afgeronde klachten over overtredingen van de Mededingingswet
199
219
187
* Informele zienswijzen
80
143
202
Concentraties
* Meldingen van fusies, overnames en joint ventures (concentraties)
83
69
77
* Ingetrokken meldingen
4
5
8
* Onthefing van wachtperiode
3
1
1
* Besluiten op meldingen concentraties
71
71
66
* Vergunning voor concentratie vereist
1
2
1
* Besluiten op vergunningsaanvraag
0
1
0
Vervoerkamer
* Zaken gemeentelijke vervoerbedrijven in behandeling genomen
8
6
8
* Aantal zaken afgerond met rechtsoordeel
14
5
3
DTe
* Methode-besluiten
14
18
17
* Uitvoeringsbesluiten
212
346
329
* Handhavingsbesluiten
46
43
29
* Adviezen aan minister van Economische Zaken
20
65
20
Bezwaar
* Afgerond bezwaar in mededingingszaken
66
247
62
* Afgerond bezwaar in DTe-zaken
98
98
125
Beroep
* Afgeronde zaken beroep tegen mededingingsbesluiten door rechtbank Rotterdam
14
18
20
* Afgeronde zaken hoger beroep tegen mededingingsbesluiten door College
van Beroep voor het bedrijfsleven
12
5
3
* Afgeronde zaken beroep tegen DTe-besluiten door College van Beroep
voor het bedrijfsleven
26
38
76
Budget en personeel
* Totaal toegekend budget in 1 miljoen
35
36
32
* Aantal medewerkers op 31 december
345
342
303
1 De NMa maakte in 2004 in vier zaken rapport op, waarvan drie in de bouwsector. Twee van deze zaken waren zeer omvangrijk; bij één zaak waren 379 ondernemingen betrokken.
Kerngegevens NMa en DTe 2004
Inhoudsopgave
Visie en missie
4
Voorwoord
5
Leeswijzer
7
Dubbelinterview | Aanbesteden
8
Deel 1: Algemeen verslag
1
De NMa in 2004
12
1.1
Het jaar in het kort
12
1.2
De NMa in dialoog
14
1.3
Rondom de NMa
19
1.4
De NMa internationaal
21
1.5
De NMa in bedrijf
26
Dubbelinterview | Vrije beroepen
38
2
Verslag per taak
42
2.1
Toezicht op kartelverbod en verbod op misbruik
42
economische machtspositie
2.2
Concentratietoezicht
47
2.3
Uitvoering energiewetgeving: DTe
51
2.4
Toezicht op vervoerwetten: Vervoerkamer
54
Outcome: de economische resultaten van
58
handhaving in de jaren 2002–2004
Deel 2: Aandachtsvelden
3
Aanbesteden
62
3.1
Clementieaanvragen bouwsector
62
3.2
Bouwonderzoeken in 2004
62
3.3
Boetegrondslag GWW
64
3.4
Overige bouw
66
3.5
Resultaat
66
Dubbelinterview | Financiële sector
68
4
Financiële sector
72
4.1
Monitor Financiële Sector
72
4.2
Compliance verzekeringssector
73
4.3
Interpay-sanctie
73
Dubbelinterview | Energiesector
76
5
Energiesector
80
5.1
Resultaten/activiteiten
80
Dubbelinterview | Zorgsector
86
6
Zorgsector
90
6.1
Inleiding
90
6.2
Deelsectoren
91
Dubbelinterview | Inkoopmacht
96
Deel 3: Overzichten
7
Kwaliteitsrapportages netbeheerders
100
7.1
Kwaliteitsrapportages netbeheerders elektriciteit
100
7.2
Kwaliteitsrapportages netbeheerders gas
102
8
Monitoren van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt
104
8.1
Inleiding
104
8.2
Leveringsmarkt
104
8.3
Groothandelsmarkt elektriciteit
105
8.4
Groothandelsmarkt gas
106
8.5
Conclusies
107
9
Besluiten mededingingszaken 2004
108
10
Besluiten en adviezen energiezaken 2004
138
11
Rechterlijke uitspraken in mededingingszaken 2004
154
12
Rechterlijke uitspraken in energiezaken 2004
160
13
WOB-verzoeken 2004
162
Trefwoordenregister
164
3
Visie en missie
Markten laten werken
De wettelijke taken van de NMa en haar kamers omvatten de handhaving van de
Mededingingswet, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet, de Wet personenvervoer 2000 en
de Spoorwegwet. Centraal bij de uitvoering van deze taken staat de missie ‘markten laten
werken’: het bewaken van marktwerking en toezicht houden op de randvoorwaarden die
aan markten worden gesteld. Een concurrerende omgeving stimuleert innovatie en geeft
een impuls aan de concurrentiekracht van het bedrijfsleven. Bovendien draagt concurrentie
bij aan de optimalisering van de prijs-kwaliteitverhouding van goederen en diensten alsook
aan een eªciënte aanwending van (productie)middelen, wat weer ten goede komt aan de
consument.
Gezonde concurrentie
Een goed werkende markt vereist gezonde concurrentie. Aan gebrekkige marktwerking
kunnen gedragingen of machtsposities van ondernemingen ten grondslag liggen. De NMa
houdt daarom mededingingstoezicht. Het is ondernemingen verboden door afspraken met
concurrenten de mededinging te beperken (kartelverbod). Daarnaast is het ondernemingen
met een economische machtspositie verboden die macht te misbruiken, bijvoorbeeld
door het hanteren van onredelijke voorwaarden jegens afnemers of door het uitsluiten van
concurrenten. Economische machtsposities kunnen ook ontstaan door fusies of overnames.
De NMa controleert het samengaan van bedrijven om te voorkomen dat concentraties
ontstaan die een goede marktwerking in de weg staan.
Sectorspecifiek toezicht
Voorwoord
De NMa en DTe geven op basis van hun wettelijke taken en bevoegdheden
uitvoering aan hun missie, ‘markten laten werken’. Hun besluiten en adviezen
raken het merendeel van de markten die samen de Nederlandse economie
vormen. Dat maakt de taakvervulling van de NMa en DTe relevant voor de
gehele maatschappij. Maatschappelijke relevantie vormt daarom de leidraad
van dit jaarverslag.
In dit jaarverslag leggen de NMa en DTe verantwoording af door de gebruikte
middelen en de bereikte resultaten consistent in beeld te brengen vanuit
juridisch, economisch en maatschappelijk perspectief.
Juridisch perspectief
Het werk van de NMa en DTe heeft een onmiskenbaar juridische dimensie.
Nederlandse en Europese regelgeving markeren het speelveld waar
toezicht-houder, ondernemingen en consumenten elkaar – ook noodgedwongen –
ontmoeten. Hoewel de aanpak door de NMa en DTe breder is dan alleen het
wettelijke instrumentarium, blijven juridisch bindende beslissingen een centrale
rol spelen. Dat geldt zowel voor het optreden tegen ondernemingen die de
marktwerking verstoren, als voor het reguleren van delen van de energiesector
waarin vrije marktwerking wettelijk is uitgesloten. De eventuele rechterlijke toets
van die beslissingen versterkt het gezag van het optreden van de NMa en DTe.
In 2004 erkende de rechter de bevoegdheid van de NMa om volgens bepaalde
criteria te beslissen welke zaken de NMa in onderzoek neemt. In deel 3 van
dit jaarverslag vindt u overzichten met alle uitspraken van diverse rechterlijke
colleges. Het juridische debat blijft overigens niet beperkt tot de rechtszaal:
de NMa en DTe hebben een open oor voor professionele juridische kritiek, zoals
die ook in 2004 viel te horen.
Economisch perspectief
Geïntegreerd in de beslissingen en adviezen van de NMa en DTe is de
econo-mische dimensie. De NMa en DTe richten zich op het genereren van
markt-conforme prijzen, het bieden van meer keuzemogelijkheden en het stimuleren
van innovatie. Daarvoor is het nodig markten goed te kennen; alleen dan zijn
realistische beslissingen mogelijk. Ook in 2004 werkten de NMa en DTe
onver-minderd aan de versterking van hun economische competentie. Er is onderzoek
verricht naar de kwantificering van economische resultaten om zo de relevante
‘outcome’ in beeld te brengen. De NMa en DTe doen dat in dit jaarverslag met
een zekere terughoudendheid, omdat zij zich ervan bewust zijn dat de
methodo-logie om ‘outcome’ te kwantificeren nog in ontwikkeling is.
Maatschappelijk perspectief
Zin voor realiteit staat centraal bij al hetgeen de NMa en DTe doen. Zij hebben
de vaste gewoonte om relevante ‘stakeholders’ en de samenleving als geheel te
raadplegen via consultatiedocumenten voordat beleidsregels worden vastgesteld.
Op die manier kunnen ze hun taken afstemmen op die onderwerpen die in
de samenleving leven. Omgekeerd rekenen de NMa en DTe het tot hun taak
de samenleving te informeren over wat er op het terrein van mededinging en
5
energie speelt, bijvoorbeeld door middel van een informatielijn en een
onder-nemersloket. Ook geven beide voorlichting (‘guidance’) door het publiceren van
zienswijzen en door het organiseren van lezingen of workshops.
Aan de hand van de aandachtsvelden uit de Agenda 2004 doen de NMa en DTe
hier verslag. Binnen elk aandachtsveld spelen uiteenlopende maatschappelijke
belangen, waarvan de dubbelinterviews getuigen. Daarnaast is er in dit
jaarver-slag aandacht voor de bedrijfsvoering van de NMa en DTe, waarbij de ingezette
middelen aan de orde komen. Er zijn grote vorderingen gemaakt om
bedrijfs-voering en personeelsmanagement te verbeteren, zodat taken en bevoegdheden
in de toekomst blijvend eªciënt en e¤ectief kunnen worden uitgevoerd.
Oorsprong, doel en zin van het optreden van de NMa en DTe bestaan in het
realiseren van gezonde marktwerking. Binnen de op zich strikte wettelijke
kaders neemt de maatschappelijke relevantie van hun optreden toe naarmate
beide toezichthouders erin slagen toegankelijk en realistisch te zijn. De
mede-werkers van zowel de NMa als DTe hebben in het verslagjaar hard gewerkt om
de taakstellingen vorm te geven. Daarvoor komt hun veel dank toe.
Mr. P. Kalbfleisch
Directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Ir. G.J.L. Zijl
Leeswijzer
NMa en DTe leggen in dit jaarverslag verantwoording af over de inzet in 2004
van hun mensen, middelen en instrumenten om markten te laten werken. Dit
jaarverslag beoogt inzichtelijk te maken welke resultaten NMa en DTe hebben
geboekt op juridisch en economisch vlak. Centraal staat hierbij de
maatschappe-lijke relevantie van het werk van NMa en DTe.
Zijn de juridische, economische en maatschappelijke dimensies vaak verweven
in dit jaarverslag, de drie volgende onderdelen belichten elk van deze dimensies
afzonderlijk. De overzichten van besluiten, adviezen en rechterlijke uitspraken
in het derde deel geven invulling aan de juridische dimensie. Het katern over
economische resultaten, dat is opgenomen aan het eind van het eerste deel,
belicht de economische dimensie. Ten slotte gaan de dubbelinterviews, die
verspreid zijn opgenomen in dit jaarverslag, met name in op de
maatschappe-lijke relevantie van het werk van NMa en DTe.
Dit jaarverslag biedt zoekingangen via de inhoudsopgave aan het begin van het
jaarverslag, deze leeswijzer en via het trefwoordenregister aan het eind ervan.
Deel 1 | Algemeen verslag
In het eerste deel van dit jaarverslag vindt u het algemene verslag van NMa en
DTe over 2004. Hoofdstuk 1 geeft een overzicht met hoofdpunten, gaat in op
de aanpak, resultaten en omgeving van de organisatie en op de bedrijfsvoering.
Nieuw dit jaar is de verkorte jaarrekening met accountantsverklaring, die in dit
hoofdstuk is opgenomen. Hoofdstuk 2 beschrijft de prestaties en inzet per taak.
Het eerste deel wordt afgesloten met het hierboven reeds genoemde katern over
economische resultaten.
Deel 2 | Aandachtsvelden
De Agenda 2004 van de NMa kondigde aan dat aanbesteden, inkoopmacht,
de financiële sector, de energiesector, de zorgsector en vrije beroepen bijzondere
aandacht zouden krijgen. De hierboven reeds genoemde dubbelinterviews
gaan in op elk van deze zes aandachtsvelden. In het tweede deel van dit
jaar-verslag vindt u bovendien vier hoofdstukken, die nader ingaan op vier van
de zes aandachtsvelden: aanbesteden, de financiële sector, de energiesector
en de zorgsector.
Deel 3 | Overzichten
Het derde deel van het jaarverslag is het naslagwerk: u vindt hier rapportages
over de kwaliteit van elektriciteits- en gasleveranciers, monitoren van de
elektri-citeits- en gasmarkt, evenals de reeds genoemde overzichten van de rechtspraak
in 2004 betre¤ende mededingings- en energiezaken.
7
We wilden ons weer op
de toekomst kunnen richten.
Age Vermeer
Het onderwerp waarmee de NMa in 2004 het meeste in het
nieuws kwam, waren de mededingingsovertredingen in de
bouwsector. Dat daarbij de bouwsector niet alleen maar in
het beklaagdenbankje zat, maar actief meewerkte aan een
cultuuromslag, blijkt uit de ontmoeting tussen René Jansen,
plaatsvervangend directeur-generaal van de NMa en
Age Vermeer, lid van de Raad van Bestuur van Dura Vermeer
en directeur van Dura Vermeer Divisie Infra.
Begrijpt u de maatschappelijke discussie die over
de werkwijze in de bouw is ontstaan?
Vermeer
“Die discussie was terecht. Er was een zekere
De sector was verwikkeld geraakt
in een Gordiaanse knoop.
René Jansen
in de samenleving werd de sector nog niet echt van zijn
stuk gebracht. De aannemer heeft een imago-probleem,
we zijn daardoor wel wat gewend aan commentaar.”
Jansen
“Het dossier is lang. Tot begin jaren ’90 was
er sprake van een ‘legaal kartel’, van Samenwerkende
Prijsregelende Organisaties, mede omdat de overheid
een zekere marktordening wilde hebben. De angst was
dat door verbieden het systeem ‘ondergronds’ zou gaan;
hetgeen dus ook is gebeurd. Maar daarmee ontstond
een situatie waar de bouwsector – toen de oude structuur
verboden werd – niet meer uit geraakte. Het lukte niet
meer om uit het systeem van onderlinge relaties en
verre-keningen te komen.”
»
9
Zal het optreden van de NMa bijdragen aan een
cultuur-verandering binnen de bouwwereld?
Vermeer
“Door het optreden van de NMa ontstond begin
2004, toen een tweede schaduwboekhouding (van Boele
& Van Eesteren) boven water kwam, een kentering in de
houding van de bouwbedrijven. We zagen dat er enerzijds
geen ontkomen meer aan was, maar ook dat het ons
anderzijds een kans bood om uit deze situatie te komen.
We begrepen de oproep van de NMa om ‘schoon schip’
te maken uiteindelijk heel goed.”
Jansen
“De sector was verwikkeld geraakt in een
Gordiaanse knoop; het onderlinge netwerk was zo complex
geworden dat eigenlijk niemand in staat was een oplossing
aan te dragen. Daarnaast zag de bouwsector zich
gecon-fronteerd met onderzoeken van verschillende
overheids-diensten. Het is misschien wel de rol van de NMa om
markten die er zelf niet meer uitkomen, te ondersteunen.”
Vermeer
“Ook de bouwwereld was overtuigd van de
nood-zaak van verandering. Er waren nieuwe structuren nodig,
die we zelf niet konden bedenken. Ook de aanbesteders
weten ’t even niet, er is duidelijk sprake van een
vertrou-wensbreuk tussen aanbesteders en bouwwereld. Men durft
momenteel even niet met ons om de tafel te gaan zitten,
bang voor de gevolgen.”
Jansen
“Aan onze kant was er vanaf eind 2001 ook
urgen-tie. De maatschappelijke discussie maakte de druk hoog, er
waren schaduwboekhoudingen, er was een Parlementaire
Enquête, de verontwaardiging was publiek, er moest iets
gebeuren. Bij de NMa is topprioriteit gegeven aan de bouw,
er heeft een groot team aan gewerkt, er is stevig
geïnves-teerd in kennis en middelen.
Vermeer
“Wij wilden ons weer op de toekomst kunnen
richten...”
Jansen
“... en de NMa is in staat om een sector
geloof-waardig met het verleden te doen afrekenen.”
Heeft de Mededingingswet een plek gekregen binnen
de bouwwereld?
Vermeer
“Er is absoluut sprake van een
cultuurverande-ring en van behoefte aan een nieuwe aanpak en nieuwe
afspraken. Door de betrekkelijk onafhankelijke positie van
de NMa kon deze een belangrijke rol spelen in het oplossen
van de problematiek, daar waar andere onderdelen van de
overheid het overzicht niet konden behouden. Bovendien
heeft de NMa gehoor gegeven aan onze vraag om een
prak-tische, snelle aanpak.”
Jansen
“Die roep kwam van Brinkman, met zijn ‘Beul,
maak het kort’. De bouwwereld wist zelf heel goed wat er
moest gebeuren. We hebben namens de overheid in deze
complexe situatie de lead genomen, zo e¤ectief mogelijk
geopereerd en een snelle sanctiemogelijkheid geboden.
Daarbij speelde een rol dat er wederzijds respect ontstond
voor posities...”
Vermeer
“... en door de NMa creatief is gezocht naar een
oplossing, credits daarvoor.”
Jansen
“Ook wij hadden er belang bij dat de zaak snel
werd afgerond, waardoor we ons binnenkort weer kunnen
gaan richten op het ‘normale’ toezichthouden. In de bouw
zijn er voortrekkers geweest, er is ook van binnenuit
gewezen op het langere-termijnbelang van een oplossing.”
Vermeer
“Kijk, de komende tijd moet er weer meer
gebouwd gaan worden, er is meer ruimte voor
infrastruc-tuurprojecten en noodzaak voor woningbouw; hoe gaan
we nu om met deze problematiek? Hoe zorgen we dat het
niet weer gebeurt? Waar ligt de grens van het toelaatbare
bij zakelijke samenwerking? We zullen nieuwe structuren
en definities moeten ontwikkelen.”
Jansen
“De NMa zal daarbij overigens niet actief betrokken
De bouwsector kan
best wat marktwerking
gebruiken.
De algemene
welvaart is gediend
bij een eªciënt
werkende sector.
Hoe ziet de bouwmarkt er over 5 tot 10 jaar uit? Zien we
dan gevolgen van de hele bouwfraude en het optreden van
de NMa? Zal er een ‘shake out’ van niet-eªciënte bedrijven
plaatsvinden?
Jansen
“De ‘algemene’ welvaart is gediend bij een eªciënt
werkende sector. Je ziet juist bij minder presterende
secto-ren, bij overaanbod, beschermende kartelconstructies
ontstaan. Voor ons is het minder presteren van een sector
dus reden voor aandacht.”
Vermeer
“De erkenning van het belang van concurrentie
heeft even geduurd, maar door het optreden van de NMa
zal op termijn de overcapaciteit verdwijnen. Minder
pres-terende bedrijven zullen door het wegvallen van de
onder-linge afspraken waarschijnlijk niet overleven. Je moet
je voorstellen dat we het hier over een heel grote branche
hebben. Er zijn zo’n 6.000 bouwbedrijven; dat is een
veelkoppige eenheid die best wat marktwerking gebruiken
kan.”
Jansen
“En verder zal in toenemende mate aan
interna-tionale regelgeving op het gebied van mededinging moeten
worden voldaan. De NMa heeft nu al Europese regelgeving
te handhaven. Maar van een level playing field op
internatio-naal niveau is nog geen sprake.”
Vermeer
“Dat herken ik wel. Wij doen vrij veel met
buitenlanders; ze hebben ons nodig. Maar voor
buiten-landse bedrijven is de Nederbuiten-landse markt vrij lastig.
De toetredingsdrempels zijn best hoog.”
π
11
1
De NMa in 2004
1.1
Het jaar in het kort
In een markt waar gezonde concurrentie heerst, ontstaat innovatie. De voordelen
komen ten goede aan consumenten, ondernemers en belastingbetalers. De NMa
heeft tot doel deze voordelen te genereren of door te geven en neemt vanuit
haar missie besluiten die maatschappelijke relevantie hebben. In 2004 boekte
de NMa een aantal duidelijke resultaten, die ook maatschappelijk relevant waren.
Staan resultaten centraal in dit gehele jaarverslag, in deze paragraaf worden
de hoofdpunten belicht. Dit korte overzicht sluit aan bij de zes aandachtsvelden,
zoals deze zijn vastgesteld op basis van de Agenda 2004 van de NMa
1, tot stand
gekomen na een brede, maatschappelijke consultatie.
Aanbesteden
Schoon schip in de bouwsector
Na de parlementaire enquête over de bouwsector kwam begin 2004 opnieuw
een schaduwboekhouding aan de oppervlakte met kartelafspraken in de
bouwsector. In de nasleep van deze bouwa¤aire bleek dat een fors aantal
bouwbedrijven na een oproep door de minister van Economische Zaken en de
directeur-generaal van de NMa ‘schoon schip’ wilde maken. Zij gaven daarmee
aan een actieve bijdrage te willen leveren aan normale marktwerking binnen
de bouwsector. Deelnemers aan een kartel kunnen schoon schip maken door
bewijzen voor het kartel uit eigen beweging te overhandigen aan de NMa.
De NMa ontving 481 clementieverzoeken die vooral betrekking hadden op
vooroverleg bij aanbestedingen. Een verkorte sanctieprocedure werd door
de NMa geïntroduceerd om deze zaken versneld te behandelen.
Energiesector
Consument centraal bij energie
Op 1 juli 2004 kon de Nederlandse burger voor het eerst volledig vrij kiezen
waar hij of zij elektriciteit en gas wil afnemen. De Dienst uitvoering en toezicht
Energie (DTe) heeft het vrijmaken van de gas- en elektriciteitsmarkt intensief
begeleid. Dat gebeurde vooral vanuit het perspectief van de consument.
DTe stelde transparantierichtlijnen op waaraan energienota’s moeten voldoen
en hield toezicht op de naleving van vergunningsvoorschriften voor
energie-leveranciers. Ook beoordeelde de NMa de overname van elektriciteitsproducent
Reliant door Nuon om het ontstaan van een machtspositie te voorkomen.
Zorgsector
Marktwerking in de zorg bewaken
In de gezondheidszorg worden gestaag stappen gezet op weg naar meer
markt-werking. Het doel is een betere, goedkopere, eªciëntere en meer innovatieve
zorgsector met oog voor de publieke belangen. Bij dit proces zijn politiek,
patiën-ten, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en toezichthouders betrokken. De NMa
zette kaders uit in visiedocumenten voor de Ziekenhuiszorg en de AWBZ en
handhaafde die kaders in enkele concentratiezaken voor thuiszorginstellingen
en ziekenhuizen. Daarnaast trad de NMa op tegen apothekers die hun
elektro-nische netwerken met patiëntengegevens op een wijze hanteerden waarbij
concurrenten en nieuwe toetreders zouden kunnen worden uitgesloten.
Noot 1
Financiële sector
Resultaten in de inanciële sector
Winkeliers en detaillisten krijgen kosten in rekening gebracht voor
pintrans-acties. Op aangeven van MKB Nederland deed de NMa onderzoek naar te hoge
tarieven voor het betalingsverkeer. Hieruit bleek dat aanbieder Interpay
exces-sieve prijzen hanteerde voor het uitvoeren van elektronische pinbetalingen.
De NMa besloot in april 2004 Interpay een boete op te leggen van ruim
4
30 miljoen. Na dit besluit is er meer onderhandelingsruimte voor winkeliers
en detaillisten ontstaan.
Als reactie op een onderzoek van de NMa zijn ondernemingen in de
verzeke-ringsbranche en het Verbond van Verzekeraars gezamenlijk begonnen met
het opstellen en implementeren van een sectorbreed compliance-programma.
Hiermee willen ondernemingen naleving van de mededingingswetgeving
binnen de eigen organisatie waarborgen. Het is de eerste keer in Nederland
dat een compliance-programma voor mededingingsregels op een dergelijk
grote schaal wordt ingezet.
Vrije beroepen
Onderzoek naar vrije beroepen
Er ontstaat steeds meer discussie over de gedragsregels en de mate van
concurrentie binnen verschillende vrije beroepsgroepen. Ook bij de Europese
Commissie en in verschillende lidstaten is er toenemende aandacht voor
de concurrentie tussen advocaten, notarissen, makelaars en accountants.
De markten van vrije beroepen zijn van oudsher sterk gereguleerd en kennen
vaak hoge toetredingsdrempels. De NMa deed in 2004 onderzoek naar de
noodzaak en de proportionaliteit van regels voor verschillende vrije
beroeps-organisaties. Het onderzoek wordt in 2005 afgerond.
Inkoopmacht
Misbruik van inkoopmacht niet bewezen
In de detailhandel, maar ook bij de relatie tussen zorgverzekeraars en
fysiothera-peuten was inkoopmacht het onderwerp van felle maatschappelijke discussie.
De NMa verrichtte in 2004 onderzoek naar de mededingingsrechtelijke
gevol-gen van inkoopmacht. De NMa trof tijdens het onderzoek geen overtredingevol-gen
van de Mededingingswet aan en stelde vast dat inkoopmacht in het voordeel van
de consument werkt indien er voldoende concurrentie is tussen de inkopende
bedrijven.
Bovenstaande voorbeelden betre¤en zaken waarbij grote economische en
maatschappelijke belangen spelen. De NMa geeft prioriteit aan onderwerpen
met een groot economisch, maatschappelijk of consumentenbelang. Haar
optreden staat daardoor vaak in het brandpunt van de maatschappelijke discussie
over de (economische) vormgeving van de samenleving.
13
NMa: e-mail NMa: telefoon DTe: e-mail DTe: telefoon 24 23 25 28 2003 2004 4.000 0 8.000 12.000 16.000 Figuur 1
Contacten met de Informatielijn
Figuur 2
Contacten naar aard en middel (in %)
1.2
De NMa in dialoog
Medewerkers van de NMa hebben in de dagelijkse praktijk contact met
bedrij-ven, consumenten en maatschappelijke organisaties. Ze hebben gesprekken
met tipgevers en indieners van klachten, ze zijn betrokken bij verhoren en
hoorzittingen en geven lezingen op wetenschappelijke of sectorale congressen.
1.2.1
Van buiten naar binnen
Om e¤ectief te kunnen zijn in het wegnemen van concurrentiebelemmeringen
is de NMa in sterke mate afhankelijk van signalen uit de samenleving. Voor het
contact ‘van buiten naar binnen’ zijn verschillende instrumenten ontwikkeld.
Consultatie
Zoals opgemerkt hecht de NMa veel belang aan ervaring en kennis uit de
maat-schappij vanwege de maatschappelijke implicaties van haar optreden. Dat is
zeker het geval als zij nieuwe terreinen betreedt of van nieuwe instrumenten
gebruik maakt.
Ondernemers, wetenschappers, consumenten en belangenorganisaties worden
regelmatig uitgenodigd te reageren op ideeën en voorlopige standpunten
van de NMa. Daarmee wordt ook beoogd acceptatie en naleving van de
mede-dingingsregels te vergroten. Dat gebeurt vooral via consultatietrajecten. In 2004
consulteerde de NMa stakeholders en belangstellenden over haar Agenda 2005,
inkoopmacht, concurrentie op de markt van assurantietussenpersonen en
over de spelregels bij concentratiezaken. DTe consulteerde onder meer over de
implementatie van de I&I-wet en de richtlijnen gastransport voor het jaar 2005.
Informatielijn
Via de Informatielijn kunnen consumenten en ondernemers vragen stellen
over de Mededingingswet of tips geven over overtredingen daarvan. Van deze
mogelijkheid wordt veelvuldig gebruik gemaakt zoals blijkt uit figuur 1.
In 2004 werden 275 tips over een vermeende inbreuk van de Mededingingswet
behandeld. Ongeveer één op de zeven tips kan aanleiding vormen om over te
gaan tot een nieuw onderzoek of wordt meegenomen in bestaand onderzoek.
Alle meldingen worden door de NMa gebruikt om een beeld te krijgen van het
gedrag van ondernemingen.
Monitoring
langdurige relaties met aanbieders van financiële producten een negatieve
invloed kan hebben op de mate van concurrentie binnen de financiële sector.
Deze voorkeur kan zelfs leiden tot hogere prijzen. Het berekenen van kosten als
een afnemer overstapt naar een andere financiële dienstverlener, kan dit beeld
nog verder versterken.
Bij de monitor van DTe gaat de aandacht uit naar de markt voor levering van gas
en elektriciteit en de groothandelsmarkt voor energie. In 2004 werd verder een
scan van de benzinemarkt gedaan door de NMa. Daarin werd geconstateerd dat
de concurrentie tussen benzinestations op de lokale en regionale wegen is
toe-genomen, enerzijds door de toename van het aantal onbemande tankstations,
anderzijds door het groeiende gebruik van kortingspasjes door consumenten.
Klachtenfunctionaris
In 2004 werden vijf klachten in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht ontvangen. Dat zijn klachten over de wijze waarop de NMa zich in een bepaalde zaak tegenover een burger of een onderneming heeft gedragen. De klachten hadden betrekking op:
* de informatieverschaªng over de stand van zaken bij de behandeling van een bezwaarschrift; * het niet instellen van een onderzoek naar feiten die zouden wijzen op een overtreding van de
Mededingingswet;
* de gang van zaken tijdens de hoorzitting over een bezwaarschrift;
* het inachtnemen van onvoldoende objectiviteit bij het optreden jegens een bepaalde bedrijfssector; * het na 1 augustus 2004 buiten verdere behandeling laten van een bezwaarschrift tegen verlenging
van een ontheªng vanwege het vervallen van artikel 17 van de Mededingingswet per die datum. Twee van deze klachten werden door de directeur-generaal van de NMa ten dele gegrond en ten dele niet-gegrond verklaard; één klacht werd door hem volledig niet-gegrond verklaard. Voor twee klachten werd in overleg met de klager een oplossing in der minne bereikt.
Relatietevredenheidsonderzoek
In 2004 heeft de NMa een relatieonderzoek laten doen onder advocaten en
ondernemingen, een onderzoek onder gebruikers van de Informatielijn van
de NMa/DTe alsook een bekendheids- en imago-onderzoek onder directeuren
en eigenaren van ondernemingen en onder het Nederlandse publiek. Als sterke
punten van de NMa kwamen uit deze onderzoeken naar voren: gezag,
profes-sionaliteit en juridische deskundigheid. Als verbeterpunten werden met name
genoemd: slagvaardigheid en transparantie. De laatstgenoemde verbeterpunten
zijn inzet geweest voor een interne operatie Tijdigheid & Transparantie, waarbij
de gehele organisatie is doorgelicht op beide punten. Naar aanleiding hiervan
zijn managementcontracten ingevoerd, benadert de NMa haar doelgroepen
voortaan gerichter, is op de website van de NMa een activiteitenkalender
geplaatst en wordt in 2005 de website vernieuwd.
15
1.2.2
Van binnen naar buiten
Transparantie over toepassing
Het contact ‘van binnen naar buiten’ gebeurt bij de NMa veelvuldig en op
uiteen-lopende wijzen. De NMa krijgt regelmatig verzoeken van maatschappelijke
orga-nisaties en ondernemingen om guidance, of sturing bij mededingingsrechtelijke
vraagstukken.
In haar besluiten tracht de NMa zoveel mogelijk duidelijkheid te geven over
de toepassing van het mededingingsrecht. Daarnaast brengt de NMa, als er
op bredere schaal behoefte bestaat aan guidance over de toepassing van
mede-dingingsregels, richtsnoeren uit. In 2004 werden richtsnoeren gepubliceerd
over de spelregels bij concentratiezaken, over de gehanteerde boeterichtlijnen
in enkele specifieke bouwzaken en over de toepassing van de bevoegdheid als
amicus curiae (vriend van het hof) op te treden. Voorts werden de Richtsnoeren
clementietoezegging aangepast en bracht de NMa visiedocumenten uit over
inkoopmacht, de concurrentie in de ziekenhuissector en AWBZ-zorgmarkten.
DTe stelde een richtlijn vast met criteria waaraan de opbouw van en posten op
een energienota minimaal moeten voldoen. Verder stelde DTe de Beleidsregels
proceduregeschillen energie vast en bereidde de Richtlijn voor
opzegvergoe-dingen voor, die begin 2005 is vastgesteld.
Publicaties en optredens
Door middel van publicaties en het optreden van NMa’ers op congressen
en symposia probeert de NMa duidelijkheid te scheppen. Directeur-generaal
Pieter Kalbfleisch sprak in 2004 onder andere op het seminar ‘Gevolgen
modernisering van het mededingingsrecht’, georganiseerd door VNO-NCW
en Freshfields.
2Tijdens de MKB-adviesraadvergadering van de ING Bank
benadrukte hij het belang van brancheverenigingen bij de naleving van de
mede-dingingsregels.
3In een andere lezing ging hij in op de visie van de NMa op
de toepassing van artikel 24 van de Mededingingswet over misbruik van een
economische machtspositie. Met name kwam bij die gelegenheid de beoordeling
van excessief hoge prijzen bij de misbruiktoetsing aan de orde.
4Brochures, richtsnoeren en veelgestelde vragen: waar zijn ze te vinden?
De NMa tracht maximale naleving van de mededingingsregels te bereiken. Daarvoor is het van belang burgers en bedrijven zo goed mogelijk te informeren over deze mededingingsregels. De NMa brengt regelmatig brochures uit waarin kort en krachtig wordt uitgelegd wat er precies wordt bedoeld met de regelgeving. Zo werd in 2004 de brochure ‘Modernisering Europese mededingingsregels’ gepubliceerd. Alle brochures van de NMa zijn te downloaden via www.nmanet.nl onder ‘Nieuws en publicaties’.
Voor een uitgebreide juridische uitleg over de handhaving door de NMa in verschillende sectoren en met uiteenlopende instrumenten, brengt de NMa richtsnoeren uit die vooral gericht zijn aan onder-nemers, advocaten, consultants en studenten van het mededingingsrecht. Deze richtsnoeren zijn te vinden via www.nmanet.nl onder ‘Wet- en regelgeving’.
Via de websites van de NMa, DTe en Vervoerkamer wordt op verschillende wijzen informatie verschaft aan consument en ondernemer. Zo heeft de website van DTe inmiddels aparte pagina’s met informatie voor consumenten over de energiemarkt: www.dte.nl/nederlands/consumenten. De NMa-website biedt veel informatie aan in dossiers over speciieke onderwerpen (www.nmanet.nl onder ‘Nieuws en publicaties’). Daarin worden onder andere veelgestelde vragen beantwoord, bijvoorbeeld over kabel, internet en televisie, over zorg en over de procedures van de NMa.
De Vervoerkamer is te vinden bij de NMa: www.nmanet.nl/nl/Vervoerkamer. DTe geeft informatie op het volgende adres: www.dte.nl.
Advocacy
De NMa wordt met regelmaat verzocht advies te geven in uiteenlopende
beleids-trajecten. Advocacy speelt ook een rol bij de gekozen aandachtsvelden in de
Agenda 2004 van de NMa zoals deze terugkomen in deel 2 van dit jaarverslag.
De kennis die de NMa vergaart kan zij gebruiken in haar advisering aan
depar-tementen, met name wanneer vanuit de departementen beleid wordt verwacht
dat invloed heeft op de concurrentie in een sector.
Zo heeft DTe op basis van haar kennis en ervaring van de energiemarkten de
minister van Economische Zaken in 2004 verschillende malen geadviseerd
omtrent marktontwikkelingen en eventuele maatregelen. Op 4 november 2004
heeft de minister de directeur DTe advies gevraagd over de taken en activiteiten
van de netbeheerder na splitsing van de energiebedrijven. Op 16 december 2004
heeft de directeur DTe het gevraagde advies aan de minister gestuurd. Het
creëren van onafhankelijke en zelfstandige netbeheerders vraagt om een scherpe
definiëring van de taken, verantwoordelijkheden en toegestane activiteiten
van de netbeheerder in de situatie na splitsing. De minister betrekt het advies
bij het wetsvoorstel voor de splitsing van de energiebedrijven dat momenteel
wordt voorbereid. DTe heeft in 2004 onder andere ook geadviseerd over de
warmtemarkt, de ministeriële regeling voor afnemers en over de
onafhanke-lijkheid van netbeheerders.
Op verzoek van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft
de NMa haar visie gegeven op de monopoliepositie van Rendac, een verwerker
van dierlijk restmateriaal. De NMa heeft aangegeven niet over aanwijzingen
te beschikken dat Rendac haar economische machtspositie misbruikt. De NMa
17
heeft de minister voorts een tweetal overwegingen meegegeven dat gebruikt
kan worden bij de herziening van het destructiestelsel en het introduceren van
(meer) marktwerking.
Op verzoek van de minister van Economische Zaken heeft de NMa in 2004
verschillende malen advies gegeven. Zij adviseerde onder meer over het verzoek
van KPN om toegang tot de kabel te krijgen, over de vraag of KPN thans een
groter belang binnen Digitenne zou mogen verwerven en over het Besluit
vrij-stelling combinatieovereenkomsten. In deze laatste zaak adviseert de NMa de
minister nader te onderzoeken of het wenselijk en mogelijk is de norm voor het
toestaan van bouwcombinaties te operationaliseren. Een nader ingevulde norm
zou meer helderheid scheppen over welke combinaties wel en welke niet
toe-laatbaar zijn en zou de beoordeling (self-assessment door ondernemingen en door
aanbestedende diensten) van die toelaatbaarheid van combinaties eenvoudiger
kunnen maken.
Wetenschappelijke dialoog
De dialoog met de wetenschap vindt op verschillende manieren plaats. Naast het
schrijven van artikelen in de vakpers
5en het geven van gastcolleges en
presen-taties op (internationale) wetenschappelijke congressen, zijn diverse handboeken
op het gebied van het mededingingsrecht en de mededingingseconomie door
medewerkers in eigen tijd en op persoonlijke titel vervaardigd. In 2004 is voor
het eerst een bundeling van overdrukken van artikelen verschenen en zag het
eerste onderzoeksmemorandum het licht.
De NMa streeft naar een goede wisselwerking en een kritische dialoog met
de wetenschap, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op basis van relevante
moderne inzichten. De mededingingseconomie en het mededingingsrecht zijn
vakgebieden die aan snelle veranderingen en nieuwe inzichten onderhevig zijn,
zowel binnen Nederland als daarbuiten. Dit geldt in het bijzonder voor de
toe-gepaste micro-economie en de industriële organisatie. Daarom streeft de NMa
er voortdurend naar haar capaciteit voor het maken van goede juridische en
economische analyses te versterken en tegelijkertijd de praktische bruikbaarheid
van universitair onderzoek op de genoemde terreinen te vergroten.
Sinds april 2005 wordt concreet gewerkt aan het opzetten van een Economisch
Bureau binnen de NMa, dat per 1 januari 2006 volledig operationeel moet zijn.
Ook is er regelmatig contact met de Vereniging voor Mededingingsrecht waarbij
zienswijzen met betrekking tot de mededingingsrechtpraktijk en met betrekking
tot voorgenomen beleid en wetgeving worden uitgewisseld.
De NMa is betrokken bij het stimuleren van de ontwikkeling en versterking van
de toegepaste mededingingseconomie zowel in het curriculum van
universitei-ten als op de onafhankelijke onderzoeksagenda’s van toonaangevende weuniversitei-ten-
weten-schappers. Een voorbeeld zijn de activiteiten van ENCORE, een wetenschappelijk
netwerk voor concurrentie- en reguleringsvraagstukken. ENCORE verzorgt
onderzoeksprogramma’s, postacademische opleidingen en congressen waarbij
de NMa als medeoprichter van ENCORE een stimulerende rol speelt.
Noot 5
Ten slotte zijn er tweewekelijkse discussiebijeenkomsten van juristen
en economen, waarbij in 2004 onder andere lezingen werden gegeven
door prof. dr. Joseph E. Harrington Jr. (Johns Hopkins University)
en prof. dr. Arjen van Witteloostuijn (Rijksuniversiteit Groningen en
University of Durham).
1.3
Rondom de NMa
De wetgever bepaalt de taken en bevoegdheden van de NMa. Daarnaast hebben
ontwikkelingen binnen en buiten de NMa invloed op haar functioneren. In
deze paragraaf worden de ontwikkelingen geschetst die voor de NMa als geheel
gevolgen hebben gehad. Ontwikkelingen die van belang zijn voor specifieke
onderdelen van de NMa komen in hoofdstuk 2 van dit jaarverslag aan de orde.
Wet NMa-zbo
Op 7 december 2004 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel aangenomen
waardoor de NMa omgevormd wordt tot een zelfstandig bestuursorgaan (zbo).
Er komt een Raad van Bestuur, die de status van zbo heeft. De Raad van Bestuur
van de NMa bestaat met ingang van 1 juli 2005 uit drie leden. De belangrijkste
wijziging in de Mededingingswet is dat de bevoegdheid van de Minister van
Economische Zaken om in individuele mededingingszaken aanwijzingen te
kunnen geven, vervalt. De Minister blijft wel verantwoordelijk voor het
mede-dingingsbeleid en kan de NMa algemene aanwijzingen geven. De Wet NMa-zbo
voorziet er onder andere in dat DTe volledig wordt geïntegreerd in de NMa
en rechtstreeks onder de verantwoordelijkheid valt van de Raad van Bestuur.
De zbo-status heeft voor de medewerkers geen rechtspositionele consequenties.
Zij blijven in dienst van het ministerie van Economische Zaken.
Oprichting Vervoerkamer
De Vervoerkamer, die sinds 2001 als project van de NMa functioneerde, kreeg
in 2004 de status van volwaardige kamer van de NMa. Aanleiding hiertoe was
het toebedelen aan de Vervoerkamer van het toezicht op de naleving van twee
wetten, namelijk de Wet personenvervoer 2000 en de Spoorwegwet. Eind 2004
werd duidelijk dat de Spoorwegwet per 1 januari 2005 in werking zou treden.
Het toezicht richt zich op het naleven van wettelijke normen en verplichtingen
en heeft betrekking op de dienstverlening in de vervoersector en het
markt-gedrag van ondernemingen.
Rolverdeling NMa – Zorgautoriteit in oprichting
Om duidelijkheid te scheppen over de taak- en rolverdeling tussen de NMa en
het CTG/ZAio (College Tarieven Gezondheidszorg/Zorgautoriteit in oprichting)
is gewerkt aan een samenwerkingsprotocol dat in 2005 wordt getekend. Hierin
worden afspraken vastgelegd over samenwerking en werkverdeling. Deze
afspra-ken verscha¤en voor marktpartijen duidelijkheid over wat de taafspra-ken zijn van
deze toezichthouders in de zorgsector en waar marktpartijen met hun klachten
terecht kunnen. De samenwerking met de OPTA dient hier als voorbeeld.
In deze samenwerkingsrelatie leverde de NMa een bijdrage aan de afbakening
19
van nieuwe markten door OPTA. Uit de evaluatie van OPTA zelf blijkt dat de
samenwerking tussen OPTA en de NMa naar tevredenheid verloopt.
Wet rechtstreeks beroep
Voordat tegen een besluit van een bestuursorgaan beroep bij de rechter kan
worden ingesteld, dient volgens de Algemene wet bestuursrecht eerst bij het
bestuursorgaan bezwaar te worden gemaakt. Op 1 september 2004 is in de wet
de mogelijkheid opgenomen de bezwaarprocedure over te slaan en rechtstreeks
bij de rechter beroep aan te tekenen, mits de belanghebbenden daarom
verzoe-ken en het bestuursorgaan daarmee instemt. Met rechtstreeks beroep kan de
proceduretijd met een aantal maanden worden bekort. In beginsel zal de NMa
instemmen met verzoeken om rechtstreeks beroep waar het gaat om
sanctie-besluiten op grond van de Mededingingswet. Waar het gaat om andere sanctie-besluiten
wordt van geval tot geval door de NMa of DTe beoordeeld of een zaak geschikt is
voor rechtstreeks beroep. Rechtstreeks beroep ligt niet voor de hand als de feiten
of wederzijdse standpunten nog niet duidelijk zijn of als er nog mogelijkheden
zijn het geschil op te lossen. In 2004 is in één geval verzocht om en ingestemd
met rechtstreeks beroep.
Nieuwe waarborgen sanctieprocedure
Per 1 september 2004 wordt het feitencomplex dat een onderzoek heeft
opge-leverd voor commentaar voorgelegd aan de betrokken partijen. De achtergrond
hiervan is dat het, door het van kracht worden van de Wet rechtstreeks beroep,
mogelijk wordt dat de bezwaarfase in sanctiezaken wordt overgeslagen en
direct tegen een sanctiebesluit in beroep kan worden gegaan bij de rechtbank
Rotterdam. Daarmee vervalt de mogelijkheid van een integrale heroverweging
van het primaire besluit op basis van het advies van de Adviescommissie
bezwaarschriften Mededingingswet. Met het voor commentaar voorleggen van
het feitencomplex wordt de verdere zorgvuldigheid van de besluitvorming
gediend.
Daarnaast is besloten dat rapporten naar aanleiding van onderzoeken naar
mededingingsrechtelijke overtredingen per 1 september 2004 worden getekend
door de directeur Concurrentietoezicht. De directeur-generaal van de NMa geeft
de directeur opdracht tot het ‘doen opstellen’ van een rapport. Hiermee wordt
de scheiding tussen enerzijds het doen van het onderzoek en het opstellen van
het rapport door de directie Concurrentietoezicht en anderzijds het sanctioneren
door de directeur-generaal van de NMa verder versterkt.
Civiele handhaving
Hoewel de belangstelling gedurende de eerste jaren van de Mededingingswet
vooral uitging naar handhaving door de NMa, is de naleving van de
mede-dingingsregels al veelvuldig bij de burgerlijke rechter aan de orde geweest:
in 2004 heeft de burgerlijke rechter in circa 25 zaken uitspraken gedaan.
Zowel in Europees verband als door de Nederlandse overheid wordt
civiel-rechtelijke handhaving uitdrukkelijk gestimuleerd. De mogelijkheid van
civielrechtelijke handhaving is ook één van de criteria van het prioriteringsbeleid
van de NMa
6als het gaat om de weging van doelmatigheid en doeltre¤endheid
van NMa-optreden. In bepaalde gevallen is bij uitstek de belanghebbende in
staat handhaving van de mededingingsregels via een civielrechtelijk geding aan
de orde te stellen, bijvoorbeeld indien hij wordt getro¤en door een
leverings-weigering of een beperkende contractuele voorwaarde die in strijd is met de
Mededingingswet.
Wetenschappelijke competentie
Binnen de NMa worden zaken doorgaans behandeld in multidisciplinaire teams
met zowel economische als juridische competentie. Bij het monitoren van
sectoren, het beoordelen van concentraties en het opsporen van een kartel of het
vaststellen van misbruik van een economische machtspositie wordt veelvuldig
gebruik gemaakt van intern of extern uitgevoerd economisch onderzoek.
In 2004 creëerde de NMa een roulerende adviesfunctie voor een
toonaange-vende academische econoom met een aanstelling aan een Nederlandse of
buitenlandse universiteit, van waaruit de kandidaat wordt gesecondeerd bij
de NMa. Het concept van de functie is afgeleid van dat van Deputy Assistant
Attorney General for Economic Analysis, zoals die in de Verenigde Staten bestaat.
Ook in andere EU-lidstaten bestaat een dergelijke functie. De NMa hoopt,
afhankelijk van beschikbaarheid en na evaluatie van de ervaringen, deze functie
bij voorkeur ieder jaar met een andere toonaangevende academicus in te vullen.
In 2005 wordt deze functie vervuld door dr. M.P. Schinkel van de Universiteit
van Amsterdam.
Enkele medewerkers van de NMa zijn in 2004 gepromoveerd of werkten
verder aan hun promotieonderzoek. De NMa ondersteunt promotieonderzoek,
bijvoorbeeld door het verlenen van studieverlof en/of een tegemoetkoming in
de kosten.
1.4
De NMa internationaal
1.4.1
De modernisering van het Europese mededingingsrecht
In de toepassing van het Europese kartelverbod (artikel 81 van het EG-Verdrag)
en het Europese verbod op misbruik van een economische machtspositie
(artikel 82) alsook in de handhaving van de Europese concentratieregels zijn in
2004 belangrijke hervormingen doorgevoerd, met respectievelijk Verordening
1/2003
7en Verordening 139/2004.
8Noot 6
Zie Agenda 2004 van de NMa:
www.nmanet.nl/nl/
Images/11_15944.pdf
Noot 7
Verordening 1/2003 van
16 december 2002 betre¤ende
de uitvoering van de
mede-dingingsregels van de
artikelen 81 en 82 van het Verdrag,
PB L 1 van 4 januari 2003,
blz. 1–25.
Noot 8
Verordening 139/2004 van
20 januari 2004 betre¤ende
de controle op concentraties
van ondernemingen, PB L 24
van 29 januari 2004, blz. 1–22.
21
1.4.1.1
Concurrentietoezicht
Op 1 mei 2004 trad Verordening 1/2003 in werking als vervanging van de
oude Verordening 17/62. Met Verordening 1/2003 is de mogelijkheid tot het
verkrijgen van een ontheªng van het kartelverbod uit artikel 81, eerste lid,
van het EG-Verdrag afgeschaft.
Voorbereidingen en wijzigingen
In de eerste helft van 2004 schonk de NMa veel aandacht aan de
voorberei-dingen op de inwerkingtreding van de Verordening. De NMa heeft op intensieve
wijze bijgedragen aan de oprichting van het European Competition Network
(ECN)
9en de totstandkoming van de samenwerking daarbinnen. Daarnaast
communiceerde de NMa met een brochure, haar website en spreekbeurten
over de veranderingen die de Verordening met zich brengt en adviseerde
de NMa het ministerie van Economische Zaken over de nationale
wetswijzi-gingen die voortvloeien uit de Verordening. Ten slotte vereiste de
inwerking-treding van de Verordening aanpassingen van de interne werkwijze van de NMa.
De belangrijkste wijzigingen worden hieronder in de tekstbox vermeld.
Verordening 1/2003
De Verordening vereist dat de NMa in een zaak waarin de handel tussen lidstaten kan worden beïnvloed, niet alleen het Nederlandse mededingingsrecht toepast, maar ook het Europese. Dit betekent een extra toets in elke zaak die de NMa behandelt. Dit brengt ook met zich mee dat de NMa nieuwe onderzoeken en conceptbeschikkingen meldt aan de Europese Commissie en het ECN indien sprake is van beïnvloe-ding van de handel tussen lidstaten. Verder maakt de Verordening, onder bepaalde voorwaarden, de uit-wisseling van vertrouwelijke informatie binnen het ECN mogelijk. Met de taken die uit de samenwerking voortvloeien, is een stafeenheid binnen de directie Concurrentietoezicht belast. Voor de uitwisseling van informatie is een disclosure oªcer aangewezen.
De Verordening introduceert de bevoegdheid voor de NMa rechters bij te staan in mededingings-zaken als amicus curiae (vriend van het hof). In de Richtsnoeren amicus curiae geeft de NMa aan hoe zij omgaat met deze bevoegdheid.
De Verordening maakte een aantal overgangsregelingen noodzakelijk. In bezwaarzaken, waarin in eerste instantie wegens schending van de artikelen 6 en/of 24 van de Mededingingswet een sanctie was opgelegd, is alsnog overgegaan tot toepassing van de artikelen 81 en/of 82 van het EG-Verdrag, indien de handel tussen lidstaten kon worden beïnvloed. Voorbeelden hiervan zijn de zaken 2269 (garnalen) en 2658 (mobiele operators).
Na afschaªng van het Europese ontheªngssysteem besloot de Nederlandse wetgever ook het nationale ontheªngssysteem af te scha¤en.10 De Wet Modernisering EG-mededingsrecht11 bepaalt
(in art. IIIa, derde lid) dat de lopende bezwaarprocedures inzake ontheªngen buiten verdere behandeling worden gelaten.
Noot 9
De Commissie heeft in
samen-werking met het ECN een
aantal bekendmakingen en
mededelingen gepubliceerd
die belangrijk zijn voor de
uitvoering van Verordening
1/2003 binnen het ECN.
De bekendmakingen zijn te vinden
op de website van de Europese
Commissie: http://europa.eu.int/
comm/competition/antitrust/
legislation/
Noot 10
Samenwerking binnen het ECN
Vanaf 1 mei 2004 handhaven, naast de Europese Commissie, de nationale
mededingingsautoriteiten het Europese kartelverbod en het Europese verbod op
misbruik van een economische machtspositie. De NMa pakt samen met andere
mededingingsautoriteiten in Europa overtredingen aan die de handel tussen
de lidstaten kunnen beïnvloeden. Hiertoe werken de nationale
mededingings-autoriteiten en de Europese Commissie samen in het ECN. De NMa neemt
deel aan de vijf beleidswerkgroepen
12en de plenaire vergadering van het ECN.
In deze gremia wordt het uitvoeringsbeleid van Verordening 1/2003 voorbereid.
Tevens is de NMa vertegenwoordigd in sectorale subgroepen van het ECN.
Ten slotte nam de NMa deel aan de Directors General Meeting.
Resultaten
Sinds 1 mei 2004 meldde de NMa zeventien nieuwe onderzoeken aan het
ECN in het kader van artikel 11, derde lid, van Verordening 1/2003 en legde zij
tien conceptrapporten c.q. -besluiten aan het ECN voor. Ook verleende de NMa
vier maal bijstand aan de Europese Commissie bij het verrichten van inspecties
bij ondernemingen in Nederland. In 2004 paste de NMa de artikelen 81 en/of
82 van het EG-Verdrag onder andere toe in de zaken 3031 (Uitzendbureaus) en
3310 (Nederlands Tandtechnisch Genootschap).
1.4.1.2
Concentratietoezicht
Per 1 mei 2004 is een nieuwe Europese concentratieverordening (Verordening
139/2004) van kracht. Naast een herziene formulering van de inhoudelijke toets
voor concentraties is een vernieuwd verwijzingsstelsel in werking getreden.
Met de verduidelijkte toets kunnen concentraties worden tegengehouden indien
deze ‘op een significante wijze een daadwerkelijke mededinging belemmeren,
met name als gevolg van het in het leven roepen of versterken van een
machts-positie’. Onder het nieuwe verwijzingsstelsel hebben ondernemingen de
moge-lijkheid een verwijzingsverzoek in te dienen vóórdat de zaak formeel gemeld
is bij een mededingingsautoriteit. Zodoende behoeven ondernemingen geen
melding te maken van een concentratie bij diverse Europese
mededingings-autoriteiten. Op basis van deze nieuwe verwijzingsprocedure is in 2004 één
zaak, die bij de NMa gemeld zou moeten worden, in de pré-meldingsfase naar
de Europese Commissie verwezen.
Met de herziening van het verwijzingsstelsel zijn de ‘Principles on the
applica-tion by Naapplica-tional Competiapplica-tion Authorities on referrals of concentraapplica-tions to the
European Commisssion’ van de European Competition Authorities (ECA) ook
toe aan vernieuwing. De Principles vormen de basis voor de samenwerking
van de nationale mededingingsautoriteiten bij dergelijke verwijzingen. De
ECA-bijeenkomst in Trier en Luxemburg in mei 2004 was het startpunt voor
de werkzaamheden binnen de ‘ECA Multi-jurisdictional mergers working group’
ter herziening van de Principles. De NMa is een actieve deelnemer aan deze
werkgroep.
Noot 12
Dit zijn de werkgroepen:
‘Transitional Issues’,
‘Ne-bis-in-idem’, ‘Leniency’, ‘Communication
and Information’ en ‘Article 82’.
23
1.4.2
Nederland voorzitter van de Europese Unie
De NMa ontplooide twee activiteiten in het kader van het Nederlandse
voorzitter-schap van de Raad van Ministers van de Europese Unie vanaf 1 juli 2004.
European Competition Day
Op 22 oktober 2004 organiseerde de NMa in samenwerking met het ministerie
van Economische Zaken de ‘European Competition Day’. Het centrale thema
was ‘Compete!’; er werd gesproken over de mogelijkheden om de
civielrechte-lijke handhaving in Europa te stimuleren. Een ander onderwerp was het
opzet-ten van complianceprogramma’s door bedrijven: in hoeverre en hoe kunnen
overheden dit stimuleren?
Seminar ‘Competition Law and Liberalisation in the Polish Market’
Op 7 december 2004 organiseerde de NMa samen met de Poolse
mededingings-autoriteit (UOKIK) en de Nederlandse ambassade in Warschau een seminar over
mededinging en liberalisering in Polen. De sprekers waren afkomstig van
UOKIK, de Europese Commissie, de advocatuur en de NMa. Het Nederlandse en
Poolse bedrijfsleven waren goed vertegenwoordigd. Het doel van de dag was te
schetsen welke rol het mededingingsbeleid kan spelen in de sterk liberaliserende
Poolse markt.
1.4.3
Europese en internationale samenwerking bevorderen
De NMa nam in 2004 actief deel aan Europese en internationale bijeenkomsten
en werkgroepen in het kader van European Competition Authorities (ECA),
International Competition Network (ICN) en de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De NMa heeft als uitgangspunt
dat samenwerking tussen autoriteiten kennisontwikkeling bevordert en zo
de kwaliteit van het toezicht verhoogt.
De bijeenkomsten waar de NMa grote inbreng had, waren:
* de ECA-werkgroep over ‘Financial Services’. In deze werkgroep werken de
Ierse, Britse, Zweedse en Nederlandse mededingingsautoriteiten samen aan
een vergelijkende studie over retailbanking en betalingssystemen. Het doel
is een kwalitatieve beschrijving van de mededinging in de financiële sector,
een analyse van het concentratieniveau en een beschrijving en vergelijking
van de verschillende betalingssystemen;
* een tweedaagse workshop van de ICN ‘Merger Subgroup on Investigative
Techniques’ in Brussel (oktober 2004). Aan de hand van een praktijkcasus
zijn de stappen van een onderzoek doorlopen; en
* de ‘Energy Day’ die op 21 september 2004 door de Europese Commissie
werd georganiseerd in Brussel.
NMa organiseert internationale congressen ‘Forensische IT’
De NMa maakt bij haar bedrijfsbezoeken steeds vaker gebruik van digitale recherche. Dit houdt in dat de NMa bewijsmateriaal vergaart door onderzoek te doen in digitale gegevens. In 2003 gaf de NMa inzicht in haar procedures met de publicatie van de ‘Werkwijze met betrekking tot het inzien en kopiëren van digitale gegevens en bescheiden’. Ook andere Europese mededingingsautoriteiten maken in toene-mende mate gebruik van digitale recherche. Op dit nieuwe werkterrein kunnen mededingingsautoriteiten veel van elkaar leren. Het is van belang te bekijken hoe zij de digitale informatie kunnen uitwisselen. Daarom bereidde de NMa in 2004 samen met de Italiaanse mededingingsautoriteit de ‘3rd European
Forensic-IT Meeting’ voor. Dit congres, dat in april 2005 plaatsvond in Rome, is een vervolg op de eerdere congressen over dit onderwerp.
‘International Conference Simulation Models for Merger Cases’
Op 23 november 2004 organiseerde de NMa een internationale conferentie waar werd gesproken over de toepassing van economische modellen bij de berekening van e¤ecten van concentraties (zie ook paragraaf 2.2.3). De conferentie werd bezocht door een groot aantal prominente deelnemers uit de hele wereld. Circa twintig mededingingsautoriteiten en sprekers zoals prof. dr. G.J. Werden (US Department of Justice), prof. dr. L.H. Röller (Chief Economist DG Competition) en prof. dr. M. Ivaldi (Université de Toulouse) waren aanwezig.