De jaguar.
De jaguar leeft vooral in Zuid-Amerika.
Hij is familie van de kat, net als de leeuw en de tijger.
De jaguar heeft hele goede ogen.
Daarmee kan hij ook goed zien in het donker.
Hij heeft veel vlekken.
Zijn tanden zijn heel scherp, zodat hij zijn prooi kan aanvallen.
De jaguar eet andere dieren, zoals herten.
Ook eet hij vogels en vissen en zelfs reuzenslangen!
De jaguar is heel goed in vissen vangen.
Hij tikt met zijn poot op het water.
De vis denkt dat er eten in het water valt.
Hij komt daarom naar boven zwemmen.
De jaguar kan de vis dan makkelijk vangen.
Slim hè?
De jaguar heeft veel ruimte nodig om in te leven.
Hij is vaak bij het water, want hij houdt van zwemmen.
Hij houdt ook erg van klimmen.
Als hij in een boom zit kan hij zijn prooi goed zien.
De luiaard.
De luiaard leeft vooral in Zuid-Amerika.
Hij hangt bijna de hele dag in een boom om te slapen.
Hij heeft een handige kleur.
Een roofdier kan hem namelijk niet goed zien als hij in de boom hangt.
De luiaard heeft scherpe klauwen.
Dat is heel handig!
Zo kan hij zich goed aan de bomen vasthouden.
Ook kan hij zijn klauwen gebruiken als hij wordt aangevallen.
De luiaard komt alleen uit de boom om te eten.
Of als hij naar de wc moet.
Als de luiaard op de grond loopt is hij heel langzaam.
De luiaard eet blaadjes en kleine dieren.
Hij kan wel 40 jaar oud worden!
De kaaiman.
De kaaiman is een soort krokodil.
Hij woont vooral in Zuid-Amerika.
Een kaaiman kan heel groot worden.
Àel 6 meter!
Hij heeft een grote kop met sterke kaken.
Als hij iets vastheeft, laat hij niet meer los.
De kaaiman houdt van water.
Overdag ligt hij vaak op de oever.
Lekker in de zon.
Hij houdt namelijk niet van kou.
Als een kaaiman honger heeft gaat hij in het water liggen.
Hij ligt vlak bij de oever.
Hij ligt bijna helemaal onder water.
Alleen zijn ogen en neusgaten liggen boven water.
Zo kunnen ze zien en ruiken.
Maar andere dieren zien de kaaiman niet!
Als een dier water komt drinken hapt de kaaiman snel.
Hij sleurt het dier onder water en eet het daar op.
De kaaiman houdt vooral van apen en ratten.
Maar vissen lust hij ook!
De boa constrictor.
De boa constrictor is een soort slang.
Hij woont in Zuid-Amerika.
Het is een wurgslang.
Hij kan wel 4 meter lang worden!
De boa constrictor eet vooral knaagdieren en vogels.
Het is een wurgslang.
Dat betekent dat hij zijn prooi eerst wurgt en daarna door slikt.
Gelukkig is hij niet gevaarlijk voor mensen.
Mensen zijn namelijk te groot om te wurgen.
Als de boa een mens tegen komt, zal hij vluchten.
De boa constrictor woont in een gebied waar het warm is.
Hij houdt vooral van het tropisch regenwoud.
Een boa constrictor kan wel zwemmen.
Maar hij houdt niet zo van water.
De toekan.
De toekan is een grote, zwarte vogel.
Zijn vleugels zijn kort en zijn staart is lang.
Hij woont vooral in Zuid-Amerika.
Hij maakt een nest in een boom of in de aarde.
Daar legt hij ook zijn eitjes.
De toekan heeft vaak mooie kleuren.
Toch zie je die niet als hij rustig in een boom zit!
Je ziet de kleuren pas als hij gaat vliegen.
Dat is veiliger.
Andere dieren kunnen hem niet zo goed zien als hij in de boom zit.
De toekan eet vooral vruchten.
Die kan hij met zijn snavel plukken.
Dan gooit hij de vrucht achterover en dan slikt hij hem door.
Hij eet ook insecten.
Soms valt hij zelfs een ander vogelnest aan!
De olifant.
Er zijn 2 soorten olifanten.
De Afrikaanse olifant en de Aziatische olifant.
Àe hebben het nu over de Afrikaanse olifant.
Deze is een stuk groter en zwaarder.
Hij leeft dus in Afrika.
De olifant is het enige dier met een slurf.
Een slurf is heel sterk.
De olifant kan er namelijk een boom mee optillen!
Het is ook handig om mee te drinken.
Met de slurf slurpt de olifant water op.
Daarna spuit hij het water zijn bek in!
De olifant eet wel 200 kilo per dag!
Ze eten vooral planten.
Met zijn slurf plukt hij bladeren, takken en vruchten.
Hij eet ook gras.
Een olifant heeft veel ruimte nodig.
Hij is namelijk heel groot.
En hij loopt heel erg veel op een dag!
Hij is namelijk steeds op zoek naar lekker eten.
De giraffe.
De giraffe leeft in Afrika.
Het is het langste dier op aarde.
Zijn lange nek en lange poten helpen hem met eten.
Hij houdt namelijk van blaadjes die heel hoog hangen.
De giraffe kan daar toch bij!
In Afrika woont de giraffe op de savanne.
Hier is veel gras en er zijn veel bomen.
Ook is er veel ruimte.
Dat is belangrijk, want een giraffe is heel groot!
De tong van een giraffe is heel ruw.
Daardoor heeft hij geen last van scherpe takjes bij het eten.
Een giraffe heeft niet zoveel vijanden.
Door zijn lange nek kan hij gevaarlijke dieren snel zien.
Door zijn lange poten is hij erg snel.
Hij kan dus op tijd vluchten als dat nodig is.
De leeuw.
De leeuw is de koning van de dieren.
Hij leeft vooral in Afrika.
Het mannetje heeft een grote bos manen.
De leeuw gaat veel op jacht.
Vooral de vrouwtjes jagen veel!
Leeuwen leven vaak in groepen samen.
Zo’n groep noem je een ‘troep’.
De leeuw jaagt het liefst op plekken waar weinig bomen staan.
Hij jaagt vaak als het nacht is.
Overdag rust hij dan uit.
De leeuw eet heel veel.
Als het maar vlees is!
Dit kunnen kleine dieren zien, maar ook grote.
Zoals buffels!
De leeuw jaagt ook op giraffen en zebra’s.
De zebra.
De zebra is familie van de paarden.
Hij leeft vooral in Afrika.
Vroeger hebben mensen geprobeerd de zebra te temmen.
Dit lukte niet goed.
Een zebra is best eigenwijs.
En als hij iets moet wat hij niet wil, wordt hij agressief!
De zebra eet planten.
Vooral oud gras, maar soms ook blaadjes en struiken.
Zebra’s leven vaak in een groep.
Ze kunnen ook goed samen leven met andere dieren.
Bijvoorbeeld met een gnoe of een struisvogel.
De grootste vijand van de zebra is de leeuw.
De leeuw sluipt naar de zebra toe en bijt de zebra in zijn nek.
Als de zebra hem op tijd ziet kan hij wel vluchten.
Hij is namelijk wel snel!
De strepen van de zebra zijn heel belangrijk.
Vooral als hij in een groep staat.
Een roofdier kan dan niet goed zien waar de zebra eindigt en waar de volgende zebra begint.
Grappig hè?
De neushoorn.
De neushoorn leeft in Afrika.
Hij wordt bedreigd.
Dat komt door zijn hoorn, want die is veel waard.
Er worden bijvoorbeeld medicijnen van gemaakt.
Daarom worden veel neushoorns gedood.
De hoorn is gemaakt van keratine.
Moeilijk woord hè?
Het haar en de nagels van mensen zijn hier ook van gemaakt.
De neushoorn kan heel groot worden.
Àel meer dan 4 meter!
Ze zijn ook heel zwaar.
Soms wel 3600 kilo.
Zijn ogen zijn heel slecht.
Soms ziet hij zelfs het verschil tussen een mens en een boom niet.
Gelukkig kan hij wel heel goed ruiken.
De neushoorn eet vooral planten.
Vooral gras, maar ook bladeren, takken en bessen.
De orang oetan.
De orang oetan is een soort aap.
Vroeger woonde hij op veel plekken in Azië.
Nu leeft hij alleen nog op een paar eilanden.
De orang oetan is een bedreigde diersoort.
Dat komt niet omdat mensen ze dood maken.
Maar omdat er veel bossen worden gekapt waar hij leeft.
Daardoor heeft hij steeds minder ruimte.
De orang oetan is oranje.
Hij heeft veel haar en hele lange armen.
Daarmee kan hij lekker slingeren.
Hij kan 60 jaar oud worden.
De orang oetan eet vooral veel fruit.
Ook houdt hij van blaadjes en insecten, zoals mieren.
Soms eet hij eieren van vogels!
De panda.
De panda is een beer die leeft in Azië.
Vooral in China.
Hij wordt ongeveer net zo groot als een mens.
De panda heeft een klein staartje.
Dat gebruikt hij als borstel.
Hij heeft 5 tenen met scherpe nagels.
Daarmee plukt hij bamboe.
Dat eet hij namelijk de hele dag door.
Beren zijn eigenlijk vleeseters.
Maar de panda is dat niet!
Dat komt omdat hij heel langzaam is.
Veel te langzaam om een prooi te kunnen vangen.
De panda eet dus vooral bamboe.
Ze eten de hele dag door.
Dat komt omdat ze in een koud gebied leven.
Ze hebben het eten nodig om warm te blijven.
De tijger.
De tijger is familie van de kat, net als de leeuw.
De tijger is de aller gevaarlijkste kat!
Hij wordt namelijk veel groter en zwaarder dan de leeuw.
De tijger leeft in Azië.
Hij houdt van water.
Hij kan namelijk goed zwemmen en zelfs duiken!
De tijger is een echte jager.
Hij jaagt op kleine dieren, zoals herten en vogels.
Maar ook een groot dier lust hij graag.
De tijger jaagt daarom ook op kleine olifanten, neushoorns en nijlpaarden!
Voor mensen is de tijger ook gevaarlijk.
De tijger is ook een bedreigde diersoort.
Mensen jagen namelijk op de tijger.
Dit doen ze bijvoorbeeld voor hun vacht en vlees.
Je hebt vast wel eens een tijger tapijt zien liggen!
De tarsier.
Een andere naam voor ‘tarsier’ is ‘spookdiertje’.
Dat klinkt schattig toch?
Hij leeft op plekken in Azië.
Het spookdiertje is een soort kleine aap.
Ze hebben een kleine snuit met hele grote ogen.
Hiermee kunnen ze vooral in het donker goed zien.
Met hun grote oren kunnen ze ook goed horen.
Maar ruiken kunnen ze dan weer niet zo goed.
De handjes van de spookdiertjes hebben lange nagels.
Daarmee kunnen ze goed klimmen.
Ze hebben sterke achterpoten.
Daardoor kunnen ze goed en ver springen.
Het spookdiertje is een nachtdier.
Hij gaat daarom pas in de nacht op jacht.
Hij eet insecten, spinnen en schorpioenen.
Het spookdiertje vangt zijn prooi door er bovenop te springen.
Daarna bijt hij hem met zijn scherpe tanden.
De kangoeroe.
De kangoeroe leeft in Australië.
Hij heeft hele sterke achterpoten.
Daar kan hij goed mee springen.
Hij kan 2 meter hoog springen en soms wel 10 meter ver!
Hij heeft dus wel veel ruimte nodig.
De vrouwtjes hebben een buidel op hun buik.
Als er een kleine kangoeroe wordt geboren blijft hij hierin.
Vaak wel een jaar lang!
Kangoeroes leven in grote groepen: ‘roedels’.
Zo kunnen ze elkaar waarschuwen voor gevaar.
Soms vechten ze terug als ze worden aangevallen.
Maar als hun vijand te groot is gaan ze vluchten.
De kangoeroe is een planteneter.
Hij eet vooral gras en blaadjes.
De koala.
De koala leeft in Australië.
Het is een echte slaapkop.
Hij slaapt namelijk wel 16 uur per dag.
De koala is een goede zwemmer én een goede klimmer.
Hij ziet er schattig uit, maar je kunt hem beter niet aaien.
Hij kan hard bijten en krabben.
De koala eet ongeveer 4 uur per dag.
Hij eet bijna alleen blaadjes van een eucalyptus.
De rest van de dag hangt de koala in de boom en slaapt hij.
De koala is een buideldier, net als de kangoeroe.
Een kleintje kan dus lekker bij zijn moeder blijven.
Als hij te groot wordt voor de buidel, klimt hij op haar rug.
De koala is een goede klimmer, maar hij is niet zo snel.
Hij kan soms ook een paar dagen in dezelfde boom blijven.
Als er genoeg eten is, hoeft hij niet weg.
Het vogelbekdier.
Het vogelbekdier leeft vooral in Australië.
Hij ziet er heel bijzonder uit.
Het is namelijk een zoogdier, maar hij heeft een snavel!
Een vogelbekdier leeft vooral in het water.
Hij legt eieren.
Het vogelbekdier is giftig!
Dat zou je niet denken hè?
Maar het mannetje heeft een giftige stekel aan zijn achterpoten.
Het vogelbekdier is vooral in de nacht actief.
Overdag vindt hij het te warm.
Hij blijft dan in zijn hol, aan de oever.
Het vogelbekdier eet insecten die in het water leven.
Soms eet hij ook waterslakken.
Een kleine kreeft of een garnaal vindt hij ook lekker.
Hij heeft niet zoveel vijanden.
Het vogelbekdier gaat lekker zijn eigen gang.
En er zijn weinig dieren die op hem jagen.
De emoe.
De emoe is een soort vogel.
Net als de struisvogel kan hij niet vliegen.
Het is dus een loopvogel.
De emoe woont vooral in Australië.
Hij houdt NIET van plekken met veel woestijn of heel veel bomen.
Plekken waar veel mensen wonen vindt hij ook NIET fijn.
De emoe leeft vaak alleen.
Hij eet graag zaadjes, bloemen, fruit, insecten en rupsen.
Hij kan heel ver lopen, dus hij heeft veel ruimte nodig.
Een emoe kan heel groot worden.
Soms wel 2 meter hoog.
Dat is groter dan een mens!
