- o 6 augustus

(1)

<;<<

• i f■■■]

i

<:!>

Rijksdienst voor Ondernemend

Nederland

>RetouradresPostbus40225.8004DE Zwolle

Waterwegen en Zeekanaal NV Afdeling Zeeschelde

W. Dauwe

Anna Bijns-gebouw, Lange Kievitstraat 111-113 bus44 B2018 ANTWERPEN

België

- o 6 augustus 2018 -

Datum

Betreft Beslissing op de monitoringsrapportage 2014toten met 2016 en wijzigingsverzoek

Rijksdienstvoor OndernemendNederland

Postbus4G225, 8004DE Zwolle mijn.rvo.nl

T 0880424242 wpb®rvo.nl

)Sléiht>7-

Onzereferentie Kenmerk

ff;75C/2013/0155A.toek.js Bijlagen

o;

o*

lo"

m"

Om Urn Om Ül~

Geachte heer Dauwe,

Op 27 maart 2015, 22januari 2016 en 18januari 2017 heb Ikde

monitoringsrapportage van 2014, 2015 en 2016 vanu ontvangen. Daarnaast heb ikop3 maart 2017uwverzoek totwijziging van de ontheffing met kenmerk FF/75C/2013/0155 voorhet project'Inrichting Hertogin Hedwigepolder' ontvangen. Op 24 mei 2017, 7juni 2017en 9juni 2017 heb ikaanvullingen op uwwijzigingsverzoekontvangen. Ikheb uw monitoringsrapportages en uw verzoek beoordeeld. Indeze briefleest u wat ditbetekent.

De Wetnatuurbescherming

Op 1januari 2017 isde Wet natuurbescherming van krachtgeworden. Het overgangsrecht in deze wet bepaaltdataanvragen die onderde Flora- en faunawet zijn ingediend en waarop nog geen besluit is genomen,worden beoordeeld volgens deWetnatuurbescherming. Dit kan vaninvloed zijn op dit besluit, omdatvanaf 1januari 2017 eenaantal soorten niet meerbij wet zijn beschermd ofdatjuist weizijn geworden. Hetkanookzo zijndat in uw

projectgebied soorten voorkomendie beschermd zijn, maarwaaru nu nog geen ontheffing voorheeft. In datgeval dientu mogelijkeen aanvullendeontheffing aan tevragen bijhet bevoegdgezag.

Procedure

Opgrond van het besluitdatdoorde Ministervan het ministerie van Landbouw, Natuuren Voedselkwaliteitin overeenstemming metde Ministervan destijds het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer(nu:

InfrastructuurenWaterstaat) is genomenna overleg inde Ministerraad op 17 december 2004, wordtde voorbereiding en bekendmakingvan de besluiten ter uitvoering van het projectrealiseringestuariene natuurindeHertogin

Hedwigepoldergecoördineerd (artikel 3.35 lid 1 onder 1 van deWet ruimtelijke ordening (Wro)). DeMinistervan Landbouw, NatuurenVoedselkwaliteit treedt formeel op alscoördinerend bestuursorgaan. Daarbij is in hetconvenanttussen

(2)

C!) I

t

De coördinatie heefttotdoelde voorbereiding en bekendmaking van debesluiten voor het projectafte stemmenen gelijktijdig te latenplaatshebben.

De coördinatie heefttot gevolgdat opdeze besluiten de procedure van afdeling 3.4 van deAlgemene wetbestuursrecht ende bijzondereregels in artikel 3.35 lid 4Wrovan toepassingzijn.

De voorbereiding en bekendmaking van het inpassingsplan is gecoördineerd met devoorbereiding en bekendmaking van deopaanvraag ofambtshalvete nemen besluiten die nodigzijn om deontpoldering van de Hertogin Hedvvigepolderte kunnen realiseren. Hetbetreftde volgende vergunningenen ontheffingen:

vergunningop grond vande Nb-wet 1998, ontheffingopgrond van de Flora- en faunawet, twee ontgrondingsvergunningen, watervergunning en hetbesluittot onttrekking van dewegen aan hetopenbaarverkeer. Later iseen besluit tot wijziging van devoorschriften van de Nb-wet genomen.

Indetussenliggende periode is gebleken, dateen wijzigingvan deontheffing Flora-en faunawetaande orde is inverband met nieuwaangetroffen soorten. Dit is hetvoorliggende besluit.

De Crisis-en herstelwet is van toepassing op ditproject. In bijlage 1, onder2.1 van de Crisis- en herstelv/etwordt verwezen naarafdeling 3.5van deWro. Binnen dezeafdeling is het inpassingsplan opgenomen.

Verzoek

Gedurendeveldonderzoeken in het kadervan de monitoringsplichtzijn de huismus, steenuil,gewone grootoorvleermuis en de rugstreeppad aangetroffen in hetplangebied. Daarnaast voorziet hetwijzigingsverzoekin de sloop van de aanwezige gebouwen welke in de ontheffing metkenmerk FF/75C/2013/0155 niet voorzien was.

Uvraagtdan ookaanvullend ontheffing aanvan de verbodsbepalingengenoemd inartikel 3.1, lid 2en lid4 van deWet natuurbescherming voorwatbetreft exemplaren vandehuismus {Passerdomesticus) en de steenuil {Athenanoctua);

alsmedevan de verbodsbepalingen genoemd in 3.5, lid 2en lid 4 van deWet natuurbescherming voorwat betreft exemplarenvan degewone dwergvleermuis {Pipistrelluspipistrellus) en de gewonegrootoorvleermuis {Plecotusauritus);

alsmede van deverbodsbepalingen genoemd inartikel 3.5, lid 1, lid 2 en lid 4 van de Wet natuurbeschermingvoor v;atbetreftexemplaren van de rugstreeppad {Bufocalamita).

Totslotverzoektu om de monitoringsrapportageste beoordelen.

Besluit

Ikga akkoord metuw monitoringsresultaten enuw wijzigingsverzoek. Hierbij ontvangt ude nieuweontheffing met kenmerk FF/75C/2013/0155A. De ontheffing metkenmerk FF/75C/2013/0155blijfttevens van kracht.Voorwat betreft mijn overigeoverwegingen voorde nieuweontheffing verwijsik u naarmijn briefvan 10 februari 2014met kenmerk FF/75C/2013/0155.

Rijksdienstvoor OndernemendNederland Datum

FF,'75C/2G13/0l55A.toek.is

(3)

1

’'■:î!

''■(

i..•!

f■

C'!

a.

b.

c.

Ik verleen u voorde periodevan vanafde dag van bekendmaking van het definitieve besluittot en met31 december2020ontheffing van de

verbodsbepalingen genoemdinartikel 3.1, lid 2 voorzoverdit betrefthet

opzettelijk beschadigen ofvernielenvan nestenofrustplaatsen van de huismus en de steenuil; alsmede vande verbodsbepalingengenoemd in

artikel 3.5,lid 4 voorzoverdit betreft hetbeschadigenofvernielenvan voortplantings-ofrustplaatsenvan degewonedwergvleermuis, gewone

grootoorvleermuisen de rugstreeppad. Mijn overwegingen voordit besluitworden in bijlage 1 toegelicht.

Aan dezeontheffing zijn de volgende voorschriftenverbonden:

Algemenevoorschriften

Deontheffing wordtvoorde hierboven genoemdesoorten en beschreven verboden handelingenverleend.

Dezeontheffing geldt alleenvoor dewerkzaamheden dievolgens de aanvraag worden uitgevoerd, voor zoverin deze ontheffingzelfniet andersis aangegeven.

Hetgebied waarvoordeontheffing geldt, betreft het plangebied voorde realisatievan hetproject'Inrichting Hertogin Hedwigepolder', gelegen in de gemeenteHulstop degrens tussen de provinciesOost-Vlaanderen (België) enOost Zeeuws-Vlaanderen, net tenzuiden van hetVerdronken Land van Saeftinghe, één en anderzoals isweergegeven infiguur2 van hetbijdeaanvraag gevoegde rapport'Activiteitenplan Herinrichting Hedwigepolder'van 11juni 2013.

Deontheffinghouderdientonverwijld contact opte nemen methet bevoegd gezag indien bij hetuitvoeren van dewerkzaamhedenvan het projectandere beschermde soortendan degenoemde worden

aangetroffen ofandere handelingenals bedoeld invoorschriftc noodzakelijk zijn.

Deze ontheffing kan uitsluitend gebruiktworden door(medewerkersvan) de ontheffinghouderofhaarrechtsopvolgers ofin opdrachtvan de ontheffinghouderhandelende(rechts-)personen. Deontheffinghouder of haarrechtsopvolgers blijven daarbij verantwoordelijken aansprakelijk voordejuiste naleving van deze ontheffing.

Tijdensde uitvoering vande werkzaamhedendient eenafschriftvan deze ontheffing en de bijbehorende briefopde locatievan dewerkzaamheden aanwezig tezijn en opverzoekte worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthoudersofopsporingsambtenaren.

Deontheffinghouderdient,zodra dedatum waaropde werkzaamheden zullenaanvangen bekend is, het bijgevoegde meldingsformuliervolledig in te vullen en naar hetbevoegd gezag tezenden.

Rijksdienstvoor OndernemendNederland Datum

Onzereferentie Kenmerk

FF/7SC/2013/Q155A.toek.js

d.

e.

g-

(4)

I

>;;;

1

i--.

Specifiekevoorschriften Algemeen

h. U dient, met inachtneming vanonderstaande voorschriften, de

maatregelen uitte voerenzoals beschrevenop depagina's 30toten met 44van hetbij hetwijzigingsverzoek gevoegde rapport'Projectplan Herinrichting HertoginHedwigepolder'van 16 december2016 en zoals beschreven inde aanvulling op hetwijzigingsverzoekvan 24 mei 2017 en de aanvullingvan7juni 2017.

Huismusensteenuil

i. U dientdewerkzaamheden uittevoeren buiten de kwetsbareperiode waarin hetnestvan de huismuswordtgebruiktalsbroedgelegenheid, maarbinnen deze periodeook niet tijdensvorstperioden. Perjaaren per broedpaarkandeze periodezowel eerderals laterbeginnenen eindigen.

Ik wijsu eropdatvoorhet broedseizoen geen standaardperiodewordt gehanteerd inhetkadervan de Wetnatuurbescherming. Van belang is of eenbroedgeval aanwezig is, ongeachtdeperiode. Degeschiktheid van de periode voorde uitvoering vandewerkzaamheden dientte worden bepaald dooreen deskundigeop hetgebied vande huismus. Een deskundigezal bepalen wanneeren hoe demaatregelen daadwerkelijk uitgevoerd gaanworden.

j. U dientbijde planning van de werkzaamheden rekening tehouden met het broedseizoenvan de steenuil. Deze looptglobaal vanfebruari toten metjuli. Ikwijs u eropdatvoorhetbroedseizoen geen standaardperiode wordt gehanteerd inhet kadervandeWet natuurbescherming. Van belang isofeen broedgeval aanwezig is, ongeachtde periode. Afhankelijk van het seizoen en deweersomstandigheden kan deze periode langerdan wel korterzijn. Degeschiktheidvan de periode voorhet uitvoeren vande werkzaamheden dientteworden bepaald dooreen deskundigeop het gebied vandesteenuil.

k. Udient, gedurende de periode van deontheffing, eenmaal perjaar in december eenmonitoringsrapportageaan televeren bijhet bevoegd gezag betreffendede functionaliteitvande nestkasten. Deze rapportage dientintegaan opde effectiviteitvande nestkasten voorde huismusin relatietotde stand van dewerkzaamheden in het plangebied. Indien blijkt dat de nestkasten niet voldoendefunctioneel zijn kunnen aanvullende maatregelen doorhetbevoegd gezagworden opgelegd.

l. U dient, gedurendede periodevan de ontheffing, eenmaal perjaarin decembereen monitoringsrapportageaan te leveren bijhet bevoegd gezag betreffendede functionaliteitvan desteenuilkasten. Deze

rapportage dient in tegaan opde effectiviteitvande steenuilkastenvoor desteenuil in relatietot destandvan de werkzaamheden inhet

plangebied en de kwaliteitvan hetfoerageergebied. Indien blijkt datde nestkasten nietvoldoende functioneelzijn kunnen aanvullende

maatregelendoor hetbevoegd gezagworden opgelegd.

Rijksdienstvoor OndernemendNederland

Datum

Onzereferentie Kenmerk

FF/75C/2013/0155A.toek,js

(5)

f..i 't-ï

Vleermuizen

m. U dientbij de planning van de werkzaamheden rekeningte houdenmet de kwetsbare paar-en kraamperiode vande gewonedwergvleermuis en met de kraamperiode van degewone grootoorvleermuis. Voorde gewone dwergvleermuislopen deze perioden globaal van halfmeitot en methalf juli en van halfaugustus toten met halfoktober. Voorde gewone grootoorvleermuisloopt deze periode globaalvan meitot en met half september. Afhankelijkvan hetseizoen en deweersomstandigheden kan deze periode langerdan wel korterzijn. Degeschiktheidvan de periode voorhet uitvoeren vandewerkzaamheden dientte worden bepaalddoor een deskundigeop het gebied van degewone dwergvleermuisen de gewonegrootoorvleermuis.

Voorde nieuwaante plantenpopulieren dientu een stamomtrekvan 20 centimeter, een hoogte van viertotvijfmeter en een plantafstand van zes meterte hanteren.

U dientvoorwat betreftde voortplantingsplaatsvan de gewone

dwergvleermuisen de gewone grootoorvleermuis, gedurende deperiode vande ontheffing, eenmaal perjaarin decembereen

monitoringsrapportageaante leveren bij het bevoegd gezag betreffende defunctionaliteitvan de alternatievevoortplantingsplaatsen inde vorm van paalkasten en devleermuistoren. Erdienen standaard

onderzoeksmethodente worden gehanteerdzoals omschreven inhet vleermuisprotocol. Derapportage dientintegaan opde effectiviteitvan dealternatievevoortplantings-en rustplaatsen voordegewone

dwergvleermuisen de gewone grootoorvleermuisin relatietotde stand vande werkzaamheden in hetplangebied ende kwaliteitvan het foerageergebied. Indien blijktdat dealternatieve voortplantings-en rustplaatsen nietvoldoendefunctioneel zijn kunnen aanvullende maatregelen doorhet bevoegd gezagworden opgelegd.

n.

o.

Rijksdienstvoor OndernemendNederland Datum

FF/7SC/2013,/0155A.toek.js

Rugstreeppad

p. U dientbij de planningvan de werkzaamheden rekening te houden metde kwetsbarevoortplantings- overwinteringsperiodevan derugstreeppad.

Deze perioden lopen globaalvan april tot en metjulien van halfoktober toten metmaart. Afhankelijk van hetseizoen ende

weersomstandigheden kan deze periode langerdanwel korterzijn. De geschiktheid van de periode voorhetuitvoerenvandewerkzaamheden dientte worden bepaald dooreendeskundige op hetgebied vande rugstreeppad.

q. U dienthet wegvangenen verplaatsen van exemplarenvan de rugstreeppad uitte voeren na deoverwinteringsperiodevan desoort, gedurendede periode datde exemplarenvan desoortnaarde voortplantingsplaatsen trekken.

(6)

i

(

t.J

C;;

1..-Î

C.'!

r. In verbandmet de mogelijke overwinteringvanderugstreeppad bij het dijktracéten zuiden van devindplaatsen van desoorten hetdijktracé nabijhetalternatieve leefgebied voorde soortdientu de volgende maatregelen te nemen:

- Dewerkzaamheden dienenteworden uitgevoerd buitende kwetsbareoverwinteringsperiodevan oktobertoten metmaart;

- Indien exemplarenvan desoortvoorafgaand aande

overwinteringsperiodeworden afgevangenenverplaatst naarhet alternatieve leefgebied en hetdijktracé wordtafgeschermdvoorde soortdoorhetplaatsen vaneen amfibieënscherm, kunnende werkzaamheden aande locaties nabijhetdijktracé welin de overwinteringsperiodevanderugstreeppad worden uitgevoerd.

Overigevoorschriften

s. Dewerkzaamheden en bovengenoemde voorschriftendienente worden uitgevoerd onderbegeleiding van een deskundigeop hetgebiedvande soorten waarvoorontheffing isverleend.

t. U dienteenecologisch werkprotocoloptestellen metdaarin

bovengenoemde voorschriften.Alle betrokken partijen, met namede uitvoerendenop de bouw- ofprojectlocatie, dienenvan hetwerkprotocol op de hoogtete wordengesteld.

u. Indien blijkt datde inde ontheffing gesteldetermijn nietvoldoende isom de werkzaamhedenwaaropdeontheffing betrekking heeft uitte voeren, dient u, minimaal viermaanden voor hetverstrijken vandeze termijn, een verzoek totverlenging van deontheffing inte dienen. Ditvoorkomt onnodige vertragingvan het project.

Opmerking

V. Op grond van artikel 5.4, lid 1 en lid 2, Wnb kan de verleendeontheffing worden ingetrokken ofgewijzigd.

Inzage en Beroep

Ditbesluit ligtzes weken vooreen iederter inzage, teweten vanaf maandag 13 augustus 2018toten metzondag 23 september2018,tijdens kantooruren, bijhetMinisterievan Landbouw, Natuuren Voedselkwaliteit, Servicecentrum, aan deBezuidenhoutseweg 73 inDen Haag.

Destukken zijnookte raadplegen opde website:

http://vergunningenbank.overheid.nl/wet-natuurbescherming

De uniformeopenbarevoorbereidingsprocedurezoalsbedoeld in afdeling 3.4van deAlgemene wetbestuursrecht (hierna: Awb) isvan toepassingverklaardopdit besluit. Hetontwerpbesluiten dedaaropbetrekking hebbendestukken hebben vooreen periode vanzes wekenterinzagegelegen. Namelijkvanaf4juli 2017 toten met 15augustus 2017.

Een iederheeft demogelijkheid gehad omzienswijzenop ditontwerpbesluit schriftelijk en/ofmondeling naarvorentebrengen. De Ministervan Landbouw, Natuuren Voedselkwaliteitheeftgeen zienswijzenontvangen.

FF/75C/2013/01S5A.toek.Js

(7)

C!!

■t

i,.)

■

fj:

Tegenditbesluit kunnen belanghebbenden beroep instellen indienzij op het ontwerp vandit besluit zienswijzen hebben ingediend, alsmede belanghebbenden aan wieredelijkerwijs nietkan worden verweten datzijdaaropgeen zienswijzen hebben ingediend.

Beroep kan wordeningesteld bijdeAfdeling bestuursrechtspraakvan de Raad van State, postbus20019, 2500 EA Den Haag. Determijn voorhet indienenvaneen beroepschriftbedraagtzes weken envangtaan metingang van dedag na die waarop hetbesluitterinzageis gelegd.

Op het besluit isde Crisis-en herstelwet van toepassing. Ditbetekentdat het beroepschriftde gronden van hetberoep moeten bevatten, gerichttegen het besluit. Na afloopvan determijn vanzesweken kunnengeen nieuwe

beroepsgronden meerworden aangevoerd. Vermeld in het beroepschriftdat de Crisis-en herstelwetvan toepassing is.

FF/75C/2013/015SA,toek.js

Meer informatie

Heeft u nogvragen, kijkdan oponze website mijn.rvo.nl. Ofbel ons:

088 042 42 42 (lokaaltarief).

Metvriendelijke groet,

DeMinistervan Landbouw, NatuurenVoeçJselkw|i'liteit, namens deze:

Marco Boonman

TeammanagerVergunningen Natuur RijksdienstvoorOndernemend Nederland

(8)

Cü I

rJ

(Ih

Bijlage 1: OverwegingenWetnatuurbescherming

Monitor!ngsresuitaten

Devoorschriften vanhet besluitmet kenmerkFF/75C/2013/0155 luiden:

16. UdientIn dejaren voorafgaandaan deuitvoering vandewerkzaamheden jaarlijkseennatuurwaardenonderzoekuitte voerenteneindedeecologische

informatiemetbetrekkingtotdebeschermdesoortenuptodate tehouden. U dientuwbevindingenjaarlijks voor31 decemberterinformatieaan

RijksdienstvoorOndernemendNederlandaanteleveren, te beginnenin 2014.

19. Gedurendede(gefaseerde) uitvoering vanhetwerken deduurvan de onthefTingdienendebovengenoemdemaatregelengemonitordte worden op functionaliteit. Hetmonitoringsverslag dientterbeoordelingaan DRte worden voorgelegd. Indien demaatregelennietofonvoldoendefunctioneelzijn, kunnenaanvullende maatregelen opgelegdworden. Udientdit

monitoringsverslagjaarlijks vóór31 decembervan hetlopendekalenderjaar aanteleveren, te beginnenin2014teneindedegegevensactueeltehouden envooreventueelnieuwaangetroffen soorten tijdigontheffingaan kunt vragen.

Beoordeling

Gedurendede uitgevoerde natuurwaardenonderzoeken in 2014, 2015en 2016 is deaanwezigheid vande huismus,steenuil, gewone dv/ergvleermuis, gewone grootoorvleermuisende rugstreeppad vastgesteld inhet plangebied. Deze aangetroffen beschermdesoortenvormen danookde grondslag vooruw wijzigingsverzoekvan 6 maart2017. Voorwatbetreftanderesoorten waarvoor reedsontheffing isverleend zijn ergeensignificante veranderingenwaargenomen ten opzichtevan de waarnemingen in 2010en 2013.

Doordatdeonteigening van degronden vertraging op heeft gelopen zijn nog niet alle maatregelen gerealiseerd. Een deel vande maatregelen, zoalsde nestkasten voorde huismus, zijn reedsin 2014 gerealiseerd. Doorvandalisme zijn eendeel van deze nestkasten echterweerverwijderd. Een groot deel van demaatregelen zijn uitgevoerd in hetnajaaren dewintervan 2016. Doordat demaatregelen voorafgaandaan devoltooiing monitoringsrapportagevan 2016zijnuitgevoerd biedt de rapportage van 31 december2016 geen inzicht in deuitvoering en effectiviteitvande maatregelen. Doordatdeuitvoering van dewerkzaamheden op ditmomentin de startfasevan het project ligtwordtverwachtdatde effectiviteit van degenomen maatregelen in de komendejarenduidelijkzal worden. Het isop ditmomentdan ook niet mogelijkom deeffectiviteit vande maatregelen te beoordelen.

FF/7SC/2013/0155A.toek.js

(9)

■■'i

t■,!

j J:!!

Conclusie

U heeftconform devoorschriften 18 en 19 de monitoringsrapportagetoegestuurd.

De monitoringsrapportagesleidenopdit momentniettotaanvullende

maatregelen. Monitoringsrapportages gedurendedeverdereuitvoering van het project dienen meerinzicht te geven inde effectiviteitvan degenomen

maatregelen.

Wijzigingsverzoek

Instandhouding van desoorten

Afwijzingartikel3.1, lid4 enartikel3.5,lid1 en 2 Wetnatuurbescherming Uitde aanvraag blijktdatontheffing isaangevraagd van deverbodsbepalingen genoemd in artikel 3.1, lid4vande Wetnatuurbeschermingvoorzoverdit betreft hetopzettelijkverstoren van vogels. Ontheffing voorhetopzettelijk verstorenvan de huismusen de steenuil is incasu nietaande orde. Op grondvan artikel3.1, lid 5 Wetnatuurbescherming is voorhet verstorenvan vogels als bedoeld in de Vogelrichtlijn geen ontheffing vereistindien de storing niet vanwezenlijke invloed isop destaatvan instandhouding van de desbetreffende vogelsoort.Van een wezenlijke invloedopde staatvaninstandhouding van de huismusen desteenuil is hiergeen sprake, zodat hetverbod van artikel3.1, lid4Wet natuurbescherming nietgeldten dus een ontheffingvan datverbod nietaan deorde is.

Uitde aanvraag blijktdatontheffing is aangevraagd vande verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5, lid 1 van deWet natuurbeschermingvoor zoverdit betreft het opzettelijkdoden van dieren. Ontheffing voor hetopzettelijk doden van de rugstreeppad is in casu nietaan deorde. Erwordendooruvoldoende

maatregelen genomenom het opzettelijkverstoren van de rugstreeppad te voorkomen.

Uitde aanvraag blijktdatontheffing isaangevraagd van deverbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5, lid 2 van de Wetnatuurbeschermingvoorzoverditbetreft het opzettelijkverstoren vandieren. Ontheffing voorhetopzettelijkverstorenvan de gewonedwergvleermuis, gewone grootoorvleermuisen de rugstreeppad is in casu nietaan deorde. Erworden dooru voldoende maatregelengenomen omhet opzettelijk verstorenvan degewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis en de rugstreeppadte voorkomen.

Artikel3.1, lid2 Wetnatuurbescherming Huismus

De huismus is in hetplangebied aangetroffen. In de bebouwing aan de

Engelbertstraat en de Lingestraat zijn 20 nesten vande huismus vastgesteld. De nesten van de soortbevinden zichonderdedakpannen. De ervenmet schuren en beplanting fungerenalsdekkingsmogelijkheid enfoerageergebied voordesoort.

Aantasting van foerageergebieden is enkelontheffingsplichtig indien door aantasting van defoerageergebiedende functionaliteitvan de nesten of rustplaatsenvan debetreffende soortwordt aangetast.

FF/75C/2013/0155A.toek.js

(10)

■•■■1

i

I

r,..!

'iî!

t■■■!

C!!

Doordewerkzaamhedengaan 20 nestenen foerageergebied van de huismus verloren.Om negatieve effecten van de werkzaamhedenop desoorttoteen minimum te beperken steltu maatregelenvoorzoals beschreven op de

pagina's 30tot en met44 vanhet bij deaanvraaggevoegde rapport'Projectplan herinrichting Hertogin Hedwigepolder'van 16december 2016en zoalsbeschreven in deaanvulling op de aanvraagvan 24 mei2017.

In het najaarvan 2016zijn 40 geschiktealternatieve nesten inde vormvan nestkasten gerealiseerd voorde huismus. De nestkasten zijnop drielocaties opgehangenteweten devogelkijkhuten eentweetal erventenzuidenvan het plangebied. Denestkasten zijn binnen een afstand van500 metertot

vijfkilometervan de huidige nesten opgehangen. De locatiebij detwee erven vormtgeschikt leefgebiedvoorde huismusdoor aanwezige dekkingsmogelijkheid enfoerageergebied. De omgevingvan devogelkijkhutvormtechtersuboptimaal leefgebiedvoor dehuismus, doordat heteen relatiefkaal landschap betreft met beperkte dekkingsmogelijkheden. Doorde aanzienlijkeafstand van de huidige nesten totde alternatieve nestkasten en het gedeeltelijk suboptimale leefgebied voordehuismus nabij de nestenkasten opéén van dezelocaties, is het

onvoldoendeaannemelijkdatde exemplarenvan de huismusde nestkasten vindenen in gebruik nemen. Met inachtneming van allebovengenoemde maatregelen zorgtu voorafnietvoorvoldoende alternatiefdat in kwantiteiten kwaliteitovereenkomt metde huidigefunctionaliteitvan de nesten ofrustplaatsen voorde aanwezige populatie van de huismus.

De dooruvoorgesteldemaatregelen zijn in grote lijnenvoldoende. Om de effectiviteitvan de nestkasten te beoordelendientu hetgebruikdoordehuismus te monitoren.Ter aanscherping heb ikhiervoorindeontheffing een aanvullend voorschriftopgenomen.

De huismus is in Zeeland de meestwaargenomen broedvogel en komttevens algemeen voorin Zeeuws Vlaanderen. Tweevande drie mitigatielocatiesvormen geschiktleefgebiedvoor dehuismus. In de huidige situatiekomtde soortslechts in lageaantallen vooropdeze locaties. Dooreenveelvoud aan nestgelegenheid aan te bieden waarbij geschikte dekkingsmogelijkhedenenfoerageergebied aanwezig zijn, is het aannemelijkdatde populatievan de huismusop dezelocatie kantoenemen. Het ishierdooraannemelijkdatde huismusin de directe omgeving van het plangebied aanwezig blijft. Degunstigestaatvan instandhouding vande huismus komt niet in gevaar, mitsgewerktwordtconform dedooru voorgestelde maatregelenen volgensde overigein de ontheffing opgelegde voorschriften.

Steenuil

Desteenuil is in het plangebied aangetroffen. Eris één nestvan desoort vastgesteid in de bebouwing aan de Engelbertstraat. Het nestvan de steenuil bevindtzichwaarschijnlijk ineen stal. Heterg en de omliggendeweilanden, bermen en randen van bosschagesfungeren als foerageergebied voordesoort.

Aantastingvan foerageergebiedenisenkel ontheffingsplichtig indien door aantastingvan defoerageergebieden defunctionaliteitvan de nestenof rustplaatsen vande betreffende soortwordtaangetast.

(11)

!

'Cf!

l..!

'l-'t

■I:f!

Doorde werkzaamhedengaat één nesten eengedeeltevan het foerageergebied van desteenuil verloren. Om negatieveeffecten vandewerkzaamheden op de soorttot een minimum te beperken stelt u maatregelenvoorzoals beschreven op de pagina's 30toten met44 van het bij de aanvraaggevoegderapport

'Projectplan herinrichting Hertogin Hedwigepolder'van 16 december2016en zoals beschreven in de aanvulling opde aanvraagvan 24 mei 2017.

In het najaarvan 2016 zijnvoldoende geschikte alternatievenesten voorde steenuilgerealiseerd inde vormvan steenuilkasten. Desteenuilkasten zijn op drie locaties opgehangen teweten devogelkijkhut, nabij hetVerdronken land van Saeftinghe en aan eenconstructie van de scheepvaart. Bijdeze alternatieve nestlocatieswordt het leefgebied voordesteenuil geoptimaliseerd doorde aanplantvan vlieren en hetplaatsen van palen ofsteenhopen. De steenuilkasten zijn binnen een afstand van ééntotdrie en een halve kilometervan het huidige nestopgehangen, waarbij twee kasten in hethuidige territorium vandesteenuil enéén kastin een onbezetterritorium worden geplaatst. Deomgeving van de alternatievenestlocaties bestaatgrotendeelsuitzanden vormthierdoorslechts suboptimaal leefgebiedvoordesteenuil. Hetis hierdooronvoldoendeaannemelijk datde exemplaren van de steenuil de steenuilkastenin gebruik nemen.

Metinachtneming van alle bovengenoemde maatregelenzorgtu voorafnietvoor voldoende alternatiefdatin kwantiteiten kwaliteit overeenkomtmetde huidige functionaliteit vande nestenofrustplaatsen voorde aanwezigepopulatievan de steenuil. Defunctionaliteitvan de nesten ofrustplaatsenvan de steenuil blijft hierdoorniet gegarandeerd.

Dedooru voorgestelde maatregelenzijn in grote lijnenvoldoende. Om de effectiviteitvan desteenuilkasten te beoordelen dientu hetgebruikdoor de steenuilte monitoren.Teraanscherping hebikhiervoorindeontheffing een aanvullend voorschriftopgenomen.

InZeeuwsVlaanderen wordthetaantal broedparenvande steenuil geschat op circa 350. in 2015 werd binnen de gemeente Hulst hetaantal broedparenop55 geschat. Hetdijklichaam aan denoordzijde van het plangebied wordtniet aangetastdoorde werkzaamheden, zodat hetfoerageergebied van desteenuil gedeeltelijkbehouden blijft. Daarnaast wordtalternatief leefgebied

geoptimaliseerd, maarblijftvan mindere kwaliteit danhet huidige

foerageergebied. Uitde monitoring moetblijken ofdesteenuilkasten in gebruik genomen wordenen dienthetleefgebied mogelijkverdergeoptimaliseerd te worden voordesoort. Degunstigestaat vaninstandhouding van desteenuil komt nietingevaar, mitsgewerktwordtconformdedooru voorgestelde maatregelen envolgensdeoverige indeontheffing opgelegde voorschriften.

(12)

I tJ

t-'Î i:'!

Artikel3.5, lid4 Wetnatuurbescherming

Gewonedwergvleermuisengewonegrootoorvleermuis

Degewone dwergvleermuisen de gewone grootoorvleermuiszijn inhet plangebied aangetroffen. Indebebouwing aan deEngelbertstraatende

Lignestraatzijn drievoortplantings- en rustplaatsen enéén voortplantingsplaats vande gewonedwergvleermuis vastgesteld. Devoortplantings-en rustplaatsen worden gedurendede actieve-en paarperiodevan desoortgebruikt. De

voortplantingsplaatswordtgedurendede kraamperiode doorcirca 15 exemplaren vande soortgebruikt. De populierenrij fungeertalsvliegroute voorde gewone dwergvleermuis.

Daarnaastis inde bebouwingaan deEngelbertstraat éénvoortplantingsplaatsvan de gewonegrootoorvleermuisvastgesteld. De voortplantingsplaatswordt

gedurende de kraamperiodedoorcircavijfexemplarenvan desoortgebruikt. De omliggende tuin, populierenrij en bosschages fungerenals foerageergebied voor degewone grootoorvleermuis, waarbij de populierenrijtevensfungeertals vliegroute. Aantasting vanfoerageergebieden en vliegroutes is enkel

ontheffingsplichtigindiendooraantasting van defoerageergebieden en vliegroutes defunctionaliteitvan devoortplantings- ofrustplaatsen van debetreffende

soorten wordtaangetast.

Doorde werkzaamhedengaandrievoortplantings- en rustplaatsenen één

voortplantingsplaatsvan de gewonedwergvleermuis, één voortplantingsplaatsvan degewone grootoorvleermuisenfoerageergebieden een vliegroute van de gewonedwergvleermuis en degewone grootoorvleermuisverloren. Omnegatieve effecten van de werkzaamhedenop de soortentoteen minimumte beperken stelt u maatregelen voorzoalsbeschreven op depagina's 30toten met44van het bij deaanvraag gevoegde rapport'Projectplan herinrichting Hertogin Hedwigepolder' van 16 december 2016en zoals beschreven in deaanvulling opde aanvraag van 24 mei 2017.

In het zuidenvan hetplangebied worden voldoende alternatievevoortplantings- en rustplaatsen gerealiseerd inde vormvan een vleermuistoren. In de

vleermuistorenworden wegkruipmogelijkheden aangebrachtzoalswegkruipstenen en houten kasten metmeerderetussenschotten. Deexemplaren vande gewone grootoorvleermuis krijgen in detorende mogelijkheid omvrij te hangen aan balken ofaan hetdak. Daarnaastworden voorde gewonegrootoorvleermuis geschikte lamellen kasten indetoren aangebracht. In hetnajaarvan 2016 zijn vierpalen metelktwee meervoudigevleermuiskasten gerealiseerd in hetzuiden van hetplangebied. Daarnaastzijn inhet najaar 16vleermuiskasten langs de Langestraatterhoogte van een populierenrij geplaatst. Depalen met

vleermuiskasten kunnen voorde gewonegrootoorvleermuismogelijkfungeren als verbindingtussen de huidige voortplantingsplaatsenen devleermuistoren. Echter, van zolder-bewonendeexemplaren vande gewonegrootoorvleermuis is niet bekenddatze vleermuiskastenaan paleningebruik nemen.

FF/75C/2013/015SA,tock.js

(13)

i:V

-•I

I.,) '

Deactieradius van degewone grootoorvieermuis is metname beperkttijdensde kraamperiode, waarbij zevoornamelijk binnen 500 metervan de

voortplantingsplaatsfoerageren. Deaanwezigheid vandichte begroeiing nabijde voortplantingsplaatsisdaarom belangrijkvoorde soort. Erwordtalternatief foerageergebied en vliegroutegerealiseerd doorde aanplantvan populieren, struweel en ruigte. Denieuwe populieren hebben eenstamomtrekvan 20 centimeter, een hoogtevanviertotvijfmeteren een plantafstand van zes meter. De omvang van het alternatievefoerageergebied isechterbeperkten de nieuweaanplant heefttijd nodig omeen nieuwinsectenbestand op tebouwen, waardoorereentijdelijke afname is van geschiktfoerageergebiedvoorde soorten. Daarnaastzijn paalkastenen vleermuistorens beideexperimentele maatregelenwaarvan de effectiviteitnog niet geheel bewezenis. Mogelijkhebben vleermuizen meertijd nodigom deze alternatieven tevinden en in gebruikte nemen. De afstandvan de huidigevoortplantings- en rustplaatsen totde alternatievenvarieerttussen de anderhalve kilometertotviereneen halve kilometer. Doorde aanzienlijkeafstand is het dan ook nietgegarandeerd dat de alternatievevoortplantings- en rustplaatsen bijde paalkasten ende

vleermuistoren worden gevonden en ingebruik worden genomen. Met inachtnemingvan allebovengenoemdemaatregelen zorgt u voorafnietvoor voldoende alternatiefdat in kwantiteiten kwaliteit overeenkomtmetde huidige functionaliteitvan devoortplantings-ofrustplaatsenvoordeaanwezige populaties van de gewone dwergvleermuisende gewone grootoorvieermuis. De

functionaliteitvan devoortplantings- ofrustplaatsen van degewone dwergvleermuisen de gewone grootoorvieermuis blijfthierdoor niet gegarandeerd.

FF/75C/20l3/0l55A.toek.)s

De dooru voorgestelde maatregelenzijn in grote lijnen voldoende. Om de effectiviteitvan depaalkastenen devleermuistoren te beoordelendient uhet gebruik doorde gewone dwergvleermuisen de gewone grootoorvieermuiste monitoren. Teraanscherping hebik hiervoorin de ontheffing een aanvullend voorschrift opgenomen.

Erzijn diversewaarnemingen bekendvan degewonedwergvleermuis inZeeuws Vlaanderen. Degewone grootoorvieermuisis zeldzaam inopen

polderlandschappen. Dealternatievevoortplantings- en rustplaatsen hebbeneen experimenteel karakteren kunnen niet indedirecte omgeving van de huidige voortplantings- en rustplaatsen van de soorten worden gerealiseerd. Mogelijk hebben deexemplarenvan de gewone dwergvleermuisendegewone

grootoorvieermuis hierdoorlangerdetijd nodig om dealternatieven tevinden en in gebruikte nemen. Uitde monitoring moetblijken ofde paalkasten en de vleermuistoren in gebruik genomenworden doorde soorten enoferaanvullende maatregelen genomen dienen te worden. Degunstige staatvan instandhouding van degewone dwergvleermuis en degewonegrootoorvieermuiskomtniet in gevaar, mitsgewerktwordtconformdedooru voorgestelde maatregelen en volgensde overigein de ontheffing opgelegdevoorschriften.

(14)

■•■•I

I C!!

I

‘■<1

t■■■•■

Rugstreeppad

De rugstreeppadis in het plangebiedaangetroffen. In hetzuidelijkdeel van het plangebied zijncirca40 roepende exemplaren van desoort vastgesteld. De polderslotenfungeren alsvoortplantingsplaatsen deoeversenomliggende percelenfungerenals rustplaatsenfoerageergebiedvoordesoort. Hetis niet uitgeslotendatdedijk fungeertals rustplaats gedurende deoverwinteringsperiode vande rugstreeppad.Aantasting vanfoerageergebieden is enkel

ontheffingsplichtig indien dooraantasting van defoerageergebiedende functionaliteitvan devoortplantings- ofrustplaatsen vande betreffende soort wordtaangetast.

Doorde werkzaamhedengaanvoortplantings- en rustplaatsenen foerageergebied vande rugstreeppadverloren. Om negatieve effecten van de werkzaamhedenop desoorttoteen minimum tebeperken steltu maatregelenvoorzoals beschreven opde pagina's30 toten met44van het bijde aanvraaggevoegde rapport

'Projectplan herinrichting Hertogin Hedwigepolder'van 16december 2016enzoals beschreven indeaanvulling op deaanvraag van 24mei 2017.

Tussen de Prosperpolderen de Hedwigepolderwordt eenamfibieënscherm geplaatstom instroomvan exemplaren van de rugstreeppad te voorkomen.

Aanwezigeexemplaren van derugstreeppad worden weggevangen en verplaatst naaralternatiefleefgebied indedirecteomgeving van hetplangebied buiten de invloedsfeervan dewerkzaamheden. Erwordtalternatiefleefgebiedvoordesoort gerealiseerd in hetzuiden van het plangebied. Erworden tweealternatieve voortplantingsplaatsen indevorm van poelen metflauwe oeversaangelegd.

Rondomdepoelen worden grazigedelen en struweel aangepiant welke geschikt zijn alsrustplaatsen. Daarnaastworden zandigeingraafplekken gerealiseerdwelke tevensgeschiktzijnals rustplaats. Echter, gezien deaanzienlijke omvangvan de werkzaamheden en het ongeschiktraken van deaanwezigevoortplantings-en rustplaatsendoorhetintergetijdengebied kan de functionaliteitvan hetplangebied voorde rugstreeppad nietopvoorhand gegarandeerdworden. Met inachtneming vanalle bovengenoemde maatregelenzorgtu voorafmogelijk nietvoorvoldoende alternatiefdatin kwantiteiten kwaliteitovereenkomtmet dehuidige

functionaliteitvan devoortplantings-ofrustplaatsen voordeaanwezige populatie van de rugstreeppad. De functionaliteitvan de voortplantings- ofrustplaatsenvan de rugstreeppad blijft hierdoormogelijk nietgegarandeerd.

Dedoor u voorgestelde maatregelenzijn ingrote lijnenvoldoende. Udientde exemplarenvan de rugstreeppad na de overwinteringsperiode wegtevangen wanneerdesoort naarde voortplantingsplaatstrekt.Daarnaastdienen, in verband met rustplaatsengedurendede overwinteringsperiode,geen

werkzaamhedenaan het dijktracétenzuiden van devindplaatsen vandesoort plaatstevinden inde periode vanoktobertoten metmaartofdienende exemplaren van desoort voorafgaandaan de overwinteringsperiodete worden afgevangen. Teraanscherping hebikhiervoorinde ontheffing aanvullende voorschriften opgenomen.

(15)

..î t.,!

►-■’t

O!

De rugstreeppadis inkleine aantallen insuboptimaal leefgebied in de

Hedwigepolderaangetroffen. Erwordtvoldoendegeschiktalternatiefleefgebied en voortplantings- en rustplaatsen voorde rugstreeppadgerealiseerd. De

rugstreeppad is eenpioniersoort die geschiktleefgebied snel bezet. Het is hierdooraannemelijk datde exemplaren van de rugstreeppad hetalternatieve leefgebied in gebruiknemen en hierdoorin dedirecte omgevingvan het plangebied aanwezig blijven. Degunstigestaat van instandhouding van de rugstreeppad komt nietingevaar, mitsgewerktwordt conformde dooru voorgestelde maatregelenen volgensde overige indeontheffing opgelegde voorschriften.

FF/75C/2013/015SA.toek.js

Voorwatbetreft mijn overwegingenvoorde andere bevredigende oplossing en hetbelang verwijs iku naarmijn besluitvan 10 februari 2014.