• No results found

somt de minister vice-president de krachtlij- nen op van het samenwerkingsakkoord voor het openbaar vervoer met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "somt de minister vice-president de krachtlij- nen op van het samenwerkingsakkoord voor het openbaar vervoer met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 109 van 7 januari 1999

van de heer MICHIEL VANDENBUSSCHE

Openbaar vervoer – Samenwerkingsakkoord met Brussels Gewest

In de Beleidsbrief Beleidsprioriteiten 1998-1999, Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Orde- ning (Stuk 1171 (1998-1999) – Nr. 1, blz. 12-13 – red.), somt de minister vice-president de krachtlij- nen op van het samenwerkingsakkoord voor het openbaar vervoer met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

In dat verband zou ik de minister vice-president een aantal vragen willen stellen.

1. De opmaak van het globaal masterplan

Wie is er betrokken bij de opmaak van het mas- terplan ? Welke ambtenaren, kabinetsmedewer- kers, eventueel privé-groepen zijn erbij betrok- ken ?

Zijn er reeds bijeenkomsten geweest voor de opstelling van dergelijk masterplan ? Zo ja, wanneer ? Bestaan daar verslagen van ?

Welke zijn de specifieke moeilijkheden ? Wanneer wordt het masterplan afgerond ? Wie gaat de uitvoering ervan controleren ? Hoe evalueert de minister vice-president de be- trokkenheid van zijn partner, namelijk het Brus- sels Hoofdstedelijk Gewest ?

2. Tariefintegratie

Zijn er reeds bijeenkomsten geweest met de maatschappijen NMBS, VVM (Vlaamse Ver- voermaatschappij), MIVB (Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer Brussel), TEC (Trans- port en Commun) ? Zo ja, wanneer ? Bestaan daarvan verslagen ?

Welke moeilijkheden treden er op in de realisa- tie van tariefintegratie ?

Wanneer denkt de minister vice-president een akkoord te bereiken voor die tariefintegratie ? 3. Betere doorstroming door vrije tram- en busba-

nen

Welke plannen zijn er reeds concreet uitge- werkt ?

Welke moeilijkheden ervaart men in de opstel- ling van dit plan tot "betere doorstroming" ? Wanneer denkt de minister vice-president een akkoord te bereiken ?

4. "Nader uit te werken principes over de financie- ring van de tramlijnen rond Brussel (cfr. Lijn Tervuren-Vilvoorde, ...)"

Wie is belast met de concrete gesprekken over die financiering ?

Welke moeilijkheden ondervindt men ?

Wanneer is er omtrent deze principes een con- creet akkoord ?

5. Uitwisseling van lijnen tussen VVM en MIVB Er wordt gesproken over "afspraken in verband met exploitatie".

Worden daarover onderhandelingen gevoerd ? Welke moeilijkheden ondervindt men ?

Wanneer denkt men tot definitieve afspraken te komen ?

Antwoord

1. In het kader van het principieel akkoord tussen het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstede- lijk Gewest ter regeling van de samenwerking inzake gemeenschappelijke mobiliteitsproble- men, afgesloten op 10 juni 1998, werd ook be- sloten tot de opmaak van een masterplan voor Brussel.

Naar analogie van het masterplan Antwerpen werd in juni 1998 een werkgroep opgericht om een overeenkomst uit te werken met betrekking tot de opmaak van een masterplan Brussel. In de werkgroep zitten afgevaardigden van het Vlaams Gewest en van het Brussels Hoofdste- delijk Gewest, de afdeling Wegen Vlaams-Bra- bant, Openbare Werken van het Brussels Ge- west, de VVM De Lijn en de MIVB.

Er werd een overheidsopdracht uitgeschreven om het masterplan effectief op te maken.

De begeleidende stuurgroep, die werd opgericht

(2)

in uitvoering van het principieel akkoord, moet de uitvoering van het masterplan controleren.

Momenteel wordt er zeer constructief samenge- werkt.

Deze werkgroep zal blijvend de grensoverschrij- dende projecten coördineren.

2. Tariefintegratie

Een eerste bijeenkomst van de werkgroep Ta- riefintegratie heeft plaatsgevonden op 7 novem- ber 1997.

De werkgroep bestaat uit afgevaardigden van het federale ministerie van Verkeer en Infra-

structuur, de NMBS het

Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waals Ge- west, het Vlaams Gewest en afgevaardigden van de verschillende kabinetten.

Het oorspronkelijk akkoord voor de invoering van een beperkte tariefintegratie per 1 februari 1999 gaat niet door wegens bezwaren van de MIVB. Er wordt momenteel nog gezocht naar een oplossing van het probleem.

3. Zowel door het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de MIVB, als de VVM De Lijn werden voorstellen geformuleerd om de doorstroming te verbeteren.

Een aantal doorstromingsmaatregelen werd reeds genomen. Momenteel wordt, samen met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een aantal studies uitgevoerd ter voorbereiding van de cre- atie van een aantal openbaarvervoercorridors vanuit Vlaanderen naar het centrum van Brus- sel.

4. Voor de financiering van de modernisering van de tramlijnen rond Brussel gelegen op Vlaams grondgebied, waaronder de lijn naar Tervuren, werd in het budget 1999 van de Vlaamse Ge- meenschap een bedrag van 100 miljoen frank ingeschreven.

Momenteel worden de teksten met betrekking tot de concrete uitvoering opgemaakt. Onder- tussen loopt de concrete voorbereiding van het dossier.

5. De voorstellen voor uitwisselingen van lijnen, geformuleerd zowel door de MIVB als door de VVM, worden verder uitgewerkt en verfijnd.

Beide maatschappijen zijn vragende partij om hun aanbod maximaal op elkaar af te stemmen.

De onderhandelingen hieromtrent lopen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In afwijking van dit principe en overeenkomstig lid twee van § 3 van artikel 25 van de twee Uitvoeringsbesluiten, kunnen bepaalde uitgaven die gedaan worden voor het begin van deze

e) een samenvatting van de kosten voor onderaanneming (kosten van het contractueel onderzoek, de kennis en de gekochte of onder licentie genomen octrooien van

Indien de Dienst oordeelt dat deze gebeurtenis geen gevolgen zal hebben op de naleving van de in hoofdstuk II van dit besluit bedoelde criteria of de artikelen 8 en 9, vierde lid,

In onderstaande tabel wordt voor elk beroep aangegeven wat de oorzaak is van het kritieke karakter ervan (kwantitatief, kwalitatief en/of arbeidsomstandigheden), de mate waarin

Gezien het feit dat in de 'waterkaderordonnantie' is vastgelegd dat BRUGEL verplicht is om het advies van het Comité van Watergebruikers en van de Economische en Sociale Raad in

Dit soort projecten zou bijvoorbeeld betrekking kunnen hebben op de dynamische verlichting die met name wordt gebruikt in het kader van de uitvoering van het beleid inzake

De toename van het aantal oprichtingen lijkt echter progressief te vertragen met een minder snelle groei dan de twee voorgaande jaren, onder meer door een duidelijke verslapping

Het tariefbudget voor het gebruik en het beheer van het distributienet in het aangepaste tariefvoorstel 2022 is identiek aan het budget dat BRUGEL in 2019 heeft goedgekeurd..