Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie
Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de doorlichting van Gemeentelijke Basisschool - 't Villegastje te STROMBEEK-BEVER
Hoofdstructuur basisonderwijs Instellingsnummer 5538
Instelling Gemeentelijke Basisschool - 't Villegastje Directeur Bernadette ECTORS
Adres de Villegas de Clercampstraat 85 - 1853 STROMBEEK-BEVER Telefoon 02-267.19.91
Fax 02-267.19.91
E-mail gbs.strombeek@telenet.be Website www.tvillegastje.be Bestuur van de instelling
Adres Gemeentebestuur van Grimbergen Prinsenstraat 3 - 1850 GRIMBERGEN Scholengemeenschap
Adres Gemeentescholen Grimbergen Nachtegaallaan 5 - 1851 HUMBEEK CLB
Adres
Vrij CLB Noordwest - Brabant Spiegelstraat 1 - 1730 ASSE
Dagen van het doorlichtingsbezoek 28-01-2013, 29-01-2013, 31-01-2013 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 31-01-2013
Datum bespreking verslag met de instelling 20-02-2013 Samenstelling inspectieteam
Inspecteur-verslaggever Leen Willems Teamleden Lieve Leconte Deskundige(n) behorend tot de
administratie nihil Externe deskundige(n) nihil
INHOUDSTAFEL
INLEIDING ...3
1 SAMENVATTING...5
2 DOORLICHTINGSFOCUS...7
2.1 Leergebieden in de doorlichtingsfocus ...7
2.2 Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus ...7
3 RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING? ...8
3.1 Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden? ...8
3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen? ...8
3.1.1.1 Kleuteronderwijs: Nederlands ...8
3.1.1.2 Kleuteronderwijs: wereldoriëntatie...8
3.1.1.3 Vaststellingen voor kleuteronderwijs: leergebied Nederlands en wereldoriëntatie ...8
3.1.1.4 Lager onderwijs: Nederlands ...11
3.1.1.5 Lager onderwijs: wereldoriëntatie...13
3.1.2 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden? ...14
3.2 Respecteert de school de overige reglementering?...15
4 BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT? ...16
4.1 Begeleiding...16
4.1.1 Leerbegeleiding ...16
4.2 Evaluatie...17
4.2.1 Rapporteringspraktijk ...17
5 ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL ...18
6 STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL ...19
6.1 Wat doet de school goed?...19
6.2 Wat kan de school verbeteren? ...19
7 ADVIES EN REGELING VOOR HET VERVOLG...20
7.1 Onderwijsdoelstellingen: advies en regeling voor het vervolg ...20
7.2 Overige erkenningsvoorwaarden: advies en regeling voor het vervolg...20
INLEIDING
De decretale basis van het onderzoek
Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de school 1. de onderwijsreglementering respecteert,
2. op systematische wijze haar eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakt, 3. haar tekorten al dan niet zelfstandig kan wegwerken
(zie artikel 38 van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, 8 mei 2009).
Een doorlichting is dus een onderzoek van 1. de onderwijsreglementering,
2. de kwaliteitsbewaking door de school, 3. het algemeen beleid van de school.
Een onderzoek in drie fasen
Een doorlichting bestaat uit drie fasen: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en het doorlichtingsverslag.
- Tijdens het vooronderzoek bekijkt het inspectieteam de gehele school aan de hand van het CIPO- referentiekader. Het vooronderzoek wordt afgesloten met een doorlichtingsfocus: een selectie van te onderzoeken aspecten tijdens het doorlichtingsbezoek.
- Tijdens het doorlichtingsbezoek voert de onderwijsinspectie het onderzoek uit aan de hand van observaties, gesprekken en analyse van documenten.
- Het doorlichtingsverslag beschrijft het resultaat van de doorlichting, bevat een advies over de verdere erkenning en wordt gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be.
Een gedifferentieerd onderzoek
1. Omdat de onderwijsinspectie gedifferentieerd doorlicht, onderzoekt het inspectieteam in de instelling een selectie van de onderwijsreglementering:
- een selectie van leergebieden om het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen na te gaan.
Voor elk leergebied onderzoekt de onderwijsinspectie altijd de volgende procesvariabelen uit het CIPO-referentiekader:
o het onderwijsaanbod o de uitrusting
o de evaluatiepraktijk o de leerbegeleiding
- een selectie van andere erkenningsvoorwaarden - een selectie van overige regelgeving.
2. Om de kwaliteitsbewaking door de school na te gaan, selecteert het inspectieteam een aantal procesvariabelen. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de school voor deze procesvariabelen aandacht heeft voor
- doelgerichtheid: welke doelen stelt de school voorop?
- ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de school om efficiënt en doelgericht te werken?
- doeltreffendheid: bereikt de school de doelen en gaat de instelling dit na?
- ontwikkeling: heeft de school aandacht voor nieuwe ontwikkelingen?
3. Het inspectieteam onderzoekt ten slotte het algemeen beleid van de school aan de hand van vier procesvariabelen: leiderschap, visieontwikkeling, besluitvorming, kwaliteitszorg.
Het onderzoek naar de hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid
De controle van de erkenningsvoorwaarden betreffende de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de instelling vindt gelijktijdig met de doorlichting plaats. Deze controle resulteert in een afzonderlijk verslag dat bij het doorlichtingsverslag wordt gevoegd en eveneens verschijnt op www.doorlichtingsverslagen.be.
Het advies
De adviezen die de onderwijsinspectie uitbrengt, hebben betrekking op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de school. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen:
- een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de school of van structuuronderdelen.
- een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de school of van structuuronderdelen als de school binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies.
- een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de school of van structuuronderdelen op te starten.
Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de school de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken.
Tot slot
Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve doorlichtingsverslag informeert de directeur van de school de ouders, leerlingen of cursisten over de mogelijkheid tot inzage.
Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de school het verslag volledig
bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de school of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen.
De school mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
Meer informatie?
www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
1 SAMENVATTING
De gemeentelijke basisschool ’t Villegastje ligt in Strombeek, een deelgemeente van Grimbergen en situeert zich aan de rand van Brussel. De kinderen komen doorgaans uit de eigen gemeente.
De omgeving kent een groeiende anderstalige populatie en dit weerspiegelt zich ook in de
leerlingenkenmerken waaronder een grote taal- en cultuurdiversiteit aanwezig zijn. Door de specifieke context- en inputgegevens beschikt de school over een ruime omkadering in het teken van het gelijke onderwijskansenbeleid. Het taalvaardigheidsonderwijs en de ouderbetrokkenheid bevorderen, zijn terecht schoolprioriteiten.
In het kleuter- en lager onderwijs richtte het erkenningsonderzoek zich naar de leergebieden Nederlands en wereldoriëntatie. Beide afdelingen voldoen aan de erkenningsvoorwaarden. Outputgegevens tonen aan dat de school erin slaagt de leerplandoelen, de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen voor deze
leergebieden in voldoende mate na te streven en/of te bereiken bij zoveel mogelijk leerlingen. De leerresultaten van de leerlingen van zowel interne en externe evaluatiegegevens, als van het vervolgonderwijs bevestigen het rendement van de schoolwerking.
In het kleuteronderwijs zijn de leerplannen richtinggevend voor de klaspraktijk. De bewaking van de leerplandoelen gebeurt systematisch via de digitale netgebonden doelenzoeker. De voorgelegde planning biedt voldoende garantie voor een volledige, evenwichtige en graduele benadering van alle domeinen binnen de onderzochte leergebieden.
Door de thematische werking is het activiteitenaanbod gericht op een geïntegreerde aanpak. De thema’s sluiten meestal aan bij de leef- en belevingswereld van de kleuters.
De graduele opbouw en de continuïteit in het onderwijsaanbod en het klasbeeld hebben nog
groeimogelijkheden. Leerinhoudelijke afspraken zijn in mindere mate aanwezig of worden niet consequent toegepast. Overleg met elkaar gebeurt te weinig om een gezamenlijke doelgerichtheid te bevorderen.
Vanuit het zorgbeleid ontplooien zich kwaliteitsvolle initiatieven om kleuters op een creatieve, speelse en betekenisvolle wijze taal te laten verwerven. Doelbewuste taalactivering doorheen de verschillende klasactiviteiten, het hoekenwerk en het klasbeeld is evenwel geen verworvenheid.
Hoewel de kleuters kansen krijgen om hun leefwereld actief te ontdekken, zijn er nog groeimogelijkheden om een krachtige leeromgeving en een stimulerend pedagogisch klimaat in alle klassen te creëren.
De leraren volgen de taalontwikkeling van de kleuters op via het kindvolgsysteem waarbij talige
competenties via observaties overzichtelijk in kaart worden gebracht. Voor wereldoriëntatie gebeurt dit minder.
Voor het leergebied Nederlands in het lager onderwijs is een uniform onderwijsleerpakket richtinggevend voor een evenwichtige en graduele invulling van het onderwijsaanbod. Duidelijke afspraken en leerlijnen voor alle leerdomeinen bevorderen eveneens de verticale samenhang. De leraren gebruiken het leerplan om de volledigheid van het aanbod te bewaken en de aangeboden leerplandoelen in kaart te berengen.
De leraren volgen de vorderingen van de leerlingen op aan de hand van interne en externe evaluaties. Deze gegevens leiden tot bijsturingen in het onderwijsaanbod op leerling- en klasniveau. Het zorgteam
ondersteunt de initiatieven om de leesbevordering en leesmotivatie te ondersteunen.
Voor het leergebied wereldoriëntatie in de lagere afdeling vormt het leerplan het referentiekader om het onderwijsaanbod te plannen en om de leerinhouden per domein en per leeftijdsgroep gradueel uit te bouwen. Een digitaal bewakingssysteem ondersteunt in sterke mate de leerplanrealisatie. De leraren werken vanuit zelf ontwikkelde thema’s waarbij de verschillende domeinen doorgaans evenwichtig aan bod komen. De diverse themagebonden leeruitstappen, de meerdaagse buitenschoolse activiteiten, de
klasomgeving en de uitwerking van verschillende projecten en initiatieven versterken het
werkelijkheidsgericht onderwijs. De aandacht voor een horizontale samenhang tussen de verschillende
domeinen van het leergebied wereldoriëntatie is in beide afdelingen weinig doelgericht gepland.
De evaluatie- en rapporteringspraktijk binnen dit leergebied is nog niet volledig afgestemd op de leerplandoelen.
Om te beoordelen of de school haar eigen onderwijskwaliteit in voldoende mate bewaakt, onderzocht de inspectie de leerbegeleiding en de rapporteringspraktijk.
De efficiënte organisatorische, onderwijskundige en digitale ondersteuning vanuit het zorgbeleid ligt aan de basis van een doeltreffende begeleiding om zowel het ontwikkelings- en leerproces van alle kinderen als het onderwijskundig handelen van de leraren te verhogen.
Om adequaat in te spelen op de diversiteit legt de school accenten op een preventieve en remediërende aanpak
Op schoolniveau liggen nog groeimogelijkheden om de schriftelijke rapporteringspraktijk kwalitatief en gelijkgericht uit te bouwen rekening houdend met de richtlijnen in het leerplan. Het rapport geeft voor sommige leergebieden en leerdomeinen weinig informatie hoe de leerling vordert in zijn ontwikkeling rond kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes. Waardevolle initiatieven bevorderen de mondelinge
communicatie met de ouders over het schoolgebeuren. Waardevolle initiatieven rond de communicatie met de ouders over het schoolgebeuren en de ontwikkeling van hun kind verhogen hun betrokkenheid.
Uit het onderzoek van het algemeen beleid komt naar voor dat de school de zorg voor haar kwaliteit ter harte neemt. De wijze waarop de school haar onderwijsbeleid onderzoekt en bijstuurt op basis van outputgegevens en in functie van de schoolpopulatie, getuigt van interne kwaliteitszorg.
De beleidskracht, de vernieuwingsbereidheid en de positieve dynamiek onder de teamleden vormen een stevige basis om de schoolwerking gelijkgericht verder uit te bouwen. In de kleuterafdeling is de
gezamenlijke doelgerichtheid minder intentioneel aanwezig.
De inspectie sluit deze doorlichting af met een gunstig advies. Ze waardeert de inzet van de directie, het personeelsteam en het schoolbestuur en heeft vertrouwen in de verdere kwaliteitsvolle ontwikkeling van de school. Het draagvlak is voldoende groot om de ingeslagen weg voort te zetten en de onderwijskwaliteit verder bij sturen, te verbeteren en te borgen op basis van de aanbevelingen in dit verslag.
2 DOORLICHTINGSFOCUS
Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting selecteerde de onderwijsinspectie onderstaande leergebieden en procesindicatoren/procesvariabelen voor verder onderzoek.
2.1 Leergebieden in de doorlichtingsfocus Kleuteronderwijs
Nederlands wereldoriëntatie Lager onderwijs
Nederlands wereldoriëntatie
2.2 Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus Onderwijs
Begeleiding Leerbegeleiding Onderwijs
Evaluatie
Rapporteringspraktijk
3 RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING?
3.1 Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?
3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen?
Het onderzoek naar het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen levert voor de geselecteerde leergebieden het volgende op.
3.1.1.1 Kleuteronderwijs: Nederlands Voldoet
De kleuterafdeling streeft de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied Nederlands in voldoende mate na.
Het onderwijsaanbod is doelgericht, evenwichtig en gradueel uitgewerkt. De volledigheid van het aanbod wordt bewaakt aan de hand van een uniform referentiekader. De doelgerichte leerbegeleiding leidt tot een effectieve ondersteuning van het onderwijsaanbod afgestemd op de noden van de kleuters.
3.1.1.2 Kleuteronderwijs: wereldoriëntatie Voldoet
De kleuterafdeling streeft de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied wereldoriëntatie in voldoende mate na. Het onderwijsaanbod is doelgericht, evenwichtig en gradueel uitgewerkt. De volledigheid van het aanbod wordt bewaakt aan de hand van een uniform referentiekader. De thematische werking bevordert de geïntegreerde aanpak.
3.1.1.3 Vaststellingen voor kleuteronderwijs: leergebied Nederlands en wereldoriëntatie Curriculum
Onderwijsaanbod Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Brede harmonische vorming Actief leren
De leerplannen vormen het referentiekader voor de invulling van het
onderwijsaanbod. De leraren hanteren hierbij het digitaal doelenboek van de eigen onderwijskoepel. Dit elektronisch instrument biedt de mogelijkheid om het aanbod leerplangericht in te vullen en te bewaken.
Bij de planning stellen de meeste leraren doelen voorop per leerdomein, gerelateerd aan de hoofdactiviteit. Een doelbewuste en haalbare doelenselectie in functie van een zinvol activiteitenaanbod komt niet tot uiting in de
voorgelegde planningsdocumenten.
In de praktijk werken de leerkrachten hun aanbod uit vanuit zelf samengestelde thema’s met leerinhouden die doorgaans aansluiten bij de leef- en
belevingswereld van de kleuter. De mogelijkheden voor inbreng van de kleuters is veeleer beperkt. Uit de documentenanalyse blijkt dat de leergebieden
Nederlands en wereldoriëntatie deel uitmaken van het geïntegreerde aanbod binnen de thematische werking. Voor de inhoudelijke invulling van het
onderwijsleeraanbod inspireren de meeste leerkrachten zich op diverse bronnen waaronder specifiek materiaal afgestemd op de leerlingenkenmerken.
Er fungeren weinig formele afspraken die de verticale samenhang in het onderwijsaanbod bevorderen. Voor het leergebied Nederlands hanteren de leraren wel een gradueel opgebouwde begrippenlijst. Het gelijkgericht gebruik van de afgesproken nagestreefde woordenschat per thema is minder duidelijk.
Voor het leergebied wereldoriëntatie komt de graduele opbouw van kalenders
en pictografische voorstellingen in het klasbeeld niet volledig overeen met het specifieke ontwikkelingsniveau van de kleutergroep.
Een gezamenlijke brainstorming rond dezelfde thema’s om zowel de concrete uitwerking als de continue opbouw van de leerinhouden te versterken, is nog niet aan de orde, behalve in beperkte mate voor het domein techniek.
Hoewel de thematische werking een positieve invloed heeft op een spontane horizontale samenhang tussen de verschillende domeinen en tussen andere leergebieden, gebeurt dit weinig doelbewust.
De intentionele en evenwichtige uitwerking van het onderwijsaanbod dat gebaseerd is op een brede, harmonische vorming en actief leren heeft in meerdere leeftijdsgroepen nog duidelijke groeimogelijkheden.
Dit komt vooral tot uiting in het klasbeeld. Een doelbewuste invulling en verrijking van het hoekenaanbod in functie van het lopende thema, evenals het aanbieden van reële contexten is sterk leerkrachtgebonden.
Ondanks de grote groep anderstalige kleuters, is de systematische en
intentionele aandacht voor een rijk talig aanbod binnen de speel- en werkhoeken minder aanwezig. De ontwikkeling en stimulering van de taalvaardigheden gebeuren vooral tijdens geleide activiteiten.
Lovenswaardig zijn zowel het engagement als de sterke organisatorische en didactische ondersteuning vanuit de zorgwerking. De doordachte activiteiten bieden voluit mogelijkheden om de talige ontwikkeling van de kleuters te bevorderen. De aandacht voor boeken en verhalen aangeboden in verschillende organisatie- en werkvormen zijn voorbeelden van goede praktijk.
Voor het leergebied wereldoriëntatie bevorderen de themagebonden uitstappen en diverse schoolinitiatieven het werkelijkheidsgericht onderwijs. De kleuters krijgen in de meeste klassen kansen om hun zelfsturing en verzelfstandiging te verhogen. Ook de aandacht voor de inrichting en verrijking van de hoeken om de verkenning van wereldoriënterende aspecten te verhogen, heeft nog
groeimogelijkheden.
Onderwijsorganisatie
Klasmanagement De school wendt de ruime omkadering die ze krijgt op basis van de leerlingenkenmerken (SES) efficiënt aan om de kleuters in hun
ontwikkelingsproces te begeleiden en om het onderwijskundig handelen van de leraren te ondersteunen.
De groepering van de kleuters en de zorgwerking in kleine groepen, verlopen flexibel en zijn gericht op de realisatie van de leerplandoelen en het nastreven van de ontwikkelingsdoelen.
Toch is het klasmanagement niet overal even doordacht. Een rijke en stimulerende leeromgeving aangepast aan het ontwikkelingsniveau en de specifieke leerlingenpopulatie is niet overal even intens aanwezig.
Kinderen op een ontwikkelingsgerichte wijze begeleiden, gebeurt niet gelijkgericht.
Materieel beheer Uitrusting Ontwikkelingsmaterialen
De kleuterafdeling beschikt over voldoende spel- en ontwikkelingsmaterialen om de ontwikkelingsdoelen na te streven, maar de speel- en werkhoeken zijn weinig uitnodigend ingericht en geven in enkele klassen een minder verzorgde aanblik.
De leraren benutten op een functionele manier de audio-visuele media om het leerproces van de kinderen te ondersteunen.
Evaluatie Leraren evalueren en volgen de ontwikkeling van de kleuters op aan de hand van
Evaluatiepraktijk Evenwichtig / representatief Kindvolgsysteem Gericht op bijsturing
gerichte en occasionele observaties. De samenvattende gegevens worden via een kleurencode in het digitaal kindvolgsysteem opgenomen. Het team streeft ernaar om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de ontwikkeling van de
individuele kleuter. Bij de oudste kleuters gebruikt de kleuterafdeling ook een genormeerde schoolrijpheidstoets.
Voor het leergebied Nederlands volgt het team voornamelijk via observaties de talige ontwikkeling van de kleuters op.
Doelgerichte observaties die peilen naar de ontwikkeling en de vorderingen van het kind voor het leergebied wereldoriëntatie, komen weinig aan bod.
Het team wendt de informatie aan om het ontwikkelings- en leerproces van de kleuters te ondersteunen.
De school beoogt met de implementatie van het kindvolgsysteem, aangereikt door de onderwijskoepel, de ontwikkeling van de kleuters doelgerichter in kaart te brengen.
Rapporteringspraktijk
Interne / externe communicatie De school ontplooit kwaliteitsvolle initiatieven om de ouders te betrekken bij de ontwikkeling van hun kind.
Via verschillende kanalen schenken de teamleden veel aandacht aan een veelvuldige en open communicatie met de ouders over de dagelijkse belevenissen en de vorderingen van de kleuters.
Begeleiding Leerbegeleiding Beeldvorming Zorg
De school heeft structuren, afspraken en procedures om een betrouwbaar en breed beeld te krijgen over de ontwikkeling van de kleuters. Een digitaal
kleutervolgsysteem bundelt alle informatie verkregen via observaties, screenings en overlegmomenten. Specifieke interventies zijn gestructureerd opgenomen in het kindvolgsysteem, waardoor het ontwikkelingstraject van de kleuter duidelijk traceerbaar is.
Binnen het zorgbeleid is er ruime aandacht voor de coördinatie en de efficiënte invulling van de zorgverlening. De taalstimulerende acties en interventies door het zorgteam kennen een doelgerichte, planmatige en systematische aanpak en bevorderen de taalontwikkeling van de kleuters. De implementatie op de klasvloer is nog niet voltooid. Sommige leerkrachten zijn minder vertrouwd met de principes van functioneel taalvaardigheidsonderwijs waardoor te vlug een beroep wordt gedaan op de deskundigheid van het zorgteam en er kansen blijven liggen om de basiszorg optimaal te benutten.
Sociale en emotionele begeleiding School- en klasklimaat
De goede samenwerking en de organisatie van zinvolle integratieactiviteiten bevorderen een vlotte doorstroming tussen de kleuter- en lagere afdeling.
Eveneens dragen de waardevolle acties rond de ouderbetrokkenheid bij tot een open school- en klasklimaat.
Professionalisering Deskundigheidsbevordering Nascholingen Interne expertise
Gerichte nascholingen op schoolniveau bevorderen de specifieke leerplandeskundigheid van de leraren. De deelname aan individuele nascholingen om de eigen handelingsbekwaamheid te verhogen, is beperkt.
De zorgleraren ondersteunen in sterke mate de afstemming van het doelgerichte activiteitenaanbod op de specifieke doelgroep. Zij stellen hun waardevolle expertise beschikbaar aan het team. Toch benutten niet alle leerkrachten de mogelijkheden om praktijkervaringen uit te wisselen en om het leren en ondersteunen van elkaar onder meer door hospiteerbeurten te verhogen.
3.1.1.4 Lager onderwijs: Nederlands Voldoet
De lagere afdeling bereikt met zoveel mogelijk leerlingen de eindtermen voor het leergebied Nederlands.
Het team zorgt voor een evenwichtig en doelgericht aanbod. De evaluatiegegevens over de leerresultaten geven aan dat de meeste leerlingen de vooropgestelde doelen effectief bereiken. De leerbegeleiding is erop gericht om met de leerlingen een zo groot mogelijke leerwinst te maken.
Curriculum Onderwijsaanbod Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Brede harmonische vorming Actief leren
Voor de planning en de concretisering van het onderwijsaanbod gebruiken de leraren vooral een onderwijsleerpakket. Het leerplan vormt het referentiekader om de volledigheid van het onderwijsaanbod binnen dit leergebied te bewaken.
Een specifieke werkgroep levert waardevolle inspanningen om geleidelijk aan per leeftijdsgroep de aangeboden leerinhouden in kaart te brengen, te vergelijken met het leerplan en bij te sturen.
De planningsdocumenten en het leerlingenwerk duiden op een evenwichtig onderwijsaanbod voor alle domeinen van het leergebied.
De consequente toepassing van het onderwijsleerpakket heeft een gunstige invloed op de verticale samenhang binnen dit leergebied. Voor de verschillende domeinen zijn eveneens leerlijnen en doordachte formele afspraken vastgelegd die de graduele en inhoudelijke continuïteit bevorderen.
De lagere afdeling heeft zorgvuldige aandacht om haar taalaanbod af te stemmen op de veranderende leerlingenkenmerken.
De doelgerichte leesbevorderende initiatieven, klasoverschrijdende activiteiten, interactieve werkvormen evenals de deelname aan culturele activiteiten bieden waardevolle kansen om de ontwikkeling van verschillende taalvaardigheden te ondersteunen en te verhogen.
Onderwijsorganisatie
Klasmanagement De school beschikt over een ruim aantal lestijden in het kader van het gelijke onderwijskansenbeleid. Ook is er in de school een logopediste werkzaam ten laste van het schoolbestuur. Zowel de coördinatie als de invulling van deze ondersteuningsmogelijkheden verlopen doordacht met het oog op het bereiken van de leerplandoelen.
Materieel beheer Uitrusting Leermiddelen
De school voorziet voldoende didactische materialen en leermiddelen om de leerplandoelen te realiseren. De meeste klassen beschikken over een digitaal bord en wenden dit efficiënt aan om het leerproces te ondersteunen. Eveneens beschikt de school over een aantal ‘iPads’.
De school beschikt over een groot boekenaanbod om de leesvaardigheid en de begeleiding van de leerlingen effectief te bevorderen.
Evaluatie Evaluatiepraktijk Evenwichtig / representatief Gericht op bijsturing Leerlingvolgsysteem
De leraren volgen de vorderingen van de leerlingen op een brede en evenwichtige wijze op. De evaluatiepraktijk wordt aangestuurd vanuit het onderwijsleerpakket en aangevuld met eigen toetsen, met genormeerde testen vanuit het leerlingvolgsyteem en met netgebonden eindproeven.
De gegevens over de leerresultaten en de ontwikkeling van de leerlingen worden op een systematische wijze verzameld en bijgehouden en zijn beschikbaar voor de teamleden.
De leraren wenden deze valide en transparante gegevens aan om het onderwijsleeraanbod op leerlingen- en klasniveau doelgericht bij te sturen.
Rapporteringspraktijk Evenwichtig / volledig Interne / externe communicatie
De rapportering voor dit leergebied gebeurt cijfermatig voor de verschillende domeinen. De toetsenmap verduidelijkt de gerealiseerde leerinhouden.
De duidelijke en uitgebreide rapportering in het leerlingvolgsysteem ondersteunt de interne communicatie over de ontwikkeling van de leerlingen. Eveneens dragen de waardevolle initiatieven rond ouderbetrokkenheid ertoe bij om de communicatie met hen over de vorderingen van de leerlingen vlotter te laten verlopen.
Begeleiding Leerbegeleiding Beeldvorming Zorg
De school beschikt over zorgstructuren, afspraken en procedures om een betrouwbaar beeld te krijgen over de talige ontwikkeling van de leerlingen.
Zowel de evaluatiegegevens als de systematische en doelmatige overlegmogelijkheden dragen bij tot een brede beeldvorming over de competenties van de leerlingen voor dit leergebied. Het digitaal volgsysteem wordt maximaal benut om alle gegevens en de informatiedoorstroming van de uitgevoerde interventies op te volgen.
De analyse van al deze gegevens vormt de basis tot een doelgerichte
differentiatie op leerling- en klasniveau. De leraren benutten gevarieerde werk- en groeperingsvormen en ondersteuningsmateriaal om verschillen tussen leerlingen op te vangen. Zij krijgen systematisch ondersteuning van de interne zorgleraren om leerlingen preventief en remediërend te begeleiden. Vanuit het gelijke onderwijskansenbeleid en door de specifieke leerlingeninstroom zijn er acties opgezet met als doel de taalontwikkeling te bevorderen en de slaagkansen van de leerlingen te verhogen.
Voor leerlingen met specifieke noden voorziet de school indien nodig een aangepast leertraject, de toepassing van sticordimaatregelen of de inschakeling van externe hulpverleners.
Sociale en emotionele begeleiding School- en klasklimaat
De school zorgt voor een veilig school- en klasklimaat dat bijdraagt tot een positief welbevinden van de leerlingen en tot een doelgerichte betrokkenheid van de ouders.
Professionalisering Deskundigheidsbevordering Nascholingen Interne expertise
Via teamgerichte nascholingen, ondersteund door de pedagogische
begeleidingsdienst, hebben de leraren kennis genomen met het vernieuwde deelleerplan. De school beschikt over een ondersteunend netwerk om inhoudelijke aspecten van het leergebied Nederlands uit te werken en op te volgen.
Vooral het zorgteam maakt gebruik van professionaliseringskansen om de deskundigheid en de handelingsbekwaamheid ten aanzien van het leergebied Nederlands en gericht op de specifieke doelgroep te verhogen.
Ook de efficiënte aanwending van de aanwezige interne deskundigheid binnen het zorgteam biedt een meerwaarde bij de ondersteuning van de leraren in hun onderwijskundig handelen en verhoogt de kwaliteit binnen dit leergebied.
3.1.1.5 Lager onderwijs: wereldoriëntatie Voldoet
De lagere afdeling levert degelijke inspanningen om de eindtermen in voldoende mate te bereiken. Het onderwijsaanbod is doelgericht, gradueel en doorgaans evenwichtig uitgewerkt. De aandacht voor werkelijkheidsgericht onderwijs bevordert het actief leren.
Curriculum Onderwijsaanbod Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Brede harmonische vorming Actief leren
Het leerplan vormt het referentiekader voor de planning en de invulling van het onderwijsaanbod. Het gebruik van de netgebonden leerplanzoeker vormt een ondersteunend bewakingssysteem om de leerplandoelen te realiseren.
Het team kiest bewust voor een eigen invulling van de leerinhouden vanuit zelfgekozen thema’s. De thematische benadering zorgt voor een gevarieerd onderwijsleeraanbod waarbij de verschillende domeinen van het leergebied voldoende aan bod komen. Deze werkwijze biedt ruime mogelijkheden om de basiscompetenties van het leerplan te verwerven.
In samenwerking met de pedagogische begeleidingsdienst is een
professionaliseringstraject uitgestippeld. Hieruit voortvloeiende afspraken of leerlijnen afgestemd op het leerplan, versterken de verticale samenhang van het onderwijsaanbod tussen de verschillende leeftijdsgroepen en niveaus.
Aansluitend bij de nieuwe deelleerplannen heeft het team prioritair de domeinen natuur en techniek volledig uitgewerkt en geïmplementeerd. Deze werkwijze vormt een hefboom om ook de andere leerdomeinen kwaliteitsvol aan te pakken.
Bij de thematische werking kiezen de leraren meestal om één domein te benaderen. Hierdoor is de horizontale samenhang tussen de verschillende domeinen minder aanwezig.
De school schenkt aandacht aan de brede ontwikkeling van de leerlingen.
Verschillende initiatieven en projecten dragen bij tot het realiteitsgericht en actief leren. De leerlingen krijgen kansen om aspecten van de nabije en verdere omgeving te leren kennen. Aan diverse thema’s worden doelgerichte
leeruitstappen gekoppeld die aansluiten bij de leerinhouden. Ook de meerdaagse extra-murosactiviteiten en de schoolprojecten ondersteunen het
werkelijkheidsgericht en samenhangend onderwijs.
Vanuit hun didactisch handelen voorzien de leerkrachten activerende werkvormen waarbij leerlingen kunnen handelen, exploreren en experimenteren.
Het klasbeeld verwijst met specifieke hoeken, een toontafel of wandplaten naar het actuele thema of naar relevante leerinhouden. De leraren hebben ook aandacht voor de actualiteit.
Materieel beheer Uitrusting Leermiddelen
Hoewel er afspraken fungeren rond het gebruik van tijd- en ruimtekaders, zijn de gradatie en het efficiënte gebruik ervan minder duidelijk in het klasbeeld.
De ICT-middelen ondersteunen de leeromgeving en zorgen ervoor dat de
leerlingen zelfstandig of begeleid informatie kunnen opzoeken en verwerken. De integratie van het digitale schoolbord en het gebruik van iPads bevorderen eveneens de actieve deelname van de leerlingen aan het onderwijsleerproces.
Evaluatie
Evaluatiepraktijk De evaluatie staat vooral in functie van de rapporten en steunt niet op
gelijkgerichte afspraken. Dit blijkt uit de voorgelegde evaluatiegegevens en de
Evenwichtig / representatief
Leerlingvolgsysteem rapporten. De evaluatiegegevens zijn onvoldoende gebaseerd op de richtlijnen in het leerplan. De schooleigen toetsen richten zich hoofdzakelijk op het meten van feitenkennis.
Hoewel de dagdagelijkse observaties en de realisaties van de leerlingen meerdere mogelijkheden bieden om de verworven inzichten, vaardigheden en attitudes op te volgen en in kaart brengen, gebeurt dit nauwelijks.
De school meet ook de leerresultaten voor dit leergebied door onder meer deel te nemen aan de eindtoetsen van de onderwijskoepel en aan andere externe testen. Uit de resultaten blijkt dat de meeste leerlingen de getoetste eindtermen bereiken.
Rapporteringspraktijk
Evenwichtig / volledig De rapportering informeert op summiere wijze over de resultaten die de leerling voor dit leergebied behaalt en beperkt zich meestal tot een algemene
puntenscore op het rapport. Hierdoor is het ook moeilijk om de vorderingen van de leerlingen voor de verschillende domeinen van dit leergebied te traceren.
Begeleiding Leerbegeleiding Beeldvorming Zorg
In het leerlingvolgsysteem zijn weinig gegevens terug te vinden die specifiek naar dit leergebied verwijzen.
Taalzwakke leerlingen krijgen ondersteuning rond het begrijpend lezen van teksten, toetsen en woordenschatontwikkeling die aansluiten bij het thema.
Professionalisering Deskundigheidsbevordering Nascholingen
Teamgerichte nascholingen voor dit leergebied maakten de voorbije jaren deel uit van de schoolprioriteiten. De school heeft in samenwerking met de
pedagogische begeleidingsdienst een traject uitgezet om de nieuwe
deelleerplannen te implementeren en de leerkrachten te professionaliseren. Dit traject heeft ondertussen duidelijke effecten op de onderwijskwaliteit van de domeinen natuur en techniek.
3.1.2 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden?
Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde erkenningsvoorwaarden levert het volgende op.
Onderzochte erkenningsvoorwaarde ja, neen
Leeft de school de bepalingen na over de taalregeling in het onderwijs? (decreet bao - art. 62,6°) ja Neemt de school de reglementering inzake vakantieperioden en de aanwending van de onderwijstijd,
zoals bedoeld in artikel 50 in acht? (decreet bao - art. 62,8°) ja
Heeft de school een beleidscontract of beleidsplan met een centrum voor leerlingenbegeleiding waarin de
vereiste bepalingen zijn opgenomen? (decreet bao - art. 62,10°) ja
Wordt de officiële school begeleid door de begeleidingsdienst van het GO!, OVSG of POV? (decreet bao -
art. 62,§2,4°) ja
3.2 Respecteert de school de overige reglementering?
Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde reglementering levert het volgende op.
Onderzochte regelgeving ja, neen
Is er een schoolreglement waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (decreet
bao - art. 37) ja
• geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning die niet afkomstig is van de Vlaamse gemeenschap en de
rechtspersonen die ervan afhangen ja
• de bijdrageregeling ja
• de engagementsverklaring tussen de school en de ouders waarin wederzijdse afspraken worden opgenomen over het oudercontact, voldoende aanwezigheid, vormen van individuele
leerlingenbegeleiding en het positieve engagement ten aanzien van de onderwijstaal ja
• de afspraken in verband met het rookverbod ja
• het orde- en tuchtreglement van de leerlingen met inbegrip van de beroepsmogelijkheden ja
• de procedures volgens welke getuigschriften worden toegekend ja
• de procedure volgens welke beroep kan worden ingediend tegen een beslissing van de klassenraad met
betrekking tot het getuigschrift ja
• bepalingen in verband met het recht op onderwijs aan huis ja
• richtlijnen inzake afwezigheden en te laat komen ja
• afspraken in verband met huiswerk, agenda’s en rapporten ja
Is het schoolreglement conform het inschrijvingsrecht? (decreet bao - art. 37) ja Is er een schoolwerkplan waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (decreet
bao - art. 47) ja
• de omschrijving van het pedagogisch project zijnde het geheel van fundamentele uitgangspunten dat het
schoolbestuur voor de school vastlegt ja
• de organisatie van de school en voornamelijk de indeling in leerlingengroepen ja
• de wijze waarop de school het leerproces van de leerlingen beoordeelt en daarover rapporteert ja
• de voorzieningen in het gewoon onderwijs voor leerlingen met een handicap of die leerbedreigd zijn, inclusief de werkvormen met andere scholen van gewoon/buitengewoon onderwijs ja
• de wijze waarop de school via haar zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid werkt aan de optimale leer-
en ontwikkelingskansen van al haar leerlingen ja
Bezorgt de school de verplichte informatie aan de ouders correct bij de eerste inschrijving?
(decreet bao - art. 28) ja
Zorgt de school voor een correcte invulling van het zorgbeleid? (decreet bao - art. 153 septies,
enkel van toepassing binnen een scholengemeenschap) ja
Respecteert de school de voorgeschreven procedure die leidt tot het afleveren van een
getuigschrift? (decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998) ja
Bewaart de school de bepaalde lijsten, notulen en dossiers met betrekking tot het
getuigschrift? (decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998) ja
Verloopt het afleveren van attesten aan leerlingen die geen getuigschriften krijgen, correct?
(decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998) ja
Respecteert de school het recht op 28 lestijden per week? (decreet bao - art. 28) ja
4 BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT?
Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of procesvariabelen levert het volgende op.
4.1 Begeleiding 4.1.1 Leerbegeleiding
De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor doelgerichtheid, ondersteuning, doeltreffendheid, ontwikkeling.
Motivering
De school heeft een duidelijke visie en strategie om haar beleid rond zorg, talen en gelijke onderwijskansen geïntegreerd uit te voeren. Sinds enkele jaren kent de school een groeiende instroom van anderstalige kinderen met een grote taal- en cultuurdiversiteit. De leerbegeleiding is afgestemd op de context- en inputkenmerken met als doel de ontwikkelingskansen van alle kinderen te verhogen. De visie is
geconcretiseerd in een haalbaar actieplan met duidelijke doelstellingen en initiatieven op school-, leraren- en leerlingenniveau. Ze legt hierbij accenten op een preventieve en remediërende aanpak en op de versterking van de taalvaardigheid. Het zorgbeleidsplan kwam tot stand in samenspraak met de scholengemeenschap.
De school beschikt over structuren, afspraken en procedures die een degelijk referentiekader vormen voor een gelijkgerichte aanpak van het zorgbeleid. Het team gebruikt functionele werkinstrumenten en
registratiesystemen om de beginsituatie, de leer- en opvoedingsnoden, het ontwikkelingstraject van de kinderen, de zorgverbredende interventies en andere relevante informatie in kaart te brengen. De
efficiënte wijze waarop de registratie van de gegevens gebeurt, begunstigt in grote mate een overzichtelijk totaalbeeld van het kind. Een digitaal instrument maakt de verzamelde informatie toegankelijk voor alle belanghebbenden en ondersteunt het doelmatig overleg en een doelgerichte leerbegeleiding.
De organisatie van het hele zorgbeleid is een voorbeeld van goede praktijk. Hierbij vormt het engagement en de betrokkenheid van de verschillende zorgleraren een belangrijk gegeven. Hun specifieke
deskundigheid, de duidelijke taakverdeling, de vele structurele overlegmomenten en de complementaire samenwerking verhogen de draagkracht van het team en versterken de leerbegeleiding. Ook de ruime omkadering op basis van de SES-kenmerken en de investering van het schoolbestuur in de aanstelling van een logopediste betekenen een ondersteuning om een kwaliteitsvol zorgbeleid te kunnen voeren. De school wendt haar zorguren efficiënt aan om de leerlingen adequaat te begeleiden in hun ontwikkelings- en leerproces en om het onderwijskundig handelen van de leraren te ondersteunen.
In de kleuterafdeling heeft de leerbegeleiding, in het bijzonder de eerstelijnszorg door de klastitularis, nog groeimogelijkheden.
De school reflecteert regelmatig over de effecten van haar zorgaanpak en de vernieuwingen. Ook de gegevens over de leeropbrengsten en de leerlingenresultaten vormen een indicatie om de doeltreffendheid van de leerbegeleiding na te gaan en bij te sturen.
De wijziging in de schoolpopulatie heeft geleid tot de bijsturing van doelgerichte
ondersteuningsmaatregelen. De aandacht voor de professionalisering om de zorgverbredende aanpak binnen de klaspraktijk te bevorderen, heeft nog groeikansen. Het zijn vooral de zorgleraren en de directeur die gerichte nascholingen volgen. Hierdoor vinden de opgezette acties niet altijd hun weg naar blijvende, concrete toepassingen bij het onderwijskundig handelen van de leraren op de werkvloer.
Op niveau van de scholengemeenschap hebben de zorgcoördinatoren geregeld intervisiemomenten die bijdragen tot het verhogen van hun deskundigheid.
4.2 Evaluatie
4.2.1 Rapporteringspraktijk
De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor ondersteuning.
Motivering
De school beschikt over duidelijke afspraken om mondeling en schriftelijk te communiceren over de ontwikkeling en resultaten van de leerlingen. Een doelgerichte aanpak van de schriftelijke rapportering waarbij het leerplan als uitgangspunt fungeert, heeft nog uitbreidingsmogelijkheden. Het is niet altijd duidelijk hoe de leerling vordert in zijn eigen ontwikkeling rond kennis, vaardigheden, inzichten en attitudes voor bepaalde leergebieden en leerdomeinen. De resultaten van de leerlingen zijn veeleer gebaseerd op productgerichte evaluatiegegevens. De rapportering over de vorderingen van de leerling voor de
leergebiedoverschrijdende eindtermen is niet gelinkt aan vooropgestelde doelen.
De rapporteringspraktijk ondersteunt zowel de leerprocessen als sommige leergebieden.
De rapportering steunt voor bepaalde leergebieden op de methodegebonden en eigen evaluaties. Deze evaluatiegegevens dragen bij tot het signaleren van tekorten of individuele leerproblemen bij leerlingen met de bedoeling te remediëren op klas- en leerlingenniveau.
Zowel in de kleuter- als in de lagere afdeling krijgen de ouders regelmatig schriftelijke of mondelinge feedback over de prestaties en vorderingen van hun kind. De lovenswaardige initiatieven om de ouders meer te betrekken bij de ontwikkeling van hun kind en bij het schoolgebeuren hebben inmiddels effecten.
Ook de woordelijke onderbouwing bij de rapporten, met bijzondere aandacht voor een positieve
bekrachtiging van de individuele leerling, verhogen het welbevinden en de betrokkenheid van de leerling.
De rapportering binnen het leerlingvolgsysteem bevordert zowel de communicatie met interne en externe actoren als de doelgerichte leerbegeleiding van de leerlingen. De leerkrachten maken gebruik van een digitaal platform om de rapportering volgens duidelijke afspraken, richtlijnen en procedures efficiënt te ondersteunen.
Binnen het ondersteuningsproces van leerlingen met specifieke onderwijsnoden heeft de school aandacht voor gedifferentieerde rapportering. De communicatie hierover gebeurt op een transparante wijze.
De rapporteringspraktijk is nog geen onderwerp geweest van interne evaluatie waarbij de school zicht krijgt op de effectiviteit van dit proces.
De ontwikkeling van een goede rapporteringspraktijk heeft nog groeimogelijkheden. Een uitgewerkte visie op evaluatie en rapportering, gedragen door het hele team dragen hiertoe bij.
5 ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL
Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op.
De school kent een collegiaal, gedreven en plichtsbewust leiderschap. De directeur is voor iedereen bereikbaar en stuurt de werking op een constructieve manier aan. Het deskundige zorgteam versterkt de beleidskracht op deze school. De samenwerking met de scholengemeenschap en de ondersteuning van het schoolbestuur hebben een positieve invloed op de schooleigen werking. Om de kwaliteit van het
kleuteronderwijs te verhogen, is een beleidsmatige aansturing en opvolging in de kleuterafdeling aangewezen.
De school legt prioriteiten met doelen en acties vast die aansluiten bij de verwachtingen van de overheid en bij de noden van de leerlingen. Mede aangestuurd vanuit de leerbegeleiding worden
onderwijsvernieuwingen op een planmatige wijze en binnen een participatief klimaat aangepakt. De collegiale verbondenheid en de positieve ontwikkelingsdynamiek in de lagere afdeling is hierbij opvallend.
In de kleuterafdeling is een gezamenlijke gedragen visie in mindere mate aanwezig om leraren te inspireren en inspanningen doelgericht te sturen.
De school profileert zich als een zorgzame school afgestemd op de context- en inputkenmerken. Zij neemt hiervoor duidelijk haar verantwoordelijkheid op onderwijskundig en organisatorisch niveau. Hierbij is de ruime aandacht voor een goede oudercommunicatie en –betrokkenheid lovenswaardig.
Vooral in de lagere afdeling heerst een positieve overlegcultuur. Dit blijkt uit de opgezette initiatieven en bijhorende afspraken om het onderwijskundig handelen op een gelijkgerichte wijze te ondersteunen en uit te voeren. De interne communicatie- en overlegstructuren verlopen doelgericht en leiden tot een
participatieve besluitvorming. Ook de communicatie met andere schoolparticipanten verloopt vlot.
In de kleuterafdeling is het engagement om te overleggen met elkaar minder aanwezig. Dit heeft een invloed op de gezamenlijke doelgerichtheid en de onderwijskwaliteit.
De school neemt initiatieven om op een gestructureerde manier de eigen kwaliteit te onderzoeken en te bewaken. Zij brengt interne en externe outputgegevens op een evolutieve wijze in kaart. Op basis van deze resultaten evalueert de school de eigen werking.
De school heeft een specifiek talenbeleid uitgewerkt. Vanuit een visie, afgestemd op schoolkenmerken, stelt zij concrete doelstellingen voorop. De school ontplooit kwaliteitsvolle initiatieven om haar
onderwijsaanpak aan te passen aan de taalleerbehoeften van de leerlingen met als doel de
taalontwikkeling te bevorderen en de slaagkansen van de leerlingen te verhogen. Het in kaart brengen van de taalvaardigheid Nederlands gebeurt kwaliteitsvol via een gestructureerd leerlingvolgsysteem gebaseerd op valide evaluatiegegevens. De school heeft aandacht voor Nederlands als instructietaal, voorziet in doelgerichte activiteiten met het accent op het communicatieve taalgebruik en verzorgt de talige aspecten van de communicatie met de ouders. De professionalisering met betrekking tot de herziene eindtermen voor de leergebieden Nederlands en Frans krijgt voldoende aandacht.
Binnen het zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid brengt de school op basis van de analyse van data de noden van de leerlingen in kaart. De aanwending van de SES-lestijden sluit volledig aan bij de schoolcontext en inputfactoren. De school stelt operationele doelen voorop, werkt doelgerichte acties uit en neemt schoolorganisatorische maatregelen in functie van het schooleigen zorg- en gelijke kansenonderwijs.
6 STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL
6.1 Wat doet de school goed?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden
De bewaking van het onderwijsaanbod Nederlands op klasniveau met het leerplan als referentiekader in de kleuterafdeling.
De bewaking van het onderwijsaanbod wereldoriëntatie op klasniveau met het leerplan als referentiekader in de kleuterafdeling.
De intensieve klasinterne ondersteuning door het zorgteam om de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied Nederlands na te streven in de kleuterafdeling.
Het geïntegreerd onderwijsaanbod in de kleuterafdeling vanuit een thematische benadering.
Het evenwichtig, gradueel onderwijsaanbod en de verticale samenhang binnen het leergebied Nederlands in de lagere afdeling.
De valide en transparante evaluatiepraktijk binnen het leergebied Nederlands in de lagere afdeling.
De doelgerichte initiatieven om het leesplezier en de leesvaardigheden bij de leerlingen te verhogen.
Het gedifferentieerd aanbod en de doelgerichte zorginterventies voor het leergebied Nederlands in de lagere afdeling.
De schooleigen invulling van het onderwijsaanbod voor het leergebied wereldoriëntatie in de lagere afdeling vanuit een thematische benadering met het leerplan als referentiekader.
Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen
De zorgvuldige aandacht voor de doelgerichtheid, de ondersteuning, de doeltreffendheid en de ontwikkeling binnen het proces leerbegeleiding.
De kwaliteitsvolle initiatieven om de ouders te betrekken bij de ontwikkeling van hun kind en bij het schoolgebeuren.
Wat betreft het algemeen beleid
Het gedreven en breed gedragen schoolbeleid.
De sterke impulsen vanuit het beleid om vernieuwingen gefaseerd te implementeren.
Een duidelijke visie afgestemd op de specifieke doelgroep.
De gezamenlijke betrokkenheid en de inzet van alle teamleden in het lager onderwijs om de schoolwerking gelijkgericht verder uit te bouwen.
De aandacht voor diverse outputgegevens in functie van de eigen kwaliteitszorg.
6.2 Wat kan de school verbeteren?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden
Een gelijkgerichte en doelbewuste verrijking van het onderwijsaanbod in de kleuterafdeling binnen een stimulerende omgeving, aangepast aan het ontwikkelingsniveau en de specifieke leerlingenkenmerken.
De verticale samenhang in het onderwijsaanbod in de kleuterafdeling.
In beide niveaus de volledigheid van het onderwijsaanbod voor het leergebied wereldoriëntatie met aandacht voor samenhang tussen de verschillende domeinen.
De afstemming van de evaluatie- en rapporteringspraktijk op de vooropgestelde leerplandoelen rond kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes binnen het leergebied wereldoriëntatie in de lagere afdeling.
Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen
Een brede rapporteringspraktijk volgens de visie van het leerplan.
Wat betreft het algemeen beleid
De beleidsmatige aansturing en opvolging van de onderwijspraktijk in de kleuterafdeling.
De gezamenlijke doelgerichtheid en gelijkgerichte uitvoering in de kleuterafdeling.
De overlegcultuur en het leren van en met elkaar in de kleuterafdeling.
7 ADVIES EN REGELING VOOR HET VERVOLG
7.1 Onderwijsdoelstellingen: advies en regeling voor het vervolg
In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor de erkenningsvoorwaarde ‘voldoen aan de onderwijsdoelstellingen’:
GUNSTIG
voor het kleuteronderwijs en het lager onderwijs.
7.2 Overige erkenningsvoorwaarden: advies en regeling voor het vervolg
In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor de overige erkenningsvoorwaarden:
GUNSTIG
Namens het inspectieteam Voor kennisname
Leen Willems
de inspecteur-verslaggever Naam:
het bestuur of zijn gemandateerde Datum van verzending aan de directie en het
bestuur van de instelling
