• No results found

Interne documenten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Interne documenten"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 1 van 6

..,: te 'j .jYl. . f ? g e m e e n

|'..,.', ' Hardinxveld-Giessendam .. j . . ' àl|i|

de Zienswijzennota

Wabo-aanvraag van de heer C. den Uil voor de bouw van een woning aan Grutto 12A voorbereiding volgens de uitgebreide voorbereidingsprocedure Gemeente Hardinxveld-Giessendam GemHG/INTERN/867;

HG14400 Datum 27 april 2012

(2)

Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 2 van 6

Inhoud 1. Inleiding 1 .1 Status zienswijzennota 1 .2 Procedure omgevingsvergunning 2. Zienswijze: ontvankelijkheid, samenvatting, reactie en conclusie 2.1 lnleiding

2.2 Eigenaar/bewoner Grutto 18 -2-

(3)

Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 3 van 6

1. Inleiding 1.1 Status zienswijzennota

De zienswijzennota behoort bij het nemen van nemen van een besluit over de aanvraag om een omgevingsvergunning van de heer C. den Uil, Buitendams 208, alhier, voor het bouwen van een woning aan Grutto 12A en het planologisch afwijken als bedoeld in artikel 2.12 Iid 1 onder a sub 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De zienswijzennota bestaat uit twee hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat een overzicht van de ingekomen zienswijze en de verdere procedure van de omgevingsvergunning. In hoofdstuk 2 wordt aangegeven of de zienswijze ontvankelijk is.

Daarna wordt een samenvatting van de zienswijze gegeven en van een gemeentelijke reactie voorzien. In de conclusie is opgenomen of de zienswijze aanleiding geeft tot aanpassing van het plan.

1.2 Procedure uitgebreide procedure Wabo Zienswlzenronde

De ontwerpbeschikking heeft na publicatie in de gemeentelijke voorlichtingsrubriek in Het Kompas en de Staatscourant met ingang van 16 februari 2012 tot en met 28 maart 2012 ter inzage gelegen.

Tevens is het ontwerpprojectbesluit gedurende deze termijn onder het planid-nummer NL.lMRO.0523.OV2012GRUTTO12A-DO01 ook digitaal raadpleegbaar geweest via

|.ruimtelijkeplannen.nl. Dit is in overeenstemming met artikel 3.12 Iid 2 onder b van de Wabo.

Gedurende de termijn van 6 weken kon iedereen schriftelijk of mondeling een zienswijze indienen bij het college.

Er is één schriftelijke zienswijze ingebracht door de heer D, de Rover, Grutto 1 8, direct aangrenzend aan de bouwlocatie. Deze zienswijze is bij de gemeente ontvangen op 27 maart 2012.

Beslissing

Het college neemt een besluit over de aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en planologisch afwijken. Het college weegt bij zijn besluit de ontvangen zienswijze mee. Het besluit van het college wordt mede bekend gemaakt in de Staatscourant en de gemeentelijke voorlichtingsrubriek.

De indieners van een zienswijze krijgen een brief met informatie over het genomen besluit en de mogelijkheid tot indienen van beroep bij de rechtbank.

-3-

(4)

Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 4 van 6

2 Zienswijze: ontvankelijkheid, samenvatting, reaciie en conclusie 2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk is de zienswijze conclusie is aangegeven of, en zo aanleiding van de zienswijze.

2.2 Zienswijze van de heer De Rover samengevat en van een gemeentelijke reactie voorzien. In de ja welke wijzigingen in het plan worden doorgevoerd naar Ontvankellkheid

De zienswijze is op 27 maart 2012, binnen de termijn, binnengekomen.

ontvankelijk.

De zienswijze is derhalve samenvatting

.1 De gemeentelijke structuurvisie 2005 spreekt over het vervangen van technisch slechte ingbouw. In tegenstelling tot het gestelde in par. 3.5,1. van de Ruimtelijke onderbouwing is bij won

ke van het vervangen van een oudere woning. Door het bouwen van de deze aanvraag geen spra

nieuwe woning verdwijnt een stuk groen dat voor rust en ruimte zorgt.

Beantwoording.

Reclamant heeft gelijk als hij stelt dat er geen sprake is van het vervangen van een oudere ing. Op het perceel is thans geen woning aanwezig, zodat het gaat om de bouw van een won

nieuwe woning. De Ruimtelijke onderbouwing zal op dit onderdeel worden aangepast.

In de Structuurvisie wordt in het kader van de herstructurering en vernieuwing van het bestaande tedelijk gebied inderdaad onder andere geschreven over het vervangen van technisch slechte s

ingen door nieuwbouw. In de visie wordt ook geschreven over het intensiveren en won

herstructureren van het bestaand stedelijk gebied. Dit om aantasting van het open weide gebied zoveel als mogelijk is te voorkomen. Van een strijdigheid met de Structuurvisie is derhalve geen sprake.

Mede op basis van de gemeentelijke structuurvisie is het gemeentelijke ruimtelijke beleid nader ld in het geldende bestemmingsplan Giessendam West I en 11. Op bladzijde 30 van de gerege

toelichting van dit bestemmingsplan is het volgende te Iezen:

'Het gebied tussen de noordzijde van Buitendams en de woningen behorende tot de Westwijk kan worden gekarakteriseerd als een 'verborgen'' privé-groengebied met vrijstaande, verstrooide bebouwing. Het gemeentebestuur wil nieuwe woonbebouwing in dit gebied niet op voorhand elijk maken. Er is echter mede met het oog op de ontsluitingsproblematiek voor gekozen onmog

bebouwingsmogelijkheden in het bestemmingsplan op te nemen. Toekomstige verzoeken geen

zullen afzonderlijk worden bezien.

Indien besloten wordt medewerking te verlenen zal dit gebeuren met toepassing van artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. In elk geval zal - om medewerking te verkrijgen - tenminste moeten zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:

. het moet gaan om een perceel van tenminste 750 m2;

* de bebouwing dient tenminste 6 meter van de perceelsgrenzen te worden gebouwd;

. de maximale bebouwingshoogte bedraagt 10 meter;

. alleen vrijstaande woningen mogen worden gerealiseerd,' . er dient te zijn voorzien in ontsluiting van het perceel, bij voorkeur niet via Buitendams',

* het aantal woningen dat in totaal kan worden maximale capaciteit van Buitendams en van Westwijk;

. er moet per woning op eigen terrein parkeergelegenheid voor tenminste twee auto's worden gerealiseerd',

. verzoekers dienen voor eigen rekening een stedenbouwkundige onderbouwing (conform de wettelijke voorschriften terzake) te Ieveren;

. vergoeding van eventuele planschade door verzoekers moet zijn verzekerd;

* eventuele nadere bepalingen worden hieraan mogelijk toegevoegd.' toegevoegd wordt gelimiteerd door de de ontsluitingsmogelijkheden via de -4-

(5)

Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 5 van 6

Aan de in de toelichting genoemde voorwaarden wordt nagenoeg geheel voldaan. Aan de eis om op tenminste 6 ml afstand van de perceelsgrenzen te bouwen wordt alleen aan de achterzijde van de woning niet voldaan. De geplande afàtand bedraagt daar 4,9 ml. De eigenaresse van het aangrenzende perceel (zijnde de moeder van de heer Den UiI), de aanvrager van de omgevingsvergunning en ook de gemeente hecht veel waarde aan het behoud van een aanwezige bomenrij. Om deze reden is een geringe afwijking van de randvoorwaarde verantwoord geacht, Gevolg van het niet geheel voldoen aan de gestelde randvoorwaarden is dat de nieuw te bouwen woning op iets grotere afstand (1,1 m1) van de woning van reclamant wordt gerealiseerd. Belangen van andere omwonenden worden door de iets kleinere afstand tot de perceelsgrens niet geschaadt.

Omdat nagenoeg geheel aan de toelichting van het geldende bestemmingsplan genoemde randvoorwaarden wordt voldaan, wordt het ruimtelijk verantwoord geacht om aan het plan voor de bouw van de woning medewerking te verlenen.

2. Volgens reclamanten is ten onrechte geen gelegenheid tot inspraak geboden. Volgens de inspraakverordening wordt in ieder geval inspraak verleend ten aanzien van de voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 3.10 Wro. In de adviesnota van 30 december 201 1 wordt gesteld dat artikel 2 Iid 4 onder h van de Inspraakverordening van toepassing zou zijn (geringe planologische betekenis) aangezien het alleen gaat om de bouw van een vervangende woning.

Daardoor is belanghebbenden een inspraakmogelijkheid ontnomen.

Beantwoording

In artikel 2 lid 3 onder c van de gemeentelijke Inspraakverordening is geregeld dat in ieder geval inspraak wordt verleend ten aanzien van de voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 3,10 Wro met uitzondering van de besluiten als bedoeld in artikel 4 onder h. In artikel 4 onder h wordt gesproken over de voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 3.10 Wro of op het tijdstip dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking is getreden, als bedoeld in artikel 2.12, eerste Iid sub 3, indien deze besluiten betrekking hebben op projecten van geringe planologische betekenis. In het onderhavige geval gaat het om de voorbereiding van een besluit als bedoeld in artikel 2.12, eerste Iid sub 3. In de adviesnota van 30 december 201 1 is abusievelijk aangegeven dat geen inspraak behoeft te worden verleend omdat het alleen gaat om de bouw van een vervangende woning. Daar geen sprake is van het bouwen van een vervangende woning is dit feitelijk onjuist. Nu het echter gaat om de bouw van een enkele woning (of te wel een project van geringe omvang) en in het geldende bestemmingsplan reeds is aangegeven dat binnen bepaalde randvoorwaarden de bouw van een vrijstaande woning mogelijk wordt geacht, is naar onze mening zeker sprake van een project van geringe planologische betekenis. Dit zal worden verwoord in de overweging van het besluit om af te wijken van de geldende bestemmingsregeling.

Hoewel geen inspraakmogelijkheid is geboden, is wel de mogelijkheid geboden om een zienswijze in te dienen, waarvan door reclamant gebruik is gemaakt. Van het aantasten van rechten van reclamant is derhalve geen sprake. Bovendien is reclamant door de aanvrager van de vergunning voor de indiening van de onderhavige aanvraag ge'l'nformeerd over de voorgenomen plannen.

3. Reclamant is van mening dat geen sprake is van een goede situering van de woning. Door de plaats van de woning ca. 5 ml in zuidelijke en ca. 1 ,5 ml in oostelijke richting te verschuiven zou een aanzienlijk betere situatie worden bereikt;

@ Minder wederzijdse hinder tussen de woningen Grutto 16-20 en de nieuw te bouwen woning en dus meer privacy voor alle bewoners;

* Gelijke verdeling van toekomstige hinder tussen de woningen Grutto 18 en 20,.

* Gedeeltelijke behoud uitzicht vanuit woning reclamant in oostelijke richting en

@ Voorkomen van (verdere) waardevermindering Beantwoording

De nieuw te bouwen woning heeft een volledige bouwlaag op de begane grond en een gedeeltelijke bouwlaag op de 10 verdieping. De woning is geprojecteerd op een afstand van ca.

15 ml uit de achtergevel van de woning van reclamant. De woning is zodanig ingedeeld dat zowel op de begane grond als op de ged. 10 verdieping geen grote ramen worden aangebracht in de naar reclamant gerichte voorgevel. Van enkele ramen op de 10 verdieping ligt bovendien de -5-

(6)

Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 6 van 6

%

onderkant op 1,8 ml boven de te verdiepingsvloer, of te wel boven ooghoogte waardoor van een rechtstreeks uitzicht uit deze ramen geen sprake is. Gelet op de afstand tussen de woningen, de relatief geringe bouwhoogte (ca. 7,5 ml waar een bouwhoogte tot 10 ml wordt toegestaan) en de indeling van de voorgevel, is naar onze mening van een onaanvaardbare aantasting van de privacy geen sprake. Voorts heeft reclamant op grond van het Burgerlijk Wetboek (onderdeel Burenrecht) geen recht van uitzicht over het perceel van aanvrager. Door de voorgestelde verschuiving ontstaat een verdere inbreuk op de randvoorwaarde om op tenminste 6 ml afstand van de perceelsgrenzen te bouwen, wordt de zuidtuin van ca. 19 ml met 5 ml verkleind en de noordtuin van 6 ml met 5 ml vergroot. Nu naar onze mening van een onaanvaardbare aantasting van de privacy geen sprake is, wordt de voorgestelde verschuiving voor de aanvrager van de omgevingsvergunning onevenredig bezwaarlijk geacht. Vanwege de gemeentelijke randvoorwaarden dient al een forse noordtuin van 6 ml te worden gerealiseerd. De aanvrager van de omgevingsvergunning heeft ongetwijfeld meer belang bij een ruime zuidtuin dan aan een noordtuin van 1 1 ml .

Of er sprake is van waardevermindering als bedoeld in afdeling 6.1 Wro en zo ja in welke mate, kan pas worden vastgesteld als na het onherroepelijk worden van het onderhavige besluit een concreet verzoek tot planschade wordt ingediend.

conclusie

De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan. Wel dient de Ruimtelijke onderbouwing in beperkte mate te worden aangepast, zoals aangegeven in de beantwoording van punt 1 van de zienswijze. Tevens geeft de zienswijze aanleiding om de foutieve motivering om geen inspraakmogelijkheid te bieden te herstellen, zoals aangegeven in de beantwoording van punt 2 van de zienswijze.

-6-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Immers veel woningen zijn al op ‘mogelijk onjuiste’ wijze onttrokken aan de voorraad, derhalve worden ze niet op de gewenste wijze gebruikt (woning) maar recreatief

Netbeheer Nederland is juist van mening dat de kosten van een prioriteitsplaatsing hoger zijn dan in het aan deze regeling ten grondslag liggende onderzoek naar voren komt, omdat

De weg gaan betekent voor de Bijbelse mens op de eerste plaats Gods wegen gaan, zijn geboden en voorschriften houden, zich laten leiden en begeleiden door JHWH.. Maar dit is ook

Stefaan Gielens, CEO van Aedifica, stelt: “We zijn zeer verheugd te kunnen aankondigen dat Aedifica haar Ierse zorgvastgoedportefeuille verder uitbreidt met de acquisitie van

Ten slotte is de verwachting uitgesproken dat voor de toekomst de lasten laag zullen zijn, omdat zowel de kosten van de aanpassingen als de frequentie van die aanpassingen en van

In hun eigen praktijk kunnen werk- gevers uit de regio Noord-Holland Noord gebruikmaken van onder meer het programma ‘Harrie Helpt’, een laagdrempelige training op de

Op dit moment is het niet duidelijk of door de initiatiefnemer ingezet zal worden op de ontwikkeling woningen of dat uitvoering wordt gegeven aan de reeds afgegeven vergunning

Aange- zien er iets meer tijd voor nodig was om alle mensen plus rolstoelen en rollators in en uit te laden werd het een korte wandeling door het park, maar dat kon de